Handleiding voor de warmtepomp. IVT (Greenline) (Locatie: Bavel, Den Haag, Houten)



Vergelijkbare documenten
Handleiding warmtepomp

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Aangenaam duurzaam. Informatieboekje

BASISINSTELLING WARMTEPOMP

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning

Verwarming en ventilatie

Bediening verwarming en ventilatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Eneco Broncomfort. Titel brochure

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

Techneco Elga warmtepomp. Gebruikershandleiding

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic

Handleiding transparant waterbad VOS-12034

INFORMATIE WARMTE & KOELING STORING

Verwarmen, Koelen, Ventileren

Service Manual. Comfort System

VOS-12035(10L) VOS-12036(36L)

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

Wonen in Pijnacker. Comfortabel en duurzaam wonen

Inleiding. Inhoudsopgave: Omschrijving. 1.1 Het toetsenbord De displays Lampjes Vaste programma's Vrije programma's 3.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Introductie: Technische gegevens:

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

Gebruikershandleiding. DEVIreg 550. Intelligente elektronische thermostaat.

Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar

InteGra Gebruikershandleiding 1

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

Om u 24 uur per dag van dienst te kunnen zijn is Enera Services op verschillende manieren te bereiken voor al uw vragen en/of storingen.

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Brochure verwarmen en koeling Noorderlicht

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Handleiding/instructie Kombi Kompakt HR-ketel Intergas

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Itho Daalderop VAG5000-Basic en -Floor

Handleiding Warmte. Voor meer informatie over warmte kunt u op werkdagen van uur bellen met onze klanten service:

Gebruiksaanwijzing. warmtepompsysteem. warm tapwater verwarming koeling. Huurders.

AT Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat

LCD scherm va LCD scherm

Do s & don ts bij warmte-unit en warmteinstallatie

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

4.0 Bediening CD AM 19 C 12:10 45 C. Whirlpool Electronic LCD - Gebruikershandboek 12:10 12:10. Licht\kleurentherapie.

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

RCW Afstandsbediening

Pellet brander Pell 25 / 40 / 70

Stappenplan installeren UMR Vario

MD-200, TA-200, RA-200 & MR- 200

LCD scherm ve LCD scherm

7 INSTELLING EN AFREGELING

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

GEBRUIKERS- HANDLEIDING

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling

geotherm elektrische warmtepomp Op alle fronten betrouwbaar

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Programmeerbare plug-in thermostaat HT-600

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk.

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic. Gebruiker. Weersafhankelijke ketelregelaar

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

Aangenaam koel. We koelen door koude te halen uit de bodem of uit oppervlaktewater. Deze manier van koelen is milieuvriendelijk: de uitstoot van CO 2

Afstandsbediening REC08. voor RESIDENCE CONDENS. gebruiksaanwijzing

Day Night Round T8700A1009/T8700N1000

Bedienings- en servicehandleiding

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem A++ Uw nieuwe woning

ELECTRA. Bedieningsvoorschriften Nederlands ELECTRA

GEBRUIKERSHANDLEIDING EN MONTAGE-INSTRUCTIE

Bedrade afstandsbediening YR-E14

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE

BESCHRIJVING FUNCTIE MODES speciaal ontworpen voor vloerverwarming en koeling systemen die aangestuurd worden door actuators. Instelmogelijkheden: Enk

Gebruikersinstructie. Kamerthermostaat Nefit ModuLine 20. Algemeen. Ruimtetemperatuur handmatig instellen. Automatische nachtverlaging inschakelen

Gebruikersdag. Warmtepomp. Het Warmte Effect

1. Installatie van de e-thermostaat Installatie van de hub 8

ONDERHOUDSHANDLEIDING

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

Bedieningshandleiding GTC-II

In werking stellen Hoofdstuk 6

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP

De voordelen en het gebruik van een modulerende kamerthermostaat

Transcriptie:

Handleiding voor de warmtepomp IVT (Greenline) (Locatie: Bavel, Den Haag, Houten)

Korte handleiding voor het gebruik van de warmtepomp In de folder warmtepomp en bronwarmte (te downloaden via www.eneco.nl of op te vragen via onze afdeling Klantenservice, telefoonnummer 0900-0201 ( 0,10 per minuut) vindt u informatie en nuttige gebruikstips over de warmtepomp en bronwarmte. Regeling van het warmtepompsysteem Een goede inregeling is van cruciaal belang voor het goed functioneren en voor de prestaties van een warmtepompsysteem. Uw warmtepomp is na installatie ingeregeld en getest. Het is verstandig om deze optimale inregeling van de warmtepomp en de binneninstallatie niet zelf te wijzigen. Door ondeskundig gebruik en foutieve instellingen kan een goed doordacht en uitgevoerd systeem verre van optimaal gaan functioneren. Hierdoor kunt u comfortklachten krijgen of storingen en hoger elektriciteitsverbruik dan nodig is veroorzaken. Buiten- en binnensensor Uw warmtepomp regelt zich op grond van de buitentemperatuur via de buitensensor (aan de gevel) en is beperkt te regelen via de binnensensor (in de woonkamer). Standaard is de temperatuur voor de woonkamer en slaapkamer ingesteld op 20 graden en de badkamer op 22 graden. Met uw binnensensor kunt u uw warmtepomp maximaal 3 graden warmer of kouder instellen. Tussenmeter In uw meterkast is een tussenmeter geplaatst. Op deze tweede elektriciteitsmeter van ENECO Energie kunt u zien hoeveel elektriciteit uw warmtepomp verbruikt. Wij adviseren u regelmatig de meterstanden van deze tussenmeter op te nemen wanneer u een goed beeld wilt krijgen van het elektriciteitsverbruik van de warmtepomp in uw woning. Op termijn wordt de tussenmeter vervangen door een slimme versie die op afstand uit te lezen is. Hierdoor kunnen wij u nog beter van dienst zijn en storingen tijdig signaleren. Deze meter wordt niet gebruikt voor facturatie doeleinden. Dat gebeurt op basis van de elektriciteitsmeter van uw elektriciteitleverancier. Wat te doen bij storingen Indien u vermoedt u dat de warmtepomp in storing staat, controleer dan de volgende zaken: 1. Brandt het storingslampje in de kamer of knippert het lampje op de display van de warmtepomp? - Nee, controleer dan of u wel stroom heeft. - Ja, probeer dan de storing zelf te verhelpen door eerst de gebruikershandleiding te lezen en daarna de warmtepomp te resetten : de pomp uit en vervolgens weer aan zetten. Indien in uw display staat alarm, lagedruk of no flow mag u één keer resetten. Als het alarm opnieuw in uw display verschijnt bel dan het storingsnummer van ENECO Energie en vermeld wat er in de display van uw warmtepomp staat. 2. Geeft uw warmtepomp na de reset nog steeds een storing aan, maar krijgt u wél warm tapwater of heeft u ergens in de woning wél vloerverwarming? - Ja, bel de installateur die verantwoordelijk is voor de binneninstallatie of vloerverwarming.

3. Heeft uw binneninstallatie onvoldoende druk (normaal is minimaal 1,3 bar) of zit er lucht in het systeem? - Ja, vul het systeem bij totdat er voldoende druk wordt aangegeven en ontlucht het systeem of bel de installateur die verantwoordelijk is voor de binneninstallatie of vloerverwarming. 4. Heeft u geen vloerverwarming of warm tapwater of staat uw warmtepomp in storing en continu op bijverwarmen? Dit laatste kunt u controleren op de display van de warmtepomp en op de tussenmeter van ENECO Energie in uw meterkast. - Ja, bel het storingsnummer van ENECO Energie en vermeld wat er in de display van uw warmtepomp staat. De storingsdienst van ENECO Energie is 24 uur per dag, zeven dagen per week te bereiken op het gratis telefoonnummer 0800-0072. Vragen? Bezoek onze internet site www.eneco.nl/vragen of bel met de medewerkers van de afdeling Klantenservice nummer 0900-0201 ( 0,10 per minuut, bereikbaar op werkdagen van 08.00 tot 18.00 uur). Heeft u problemen met de binneninstallatie (alle apparatuur en leidingen die volgen ná de warmtepomp), neem dan contact op met uw huisinstallateur of uw woningbouwvereniging.

Greenline CW Gebruiker, Installatie, Onderhoud, Handleiding. Art nr: 290407-7 Version 2.0

Werking van een warmtepomp Techniek van de warmtepomp De compressor wordt aangedreven door een elektromotor en stuwt het tot gas gecomprimeerde koelmiddel (met een temperatuur van ca. 100 C) in de condensor van de warmtepomp. Gasvormig koudemiddel (primair) en water van het CV-systeem circuleert door de condensor, een geheel gelaste roestvrij stalen warmtewisselaar. Het hete gas wordt gekoeld door het circulerende cv-water en condenseert (wordt vloeistof). Daarbij wordt energie afgestaan aan de cv-installatie of de warmwatervoorziening. Na het passeren van de condensor passeert het koudemiddel, dat nu weer vloeibaar is, een droogfilter en een tank. Het filter neemt al het vocht in het systeem op en de tank wordt gebruikt als expansievat om te zorgen dat de condensor altijd de juiste hoeveelheid koudemiddel bevat. Na het filter passeert het koudemiddel een kijkglas. Het kijkglas maakt het mogelijk de hoeveelheid koudemiddel in het systeem te controleren. Normaliter mogen er in het kijkglas geen luchtbellen te zien zijn. Er mogen echter wel kortstondig luchtbellen aanwezig zijn, met name bij snelle wisselingen tussen verwarming van tapwater en centrale verwarming en wanneer de warmtepomp wordt gestart of gestopt. Na het passeren van het kijkglas gaat het koudemiddel naar een expansieafsluiter. Deze afsluiter regelt de stroming tussen het hoge- en lagedrukgedeelte van de installatie. De afsluiter heeft een sensor (verdikking) vlak voor de compressor en laat de juiste hoeveelheid koudemiddel door naar de volgende warmtewisselaar, de verdamper. In de verdamper neemt de vloeistof warmte op van het circulerende water dat van de energiebron in de grond of het boorgat afkomstig is. Tijdens dit proces wordt warmte gebruikt om de vloeistof door verdamping om te zetten in een gas met lage druk. De benodigde warmte wordt kosteloos onttrokken aan de grond of een boorgat. Na het passeren van de verdamper is het koudemiddel opnieuw omgezet in een gas (damp). Om de gratis energie zo goed mogelijk te benutten controleert de expansieafsluiter voortdurend of de verdamper optimaal presteert. Het gasvormige koudemiddel stroomt vervolgens naar de aanzuigzijde van de compressor en wordt opnieuw gecomprimeerd. Daarmee is de kringloop van de warmteoverdracht gesloten. Ter beveiliging van de warmtepomp zijn het hoge- en lagedrukgedeelte van de installatie uitgerust met drukschakelaars. Deze schakelen de warmtepomp uit als de druk in het systeem een abnormale waarde bereikt. In het hoofdstuk over probleemoplossing wordt daarop verder ingegaan. Principe schema C (4-9)-CW GT2 (buitentemp.) Warmtewisselaar kooling GT5 (ruimte) Flow switch Magneetklep met bypass Compressor Verdamper Kijkglas Mengklep Condensor Elektrisch element Wisselklep Boiler CV aanvoer Exp.- afsluiter Droogfilter CV pomp, P2 CV retour Bronsysteem * Alternatieve plaatsing 6

Werkingsprincipe Verwarmen en koelen Omdat de woning is uitgerust met een warmtepomp, die om te kunnen functioneren koud grondwater nodig heeft, is het mogelijk om de woning niet alleen te verwarmen in de winter maar ook te koelen in de zomer! Als de buitentemperatuur hoger is dan de wisseltemperatuur, schakelt de warmtepomp over naar koelstand. Als de buitentemperatuur gedurende een ingesteld aantal uur niet boven de wisseltemperatuur komt, schakelt de warmtepomp over naar warmtestand. Besturing principe verwarmen en warm tapwater Om maximale besparingen en een lange levensduur te waarborgen is de warmtepomp voorzien van een Rego601 besturingseenheid. Deze besturingseenheid heeft geavanceerde bewakingsfuncties en regelt de verwarming en de warmwatervoorziening in uw huis. Alle belangrijke functies worden gecontroleerd en bij problemen wordt de warmtepomp uitgeschakeld voordat schade kan optreden. De watertemperatuur van Cv systeem wordt geregeld op basis van de gemeten buitentemperatuur, bij dalende buitentemperatuur stijgt de watertemperatuur van Cv installatie. (weersafhankelijke regeling) Wanneer meer verwarming vereist is dan de warmtepomp kan leveren, wordt de bijverwarming ingeschakeld om te zorgen dat de gewenste temperatuur gehandhaafd blijft. De warmtepomp heeft een ingebouwd verwarmingselement met drie standen schakelaar. Af fabriek is deze ingesteld op 2/3 van het elektrisch vermogen. De bijverwarming zorgt uitsluitend voor aanvullende verwarming in het geval dat de warmtepomp de vraag niet aankan maar kan de verwarming nooit volledig verzorgen. Zodra de warmtepomp weer toereikende verwarming kan leveren, wordt de bijverwarming automatisch uitgeschakeld. De warmtepomp is aangesloten op de retourleiding van de cv-installatie. Het water wordt in de warmtepomp opgewarmd en daarna teruggeleid naar de cv-installatie. Terwijl de warmtepomp het water in de boiler opwarmt, sluit een wisselklep de cv-installatie tijdelijk af. Een sensor in de boiler zorgt dat altijd voorrang wordt gegeven aan de vraag naar warm water. Zodra het water in de tank de gewenste temperatuur bereikt, wordt de resterende warmte naar de cv-installatie geleid. Comfort Uw woning is geheel voorzien van laag temperatuur verwarming (vloer-/ wandverwarming of LT radiatoren. De verwarming werkt op een lage(re) temperatuur dan standaard radiatoren. Dit is niet alleen veel veiliger (u kunt geen hete radiator vastpakken), maar geeft ook een veel hoger comfort. Omdat de vloerverwarming werkt met een lage temperatuur (ongeveer 30 C) betekent dit dat het ook langer duurt voordat uw huis op temperatuur is als de verwarming lange(re) tijd uitgeschakeld is geweest. Het is daarom van belang dat u de instelling van de kamerthermostaat ZO MIN MOGELIJK verandert!!! Dit verhoogt niet alleen het comfort, maar bespaart u ook aanzienlijk in de energiekosten!! DUS: Gebruik de thermostaat zo min mogelijk. Zet NIET s nachts de thermostaat laag. Het duurt VEEL langer voor uw woning weer op temperatuur is en verlaagt uw comfort. Denk eraan dat uw woning tijd nodig heeft om warm te worden en af te koelen. Het veranderen van de binnentemperatuur duurt altijd even. Breng daarom altijd kleine wijzigingen aan en wacht minstens 24 uur alvorens de instellingen opnieuw te wijzigen. 7

Kamerthermostaat (Optie) Als optie wordt een kamerthermostaat geleverd welke in de huiskamer wordt geplaatst. Deze thermostaat is geen normale standaard thermostaat, maar speciaal ontwikkelt voor gebruik in combinatie met de IVT warmtepomp. Net als alle andere kamerthermostaten wordt de ruimte temperatuur gemeten en wordt deze temperatuur doorgegeven aan de warmtepomp. Ook kunt u als bewoner de temperatuur in de woonkamer instellen. Standaard staat deze temperatuur ingesteld op 20 C, de draaiknop staat dan in de middenstand. Wilt u het warmer hebben, dan draait u de knop naar rechts (+), wilt u het kouder dan de knop naar links draaien (-). Met behulp van de draaiknop kunt u het maximaal 3 C kouder, of 3 C warmer maken, dus u kunt de kamertemperatuur instellen tussen de 17 C en 23 C. De koeling treedt alleen in werking in de zomerperiode. Daartoe wordt de koeling pas vrijgegeven bij een buiten temperatuur van 18 C. Heet veranderen van de binnentemperatuur duurt altijd even. Breng daarom altijd kleine wijzigingen aan en wacht minstens 24 uur alvorens de instellingen opnieuw te wijzigen. Stroomstoringen Bij stroomstoringen blijven de instellingen van de besturingseenheid bewaard en wordt de warmtepomp opnieuw gestart zodra de netspanning weer aanwezig is. 8

Bedieningspaneel Knoppen en menuschermen op het bedieningspaneel Het bedieningspaneel is het hart van uw verwarmingsinstallatie. Vanaf het bedieningspaneel worden instructies gestuurd naar de Rego601 besturingseenheid die vervolgens zorgt dat het huis gelijkmatig verwarmd wordt. Alle instellingen worden op het bedieningspaneel ingevoerd en zijn direct zichtbaar op het display. Dit lampje knippert bij storingen. Als het alarmlampje constant brandt, is het alarm bevestigd. Dit lampje brandt wanneer tapwater wordt verwarmd. Het lampje knippert bij piekbelasting en bij extra warm water. Dit lampje brandt als bijverwarming nodig is. Als dit lampje brandt, is de warmtepomp in bedrijf. Met deze schakelaar wordt de warmtepomp in- en uitgeschakeld. De warmtepomp is in bedrijf als dit lampje brandt. Als dit lampje knippert is de warmtepomp uitgeschakeld. Met deze draaiknop kunt u door het menu navigeren en instellingen wijzigen. Rego601 K1 DOELMATIG VERWARMEN 020301 12.00.00 Vr Verwarming Info Menu Geeft het huidige gebruikersniveau aan. Dit scherm toont informatie zoals tekst en temperatuurwaarden. Bij 1x indrukken verschijnen de snelinstellingen voor verwarming. Bij 1x indrukken verschijnt doorlopend informatie over de bedrijfsstatus van de warmtepomp en de bijverwarming. Bij 1x indrukken verschijnt het volledige menu voor instellingen en temperatuuruitlezingen. 9

Gebruik van het bedieningspaneel Met drie druktoetsen en een knop kunt u naar de verschillende schermen gaan om instellingen aan te passen of te controleren. De regel onderaan het scherm bevat informatie over de functies van de toetsen in het actieve scherm. Als u Verwarming of Info heeft geselecteerd, blijft u in het op dat moment gekozen scherm. Met de knop kunt u door de schermen navigeren en de instellingen wijzigen. Rego601 K1 DOELMATIG VERWARMEN 020301 12:00:00 Vr Verwarming Info Menu Door 1x op Verwarming te drukken komt u via een verkorteroute bij de verwarmingsinstellingen. U kunt in elk actief scherm blijven. Door 1x op Menu te drukken komt u in het hoofdmenu voor instellingen entemperatuuruitlezingen. Door op Info te drukken krijgt u voortdurend informatie over de status van de warmtepomp en de temperatuur waarbij deze wordt uitgeschakeld. Desgewenst kunt u dit scherm ingeschakeld laten zodat de betrokken gegevensvoortdurend zichtbaar zijn. Druk nogmaals op de middelste toets om terug te keren naar het beginscherm. Voorbeelden van verschuifbare gegevens Hieronder volgen enkele voorbeelden van schermen die verschijnen als u verschuifbare gegevens kiest met de knop Info. STAND-BY Geen cv-behoefte Geen ww-behoefte Warmtepomp niet in bedrijf. TAPWATERMODUS Alleen warmtepomp Stoptemp 47,5 Huidige temp 42,0 RAD-VERW ACTIEF Warmtepomp + bijverw Stoptemp 55,0 Huidige temp 50,0 RAD-VERW NODIG Warmtepomp start ove 320 seconden De warmtepomp produceert warm water en u ziet de waarden van de huidige temperatuur en de waarde waarbij de warmtepomp zal uitschakelen. De warmtepomp en bijverwarming zijn beide in bedrijf. Er is vraag naar warmte en de warmtepomp wacht totdat de teller voor de herstarttijd terug is op 0. Warmtepomp in koelbedrijf De warmtepomp staat in koelstand. 10

Basisfuncties (op gebruikersniveau 1) Verwarming en extra warm water Door op Verwarming te drukken komt u via een verkorte route bij de verwarmingsinstellingen. U kunt vervolgens kiezen uit de volgende schermen. Rego601 K1 DOELMATIG VERWARMEN 020312 12.00.00 Di Verwarming Info Menu Temp hoger/lager 0 4,0 10 Instellen Fijnafstelling temp. -10 0,0 10 Instellen Kamertemperatuur 10 20 30 Instellen Extra tapwater 1uur 24uur 48uur Instellen Centrale verwarming instellen in instelbereik 0 tot 10. Zie het hoofdstuk Verwarming instellen voor nadere bijzonderheden. Fijnafstelling centrale verwarming in instelbereik -10 tot +10. Zie het hoofdstuk Verwarming instellen voor nadere bijzonderheden. U kunt hier de gewenste kamertemperatuur instellen. Op gebruikersniveau 2 kunt u hier de invloed van de sensor op de cv-installatie instellen. Hier kunt u de temperatuur van het tapwater tijdelijk verhogen met behulp van het verwarmingselement. De warmtepomp verwarmt het water eerst tot ca. 55 en daarna verhoogt het verwarmingselement de temperatuur verder tot ca. 65. Het verwarmingselement schakelt opnieuw in bij 60 en verhoogt de temperatuur tot 65 volgens de ingestelde tijd. Het instelbereik loopt van 1-48 uur en na het verstrijken van de ingestelde tijd moet de timer opnieuw worden ingesteld als u meer extra warm water wenst. Temperaturen Druk op Menu om naar het hoofdmenu te gaan. Daar kunt u ook de verwarming instellen en de temperaturen bekijken. U kunt vervolgens kiezen uit de volgende schermen. Hoofdmenu Instellingen binnentemp. 1 Hoofdmenu Alle temperaturen bewaken 3 Op niveau 1 kunt u de CV-temperatuur instellen zoals u dat kunt doen via de verkorte route naar de verwarmingsinstellingen, en op niveau 2 kunt u de tapwatertemperatuur instellen. Op niveau 3 kunt u alle temperaturen aflezen waarvoor sensoren zijn aangesloten. 11

Uitgebreide functies Als gebruiker heeft u toegang tot extra functies. Door 5 seconden op Verwarming te drukken gaat u naar Menu en heeft u toegang tot deze schermen. Na 30 seconden keert het scherm automatisch terug naar niveau 1. Rego601 K2 DOELMATIG VERWARMEN 020312 12.00.00 Di Verwarming Info Menu Niveau 1 Houd de toets 5 seconden ingedrukt. Hoofdmenu Instellingen binnentemp 1 U heeft op Menu gedrukt en bent nu op niveau 1. Druk op en draai aan de knop om de schermen omhoog te schuiven. U kunt vervolgens het gewenste scherm kiezen. Elk scherm heeft een nummer. Temp-instellingen Stooklijn instellen (afbuiging) 1.3 Hier kunt u de kromming van de stooklijn omhoog of omlaag bijstellen voor elke vijf graden verschil in buitentemperatuur. Zo kunt u bijvoorbeeld een knik in de stooklijn aanbrengen bij een buitentemperatuur van 0 C. Temp-instellingen Invloed kamersensor instellen 1.11 U kunt de waarde ingegeven waarmee de kamersensor de buitensensor beïnvloedt. Een hogere waarde verhoogt de invloed van de kamersensor. De kamertemperatuur zorgt alleen voor een fijnafstelling van de stooklijn. De basisinstelling en fijnafstelling van de stooklijn dienen in orde te zijn voordat u met deze instelling begint. Temp-instellingen Omschakelen Verw./koelen 1.19 Temp-instellingen Blokkering tijd koelen/verw. 1.20 Hier stelt u in bij welke temperatuur de warmtepomp moet wisselen tussen koel- en warmtestand. Hier stelt u in hoeveel uren de warmtepomp de wisseling tussen koel- en warmtestand moet vertragen. Niveau 2 Hoofdmenu Instellingen tapwater wijzigen 2 Met de draaiknop selecteert u de instellingen voor tapwater op niveau 2. Instelling tapwater Duur tussen piek tapwater 2.2 Hier kunt u de interval instellen voor het continue verhogen van de temperatuur van het tapwater. Als u bijvoorbeeld een interval van 7 dagen selecteert, wordt de temperatuur eenmaal per week elektrisch verwarmd tot ongeveer 65 C. 12

Niveau 4 Hoofdmenu Timer volgens klok 4 Op niveau 4 bevinden zich de tijdsinstellingen. Timer Timer warmtepomp volgens klok 4.1 Hier kunt u van dag tot dag de tijden instellen voor de tijdsafhankelijke besturing. U kunt de dagen van de week afzonderlijk instellen. Druk op. Timer warmtepomp 1 ma 00:00-00:00 Het voorbeeld beschrijft het instellen van een timer voor maandag tussen 22:00 en 06:00. Druk op Instellen. Instellen Timer warmtepomp 1 Ma 00:00-00:00 ^^ Annuleren -> De cursor staat nu onder maandag. Draai met de knop; ma wordt nu Ma. Maandag is nu geactiveerd. Timer warmtepomp 1 Ma 22:00-06:00 ^^ Annuleren <- -> Stel nu de timer in tussen 22:00 en 06:00 uur. Druk op de rechter pijltoets tot de cursor onder de eerste 00 staat. Draai aan de knop tot 22:00 verschijnt. Druk nog 2x op de toets (de cursor gaat twee plaatsen naar rechts) en draai aan de knop tot 06:00 verschijnt. Druk nogmaals op de pijl naar rechts. De pijl wordt vervangen door Opslaan. Druk op Opslaan om de timer vast te leggen. Timer warmtepomp 1 Ma 22:00-06:00 Instellen U herhaalt deze stappen voor de andere dagen van de week waarvoor u een timer wenst in te stellen. Gebruik de knop op het display om naar de andere dagen te gaan. Timer Niveau WP +/- instellen 4.1.1 In scherm 4.1.1 kunt u instellen hoeveel de temperatuur omhoog of omlaag moet tijdens de hierboven ingestelde timers. Als u bijvoorbeeld -5 C invoert, wordt de temperatuur verlaagd met 5 C. Timer Timer tapwater volgens klok 4.3 In scherm 4.3 kunt u de verwarming van tapwater geheel uitschakelen tijdens perioden van hoog stroomtarief. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij het instellen van timers voor de warmtepompbesturing. 13

Niveau 7 Hoofdmenu Aflezen bedrijfsuren WP + bijverw 7 In niveau 7 kunt u de bedrijfstijden van de warmtepomp en bijverwarming aflezen. Druk op om deze menu s te openen. Bedrijfsuren aflezen Aantal uren wp in bedrijf? 7.1 Hier kunt u zien hoe lang de warmtepomp in bedrijf is geweest. Bedrijfsuren aflezen Verdeling WP over tw en cv in % 7.2 Verdeling in procenten van de warmte afkomstig van de warmtepomp over centraal verwarmen en verwarmen van tapwater. Bedrijfsuren aflezen Aantal uren bijverw in bedrijf? 7.3 Hier kunt u zien hoe lang de bijverwarming in bedrijf is geweest. Bedrijfsuren aflezen Verdeling bijverw tw en cv in % 7.4 Verdeling in procenten van de warmte afkomstig van bijverwarming over centraal verwarmen en verwarmen van tapwater. Niveau 10 Hoofdmenu Datum en tijd klok instellen 10 Hier kunt u de klok op de juiste datum en tijd instellen. Niveau 11 Hoofdmenu Alarmen in logboek tonen 11 Niveau 12 Hoofdmenu naar fabrieksinstell 12 Niveau 11 toont een overzicht van de alarmen die door de warmtepomp zijn gegenereerd. Het scherm geeft het type alarm weer plus de datum en de tijd. Een * op het scherm geeft aan dat het alarm nog steeds actief is. Als u de bij gebruikersniveaus 1 en 2 gekozen instellingen wilt annuleren, kunt u in niveau 12 de fabrieksinstellingen herstellen. Opmerking: Wanneer u in het niveau voor installateur en servicemonteur de fabrieksinstellingen selecteert, dient de installateur het systeem opnieuw op te starten aan de hand van nieuwe instellingen. Het niveau installateur en servicemonteur is uitsluitend bedoeld voor gebruik door de installateur. Dit menu is niet bedoeld voor de gebruiker! 14

Instellingen centrale verwarming In het scherm Meer/minder verwarm past u met de knop de stooklijn aan. Onderstaande lijnen geven aan hoe de retourtemperatuur bij de verschillende instellingen varieert in relatie tot de buitentemperatuur. Hoe kouder het buiten is, hoe warmer de verwarmingsinstallatie. De fabrieksinstelling van de warmtepomp is stooklijn 2 en een fijnafstelling van 2 C geeft een retourtemperatuur van ongeveer 28 C bij een buitentemperatuur van 0 C. Rego601 K1 DOELMATIG VERWARMEN 020312 12.00.00 Di Verwarming Info Menu Opmerking:in de praktijk is de doorstroomtemperatuur ongeveer 7-10 o C hoger. Tijdens de eerste winter dient de stooklijn zodanig te worden afgeregeld dat de temperatuur in huis altijd aangenaam is, ongeacht de weersomstandigheden. De stooklijn dient bij lage temperatuur te worden ingesteld, bij voorkeur onder 3 o C. Na het instellen dient u twee dagen te wachten alvorens de instellingen te wijzigen. Het veranderen van de binnentemperatuur duurt altijd even. Breng daarom altijd kleine wijzigingen aan en wacht minstens 24 uur alvorens de instellingen opnieuw te wijzigen. Stooklijn Grenswaarde waarbij de warmtepomp stopt als gevolg van een te hoge retourtemperatuur. Temperatuur retourleiding Stooklijn Instelling De lijn laat zien dat, als stooklijn 4 is gekozen, de warmtepomp bij ongeveer 35 o C stopt wanneer de buitentemperatuur 0 o C bedraagt. Buitentemperatuur Het voorbeeld beschrijft hoe de stooklijn in het menu Meer/minder verwarm kan worden aangepast. Denk eraan dat een hoge waarde ertoe kan leiden dat de warmtepomp stopt als gevolg van een te hoge retourtemperatuur. Rego601 K1 020312 12.00.00 Di Verwarming Info Menu Bij koud weer: Als de binnentemperatuur bij koud weer te laag of te hoog is, dient u de instelling Meer/minder verwarm aan te passen. Druk op Verwarming. Temp hoger/lager 0 4 10 Instellen Temp hoger/lager 0 5 10 Annuleren Opslaan Het scherm toont de ingestelde waarde. De waarde wordt zowel grafisch als numeriek aangegeven. Het bereik gaat van 0 tot 10. Druk op Instellen. Draai de knop rechtsom voor meer verwarming en linksom voor minder verwarming. Het voorbeeld laat zien hoe u de instelling naar 5 kunt verhogen. Draai aan de knop totdat het cijfer 5 in het scherm verschijnt. De nieuwe waarde is nu zichtbaar in het scherm. Druk op Opslaan om de nieuwe waarde vast te leggen. 15

Ook voor de stooklijn is fijnafstelling mogelijk. Hiervoor gebruikt u het scherm Fijnafstelling temp. De stippellijn laat zien wat er gebeurt wanneer de knop bij fijnafstelling naar de plus wordt gedraaid. De gehele lijn wordt omhoog geschoven; de hellingshoek blijft dezelfde. Temperatuur retourleiding Fijnafstelling De stippellijn laat zien wat er gebeurt wanneer de knop bij fijnafstelling naar de plus wordt gedraaid. Buitentemperatuur Rego601 K1 DOELMATIG VERWARMEN 020312 12.00.00 Di Verwarming Info Menu Bij warm weer Wanneer de binnentemperatuur bij warm weer te laag of te hoog is, past u deze aan met behulp van de fijnafstelling. U gaat naar Fijnafstelling temp. door op Verw te drukken en de knop naar rechts te draaien. Fijnafstelling temp -10 0,0 10 Instellen De fijnafstelling heeft een bereik van 10 C tot +10 C. U kunt de fijnafstelling op dezelfde wijze aanpassen als het aanpassen van de temperatuur zoals beschreven op de vorige pagina. Eenvoudige tips voor energiebesparing Hoe lager u de temperatuur van het CV-systeem in huis kunt houden, hoe economischer u zult verwarmen. Denk er dus aan uw stooklijn niet te hoog in te stellen. Gebruik uw verwarmingsinstallatie zo efficiënt mogelijk door ervoor te zorgen dat het gehele oppervlak van uw radiatoren of vloerverwarming verwarmd blijft. Thermostaatkranen op radiatoren of de vloerverwarming kunnen een negatieve invloed hebben op de cv-installatie omdat deze de doorstroming beperken en het systeem dit moet compenseren met een hogere temperatuur. Als thermostaatkranen zijn gemonteerd, dienen deze geheel open te worden gedraaid, behalve in slaapkamers, waar ze enigszins lager kunnen worden ingesteld. 16

Alle sensortemperaturen Onderstaande sensortemperaturen kunt u aflezen op niveau 3 in het scherm. Let op! Sommige van deze sensoren zijn niet standaard maar voor uiteenlopende toepassingen als optie leverbaar. Om ze te kunnen aflezen drukt u op Menu op het bedieningspaneel en draait u vervolgens de knop naar niveau 3. Druk daarna op. Niveau 3 Aflezingen temp Retoursensor cv GT1 Van ##,#º Nu ##,#º Aflezingen temp Buiten GT2 ###,#º Aflezingen temp Tapwater GT3 Tot ##,#º Nu ##,#º Aflezingen temp Kamersensor GT5 Tot ##,#º Nu ##,#º Aflezingen temp Compressor GT6 ###,#º Aflezingen temp Rad-temp uit GT8 ###,#º Aflezingen temp Rad-temp in GT9 ###,#º Aflezingen temp Koelvloeist in GT10 ###,#º Aflezingen temp Koelvloeist uit GT11 ###,#º Temperatuur van de retourleiding van de cv-installatie. Deze temperatuur varieert met de buitentemperatuur. Buitentemperatuur. Temperatuur in het buitenste reservoir van het onderste deel van de boiler. Deze temperatuur is ca.5 C lager dan de temperatuur in de warmwatertank. Bij toepassing van een kamersensor ziet u de temperatuur van de kamer waarin de sensor zich bevindt. Deze sensor geeft de bedrijfstemperatuur aan van de compressor. Deze varieert tussen 70 C en 125 C. Deze sensor geeft de uitgangstemperatuur aan van de warmtepomp. De waarde hangt af van de buitentemperatuur en de vraag of de warmtepomp tapwater levert. Deze sensor geeft de ingangstemperatuur aan van de warmtepomp. Ook deze waarde varieert, zoals hierboven beschreven. Om veiligheidsredenen wordt de warmtepomp uitgeschakeld wanneer de temperatuur hoger wordt dan ongeveer 57,5 C. Deze sensor geeft de temperatuur weer van de bronsysteem ingaand. Tijdens het seizoen kan deze variëren van 15 C tot 8 C. Deze sensor geeft de temperatuur aan van de bronsysteem uitgaand. Deze is doorgaans 1,5 C tot 5 C lager dan de ingangstemperatuur van het bronsysteem. 17

Wat te doen bij storingen De besturingseenheid biedt veel informatie over storingen en hoe u die kunt verhelpen. De besturingseenheid heeft geavanceerde functies voor de bewaking en beveiliging van uw warmtepomp. U loopt dan ook geen risico bij het resetten van een alarm. Neem echter contact op met de installateur als de storing blijft voortduren. Voorbeelden van alarmmeldingen en aanbevolen maatregelen Oorzaak ALARM Stroomstoring 020312 16.08.15 Info Bevestig Datum en tijd waarop storing optrad. Als u op Info drukt en vervolgens aan de knop draait, ziet u wat de mogelijke oorzaken kunnen zijn en wat u kunt doen om de storing zelf te verhelpen. Als de storing verholpen is en u op Bevestig drukt, dooft het alarmlampje en start de warmtepomp na 15 minuten. Als het lampje blijft branden is het alarm weliswaar bevestigd maar is de oorzaak van de storing niet verholpen. Bij meerdere alarmmeldingen kunt u met de draaiknop de andere zichtbaar maken. Als het bedieningspaneel niets weergeeft Mogelijke storingen: De zekeringen of MCBs (miniatuurcircuitonderbrekers) in de zekeringenkast. Ga als volgt te werk: Controleer de zekering (of MCB) van uw warmtepomp. Als het plaatje aan de onderzijde van de zekering los zit, is de zekering doorgebrand en moet deze vervangen worden. Als MCB s zijn gemonteerd en deze zijn uitgevallen, zet u de schakelaars in de bovenste stand. Let op! De warmtepomp kan pas na 15 minuten opnieuw gestart worden. Deze vertraging is om technische redenen noodzakelijk! De MCB van de warmtepomp is uitgevallen Doe als volgt: Herstel de situatie door de schakelaar van de middelste MCB in de bovenste stand te zetten. 18

Alle alarmmeldingen Hieronder volgt een beschrijving van de alarmmeldingen die in het menuscherm kunnen verschijnen. Aan de hand van de beschrijving krijgt u een idee van de storing en wat u kunt doen om die zelf te verhelpen. Alarmen zijn soms van tijdelijke aard en daarom loopt u geen risico bij het resetten van een alarm. Neem echter contact op met de installateur als de storing blijft voortduren. In de beschrijving wordt soms verwezen naar onderdelen van de warmtepomp. Op pagina s 27 kunt u zien waar de onderdelen zich bevinden. ALARM (MB1) Motorstoring comp 020312 16.08.15 Info Bevestig BEVEILIGINGSSCHAKELAAR COMPRESSORMOTOR Reset het alarm als volgt: Reset de motorbeveiliging door op de zwarte knop (2) en vervolgens op Bevestig te drukken. OPMERKING:De lamp dooft, ook als de motorbeveiliging niet is gereset. (De compressor van model C4 is voorzien van een ingebouwde temperatuurbeveiliging die automatisch reset nadat de temperatuur is teruggebracht). Mogelijke oorzaken en maatregelen: Tijdelijke storing of overbelasting van de voedingseenheid. Maatregel: Reset de motorbeveiliging en wacht af wat er gebeurt. (Uitgezonderd model C4) De huidige instelling van de motorbeveiliging is te laag. De door de compressor opgenomen stroom varieert tussen zomer en winter. (Uitgezonderd model C4) Maatregel:Neem contact op met de installateur. Schakelaar of onderbreker defect of slechte elektrische contacten naar de compressor. Maatregel:Neem contact op met de installateur. Compressor defect. Maatregel:Neem contact op met de installateur. ALARM (FV) Flow beveiliging 021017 15.37.38 Info Bevestig FLOW ALARM Wat te doen om alarm te resetten: Druk op Bevestig. Mogelijke oorzaken en maatregelen: Filter vervuild. Maatregel: Filter bronzijde reinigen neem contact op met installateur. Tijdelijke storing. Maatregel: Neem contact op met de installateur als de storing blijft voortduren. 19

ALARM (LP) Lage-drukschakelaar 020312 16.08.15 Info Bevestig SCHAKELAAR LAGE DRUK Reset het alarm als volgt: Druk op Bevestig. Mogelijke oorzaken en maatregelen: Lucht in de cv-installatie. Maatregel:Controleer het expansievat en vul dit zo nodig bij. Neem contact op met de installateur als u voortdurend lucht in het systeem hoort borrelen. De pomp voor het broncircuit is gestopt of is op te lage snelheid ingesteld. Maatregel:Controleer of de pomp is gestopt of op te lage snelheid is ingesteld. Het filter aan de koude zijde is verstopt. Maatregel:Controleer het filter en reinig dit zo nodig. Onvoldoende koudemiddel in het circuit. Maatregel:Controleer of er voortdurend luchtbellen te zien zijn in het kijkglas. Neem contact op met de installateur. Onvoldoende flow in het broncircuit waardoor ijsvorming in de warmtewisselaar optreedt. Maatregel:Neem contact op met de installateur. Expansieventiel defect (alarmmeldingen treden op met grote tussenpozen, ongeveer eens per drie of vier weken). Maatregel:Neem contact op met de installateur. ALARM (HP) Hoge-drukschakelaar 020312 16.08.15 Info Bevestig SCHAKELAAR HOGE DRUK Reset het alarm als volgt: Druk op Bevestig. Mogelijke oorzaken en maatregelen: Lucht in de cv-installatie. Maatregel:Controleer het systeem en ontlucht het CV-systeem indien nodig. Onvoldoende doorstroming in de warmtepomp. Maatregel:Kijk of de circulatiepomp is gestopt en of de afsluiter in het systeem gesloten is. Het filter aan de warme zijde is verstopt. Maatregel: Controleer het filter en reinig dit zo nodig. Circuit koudemiddel te ver gevuld. Maatregel:Neem contact op met de installateur. Droogfilter verstopt. Maatregel:Neem contact op met de installateur. 20