INHOUDSOPGAVE FORENSISCHE POLIKLINIEK DE WAAG... 2 OPENBAAR MINISTERIE HAARLEM... 4 POLITIE KENNEMERLAND... 5 POLITIE ZAANSTREEK-WATERLAND...

Vergelijkbare documenten
PROTOCOL POLITIE ZAANSTREEK-WATERLAND. HUISELIJK GEWELD, 3 e versie

Convenant ten behoeve van de werkafspraken Huiselijk Geweld Midden en West Brabant

Aanwijzing relationeel geweld ( )

SAMENWERKINGSPROTOCOL RELATIONEEL GEWELD Politieregio IJsselland

&RQYHQDQW:HUNJURHS6WUDIUHFKW

Aanwijzing huiselijk geweld

Protocol VeiligHuis INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING

Stop huiselijk geweld in Amsterdam

SAMENWERKINGSPROTOCOL RELATIONEEL GEWELD Flevoland

strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld in het arrondissement Roermond

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Convenant strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld arrondissement Rotterdam

Justitiële Verslavingszorg. De reclassering

Convenant strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld arrondissement s-gravenhage

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Deelrapportage MAASMEISJE

1. Inleiding Procedure Accordering Taken samenwerkende partners Taken Politie 6

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Aanhouding en inverzekeringstelling

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Aanwijzing huiselijk geweld

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Protocol meldingen kindermishandeling door Bureaus Jeugdzorg bij de Politie en Openbaar Ministerie

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Als opvoeden een probleem is

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Surveillant, Agent, Vrijwilliger, Hoofdagent, Wijkagent

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating

U wordt verdacht. Inhoud

Voorwoord. Samenwerkingsprotocol Hulpverlening bij aanpak huiselijk geweld Pagina 1 1 van 1

Checklisten Aanpak Geweld in Huiselijke Kring

Bijlage 3. Protocol bij ernstige incidenten

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Als opvoeden een probleem is

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

U heeft een huisverbod... Wat nu?

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Q & A Wet middelenonderzoek bij geweldplegers

Bont en Blauw Samenvatting

Als de Raad u om informatie vraagt

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Dat als aandachtsfunctionarissen door het gemeentebestuur worden aangewezen de procesmanagers die voor de gemeente Hengelo werkzaam zijn;

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd. U heeft een huisverbod... Wat nu?

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Protocol ongewenst gedrag Stichting Mensen Met Mogelijkheden.

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Handelingsprotocollen veiligheid Mill-Hillcollege

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

Rapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

U heeft een huisverbod... Wat nu? Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

Huiselijk geweld: Een kerntaak voor de politie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

KlachtenProtocol SKPOOV

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

-dat de Pionier in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Recht en bijstand bij juridische procedures

Achterblijven na een huisverbod...

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Transcriptie:

INHOUDSOPGAVE FORENSISCHE POLIKLINIEK DE WAAG... 2 OPENBAAR MINISTERIE HAARLEM... 4 POLITIE KENNEMERLAND... 5 POLITIE ZAANSTREEK-WATERLAND... 8 RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING... 14 RECLASSERING NEDERLAND EN BRIJDER VERSLAVINGSZORG... 15

FORENSISCHE POLIKLINIEK DE WAAG Doelstellingen van de samenwerking met De Waag in de regio Kennemerland De hulpverlening binnen het kader van het samenwerkingsverband heeft tot doel verder geweld te voorkomen in de huidige en/of toekomstige relaties. Het belangrijkste succescriterium is dan ook dat de mishandelde (ex-) partner bij de politie melding maakt van het uitblijven van geweld. Ten aanzien van de doelstellingen van de samenwerking wordt onderscheid gemaakt tussen persoonsgerichte doelstellingen (zowel wat betreft dader als slachtoffer) en relatiegerichte doelstellingen. De hulpverlening richt zich zowel op de (ex-)partner als slachtoffer van het geweld als op de dader van de geweldpleging (een zogenaamd tweesporenbeleid). a. Wat betreft de (doorgaans mannelijke) daders is de samenwerking erop gericht hen via een hulpverleningsaanbod te leren verantwoordelijkheid te nemen voor het door hen gepleegde geweld en voor de noodzaak herhaling van geweld in de toekomst te voorkomen. In aanvulling op het nemen van verantwoordelijkheid voor hun gedrag wordt getracht de daders inzicht te verschaffen in de achtergronden, aanleidingen en oorzaken van hun gewelddadig gedrag opdat zij in staat zijn alternatieve oplossingsstrategieën te gaan hanteren. b. Wat betreft de (doorgaans vrouwelijke) slachtoffers is de samenwerking erop gericht hen te leren hun eigen veiligheid en die van hun eventuele kinderen in acht te nemen en hen bij te staan bij het opstellen en uitvoeren van een veiligheids- (en eventueel vlucht-)plan. Slachtoffers krijgen inzicht in de achtergronden, aanleidingen en oorzaken van hun eigen gedrag voor zover dat bijdraagt aan de bestendiging van het geweld in hun (ex-)partnerrelatie. c. De beide (ex-)partners (dader en slachtoffer) krijgen inzicht in de seksespecifieke dynamiek van de gedragspatronen in hun relatie die het geweld instandhouden en versterken. In voorkomende gevallen is een onderdeel hiervan onder andere dat de beide (ex-)partners na het afsluiten van de hulpverlening worden geacht in staat te zijn een onderscheid te maken tussen hun positie en rol als (ex-)partner en hun positie en rol als ouder/opvoeder. Dit betekent dat de (ex-)partners leren te onderhandelen en afspraken te maken over hun ouderschap. In concreto richt de hulpverlening zich op: het stoppen van het geweld op korte termijn en het uitblijven van geweld in de toekomst, de gerichtheid van het slachtoffer op zijn of haar eigen veiligheid, de dynamiek van het geweld, de oorzaken van het geweld bij de dader, de zelfbeheersing van de dader het leren van alternatieve (geweldloze) vormen van conflícthantering en -oplossing, het ouderschap ten opzichte van eventuele kinderen. Vanwege het relationele karakter van het geweld in (ex-)partnerrelaties zal binnen de samenwerking zowel aan de mannelijke daders als aan de vrouwelijke slachtoffers hulp worden geboden. De daderhulpverlening zal via De Waag plaats vinden volgens dit protocol. Voor de hulpverlening aan slachtoffers en daders wordt samengewerkt met andere hulpverleningsinstellingen in de regio, zoals De Geestgronden, de Stichting Maatschappelijk Dienstverlening en de vrouwenhulpverlening. Ook de reclassering zal actief bij de samenwerking worden betrokken. Er zal naar een zodanige afstemming van het hulpaanbod voor mannen, vrouwen en kinderen worden gestreefd dat niet alleen de betrokkenen adequaat geholpen worden maar dat ook voor verwijzers duidelijk is wie men waarheen kan verwijzen. A. Daderhulpverlening aan plegers van huiselijk geweld in een strafrechtelijk kader 1. Verwijzingen van daders binnen een strafrechtelijk kader verlopen via de reclassering. Deze stuurt vroeghulprapportage naar De Waag 2. De Waag nodigt de dader binnen een week uit voor een intakegesprek op de dichtstbij zijnde vestiging van De Waag (Haarlem of Amsterdam) 3. De Waag stuurt de reclassering een bevestiging van de afspraak. 4. De Waag hanteert de volgende criteria voor behandeling: i. er moet sprake zijn van herhaaldelijk geweld ii. de dader mag niet dusdanig verslaafd zijn aan alcohol of drugs dat hij (in eerste instantie) in de verslavingszorg thuishoor iii. de dader mag niet psychotisch, suïcidaal of levensgevaarlijk zijn iv. de verwachting moet bestaan dat therapeutische hulpverlening de meest aangewezen vorm van hulp is om recidive in gewelddadig gedrag te voorkomen. 2

5. Tijdens en na het eerste gesprek maakt de therapeut een plan voor een vervolg. 6. De Waag stuurt hierover bericht aan de dader en aan de reclassering. 7. Na beëindiging van de behandeling stuurt De Waag bericht aan de reclassering; ofwel wanneer dit met wederzijdse instemming gebeurt ofwel eenzijdig door dader of door De Waag. 8. In dit laatste geval spreekt de reclassering de dader aan op het vastlopen van de therapie. B. Daderhulpverlening aan plegers van huiselijk geweld buiten een strafrechtelijk kader 1. In regio Kennemerland zijn hierover de volgende afspraken gemaakt: Tijdens het gesprek met een dader na een melding van geweld in het gezin stelt de politie hulp door De Waag aan de dader voor. 2. Als de dader instemt met het hulpverleningsaanbod wordt een door de politie opgemaakt formulier Melding De Waag mede ondertekend door de dader. (zie ook punt 5) 3. De politie zendt, met inachtneming van de Wet op de Politieregisters, per fax dit formulier aan De Waag. Op dit formulier staan de personalia van de dader (inclusief (mobiel) telefoonnummer), de reden van aanmelding, eventuele alcohol- en drugsproblematiek en eventuele eerdere politie-interventies. 4. De Waag nodigt de dader binnen een week uit voor een intakegesprek op de dichtstbijzijnde vestiging van De Waag (Haarlem). (Zie verder onder A vanaf 3, waar in de tekst reclassering staat vermeld moet dan gelezen worden de coördinator Huiselijk Geweld bij de politie) 5. In de regio Zaanstreek Waterland verwijst de politie de daders van meldingen van Huiselijk Geweld naar het Algemeen Maatschappelijk Werk. Deze kan de dader vervolgens naar De Waag doorverwijzen. C. Deskundigheidsbevordering De samenwerking op het gebied van deskundigheidsbevordering zal in onderling overleg vorm gegeven worden. D. Aanbod De Waag en samenwerking in regionale netwerken Het aanbod van De Waag richt zich op het voorkomen van herhaling van geweld door middel van een gedragstherapeutische en systeemtherapeutische aanpak. Inhoudelijk worden plegers gemotiveerd verantwoordelijkheid voor hun gedrag te nemen en alternatieven te leren in het omgaan met een partner en/of kinderen. Zelfcontrole, communicatie en genderrolgedrag staan hierin centraal. Na de aanmelding door politie of reclassering krijgt de pleger binnen een week een intakegesprek. Indien er geen contra-indicaties zijn volgt een kennismakingsgesprek samen met de partner (indien beide samenleven). In dit gesprek staat de veiligheid van de partner voorop en worden hier afspraken over gemaakt. De pleger gaat ermee akkoord dat de partner tijdens de eerste fase van de behandeling wekelijks gebeld wordt door een medewerker van De Waag. Daarna start de pleger met een startmodule Huiselijk Geweld van zes weken. Aan het einde van deze module wordt de pleger (en de rechter) geadviseerd over vervolgbehandeling: een 12 weken-groep, een 24 weken-groep, een migrantengroep van 24 weken, agressieregulatietherapie, partner-relatiegesprekken, etc. Ook doorverwijzing naar andere hulpverleningsmogelijkheden in de regio, of afsluiten van het contact, behoort tot de mogelijkheden. In ieder geval wordt altijd met andere bij het systeem betrokken instanties samengewerkt. 3

OPENBAAR MINISTERIE HAARLEM 1. In geval van twijfel omtrent de vraag of bij een melding van geweld in huiselijke kring wel of geen proces-verbaal moet worden opgemaakt, pleegt de politie overleg met de officier van justitie. Uitdrukkelijk wordt daarbij overwogen dat, indien mogelijk, er tot ambtshalve vervolging wordt overgegaan. 2. Het OM registreert de huiselijk geweldzaken via de evenementenindicator in COMPAS. 3. Na ontvangst van het proces-verbaal volgt een spoedige strafrechtelijke reactie. Er wordt slechts om technische redenen geseponeerd. In geval van een voorwaardelijk sepot vindt altijd een onderhoud ten parkette met de dader plaats. Indien door de reclassering geindiceerd wordt daderhulpverlening als voorwaarde gesteld. 4. In alle gevallen wordt een reclasseringsrapport aangevraagd. De reclasseringsaanvragen worden toegesneden op de aspecten van Huiselijk Geweld 5. Bij de diverse afdoeningsmodaliteiten wordt specifiek gekeken naar de achterliggende (huiselijk gewelds)problematiek. Zo wordt bekeken of een contactverbod in de rede ligt, een daderbehandeling aangewezen is etc. De officier van justitie zal in principe geen (financieel) schikkingsvoorstel doen, noch op de zitting een geldboete eisen. 6. Als een verdachte door de rechter-commissaris dan wel door de raadkamer wordt geschorst met als bijzondere voorwaarde een contactverbod, dan meldt de zaaksofficier van justitie / het Slachtoffer Informatie Punt dat zo spoedig mogelijk aan het betrokken basisteam van de politie. De schorsingsvoorwaarden worden gefaxt aan het basisteam. De coördinator Huiselijk Geweld van de politie wordt hiervan op de hoogte gesteld. Indien verplicht reclasseringscontact is opgelegd, worden de schorsingsvoorwaarden ook naar de reclassering gefaxt. 7. De officier van justitie verzet zich in principe tegen schorsing van de voorlopige hechtenis als er nog geen reclasseringsrapport is met een beschrijving van het hulpverleningsaanbod aan de verdachte. 8. Vrije voeterszaken moeten binnen 6 maanden na binnenkomst proces-verbaal op zitting staan. 9. In 6-uurszaken wordt indien mogelijk een dagvaarding uitgereikt aan de verdachte voor een zitting binnen een termijn van 3 maanden 10. In de fase van de voorlopige hechtenis wordt het slachtoffer geïnformeerd over het tijdstip en de datum van invrijheidsstelling van de verdachte. In de executiefase wordt het slachtoffer geïnformeerd over het tijdstip en de datum van de invrijheidsstelling als het om een zedendelict gaat. 11. Het Openbaar Ministerie zendt in alle huiselijk geweldzaken een afloopbericht inzake de vervolgingsbeslissing aan de coördinator Huiselijk Geweld van de politie. 12. Het Openbaar Ministerie bespreekt in het parket/teamplan en het jaarverslag de voornemens en de voortgang van het Convenant Huiselijk Geweld. 13. Het Openbaar Ministerie zorgt ervoor dat haar medewerk(st)ers op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol en de daaruit voortkomende verplichtingen. 4

POLITIE KENNEMERLAND In het kader van de aanpak van die vorm van geweld, die wordt gekarakteriseerd als huiselijk geweld verklaren alle betrokken medewerkers van regiopolitie Kennemerland zich tot de volgende activiteiten te verplichten. De doelstellingen van de aanpak van huiselijk geweld door de politie zijn: Signalen, meldingen en aangiften op een zodanige wijze afhandelen, dat het geweld, zowel op de korte als op de lange termijn, stopt. Het aantal politie-interventies op eenzelfde locatie en/of betrekking hebbende op dezelfde personen aangaande dezelfde huiselijk geweld problematiek terugdringen. Het aantal technische sepots van het openbaar ministerie terugdringen. Voorwaarden voor het behalen van de doelstellingen zijn: 1. Elk signaal en elke melding serieus nemen 2. Een juiste registratie en vastlegging in het BPS 3. Een correcte bejegening, informatieverstrekking en schadebemiddeling in het belang van slachtoffers 4. Actieve verwijzing van daders en slachtoffers naar de hulpverlening 5. Actieve aanmelding van kinderen bij het AMK 6. Juridisch adviesgesprek met een advocaat 7. Actieve verwijzing bij seksueel geweld en kindermishandeling 8. Een professionele aangifte opnemen en voorleggen aan een hulpofficier van justitie 9. Intrekken van de aangifte is niet mogelijk 10. Eventueel ambtshalve vervolgen 11. Een kwalitatief goed strafrechtelijk onderzoek 12. Aanmelding bij de reclassering of Raad voor de Kinderbescherming van een inverzekering gestelde verdachte Aanmelding bij De Waag of Raad voor de Kinderbescherming van een verdachte in een 6-uurszaak 13. Aangever/aangeefster in kennis stellen van de heenzending van de verdachte 14. Dossier zenden aan het OM 15. Maatregelen ter beveiliging van een slachtoffer, o.a. het AWARE-project 16. Een identieke aanpak voor belaging (stalking) 17. Deskundigheidsbevordering De voorwaarden worden hieronder puntsgewijs uitgewerkt. Ieder signaal c.q. iedere melding betreffende een mogelijke vorm van huiselijk geweld wordt serieus genomen en volgens onderstaande standaard afspraken (het ABCDEF van geweld in huiselijke kring) behandeld. A: Ask Stel vragen, oordeel niet. B: Believe Neem het verhaal serieus. C: Call Bel voor ondersteuning van het slachtoffer (familie, vrienden en/of medische hulp). D: Document Leg het verhaal vast. E: Ensure safety Bespreek en waarborg zoveel mogelijk de veiligheid van het Slachtoffer F: Follow-up Verwijs actief door indien de situatie daartoe aanleiding geeft. 2) Alle geweldsincidenten, die kunnen worden aangemerkt als een vorm van huiselijk geweld worden vastgelegd in het BedrijfsProcessenSysteem (BPS) onder de daarvoor in aanmerking komende incidentcodes, zoals: 320 (geweld dodelijk) 341 (vrijheidsbeneming/gijzeling) 342 (bedreiging) 343 (man-/vrouw mishandeling) 346 (kindermishandeling) 347 (stalking) 393 (huisvredebreuk) 751 (buren/relatieproblemen) Voor seksueel geweld incidenten dienen de volgende codes gehanteerd te worden 5

332 (aanranding) 333 (verkrachting) 334 (incest) of 336 (ontucht minderjarige) Alle incidenten worden in BPS gekoppeld aan de projectcode Huiselijk Geweld. Alle relevante informatie wordt op professionele wijze vastgelegd in een mutatie. 3) De behandeling en bejegening van slachtoffers van huiselijk geweld gebeurt op basis van de daarvoor bestaande richtlijnen en het bepaalde in de Wet op de Slachtofferhulp (Wet Terwee). Hierbij moet worden gedacht aan: correcte bejegening van het slachtoffer; informatie verstrekken aan het slachtoffer; schadebemiddeling. 4) Als het strafrechtelijk traject (zie onder 11) niet wordt ingeslagen dan speelt de politie een actieve rol in de verwijzing van daders en slachtoffers van huiselijk geweld naar de hulpverlening. Mogelijke daders van 18 jaar en ouder worden aangemeld bij De Waag (met instemming van de betrokkene) middels het BPS formulier 'Aanmelding De Waag / reclassering' (240). (voor een uitvoerige procedurebeschrijving wordt verwezen naar het bij dit protocol behorende protocol van de forensische polikliniek De Waag) Mogelijke daders jonger dan 18 jaar worden (met instemming van de wettige vertegenwoordiger) aangemeld bij Bureau Jeugdzorg. Slachtoffers worden aangemeld bij Bureau Slachtofferhulp (met instemming van betrokkene) middels het BPS formulier Melding Slachtofferhulp (241). De aandachtsfunctionarissen Huiselijk Geweld en de GebiedsGebondenWerkers van de politie kunnen met gebruikmaking van de Verwijsgids Huiselijk Geweld van de regio Kennemerland actief verwijzen naar diverse hulpverleningsinstellingen in de regio. 5) Indien kinderen (tot 18 jaar) direct of indirect (als slachtoffer of als getuige) betrokken zijn (geweest) bij geweldsincidenten in de huiselijke kring wordt dit door de politie gemeld bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling middels het BPS formulier Melding AMK (011). 6) Een slachtoffer van huiselijk geweld wordt geattendeerd op de mogelijkheid van een eerste gratis juridisch adviesgesprek met een gespecialiseerde advocaat. Een registratieformulier en een folder worden aan het slachtoffer verstrekt. (Bij de balie van alle bureaus van regiopolitie Kennemerland zijn de formulieren en folders aanwezig.) 7) De politiefunctionarissen van de basisteams verwijzen bij seksueel geweld altijd naar het specialisme Jeugd- en Zedenzaken van regiopolitie Kennemerland. Bij kindermishandeling wordt altijd overleg gevoerd met het specialisme Jeugd- en Zedenzaken. 8) Indien bij de behandeling van een melding van huiselijk geweld blijkt dat er vermoedelijk sprake is van een misdrijf, wordt zo veel mogelijk bevorderd dat het slachtoffer aangifte doet terzake van dit misdrijf. Voorafgaand aan de aangifte dient een oriënterend gesprek plaats te vinden met het slachtoffer tenzij de omstandigheden van dat moment een dergelijk gesprek niet of nauwelijks toelaten (heterdaadsituatie). De adresgegevens van slachtoffer/aangever desgewenst niet in de aangifte opnemen. Daarvoor in de plaats een postadres vermelden. Aangevers worden, indien zij dit wensen, aangemeld bij Bureau Slachtofferhulp. Bij het opnemen van een aangifte dienen de volgende elementen, toegespitst op de data, tijdstippen en locaties van de precies benoemde strafbare feiten, aan de orde te komen: (tekstblok:ang303) een algemene beschrijving van de relatie; een beschrijving van de verandering in de relatie; een beschrijving van het eerste geweldsincident; een beschrijving van een typisch/markant geweldsincident; een beschrijving van het ergste geweldsincident; een beschrijving van het laatste geweldsincident; de ideeën van het slachtoffer over de toekomst; 6

evt. kinderen die getuige of slachtoffer zijn geweest van geweldsincidenten; gevolgen voor / reacties van de kinderen; de reden van het doen van aangifte; de wens dat een straat- of contactverbod aan de verdachte wordt opgelegd. Aangezien het opnemen van een dergelijke aangifte complex kan zijn, is het zinvol in voorkomende gevallen te werken met vervolgafspraken en de aangifte niet in een keer op schrift te stellen. Alle aangiften van huiselijk geweld worden onverwijld voorgelegd aan een hulpofficier van justitie. 9) Indien een aangever in een later stadium aangeeft de aangifte te willen intrekken, moet worden uitgelegd dat dit juridisch niet mogelijk is, maar dat de aangever wel een brief aan de officier van justitie kan schrijven met de eigen mening over de wenselijkheid van strafvervolging. Vervolging wordt in beginsel geïndiceerd. 10) Als een huiselijk geweld incident ter kennis komt van de politie en er wordt geen aangifte gedaan dan kan in overleg met een officier van justitie besloten worden om tot een ambtshalve vervolging over te gaan. Dit met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het Wetboek van Strafvordering. 11) Naar aanleiding van de aangifte of ambtshalve, wordt een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. De verdachte wordt gehoord. Hierbij komen alle elementen uit de aangifte en/of de verklaring van getuigen aan bod. En de eventuele bereidheid van de verdachte om deel te nemen aan daderhulpverlening wordt vermeld in het proces-verbaal van verhoor. Het ondersteunend bewijs wordt vergaard. Met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het Wetboek van Strafvordering kan met betrekking tot de verdachte worden overgegaan tot zijn of haar aanhouding (op heterdaad of buiten heterdaad), voorgeleiding, inverzekeringstelling, voorgeleiding voor de officier van justitie en/of de rechter-commissaris, inbewaringstelling en gevangenhouding. 12) De verdachte wordt via de schriftelijke melding inverzekeringstelling (huiselijk geweld expliciet vermelden) aangemeld bij de reclassering. Indien het een zogenaamde 6-uurs zaak betreft wordt de verdachte met zijn toestemming aangemeld bij de reclassering middels het BPS formulier 'Aanmelding De Waag / reclassering' (240). De minderjarige verdachte wordt zowel bij een inverzekeringstelling als bij een 6-uurszaak schriftelijk aangemeld bij de Raad voor de Kinderbescherming Overdrachtsformulier Jeugd (B19). 13) Bij heenzending van de verdachte (al dan niet met een dagvaarding) dient de aangever/aangeefster daarvan in kennis gesteld te worden, tenzij deze uitdrukkelijk heeft aangegeven hierover niet geïnformeerd te willen worden. 14) Het dossier (de opgemaakte processen-verbaal) wordt op zorgvuldige wijze gecomplementeerd, voorzien van een stempel 'Huiselijk Geweld' en zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 60 dagen na het eerste verhoor van de meerderjarige verdachte (30 dagen bij minderjarigen), verzonden naar het arrondissementsparket te Haarlem. 15) Indien maatregelen noodzakelijk zijn ter beveiliging van een slachtoffer van huiselijk geweld dan worden de mogelijk te nemen maatregelen met de betrokkene besproken. De politie is actief bij de uitvoering van deze maatregelen voorzover dit in haar vermogen ligt. Hierbij kan worden gedacht aan: een noodopvang het verkrijgen van persoonlijke bescheiden advisering terzake beveiliging van een woning afspraak op persoon en/of locatie in het bedrijfsprocessensysteem mogelijkheden in de privé-omgeving van de betrokkene (zelfhulp) deelname aan het AWARE-project. 16) Meldingen en aangiften van belaging (stalking) kunnen eveneens volgens het protocol Huiselijk Geweld worden afgehandeld. Met die restrictie dat dit delict niet ambtshalve te vervolgen is. 7

POLITIE ZAANSTREEK-WATERLAND ALGEMEEN In het kader van de aanpak van huiselijk geweld hebben alle betrokken medewerkers van de regiopolitie Zaanstreek-Waterland zich verplicht, de in het protocol genoemde activiteiten, uit te voeren. Voor een effectieve uitvoering van activiteiten beschreven in het bestaande protocol huiselijk geweld van de politie Zaanstreek- Waterland en de regels die gesteld zijn in de aanwijzing huiselijk geweld zijn deze samengevoegd in de hierna beschreven fases. Het blijft van belang dat ieder wijkteam beschikt over een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld, die ondersteuning kan geven. Verder kan men voor ondersteuning terecht bij de aandachtsfunctionarissen van de sectie Zedenzaken, Jacqueline Wigchert en Jolanda Tjeerdema. Ook leidinggevenden, zoals de hulpofficier van justitie, de wijkteamchef en de chef unit recherche spelen een belangrijke rol. Zij dienen d.m.v. toezicht en overleg op een aantal toetsmomenten het proces te bewaken. De uitvoering van dit protocol en de aanwijzing huiselijk geweld behoort tot de kerntaak van de Basis Politie Zorg. Indien er sprake is van seksueel geweld ligt de verantwoording bij de sectie Zedenzaken. Deze zaken dienen te allen tijde worden doorverwezen. FASE 1. MELDING VAN HUISELIJK GEWELD. 1. Als handvat bij de eerste opvang moet gebruik worden gemaakt van de hieronder beschreven stappen. Dit kan een goede zorg voor het slachtoffer waarborgen doordat alle belangrijke zaken aan de orde komen. Tevens ligt hier de basis voor een goede strafrechtelijke aanpak. Stappenschema Stel vragen, oordeel niet. Probeer een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van wat er gebeurd is. (Zowel recent als langer geleden). Neem het verhaal serieus. Geweld binnen een relatie wordt ervaren als een groot taboe. Meestal speelt enorme schaamte een grote rol, omdat het slachtoffer problemen niet zelf heeft kunnen oplossen. Het vertrouwen in zichzelf en de mogelijkheid de situatie te verbeteren is vaak nihil. Houd de verdachte terstond aan indien sprake is van een redelijk vermoeden van schuld bij een heterdaad situatie. Zorg voor overbrenging van de verdachte naar het politiebureau voor de voorgeleiding en het verhoor. (Zie voor aanhouden buiten heterdaad, fase 2. onder aanhouding). Bel voor ondersteuning van het slachtoffer (familie, vrienden, medische hulp).probeer tegelijk informatie van deze mensen te verkrijgen om het verhaal compleet te krijgen. Verzamel reeds beschikbare informatie (RBS/BPS/evt. huisarts, andere deskundigen) Bedenk dat externe informatie slechts ingewonnen kan worden met schriftelijke goedkeuring van het slachtoffer. Beschouw (de omgeving van) het huis als een plaats delict en noteer de situatie. Probeer met toestemming van het slachtoffer- zoveel mogelijk lichamelijk letsel en vernielingen fotografisch vast te leggen. (evt. door t.r.). 8

Leg het verhaal vast. Neem evt. een korte aangifte in concept op. Zorgvuldige, volledige en consequente vastlegging van de bevindingen in een mutatie of proces verbaal is altijd van belang. Hier kan op later tijdstip naar teruggegrepen worden en kan het dienen als verslaglegging naar het Openbaar Ministerie teneinde het sociale verhaal te verduidelijken. Beschrijf ook wat eventueel nog moet gebeuren of welke doorverwijzing is geadviseerd of gerealiseerd. Bespreek en waarborg zoveel mogelijk de veiligheid van het slachtoffer. Bespreek met het slachtoffer welke situatie op dat moment de meeste veiligheid kan bieden. Als het gaat om een acute crisissituatie, waarbij het slachtoffer niet terug kan of wil, zal er voor een opvangadres gezorgd moeten worden. Dat kan in het vrouwen opvangcircuit of binnen eigen familie-, vrienden- of kennissenkring. Denk ook aan aandacht voor eventueel in de relatie aanwezig zijnde kinderen en de doorverwijsmogelijkheid naar het Bureau Jeugdzorg of het Advies en Meldpunt Kindermishandeling te Amsterdam. 2. Gezien de grotere beschermwaardigheid van minderjarigen moet bij de opsporing van huiselijk geweld jegens minderjarigen rekening gehouden worden met de volgende verschillen ten opzichte van meerderjarige slachtoffers: -de verschillen in juridische uitgangssituatie (minderjarige moet aangifte laten doen) de dubbele afhankelijkheidsrelatie van minderjarigen (wettelijk en sociaal) de diagnostische (on)mogelijkheden bij medisch onderzoek naar letsel. 3. Alle geweldsincidenten worden vastgelegd in het Bedrijf Processen Systeem (BPS) onder de incidentcode die op het betreffende incident van toepassing is.binnen BPS is bij de incidentcodes waarbij sprake kan zijn van huiselijk geweld een verplicht invoerveld Huiselijk Geweld aangemaakt. Indien het betreffende geweldsincident aangemerkt kan worden als huiselijk geweld dient hierbij -JA - ingevoerd te worden. Wil het slachtoffer nog geen aangifte doen, bespreek dan het volgende: Info: geef informatie over de mogelijkheden van de politie. Vervolgafspraak: probeer een volgende afspraak te maken en leg deze vast. Info: geef het slachtoffer informatie over de mogelijkheden van buro slachtofferhulp. Doorverwijzing: Start met de verwijzing naar de afdeling Algemeen Maatschappelijk Werk, van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening van de betreffende gemeente. Reik evt. de beschikbare informatiefolder Huiselijk Geweld van het project huiselijk geweld Zaanstreek Waterland en/ of Op eigen kracht van het Ministerie van Justitie uit. 4. De behandeling en bejegening van slachtoffers van huiselijk geweld gebeurt op basis van de daarvoor bestaande richtlijnen en het bepaalde in de Wet op de Slachtofferhulp (Wet Terwee). Hierbij moet worden gedacht aan: Correcte bejegening van het slachtoffer, Informatie verstrekken aan het slachtoffer, Schadebemiddeling. Taak wijkagent (netwerker)/aandachtsfunctionaris en wijkteamchef. De wijkagent c.q. de aandachtsfunctionaris huiselijk geweld dient van het huiselijk geweld in kennis gesteld te worden. Hij /Zij bespreekt de zaak eventueel met de verantwoordelijke leidinggevende en maakt afspraken over het vervolg. De wijkteamchef kijkt of de juiste beslissingen zijn genomen en stuurt zo nodig aan op basis van dit schema. 9

FASE 2. DE AANGIFTE. Leg het slachtoffer de strafprocedure en de gevolgen van de aangifte uit. Beweeg het slachtoffer zoveel mogelijk tot het doen van aangifte. In de uitleg kunnen de volgende aspecten aan de orde komen: Zonder actie zal de situatie waarschijnlijk niet veranderen. De dader wordt aangesproken op zijn gedrag. Het slachtoffer kan begeleid worden door advocatuur, maatschappelijk werk etc. Het slachtoffer zal het verhaal aan de politie moeten vertellen; mogelijk zal het slachtoffer het verhaal nogmaals bij de rechter-commissaris moeten vertellen. De verdachte zal worden gehoord; hij zal dus worden geconfronteerd met het feit dat het slachtoffer ermee naar de politie gegaan is. Er volgt mogelijk een uitnodiging voor de zitting, in ieder geval een reactie van het Openbaar Ministerie. Opbouw van de aangifte. De wijze waarop de relatie is ontstaan en het moment waarop en de aanleiding waardoor geweld in de relatie ontstond. Eventueel alcohol en/of drugsgebruik door de verdachte vermelden. Eventueel thuiswonende kinderen noemen. De financiële situatie beschrijven. Eerste incident beschrijven. Typisch/markant incident beschrijven. Ergste incident beschrijven. Laatste incident beschrijven. n.b Deze incidenten moeten met data, tijd en plaats worden aangeduid om inzicht te kunnen geven in de aard en het patroon van huiselijk geweld. Andere gepleegde delicten worden daar naar tijd tussen geplaatst. Alle voorkomende elementen van de delicten moeten worden omschreven. De mate van angst bij het slachtoffer voor herhaling van het geweld beschrijven. De ideeën van het slachtoffer over diens toekomstige contact met de dader. Noem de eventuele wens van het slachtoffer dat hij/zij aangifte doet omdat hij/zij wil dat de dader wordt gestraft. Laat het slachtoffer met redenen omkleed aangeven of het de wens heeft dat een straat- of contactverbod wordt opgelegd aan de dader. (Het is afhankelijk van het oordeel van de rechter of een dergelijk verbod wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde bij schorsing van de voorlopige hechtenis of bij een voorwaardelijke straf). Alle aangiften van huiselijk geweld worden onverwijld ter beoordeling voorgelegd aan een hulpofficier van justitie! Indien het een klachtdelict betreft dient de aange(e)v(fst)er gewezen te worden op de termijn van 8 dagen, waarbinnen hij/zij op eigen initiatief de klacht kan intrekken. (Dit leidt tot het vervallen van de bevoegdheid tot opsporing en vervolging). Desgewenst worden adresgegevens van een slachtoffer niet in het proces-verbaal van aangifte vermeld. Zorg in die gevallen voor vermelding van een postadres voor het slachtoffer. (Postbus 400, 1544 ZG Zaandijk ). Vermeld wel het werkelijke adres van het slachtoffer als 2 e adres in BPS. Middels de optie W kunt u kiezen welk adres er op het proces-verbaal komt te staan. Indien een slachtoffer in een later stadium aangeeft de aangifte te willen intrekken, moet worden uitgelegd dat dit juridisch niet mogelijk is, maar dat het slachtoffer wel een brief aan de officier van justitie kan schrijven met een eigen mening over de wenselijkheid van strafvervolging. 10

AANHOUDING / VERHOOR VERDACHTE/ OVERIG ONDERZOEK. In geval van constatering van huiselijk geweld buiten heterdaad wordt de verdachte, indien sprake is van een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en toestemming is gekregen van de officier van justitie, zo spoedig mogelijk aangehouden. Wanneer voor het geconstateerde feit(en) geen voorlopige hechtenis is toegestaan, wordt de verdachte ontboden op het politiebureau. Uit onderzoek is gebleken dat strafrechtelijke aanpak in combinatie met hulpverlening van de daders uiteindelijk de minste recidive geeft. Dit pleit voor gebruikmaking van justitiële middelen en een hulpverleningsaanbod aan de verdachte in plaats van enkel te kiezen voor de bemiddelende kant. Tijdens het onderzoek en verhoor zijn de volgende aandachtspunten te noemen: Maak gebruik van je bevoegdheden. Vaak is er veel meer aan strafbare feiten te vinden dan de eenvoudige mishandeling, feiten die het mogelijk maken de verdachte in verzekering te stellen en later voor te geleiden. (Denk ook aan de strafverzwarende omstandigheid van art. 304 Sr.). Benut de onderzoekstijd goed om zorgvuldig politiewerk te leveren. In ieder contact met de verdachte zal uit de houding van de verhorend ambtenaar duidelijk moeten blijken dat er geen situaties bestaan die mishandeling billijken. Stel je tijdens het verdachte verhoor zodanig op, dat deze, niet net als bij zijn partner, de macht voelt om de politie te kunnen manipuleren. Geef kaders aan van wat wel en niet toelaatbaar is. Spits het verhoor van de verdachte toe op de data, tijdstippen en locaties waar de precies benoemde strafbare feiten zouden hebben plaatsgevonden, mede ter verkrijging van inzicht in de stelselmatigheid van het huiselijk geweld. Zoek ondersteunend bewijs door b.v. buurtonderzoek en getuigenverhoor. Ga na of er eerder aangifte gedaan is en vermeld dit in het proces-verbaal. Vermeld eventueel contact met hulpverlenende instanties/reclassering. Bespreek met de verdachte (indien deze niet in verzekering gesteld wordt) dat hij/zij met zijn/haar instemming kan worden aangemeld bij de Reclassering Nederland, unit Haarlem. Zie hiervoor tevens het protocol van de Reclassering Nederland. In het proces-verbaal van verhoor wordt de eventuele bereidheid van de verdachte om deel te nemen aan daderhulpverlening vermeld. Stel bewijsmateriaal veilig; leg eventuele beschadigingen in en om het huis en het letsel zo mogelijk vast d.m.v. kleurenfoto s (T.R.) Voeg medische verklaring van een arts bij. (zie ook fase 1). Geef de verdachte uitleg over de gevolgen bij herhaling. Bezie bij een ontkennende verdachte of hij op onderdelen iets wil verklaren, b.v over zijn aanwezigheid ter plaatse, het feit van de ruzie, zijn gemoedstoestand op dat moment etc. Beschrijf ook bijzondere emoties die de verdachte tijdens het verhoor toont. Beschrijf in het proces-verbaal wat de indicatoren voor herhaling van het plegen van huiselijk geweld jegens het slachtoffer zijn. Hiervoor kun je het aantal meldingen noemen, of er sprake was van levensgevaar, of er sprake is van belaging of de verdachte onberekenbaar gedrag vertoont etc. Bij heenzending van de verdachte altijd het slachtoffer hiervan in kennis stellen. Tijdens het onderzoek dient het slachtoffer op de hoogte gehouden te worden over het verloop van het onderzoek. 11

FASE 3. IN VERZEKERTINGSTELLING VERDACHTE EN INZENDEN PROCES-VERBAAL. Inverzekeringstelling van de verdachte wordt door de politie onverwijld gemeld aan de reclassering (zoals gebruikelijk). Om de reclassering te attenderen op de wenselijkheid van het verlenen van vroeghulp aan de verdachte, dient de melding geoormerkt te worden als een huiselijk geweld zaak, door middel van het stempelen van het meldingsformulier met de stempel HUISELIJK GEWELD. Tijdens de inverzekeringstelling voert de hulpofficier overleg met de piket (weekdienst)officier van justitie of de verdachte moet worden voorgeleid aan de Rechter Commissaris, of moet worden heengezonden met een dagvaarding. Een spoedige strafrechtelijke reactie ten opzichte van de dader van huiselijk geweld is van groot belang voor de geloofwaardigheid van politie en het Openbaar Ministerie. In beginsel vindt de vervolging derhalve plaats door middel van maatwerk, voorzien van een stempel met de vermelding HUISELIJK GEWELD. In geval van 6-uurszaken of heenzending na inverzekeringstelling moet een parketsecretaris benaderd worden die gemandateerd is tot het uitreiken van een dagvaarding. Deze parketsecretaris vergewist zich ervan of de zaak is beoordeeld door een hulpofficier van justitie, en -in geval van inverzekeringstelling- besproken is met de officier van justitie. De parketsecretaris beoordeelt de zaak op bewijsbaarheid en het dossier op volledigheid. Indien het toepassen van maatwerk niet mogelijk is, wordt het proces-verbaal zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen een maand na aangifte, eveneens voorzien van een stempel HUISELIJK GEWELD, opgestuurd naar het parket. (Zie hiervoor tevens het protocol huiselijk geweld van het Openbaar Ministerie te Haarlem). Informatieverstrekking door OM. Het OM koppelt de beslissing om al dan niet te vervolgen terug aan de politie. Deze informatie dient in het dossier verwerkt te worden. OVERTREDEN VAN DE SCHORSENDE VOORWAARDEN DOOR VERDACHTE. Bij wetenschap van overtreding door de verdachte van de bijzondere voorwaarden die gesteld zijn in de beschikking tot schorsing van de voorlopige hechtenis, dient de politie onverwijld de (piket)officier van justitie te berichten. In die gevallen beveelt het OM de aanhouding van de verdachte (op grond van artikel 84 Wetboek van Strafvordering). (De verdachte kan wel zonder tussenkomst van de officier van justitie worden aangehouden als hij op dat moment ook nieuwe strafbare feiten pleegt). POLITIE INTERVENTIE ZONDER AANGIFTE. Als een feit ter zake gepleegd huiselijk geweld ter kennis komt van de politie en er wordt geen aangifte gedaan, dan wordt door de wijkteamchef (h.o.v.j.) bekeken of het een strafbaar feit betreft dat ambtshalve kan worden onderzocht. Bij iedere melding dient zorgvuldig te worden gekeken naar het belang van het slachtoffer. Het Openbaar Ministerie beslist of er ambtshalve vervolgd wordt. Indien sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit dat aan één of meer van de volgende criteria voldoet, moet in beginsel ambtshalve vervolging plaatsvinden: de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van het slachtoffer is/wordt ernstig bedreigd, gelet op de aard van het letsel (in ieder geval bij zwaar lichamelijk letsel) en/of de frequentie (stelselmatigheid) van het geweld, en /of het slachtoffer bevindt zich evident in een afhankelijkheidspositie waardoor hij/zij zich niet kan of meent te kunnen- ontrekken aan de invloedsfeer van de verdachte. Minderjarigen verkeren altijd in een evident afhankelijkheidspositie. Voorts kan sprake zijn van afhankelijkheid op het gebied van inkomen, taal, verblijfsstatus, zorg en/of huisvesting, 12

psychische afhankelijkheid, of afhankelijkheid om redenen van godsdienstige of culturele aard. In die gevallen dat het slachtoffer geen aangifte wil doen en er onvoldoende aanleiding bestaat de verdachte ambtshalve te vervolgen, kan in het kader van onze hulpverleningstaak (art.2 Politiewet) een gesprek worden aangegaan met de verdachte en het slachtoffer om beiden te motiveren tot het vrijwillig aanvaarden van hulpverlening. Een dergelijk gesprek dient geregistreerd te worden in BPS ten behoeve van de dossiervorming in huiselijk geweld zaken. 13

RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING MISSIE De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind, van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen of te voorkomen. De Raad doet onderzoek, adviseert in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen. De Raad werkt nauw samen met andere instanties. HUISELIJK GEWELD De Raad voor de Kinderbescherming neemt in de strafketen een bijzondere positie in; door haar opdracht krijgt de Raad zicht op het gehele gezinssysteem en de omgeving waarin het kind opgroeit en kan derhalve binnen één zaak te maken krijgen met slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld. Bij aanvang of gedurende het onderzoek kunnen situaties van huiselijk geweld naar voren komen, waarbij de Raad de taak heeft om hierover met de direct betrokkenen in gesprek te gaan en ten behoeve van het kind maatregelen te nemen om de situatie van het kind te verbeteren. WERKWIJZE RAAD M.B.T. MELDINGEN Bij meldingen waarbij een kind in levensbedreigende situatie verkeert: de Raad komt onverwijld in actie. Bij overige meldingen van kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd doet de Raad zo spoedig mogelijk onderzoek naar de omstandigheden en de situatie van het kind. Door de aard van het raadswerk komt een raadsonderzoeker met regelmaat in aanraking met gezinssituaties waar huiselijk geweld aan de orde kán zijn. Om die reden zal de Raad in iedere zaak onderzoeken of er sprake is van huiselijk geweld en zal de Raad er alles aan doen om voorwaarden te scheppen om de situatie van huiselijk geweld in een gezin zo snel mogelijk te doen stoppen. Dit kan door (vrijwillige) hulpverlening te initieren, het kan ook door bij de rechter een verzoek in te dienen voor een beschermingsmaatregel. HET DOEN VAN AANGIFTE De Raad wijst ouder(s) op actieve wijze op hun verantwoordelijkheid om aangifte te doen, wanneer de ouder(s) en/of de Raad voor de Kinderbescherming van mening zijn/is dat hun kind slachtoffer is van huiselijk geweld. Wanneer bij de Raad vaststaat dat er in een gezin sprake is van huiselijk geweld en de ouder(s) of andere betrokkene(n) is/zijn niet voornemens/bereid/in staat om aangifte te doen, kan de teamleider in overleg met de betrokken raadsonderzoeker, de juridisch medewerker en met toestemming van de vestigingsmanager besluiten om dit namens de Raad voor de Kinderbescherming te doen. De Raad overweegt het doen van aangifte in elke zaak waarbij huiselijk geweld aan de orde is. Bij deze overweging wordt rekening gehouden met het belang van het kind: welk belang dient het doen van aangifte met betrekking tot de ontwikkeling van het kind en het ingeslagen hulpverleningstraject. Wanneer de Raad besluit om geen aangifte te doen in een zaak waarbij huiselijk geweld aan de orde is (geweest) zal de Raad dit motiveren. HULPVERLENING Kinderen die slachtoffer/getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld dienen zo snel mogelijk gespecialiseerde hulpverlening te krijgen. Om de situatie van het kind te verbeteren kan het noodzakelijk zijn om de overige leden en/of dader(s) van het gezin, wanneer vrijwillige hulpverlening nog tot de mogelijkheden behoort, (actief) te verwijzen naar een hulpverleningsinstelling. Ook in een advies t.b.v. de rechter zal de Raad zich uitspreken over eventuele noodzakelijke hulpverlening voor andere gezinsleden t.b.v. een verbeterde situatie van het kind. Tijdens het MDO komt bovenstaande standaard aan de orde. 14

RECLASSERING NEDERLAND en BRIJDER VERSLAVINGSZORG Arrondissement Haarlem In dit protocol zijn de activiteiten vastgelegd, die Reclassering Nederland in het arrondissement Haarlem (in de politieregio s Kennemerland en Zaanstreek Waterland) zal ondernemen in geval van meldingen inzake huiselijk geweld. Het uiteindelijke doel van de gezamenlijke ketenaanpak is gericht op het (doen) stoppen van huiselijk geweld en het voorkomen van herhaling. Een goede strafrechtelijke afhandeling moet aan dit doel bijdragen. Doelstellingen van de aanpak huiselijk geweld door de reclassering zijn: Het voorkomen van verder geweld in de huidige en toekomstige (gezins)relaties; Het opsporen van concrete risicofactoren en achtergronden in individuele situaties en het hieromtrent informeren van justitiële beslissers en adviseren omtrent mogelijkheden voor daderhulpverlening; Het organiseren en (doen) uitvoeren van daderhulpverlening; De activiteiten van Reclassering Nederland zijn als volgt te onderscheiden: Het verrichten van onderzoek naar aanleiding van de aanmeldingen van de politie Het verstrekken van informatie aan openbaar ministerie en rechtbank ten behoeve van de strafrechtelijke afhandeling Het initiëren en organiseren van begeleiding en hulpverlening ten einde herhaling te voorkomen Aanmeldingen door de politie Verdachten van huiselijk geweld, die door de politie in verzekering worden gesteld worden gemeld aan de reclassering en bezocht via de piketdienst. De politie vermeldt bij de melding inverzekeringstelling dat het gaat om huiselijk geweld. Deze personen worden zoveel mogelijk binnen 24 uur (48 uur in de weekends) bezocht op het politiebureau. Ingeval van aanhouding zonder inverzekeringstelling, zogenaamde 6-uurs zaken, wordt met instemming van de verdachte door de verbalisant schriftelijk melding gedaan aan de reclassering. De politie vermeldt daarbij dat het gaat om huiselijk geweld. Deze personen worden binnen 10 werkdagen opgeroepen voor een gesprek bij de reclassering. De reclassering meldt altijd terug aan de politie of contact tot stand is gekomen. Als het strafrechtelijk traject niet wordt ingeslagen, dan speelt de politie een actieve rol in de verwijzing van betrokkenen bij huiselijk geweld naar de hulpverlening (De Waag of AMHG). Aanmeldingen en verzoek om rapportage door Openbaar Ministerie In alle gevallen betreffende huiselijk geweld schakelt het Openbaar Ministerie de reclassering in middels een verzoek om rapportage. Indien een verdachte van huiselijk geweld wordt voorgeleid aan de RC zal de reclassering, waar mogelijk 1, een korte rapportage maken omtrent de bevindingen en mogelijkheden voor behandeling. Indien schorsing van de voorlopige hechtenis geïndiceerd is, bevordert het OM zoveel mogelijk het opleggen van bijzondere voorwaarden zoals deelname aan daderhulpverlening, reclasseringstoezicht e.d. Werkwijze Reclassering Nederland en Brijder verslavingszorg 6-uurs zaken Indien de melding afkomstig is van de politie wordt betrokkene binnen 10 werkdagen opgeroepen voor een gesprek. In alle gevallen wordt aan de politie teruggerapporteerd of het contact daadwerkelijk tot stand gekomen is. Vroeghulp Na ontvangst van de melding in verzekeringstelling bezoekt de reclassering betrokkene binnen 24 (48) uur. Dit gesprek is bedoeld om een inventarisatie te maken van de achtergronden en problemen van het huiselijk geweld, van de mogelijkheden tot begeleiding en behandeling, en het motiveren van betrokkene zijn gedrag te veranderen. Rapportage aan Rechter Commissaris en Raadkamer Indien de verdachte wordt voorgeleid aan de RC (en Raadkamer) zal de reclassering, waar mogelijk (zie voetnoot) een korte rapportage (VHI of adviesrapport) maken. 1 Indien er geen contact is geweest met een verdachte op het politiebureau, kan de reclassering nog niet rapporteren voor de voorgeleiding. 15

Rapportage aan Openbaar Ministerie Indien tot strafrechtelijke vervolging wordt overgegaan zal de reclassering binnen 8 weken (na de datum van de aanvraag van het OM) rapporteren aan het Openbaar Ministerie en de Rechtbank. In de rapportage zal geadviseerd worden over mogelijkheden van begeleiding en daderhulpverlening. Initiëren en organiseren van begeleiding Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de persoonlijke situatie van betrokkene(n) zal de reclassering de wenselijk geachte begeleiding en behandeling van de dader initiëren en organiseren. De vorm van behandeling zal mede afhankelijk zijn van de ernst van het huiselijk geweld, eventuele aanwezige pathologie en de strafrechtelijke afdoening. Dit kan betekenen: Aanmelding en verwijzing naar hulpverleningsinstelling in de regio op basis van vrijwilligheid Deelname aan de dadergroep Huiselijk Geweld van de reclassering; mits als bijzondere voorwaarde opgelegd Begeleiding en/of behandeling in het kader van een bijzondere voorwaarde (bijvoorbeeld bij De Waag) met toezicht van de reclassering. Ten behoeve van de daderbehandeling zijn er een aantal mogelijkheden in de regio: Terugvalpreventiegroep voor daders van huiselijk geweld: een open groepsprogramma van 12 bijeenkomsten (Reclassering Nederland) Terugvalpreventiegroep voor daders van seksuele delicten van Reclassering Nederland Groepsbehandeling voor daders van seksuele delicten (samenwerking GGZ-instellingen; groep in Zaandam en in Haarlem) Groepsbehandeling voor jeugdige plegers tot 22 jaar (Jeugdriagg Noord Holland-Zuid) Groepsbehandeling voor plegers met een verstandelijke handicap in de leeftijd van 19 tot 35 jaar (OZC/GGZ) Partnerrelatietherapie (Lorentzhuis/Geestgronden) Individuele behandeling, groepsbehandeling en relatietherapie (De Waag) Bovenstaande behandelingen kunnen worden gevolgd in een vrijwillig kader maar kunnen ook worden opgelegd als bijzondere voorwaarden in het kader van een voorwaardelijke sepot; een schorsing onder voorwaarden of bij vonnis. Deze juridische kaders bieden een sanctie mogelijkheid. In die gevallen zal bij afbreken van het begeleidingstraject door betrokkene, het Openbaar Ministerie worden geïnformeerd door de reclassering. 16