EUROPEES PARLEMENT GEBRUIKERSGIDS GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN

Vergelijkbare documenten
Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten

UITVOERINGSMAATREGELEN VOOR DE GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT INZAKE FINANCIËLE BELANGEN EN BELANGENCONFLICTEN

BIJLAGE I GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT INZAKE FINANCIËLE BELANGEN EN BELANGENCONFLICTEN

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Opgave van de financiële belangen van de leden

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Opgave van de financiële belangen van de leden

Opgave van de financiële belangen van de leden

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Opgave van de financiële belangen van de leden

Opgave van de financiële belangen van de leden

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Opgave van de financiële belangen van de leden

Opgave van de financiële belangen van de leden

HET RAADGEVEND COMITÉ

EUROPEES PARLEMENT RAADGEVEND COMITÉ VOOR HET GEDRAG VAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT HET RAADGEVEND COMITÉ VOOR HET GEDRAG VAN DE LEDEN HALFJAARLIJKS VERSLAG

EUROPESE CENTRALE BANK

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Gedragscode integriteit 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 juni 2014, volgnummer 39;

EUROPESE CENTRALE BANK

Gedragscode Medewerkers Eumedion

Integriteitscode van de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond

* Functionaliteit Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Integer handelen. Gedragscode voor raads- en (toegevoegde) commissieleden. Gemeente Waalwijk

Wettelijke grondslag: artikel de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

HET RAADGEVEND COMITÉ

Integriteitscode. 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder MR. Voorlopige vaststelling. 28/02/2019 Versienummer 2.

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel

Gedragscode voor het college van Burgemeester en Wethouders bij de gemeente Maasdriel

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD ESMA/2013/611

REGLEMENT PERSOONSGEGEVENS NHV INHOUDSOPGAVE:

Deontologische code lokaal bestuur Alveringem

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

GEDRAGSCODE EN ETHISCHE CODE RICHTLIJN OVER GESCHENKEN EN AMUSEMENT

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving De Wet op het voortgezet onderwijs.

GEDRAGSCODE REGLEMENT STICHTING COLLECTIEVE MAROR-GELDEN NEDERLAND Herziene versie 22 augustus 2017

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

Externe klachtenprocedure Stichting JONG Rotterdam

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN. Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018

Reglement Dienstraden

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Gedragscode integriteit voor politieke ambtsdragers

PARLEMENT BENELUX INTERPARLEMENTAIRE ASSEMBLEE FINANCIEEL REGLEMENT

Reglement Raad van Toezicht

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

Gedragscode. Voor de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de Algemene Rekenkamer van Sint Maarten.

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen

Bestuursreglement Eindhoven, 11 oktober 2016

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten

Integer handelen. Gedragscode voor de leden van het College. Gemeente Waalwijk

Integriteitscode Raadsleden en Raadsfracties gemeente Venlo

(Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPEES PARLEMENT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

HET RAADGEVEND COMITÉ VOOR HET GEDRAG VAN DE LEDEN

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Integriteitscode Roelof van Echten College

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

S T A T U T E N. FEDERATIE van TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN vzw afgekort " F T G " Vossekotstraat Zichem

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

Gedragscode bestuurlijke integriteit ambtenaren

Klachtenprocedure & reglement

BondsVademecum. Hoofdstuk Reglement matchfixing

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen gemeente Waalwijk

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

Integriteitscode Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs

REGLEMENT BESTUURSRAAD (RAAD VAN TOEZICHT) STICHTING DE KEMPEL

Integriteitscode September 2017

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) XT 21105/1/18 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (NLE) BXT 124

Bijlage 3: Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers gemeente Heerde, december 2015, versie 4.0.

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ LANDBOUW- OF BOSBOUWTREKKERS

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT ALGEMEEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

Gedragscode integriteit politiek ambtsdragers Waterschap Vallei en Veluwe

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Zakelijke relaties en afgevaardigden

STAFBUREAU INTEGRITEITSCODE CSG HET NOORDIK

REGLEMENT VAN DE VERENIGING DUTCH CORPORATE FINANCE ASSOCIATION

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 GEBRUIKERSGIDS GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN Juli 2013

Deze gebruikersgids is bedoeld om de leden te helpen bij de toepassing van de Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten ("de gedragscode") en bij het gebruik van het document Opgave van de financiële belangen van de leden ("de opgave"). Voor deze gids is vooral geput uit de vragen van leden aan het Raadgevend Comité voor het gedrag van de leden ("het Raadgevend Comité") en uit de praktijk en de analyses van dit comité. De bepalingen van de gedragscode worden artikelsgewijs toegelicht. Op de opgave wordt nader ingegaan in artikel 4, dat de rechtsgrondslag vormt. Afgezien van de informatie in deze gids kunnen de leden bij het Raadgevend Comité vertrouwelijk advies inwinnen over de interpretatie en uitvoering van de gedragscode en het gebruik van het opgaveformulier. Het comité moet dit advies binnen 30 dagen verstrekken. Aanvragen moeten per e-mail of brief worden gericht tot het secretariaat van het Raadgevend Comité: Advisory.Committee@europarl.europa.eu Europees Parlement Secretariaat, Raadgevend Comité voor het gedrag van de leden Wiertzstraat 60 PHS 07B019 B-1047 Brussel Het Raadgevend Comité controleert of onderzoekt geen opgaveformulieren voordat zij worden ingediend. Het secretariaat van het Raadgevend Comité kan echter incidenteel technische hulp bieden bij het invullen van de opgave. 2

Artikelen 1 & 2 Grondbeginselen en belangrijkste plichten van de leden De leden van het Europees Parlement nemen bij de uitoefening van hun taken de hoogste ethische normen in acht en geven blijk van respect voor het aanzien van de instelling. Zij handelen en stemmen overeenkomstig hun overtuiging en in het algemeen belang, en zij gaan nooit overeenkomsten of verplichtingen aan waardoor hun stemgedrag of hun vrijheid in de organen van het Parlement wordt beperkt. Evenzo moet voor de leden het algemeen belang de enige drijfveer vormen voor hun wetgevende werkzaamheden en hun stemgedrag: zij mogen, afgezien van de door de instelling betaalde bezoldiging en vergoedingen, geen enkele financiële of andere beloning voor hun werk verlangen, aanvaarden of ontvangen. Het aanvaarden van geld in ruil voor steun aan bepaalde teksten of amendementen of voor het aanwenden van invloed op bepaalde organen van het Parlement is streng verboden. Ten behoeve van de openheid en de transparantie moet elke vorm van steun die een derde aan een lid verleent in verband met diens politieke activiteiten, ongeacht of die steun van financiële dan wel van personele of materiële aard is, in deel (G) van het opgaveformulier (zie blz. 10) worden vermeld, met opgave van de identiteit van de betrokken derde. Artikel 3 Belangenconflicten De gedragscode belet geen belangenconflicten, maar moet ervoor zorgen dat een lid een feitelijk of potentieel belangenconflict onverwijld meldt. Van een feitelijk belangenconflict is sprake wanneer een lid een persoonlijk belang heeft dat een ongewenste invloed zou kunnen hebben hoewel dit niet noodzakelijkerwijs het geval is op de wijze waarop dit lid zijn/haar taken uitoefent. Van een potentieel belangenconflict is bijvoorbeeld sprake wanneer een lid wordt gevraagd aan een externe activiteit mee te werken die tot een feitelijk belangenconflict zou kunnen leiden. 3

Er bestaat geen belangenconflict wanneer een lid een voordeel geniet op grond van het feit dat hij/zij tot de bevolking van een land of een grote bevolkingsgroep behoort. Zo kunnen de vergoedingen of gunstige tarieven die gewoonlijk voor ouderen gelden, geen aanleiding vormen voor een belangenconflict. Evenmin worden de privileges die worden toegekend aan de inwoners van bijvoorbeeld onderontwikkelde gebieden of aan leden van etnische, religieuze of maatschappelijke groeperingen beschouwd als mogelijke oorzaken van een belangenconflict. Wanneer een lid met een feitelijk of potentieel belangenconflict te maken heeft en dit niet kan oplossen, wordt dit schriftelijk aan de Voorzitter gemeld. Ook wordt dit tijdens de parlementaire werkzaamheden waaraan het lid deelneemt, schriftelijk of mondeling ter kennis gebracht van de voorzitter van het desbetreffende parlementaire orgaan, om zo een maximale transparantie te garanderen en de reputatie van de instelling te beschermen. Een belangenconflict hoeft echter niet op deze wijze te worden gemeld als het al duidelijk blijkt uit de opgave van het lid. Artikel 4 Opgave door de leden Termijn voor indiening Elk lid moet: voor het einde van de eerste vergaderperiode na de verkiezingen voor het Europees Parlement, of bij ambtsaanvaarding in de loop van de zittingsperiode, binnen 30 dagen na het begin van het mandaat, en telkens binnen 30 dagen nadat zich een wijziging heeft voorgedaan, d.w.z. na elke verandering in de financiële belangen van het lid, bijv. aanpassing van zijn/haar salaris of mandaten, nieuwe externe beroepsactiviteit, verwerving van invloed in een onderneming, benoeming in een extern bestuur, enz. ( dit zijn slechts voorbeelden, de lijst is niet uitputtend), 4

een opgaveformulier invullen, dateren, ondertekenen en via de afdeling Ledenadministratie (kantoor: PHS 07B019, e-mail: Administration- Deputes@europarl.europa.eu) aan de Voorzitter voorleggen. De vroegere verplichting om de opgave slechts eenmaal per jaar te actualiseren geldt niet meer. Onverenigbaarheid van functies De gedragscode is niet bedoeld om te bepalen of een functie of mandaat van een lid onverenigbaar is met zijn/haar taken als lid. Dit valt daarom niet onder de bevoegdheid van het Raadgevend Comité, maar onder de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen en behoort daarmee tot de bevoegdheid van de Juridische Dienst van het Parlement. Ouderdomspensioen Een ouderdomspensioen wordt per definitie uitgekeerd aan een persoon die geen beroep meer uitoefent. Een dergelijk pensioen wordt niet beschouwd als bezoldiging voor beroepswerkzaamheden, als bedoeld in deel (A) van de opgave, noch als door derden verleende financiële steun, als bedoeld in deel (G), en hoeft daarom niet te worden opgegeven. De leden hebben echter desgewenst altijd de mogelijkheid hun ouderdomspensioen in deel (I) van de opgave te vermelden. Muntsoorten en wisselkoersen Als een lid bedragen moet opgeven die in een andere munt luiden dan de euro, moeten deze bedragen in euro worden omgerekend en opgegeven, waarbij de wisselkoers moet worden gehanteerd die geldt op de dag waarop de opgave bij de Voorzitter wordt ingediend. Netto- / bruto-inkomsten De opgave van financiële belangen is geen belastingaangifte, maar heeft tot doel een maximale transparantie naar de Europese burger toe te garanderen. Aangezien de fiscale berekeningsgrondslag en de belastingtarieven per lidstaat verschillen, moeten de leden de brutobedragen van hun inkomsten opgeven. 5

Inkomstencategorieën De maandelijkse inkomsten die in de diverse delen van de opgave van financiële belangen moeten worden vermeld, worden in vier categorieën ingedeeld: 500 EUR tot 1 000 EUR per maand; 1 001 EUR tot 5 000 EUR per maand; 5 001 EUR tot 10 000 EUR per maand; en meer dan 10 000 EUR per maand. Als algemeen beginsel geldt dat inkomsten voortvloeiend uit belangen waarvoor volgens de gedragscode een meldplicht bestaat, moeten worden opgegeven, tenzij juridische of contractuele voorschriften openbaarmaking van deze informatie door het lid in de weg staan. Wanneer een beroep, bestuursfunctie, activiteit, deelname of maatschap onbezoldigd is of met minder dan 500 EUR per maand wordt vergoed, moet hiervan wel opgave worden gedaan, maar hoeft er geen inkomstencategorie te worden gespecificeerd, tenzij het lid dit vrijwillig wenst te vermelden in deel (I) van de opgave. Wanneer het inkomen van een lid niet kan worden gescheiden van het inkomen van zijn/haar echtgeno(o)t(e) (bijvoorbeeld in geval van gezamenlijke eigendom van een onderneming), hoeft er geen inkomstencategorie te worden opgegeven om het recht van de echtgeno(o)t(e) op vertrouwelijkheid van zijn/haar persoonsgegevens te waarborgen. Het opgaveformulier Deel (A) Het lid moet bij de indiening van het formulier opgave doen van alle beroepswerkzaamheden en bestuursfuncties die hij/zij in de drie jaar voorafgaande aan de ambtsaanvaarding in het Parlement heeft uitgeoefend. Leden die aansluitend op een ambtsperiode voor een nieuwe termijn worden herkozen, dienen derhalve op te geven dat zij gedurende die drie jaar lid waren. Deel (B) Het lid moet opgave doen van de bezoldiging uit hoofde van mandaten in andere parlementen. 6

Rekening houdend met artikel 2 van de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 19 mei en 9 juli 2008) wordt onder "parlement" elk parlement verstaan dat in een lidstaat gevestigd is en een wetgevende bevoegdheid heeft, maar geen nationaal parlement is. Hieronder vallen de volgende parlementen: in België, de parlementen van de gewesten en gemeenschappen; in Duitsland, de parlementen van de deelstaten; in Spanje, de wetgevende assemblees van de autonome gemeenschappen; in Italië, de wetgevende assemblees van de regio's en van de autonome provincies Trento en Bolzano; in Oostenrijk, de parlementen van de deelstaten; in het Verenigd Koninkrijk, het Schotse parlement, de Nationale Assemblee voor Wales en de Assemblee van Noord-Ierland; in Finland, het parlement van Åland; in Portugal, de regionale parlementen van de Azoren en Madeira. De opgave moet ongeacht de hoogte van de bezoldiging worden gedaan. Indien een lid een mandaat uitoefent in een vertegenwoordigend lichaam dat niet als een parlement wordt beschouwd (bijvoorbeeld een commissie of orgaan van een gemeente- of regioraad), kan dit op basis van vrijwilligheid in deel (I) van het formulier worden vermeld. Het woord "bezoldiging" heeft betrekking op een regelmatige betaling of beloning en niet op incidentele vergoedingen ter dekking van de kosten in verband met het bijwonen van vergaderingen, reiskosten enz., tenzij die vergoedingen aanzienlijk hoger zijn dan de daadwerkelijk gemaakte kosten en daarom redelijkerwijs geacht kunnen worden een beloningselement te bevatten. Incidentele vergoedingen worden in deel (G) opgegeven als het daarbij gaat om een vorm van financiële steun die in verband met de politieke activiteiten van het lid wordt verleend. Deel (C) Het begrip "zelfstandige" dient breed te worden geïnterpreteerd en beperkt zich niet tot bepaalde beroepen of werkterreinen. Dit begrip 7

wordt gebruikt om duidelijk te maken dat een "vaste bezoldigde activiteit" moet worden opgegeven, ongeacht of er tussen de betaler van de bezoldiging en de ontvanger (het lid) een werknemerwerkgeverrelatie, een contractuele relatie of een informele relatie bestaat. De leden zijn niet verplicht eigendom van onroerend goed of land en de daaruit verkregen inkomsten op te geven, tenzij een lid in loondienst of als zelfstandige actief is op het gebied van vastgoedbeheer en de inkomsten uit die activiteit voortvloeien. In dat geval wordt de activiteit als vastgoedbeheerder in dit deel vermeld. Eigendom van onroerend goed of land en/of de daaruit verkregen inkomsten moeten echter wel worden opgegeven als zij van een zodanige omvang of betekenis zijn dat zij een financieel belang vormen dat van invloed zou kunnen zijn op de uitoefening van de taken van het lid. Hiervan wordt opgave gedaan in deel (H) van het formulier. Wanneer de eigendom van onroerend goed of land en/of de daaruit verkregen inkomsten geen financieel belang vormen dat van invloed zou kunnen zijn op de uitoefening van de taken van het lid, kan hiervan toch vrijwillig opgave worden gedaan in deel (I) van het formulier. Deel (D) Het lidmaatschap van organen die door het Parlement zijn ingesteld, valt buiten het toepassingsgebied van dit deel, omdat dit geen "externe" activiteit is. Deel (E) In de gedragscode worden publicaties, lezingen of advisering genoemd als activiteiten tegen vergoeding die in dit deel moeten worden opgegeven. Het gaat hierbij om voorbeelden en niet om een uitputtende lijst. Dit houdt in dat elke andere vorm van betaalde activiteit die een lid naast zijn/haar taken verricht, moet worden opgegeven. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de incidentele deelname, tegen betaling, aan studies of enquêtes, of bijdragen aan voor publicatie bestemde artikelen. 8

Elke vorm van compensatie die een lid voor zijn/haar activiteit ontvangt, wordt als een vergoeding aangemerkt. Daarbij moet niet alleen worden gedacht aan financiële voordelen, maar ook aan andere vormen van compensatie, zoals giften, en betalingen of donaties ten gunste van derden. De leden moeten de incidentele activiteiten die zij tegen vergoeding verrichten, opgeven als de totale vergoeding meer dan 5 000 EUR per kalenderjaar bedraagt, waarbij het niet van belang is uit hoeveel deelbedragen het totaalbedrag van 5 000 EUR bestaat en hoe klein deze zijn. Er kunnen zich dus twee verschillende situaties voordoen: bedraagt de totale vergoeding voor incidentele activiteiten in een kalenderjaar meer dan EUR 5 000, verstrekt het lid gedetailleerde informatie over elk van zijn/haar activiteiten en de bijbehorende vergoeding; ligt de totale vergoeding onder de drempel van 5 000 EUR, bestaat er voor het lid geen wettelijke verplichting om opgave te doen van enigerlei externe activiteiten. Het lid kan die activiteiten evenwel vrijwillig in deel (I) van het formulier opgeven. Met het begrip "kalenderjaar" wordt het lopende jaar bedoeld en niet een parlementair jaar tijdens het mandaat. Deel (F) Het begrip "deelname" moet ruim worden geïnterpreteerd en omvat ook investeringen en rechten in of verband houdend met een vennootschap of maatschap, een onderneming of een bedrijf. Voor familiebedrijven geldt, zelfs als zij klein of zeer klein zijn, geen vrijstelling. Activa die door een portefeuillebeheerder worden beheerd, vallen buiten het toepassingsgebied van deel (F), tenzij aan de hand van de beleggingsstrategie of het resultatenverslag kan worden vastgesteld dat investeringen in specifieke economische sectoren hebben plaatsgevonden. In dat geval is het aan het lid, dat zich bewust moet zijn 9

van het feit dat openheid het grondbeginsel van de gedragscode is, om te bepalen of hij/zij hiervan opgave wil doen. Pensioenfondsen, langlopende staatsobligaties en andere instrumenten voor collectieve belegging waarin identificering van de activa niet mogelijk is, hoeven niet in deel (F) te worden opgegeven. Als een lid niettemin van mening is dat zij een financieel belang vormen dat van invloed zou kunnen zijn op de uitoefening van zijn/haar taken, moet hij/zij hiervan opgave doen in deel (H) van het formulier. Een lid moet opgave doen van zijn/haar deelname en de daaruit verkregen inkomsten wanneer aan ten minste een van de twee onderstaande voorwaarden is voldaan: de deelname heeft potentiële gevolgen voor het overheidsbeleid in die zin dat het gebied waarop de onderneming of maatschap actief is, terreinen omvat waarvoor overheden gewoonlijk wetgeving vaststellen (d.w.z. het lid zou de wetgeving van het Parlement potentieel kunnen beïnvloeden ten gunste van de onderneming of maatschap); of de deelname verschaft het lid aanzienlijke invloed op de zakelijke belangen van de betrokken organisatie in die zin dat het lid daardoor in staat wordt gesteld de strategische keuzen van deze organisatie in een bepaalde richting te sturen (bijvoorbeeld ten aanzien van herstructureringen, investeringsbeslissingen, marketingstrategieën, fusies en overnames enz.). Deel (G) Steun van financiële, personele of materiële aard die door derden aan een lid wordt verleend, moet worden opgegeven als die steun verband houdt met de politieke activiteiten van het lid, ongeacht of deze activiteiten binnen het Europees Parlement worden verricht of in een ander orgaan, zoals een assemblee, een gemeenteraad of een politieke partij. Een ouderdomspensioen wordt niet beschouwd als een vorm van steun die door een derde wordt verleend in verband met de politieke activiteiten van het lid, en hoeft daarom niet te worden opgegeven, 10

tenzij het lid dit vrijwillig in deel (I) van zijn/haar formulier wenst te vermelden. Deel (H) De gedragscode voorziet niet in specifieke uitzonderingen op het toepassingsgebied van het begrip "overige financiële belangen" en bevat ook generlei beperkingen van wat onder dit begrip valt: de gedragscode sluit particuliere activa niet uit van de werkingssfeer van "financiële belangen" zolang zij van invloed kunnen zijn op de uitoefening van de taken van het lid. Particuliere activa moeten daarom worden opgegeven als zij van invloed kunnen zijn op de uitoefening van de taken van een lid. Derhalve moeten aandelenopties in deel (H) worden vermeld, zolang daarvan in de ogen van het publiek een dergelijke invloed zou kunnen uitgaan. Hetzelfde geldt voor activa en rechten die een financiële waarde vertegenwoordigen of zullen vertegenwoordigen, alsmede voor de inkomsten uit dergelijke activa of rechten, waar het gaat om beroepen, activiteiten of bestuursfuncties waarvan in de vorige delen van het formulier opgave is gedaan. Dit houdt in dat zowel de kapitaalwaarde van financiële instrumenten als de daaruit verkregen inkomsten/interest moeten worden opgegeven als zij van invloed kunnen zijn op de uitoefening van de taken van het lid. In dit deel moeten de leden ook eigendom van onroerend goed of land en/of de daaruit verkregen inkomsten opgeven, mits zij een financieel belang vormen dat van invloed zou kunnen zijn op de uitoefening van hun taken (zie deel (C) hierboven). Deel (I) In deel (I) kan een lid opgave doen van zaken die niet rechtstreeks onder deel (A) tot (H) vallen, ongeacht of het daarbij om financiële belangen gaat, dan wel om een belangenconflict of enigerlei algemene informatie ten aanzien waarvan het lid transparantie wil betrachten. 11

Artikel 5 Geschenken of soortgelijke voordelen Geschenken Een geschenk wordt gedefinieerd als een bepaald concreet voorwerp dat bij een bepaalde gelegenheid door één donor wordt overhandigd. De leden mogen geschenken, ongeacht de waarde daarvan, aanvaarden als deze geen verband houden met de uitoefening van hun taken. Zo mogen bijvoorbeeld geschenken die binnen de familie of in de vriendenkring worden aangeboden, ongeacht de waarde daarvan, worden aanvaard en hoeven niet te worden opgegeven. Wanneer een lid het Parlement niet in een officiële hoedanigheid vertegenwoordigt, maar in de uitoefening van zijn/haar taken een geschenk ontvangt dat volgens de gebruikelijke hoffelijkheidsregels wordt aangeboden, zijn er twee mogelijkheden: indien de geschatte waarde van het geschenk hoger is dan 150 EUR, moet het lid het geschenk weigeren; indien de geschatte waarde lager is dan 150 EUR, mag het lid het geschenk aanvaarden en houden en is niet verplicht hiervan opgave te doen. Anders is de situatie wanneer een lid het Parlement in een officiële hoedanigheid vertegenwoordigt. Dit is het geval wanneer een lid in de hoedanigheid van Voorzitter, ondervoorzitter, quaestor, voorzitter of ondervoorzitter van een commissie, voorzitter of ondervoorzitter van een interparlementaire delegatie of andere gekozen ambtsdrager binnen het Parlement optreedt; het Parlement namens de Voorzitter in internationale betrekkingen of bij ceremoniële gelegenheden vertegenwoordigt; een commissie of een interparlementaire delegatie vertegenwoordigt tijdens een officiële missie waarvoor de Conferentie van voorzitters of het Bureau toestemming heeft verleend. 12

Een geschenk dat volgens de gebruikelijke hoffelijkheidsregels wordt aangeboden, mag door een lid dat het Parlement in een officiële hoedanigheid vertegenwoordigt, altijd worden aanvaard. Een dergelijk geschenk is in beginsel eigendom van het Parlement. Het lid moet uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst opgave doen van een dergelijk geschenk (bijv. vóór 31 mei als het geschenk op 15 april is ontvangen). Op het opgaveformulier dient het lid het volgende te vermelden: naam van de gever, datum van ontvangst, hoedanigheid waarin het lid het geschenk heeft ontvangen, beschrijving van het geschenk en opgave of de waarde van het geschenk meer of minder dan 150 EUR bedraagt. Vervolgens deelt de afdeling Ledenadministratie het lid mee waar het geschenk moet worden overhandigd. Met betrekking tot de waarde van het geschenk zijn er twee mogelijkheden: Indien het geschenk een waarde van minder dan 150 EUR heeft en geen duidelijke immateriële waarde voor het Parlement bezit, mag het lid het bij wijze van uitzondering permanent behouden. In geval van twijfel kan het lid het geschenk ter taxatie aan de afdeling Ledenadministratie voorleggen. Indien het geschenk een waarde van meer dan 150 EUR heeft, wordt het normaal gesproken in de gebouwen van het Parlement opgeslagen, met twee mogelijke uitzonderingen: o de Voorzitter kan bepalen dat artistiek of cultureel waardevolle geschenken op een geschikte plaats in de gebouwen van het Parlement worden tentoongesteld; o de Voorzitter kan een lid toestemming verlenen een geschenk in zijn/haar kantoor in de gebouwen van het Parlement tentoon te stellen, zolang het lid in de officiële hoedanigheid optreedt waarin hij/zij het geschenk heeft ontvangen. De afdeling Ledenadministratie houdt een register bij van de geschenken die eigendom van het Parlement zijn. Dit register wordt op de website van het Parlement gepubliceerd. 13

Een lid dat tijdens de normale uitoefening van zijn/haar taken een geschenk te goeder trouw heeft aanvaard en zich realiseert dat het een waarde van meer dan 150 EUR heeft, doet hiervan opgave en levert het geschenk zo spoedig mogelijk in (zie hierboven). Uitnodigingen voor door derden georganiseerde evenementen De leden moeten hun aanwezigheid bij door derden georganiseerde evenementen melden, als hun reis-, accommodatie- of verblijfkosten door een derde worden vergoed of rechtstreeks betaald. De melding moet uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de datum van het bijgewoonde evenement (bijv. vóór 31 mei als het evenement in kwestie op 15 april heeft plaatsgevonden) met behulp van het daartoe bestemde formulier geschieden. Op het formulier hoeven geen bedragen te worden ingevuld, maar moet wel informatie worden verstrekt over de derde, de aard van de uitgaven die zijn betaald, en het bijgewoonde evenement. Dit formulier wordt op de website van het Parlement gepubliceerd. De meldingsplicht geldt echter niet in de volgende situaties: wanneer de derde een instelling, orgaan, bureau of agentschap van de Europese Unie, een erkende internationale organisatie (bijv. de Verenigde Naties en hun organen, de Raad van Europa), een centrale, lokale, regionale of gemeentelijke overheid van een lidstaat (behalve wanneer deze overheid optreedt als vertegenwoordiger van een overheidsbedrijf), een politieke partij of stichting, een sociale partner die deelneemt aan de sociale dialoog (bijv. een vakbond of werknemersorganisatie) of een kerkgenootschap of religieuze gemeenschap (behalve hun vertegenwoordigingen en de juridische entiteiten en netwerken die zijn opgericht om hen te vertegenwoordigen) is; wanneer er geen reis-, accommodatie- of verblijfkosten zijn betaald of vergoed, maar alleen de kosten van een maaltijd, toegangsbewijs of iets dergelijks, met een waarde van minder dan 150 EUR; 14

wanneer het Bureau of de Conferentie van voorzitters toestemming heeft verleend voor een delegatie en de onkosten van de delegatieleden geheel of gedeeltelijk voor rekening van derden komen. Artikel 6 Activiteiten van voormalige leden Op basis van het besluit van het Bureau van 12 april 1999, dat in 2004 en 2009 is bevestigd, worden aan de voormalige leden bepaalde faciliteiten toegekend. Zo hebben zij: op vertoon van een "oudledenpas", die hun op aanvraag ter hand wordt gesteld, toegang tot de gebouwen van het Parlement in de drie vergaderplaatsen en tot de voorlichtingsbureaus en regionale voorlichtingscentra van het Parlement in de lidstaten; het recht gebruik te maken van de parlementaire restaurants en cafetaria's in de drie vergaderplaatsen; het recht gebruik te maken van de parlementaire bibliotheken/documentatiecentra en parkeerplaatsen in de drie vergaderplaatsen; het recht gebruik te maken van een "bureau de passage" met de mogelijkheid van lokale telefoongesprekken in elk van de drie vergaderplaatsen, en toegang tot het intranet van het Parlement. Voormalige leden die zich beroepsmatig bezighouden met lobby- of representatieactiviteiten die rechtstreeks verband houden met de besluitvorming in de EU, kunnen echter voor de duur van zulke activiteiten geen gebruik maken van deze faciliteiten. Artikel 7 Raadgevend Comité voor het gedrag van de leden Het Raadgevend Comité heeft tot taak op de uitvoering en naleving van de gedragscode toe te zien, vermeende overtredingen te beoordelen wanneer de Voorzitter daarom verzoekt, en de leden te adviseren bij de interpretatie en toepassing van de gedragscode. De leden van het Raadgevend Comité, een uit vele partijen samengesteld orgaan, zijn afkomstig uit het bureau van de Commissie constitutionele zaken en de 15

Commissie juridische zaken, terwijl de dan nog niet vertegenwoordigde fracties reserveleden leveren. Een verzoek van een lid wordt vertrouwelijk behandeld en de leden mogen uitgaan van de juistheid van het advies, dat altijd binnen 30 dagen wordt verstrekt. Artikel 8 Procedure bij mogelijke overtreding van de gedragscode De Voorzitter bepaalt of een vermeende overtreding voor nader onderzoek naar het Raadgevend Comité moet worden verwezen. Vindt een verwijzing plaats, kan het Raadgevend Comité in het kader van zijn onderzoek het betrokken lid horen. De aanbeveling die vervolgens aan de Voorzitter wordt gedaan met betrekking tot een mogelijk besluit, kan ertoe leiden dat de Voorzitter het lid een sanctie oplegt. Daarvoor gelden dezelfde bepalingen als voor de in artikel 166, lid 3, van het Reglement bedoelde maatregelen, evenals de beroepsprocedure als omschreven in artikel 167. Artikel 9 Uitvoering Het Bureau is bevoegd voor de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen, inclusief een toetsingsprocedure, en de aanpassing van de in de gedragscode genoemde bedragen, en doet voorstellen tot herziening van de gedragscode. De toetsing van de opgaven van financiële belangen wordt namens de Voorzitter uitgevoerd door de afdeling Ledenadministratie binnen DG Presidium. De toetsing omvat een algemene plausibiliteitscontrole om duidelijkheid te verkrijgen wanneer er reden is om aan te nemen dat een opgave kennelijk onjuiste, onserieuze, onleesbare of onbegrijpelijke informatie bevat. Indien een probleem niet binnen een redelijke termijn wordt opgelost, bepaalt de Voorzitter overeenkomstig artikel 8 van de gedragscode de verdere gang van zaken. 16