Onderzoek ter voorbereiding voor de inventarisatie van funerair erfgoed te Heist-op-den-Berg Tamara Ingels Patrick Van den Nieuwenhof Arne Troffaes 1
Colofon Overdrukt uit het rapport Onderzoek ter voorbereiding voor de inventarisatie van funerair erfgoed te Heist-op-den-Berg in opdracht van het Gemeentebestuur van Heist-op-den-Berg Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Intro Cultuur & Media. 2
6.9. Schriek 6.9.1. Archiefonderzoek In Schriek beschikken we nog over enkele foto s van het oude kerkhof rond de kerk. Daarop zijn niet alleen de graftekens zichtbaar, maar ook de staat waarin het oude kerkhof gedurende vele jaren verkeerde. Dit was blijkbaar al langer een doorn in het oog van het gemeentebestuur. In januari 1930 vinden we een goedkeuring van de Bestendige Deputatie met betrekking tot een perceel met kadasternummer sectie B nr. 294c, dat 22,80 are groot is. Er is dus al een perceel gevonden, maar er wordt door de Bestendige Deputatie expliciet gevraagd het terrein te draineren door middel van de aanleg van een brede gracht rondom en een afwatering naar de nabijgelegen Raambeek. In januari 1931 richt het Gemeentebestuur een dringende vraag aan de Provincie om een plan met bestek op te maken voor de aanleg van een nieuwe begraafplaats met dodenhuis. De hoogdringendheid uit zich klaarblijkelijk in vele klachten bij de gemeente over de slechte toestand van het bestaande kerkhof, waar men op dat moment nog slechts 50 cm diep kan begraven. Eind maart 1931 wordt het plan van Provinciaal architect Gustaaf Careels aan de gemeente bezorgd, nog iets later, in juni volgt het plan voor de afsluiting en het dodenhuis. De hoogdringendheid blijft van kracht, ook wanneer het Gemeentebestuur in eind augustus aan de Provincie vraagt om de procedure te mogen starten om over te gaan tot openbare aanbesteding. De Gemeenteraad kent in de zitting van 26 oktober 1931 de werken toe aan Leonard Kerkstoel voor het bedrag van 36.330 Bfr. Uit de documenten blijkt echter wel dat de aannemer pas kon starten vanaf 15 januari 1932, pas dan wordt Kerkstoel officieel bevestigd als aannemer voor de werken. De gemeente had echter wel pech bij het toekennen van de subsidie: 1/3 de van de kostprijs werd gesubsidieerd door de Provincie, maar de staatstoelage van 1/3 de viel weg gezien de slechte financiële toestand van de staat. De felle crisis van de jaren 30 liet zich dus ook voelen op het gebied van de begraafplaatsen. De komst van een nieuw politiereglement in september 1934 geeft aan dat de begraafplaats eindelijk klaar was om in gebruik te nemen of al in gebruik genomen was. De afwerking was echter nog niet voltooid, zo blijkt uit een opdracht van het Gemeentebestuur aan de firma Janssens & Geysels uit Westmeerbeek voor de uitvoering van een Calvarieberg voor het bedrag van 2700 fr. Van het sluiten van het oude kerkhof is voorlopig nog geen sprake. In de zitting van de Gemeenteraad d.d. 9/10/1945 worden naast tariefaanpassingen voor eeuwigdurende vergunningen ook bepalingen vastgelegd voor de oud-strijders van beide wereldoorlogen. Voor hen bleef één perceel voorbehouden met kosteloze eeuwigdurende vergunningen. 3
Pas vanaf 10 juli 1950 wordt door de gemeente het bericht verspreid dat een onderzoek commodo et incommodo lopende is voor de verandering van bestemming van het oude kerkhof. In deze berichtgeving wordt aangegeven dat de laatste begraving er plaats had op 25 september 1933, er was dus gedurende bijna 20 jaar niet meer begraven. In maart 1951 treffen we een bijzondere opdracht voor werken aan: een deel van de reeds afgebroken kerkhofmuur moest voorlopig worden afgesloten met een betonmuur, en wel om het betrappelen van de graven door cinemabezoekers tegen te gaan en het berijden van de graven door auto s en vrachtwagens van de (nabijgelegen?) garage te verhinderen. Hieruit kunnen we afleiden dat het oude kerkhof reeds een flink stuk van zijn oude glorie verloren had. Vanaf 1956 onderneemt de gemeente verschillende pogingen om de erfgenamen van Graaf Van der Stegen de Schriek te contacteren, met het oog op een beslissing omtrent het al dan niet overbrengen van de graftombe naar de nieuwe begraafplaats. Deze concessie voor dit familiegraf, die in 1840 door het Gemeentebestuur werd goedgekeurd, had een grootte van maar liefst 5,5m². De zaak werd uiteindelijk beslecht door tussenkomst van een horde advocaten, vooral omdat er onenigheid was over wie de kosten zou moeten betalen voor de overbrenging en heropbouw van het graf op de nieuwe begraafplaats. Door deze strijd sleepte de zaak uiteindelijk aan tot 1970. In januari van dat jaar werd door een gerechtsdeurwaarder de verwaarloosde staat vastgesteld en vastgelegd op foto. Het monument, dat zwaar overwoekerd was en breuken en afbrokkelingen vertoonde vormde een mogelijk gevaar voor voorbijgangers. In de Gemeenteraadszitting van 19 februari 1970 werd uiteindelijk beslist op het graf te laten weghalen door een aannemer die was aangesteld door het gemeentebestuur. Dit gebeurde vanaf maart 1970. De hele kwestie is uitvoering beschreven in het boek van Tom Stroobants 1 door wiens inspanningen een nieuw grafteken werd opgericht in 2009, nadat het graf gedurende vele jaren enkel herkenbaar was aan een vlakke deksteen. In 1957 draagt het gemeentebestuur financieel bij aan het oprichten van een grafmonument te Betekom voor niet-identificeerbare slachtoffers van de mijnramp in Marcinelle. Ook een inwoner van Schriek was één van de kompels die in de ramp bleef. Het monument werd officieel ingehuldigd op 10 augustus 1958. Nog in 1957 beslist de Gemeenteraad op 9 april dat het oude kerkhof van bestemming wordt gewijzigd. De data van de laatste begraving op het kerkhof en de eerste op de nieuwe begraafplaats verschillen hier echter met eerder aangegeven data in de archiefdocumenten: de laatste begraving wordt hier opgegeven 31-08-1934, de nieuwe begraafplaats blijkt in gebruik genomen te zijn op 13 september 1934. De bestemmingswijziging voor het kerkhof wordt officieel door middel van het K.B. van 17 september 1957, op basis van gunstige adviezen van de Provinciale Geneeskundige Commissie (d.d. 24/05/1957) en de Bestendige Deputatie (d.d. 24/05/1957). Uit een bericht dat de gemeente verspreidde naar alle inwoners mag blijken dat de graftekens van graven die niet werden overgebracht dienden te worden weggenomen voor 15 juli 1960. Ondertussen werden de graven die wel werden overgebracht al verplaatst, dit lezen we in een aankondiging aan de familie van de overleden pastoor Van Hoof, wiens graf na 17 juni 1960 werd verhuisd. 1 T. STROOBANTS. Een strijd om eeuwige rust. De geschiedenis van het grafmonument van de adellijke familie van der Stegen de Schrieck op het kerkhof van Schriek, Schriek, T. Stroobants, 2010. 4
Een jaar voordien waren er ook nieuwe concessieprijzen bepaald voor de begraafplaats. Daarnaast bleef er net als bij de beslissing van 1945 een perceel voorbehouden voor oudstrijders van beide wereldoorlogen, die in dit perk een kosteloze eeuwigdurende vergunning kregen. In 1961 werd ook naar het Gemeentebestuur van Schriek een circulaire gestuurd in verband met de aanwezigheid van een dodenhuis en de voorzieningen voor het uitvoeren van lijkschouwingen. Ondanks het feit dat dit voorzien was in de plannen, leren we uit de brief van het Gemeentebestuur aan de Procureur des Konings te Mechelen dat er in Schriek geen dodenhuisje staat. Lijken en slachtoffers waarop een schouwing moest gebeuren werden volgens deze brief overgebracht naar een leegstaande klas in de gemeentelijke jongensschool aan de Leuvensebaan. In oktober 1961 voert de gemeenteraad opnieuw grondvergunningen door, deze keer met een indeling in eerste en tweede klas, naast de mogelijkheid tot het nemen van tijdelijke vergunningen. Het is pas in oktober 1971 dat de bevolking geen eeuwigdurende vergunningen meer kan nemen. Er wordt dat een maximumtermijn van 50 jaar per graf voorzien. Nieuwe voorzieningen, waaronder columbarium en strooiweide worden in Schriek eveneens voorzien vanaf het einde van de jaren 70. De columbariumnissen, waarvan het materiaal door de Aalterse firma Segers werd geleverd in oktober 1980. De totale kostprijs voor het leveren van 50 nissen (die verspreid werden over alle 11 begraafplaatsen) en bijpassende beplanting in de directe omgeving bedroeg 442.500 Bfr. De beslissing tot aankoop werd reeds genomen in juni 1978, de uiteindelijke oplevering en plaatsing liet op zich wachten tot oktober 1980 en de daaropvolgende maanden. De plaatsing gebeurde door de eigen technische dienst van de gemeente. In 1981 werd het bestaande oude kruis op de begraafplaats vervangen. Het bleek in verval te zijn en werd ontmanteld, ten einde een nieuw exemplaar te plaatsen, nu vervaardigd in eiken balken. 6.9.2. Publicaties beeldbanken websites Publicaties De begraafplaats van Schriek werd tot op heden het best bestudeerd. In zijn boek Een strijd om eeuwige rust' of 'De geschiedenis van het grafmonument van de adellijke familie van der Stegen de Schrieck op het kerkhof van Schriek gaat Tom Stroobants dieper in op de geschiedenis van het bekendste grafmonument. Uitgebreide fragmenten m.b.t. de geschiedenis van Schriek zijn ook terug te vinden op de blog van Tom Stroobants: http://www.bloggen.be/schriek/. Met ook bijzondere aandacht voor de kerkhoven en begraafplaatsen van Schriek en omliggende gehuchten. Ook de website: http://users.telenet.be/uylefeesten.be/schriekse%20geschiedenis.html maakt heel kort melding over het kerkhof. 5
Geschreven Pers Schrieks kerkhof krijgt drainering, in, Gazet van Antwerpen, 13/06/2012 (Pierre Anthonissen) http://www.gva.be/regio-mechelen/heist-op-den-berg/schrieks-kerkhof-krijgt-drainering.aspx Over aanleg van drainage (ook in Pijpelheide en Itegem) Beeldbank Er zijn twee foto s beschikbaar: 6
6.9.3. Situering begraafplaats Deze grote begraafplaats is door de aanleg van een erg grote uitbreiding flink voorzien van capaciteit voor nieuwe graven. Daar waar de nieuwe zone groener werd aangelegd, is het oudste stuk veel minder groen. Enkele perken werden in het verleden deels geruimd, 7
waardoor er gaten vallen in de eenheid van veel perken. Het oudste deel van de begraafplaats bevindt zich momenteel helemaal achteraan. Oudste gedeelte Jaren 90 Jaren 80 1 Jaren 60 Jaren 70 Ingang > 2000 Duiding bij de nummers op het plan 1) Kindergrafjes 8
6.9.4. Situering grafmonumenten Voorbeelden architecturaal Kruis valt sterk op ten opzichte van de rest van de begraafplaats. Ouderdom van het graf: Victor De Veuster (overleden 1902) Sarcofaag met hoge stèle op platform Klimop op achterzijde, mooi vormgegeven marmeren onderdelen Voorbeelden symbolische waarde 9
Grafkruis (dode boomstronk) in arduin, in zeer goede staat In reliëf: Rouwende engel bij grafkruis, rozen (naar beneden hangend), bloembak, bed vorm van het graf Voorbeelden volkskundige waarde Oud schoolbestuurder 10
Ere-secretaris Sarcofaagvorm, sporen van erosie (witte lijnen) Gepensioneerd veldwachter 11
Voorbeelden historisch/volkskundig Pastoor Lodewijk Van Bergen Vernieuwd grafteken van familie Van der Steghen de Schriek. Met wapenschild van de familie 12
Voorbeeld van schade Schade is mogelijk onherstelbaar Grafkruis is volledig omgevallen/platgelegd. 13