Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân heeft plannen voor herinrichting van de kruisingen in de provinciale weg N359 ter hoogte van Winsum, Huns/Leons en Hilaard. In 2009 is ten aanzien van de plannen ecologisch onderzoek uitgevoerd (Quickscan onderzoeken-actualisatie, Oranjewoud 20 december 2009). In aanvulling op dit onderzoek is in 2012 gericht veldonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid, dan wel afwezigheid van beschermde vissoorten. Voorliggende notitie betreft de rapportage van dit nader onderzoek. Bestaand onderzoek In 2009 is op basis van een verkennend veldbezoek en een literatuuronderzoek geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat de oppervlakte wateren in het plangebied onderdeel uitmaken van het leefgebied van beschermde vissoorten. Uit het literatuuronderzoek komt wel naar voren dat het voorkomen van de beschermde bittervoorn in de regio bekend is. Belangrijke aspecten waarom de aanwezigheid van bittervoorn niet in het plangebied wordt verwacht zijn de afwezigheid van grote zwanenmosselen en het ontbreken van waterplanten in het grootste deel van de sloten. Bittervoorn is namelijk voor de voortplanting afhankelijk van de aanwezigheid van grote zoetwatermosselen en wordt vooral in plantenrijke oeverzones aangetroffen. Beschrijving plangebieden Onderstaande foto s geven een overzicht van de plangebieden. De oppervlaktewateren in en rond de plangebieden bestaan voornamelijk uit sloten van één tot vier meter breed. In de sloten waren ten tijde van het veldbezoek geen bijzondere vegetaties aanwezig. Op een enkele sloot na was er nagenoeg geen onderwatervegetatie aanwezig. Dit is het gevolg van intensief schoningsbeheer. In een enkele sloot was een dichte onderwatervegetatie van grofhoornblad en smalle waterpest aanwezig. Waarschijnlijk zijn de betreffende sloten al in de voorgaande zomerperiode geschoond in plaats van, zoals gebruikelijk, in het najaar. Door de ligging in een agrarisch gebied is het water in de sloten voedselrijk. Op de kruising ter hoogte van Winsum zijn twee vijvers gelegen. De zuidelijke vijver staat in verbinding met een sloot. De noordelijke vijver betreft een geïsoleerd water. Deze noordelijke vijver heeft een zeer brede oeverzone met een vegetatie van voornamelijk riet en kleine lisdodde. De vijver is sterk aan het verlanden. Binnenin is een relatief klein deel open water zonder vegetatie aanwezig. De vijver is zeer ondiep (ongeveer 50 cm).
Luchtfoto kruising N359 Hilaard (bron: Google Earth) Luchtfoto kruising N359 Huns/Leons (bron: Google Earth) Luchtfoto kruising N359 Winsum (bron: Google Earth)
Bemonstering Op 20 maart 2012 zijn de oppervlakte wateren in en rondom de plangebieden door twee onderzoekers steekproefsgewijs bemonsterd op het voorkomen van beschermde vissen, specifiek bittervoorn. Hierbij is gebruik gemaakt van fijnmazige schepnetten. Er is zowel vanaf de oever als vanuit het water (waadpak) bemonsterd. Alle monsters zijn ter plaatse uitgezocht. De gevangen vissen zijn daarbij gedetermineerd en op de vanglocatie teruggezet. Hoewel er slechts op één dag een bemonstering heeft plaatsgevonden, is in combinatie met de aangetroffen terreinomstandig-heden en het bestaande onderzoek evenwel een goed beeld van de aanwezigheid, dan wel afwezigheid van beschermde vissen ontstaan. Resultaten Op basis van het onderzoek zijn zeven soorten vis aangetroffen. Tabel 1 geeft een overzicht van de soorten en de vangstlocaties. Het hoogste aantal soorten is aangetroffen nabij Winsum. Dit is te verklaren doordat hier twee vijvers aanwezig zijn, die in tegenstelling tot de bemonsterde sloten niet intensief worden geschoond. Tabel 1. Aangetroffen vissoorten kruisingen N359 Soort Kruising Hilaard Kruising Kruising Winsum Huns/Leons Tiendoornige stekelbaars x Baars Snoek Vetje Bittervoorn Giebel Blankvoorn Van de zeven aangetroffen soorten is alleen de bittervoorn op basis van de Flora- en faunawet beschermd. Het betreft een streng beschermde soort (tabel 3 AMvB 2004 ex artikel 75 van de Flora- en faunawet). Bittervoorn en vetje staan op de Rode Lijst van bedreigde dier- en plantensoorten vermeld als kwetsbaar. Eén van de gevangen bittervoorns Bittervoorn en vetje zijn uitsluitend in de noordelijke, geïsoleerde vijver aangetroffen. Van bittervoorn werden ondanks een intensieve bemonstering slechts drie volwassen exemplaren gevangen. Hoewel niet alle exemplaren zullen zijn gevangen, ligt in de verwachting dat in de vijver slechts een klein aantal exemplaren aanwezig zijn. In geen van de bemonsterde
wateren zijn grote zoetwatermosselen zoals zwanenmossel of schildersmossel aangetroffen. De aanwezig-heid van bittervoorn in de noordelijke vijver heeft dan ook geen betrekking op een voortplantende populatie. Daarnaast is het wateroppervlak van de vijver en de waterdiepte gering. Het is dan ook waarschijnlijk dat bittervoorn als gevolg van een natuurlijk verloop uiteindelijk uit de vijver zal verdwijnen (maximale levensduur van bittervoorn is vijf jaar). Doordat de vijver geïsoleerd is van andere wateren en de eieren van bittervoorn in grote zoetwatermosselen worden afgezet en de embryo s in de mossel blijven totdat de dooierzak verteerd is, is de aanwezig in de vijver opvallend. Mogelijk zijn in het verleden bij werkzaamheden aan de vijver onbedoeld vissen en/of mosselen in het water gekomen of zijn vissen door derden bewust uitgezet. Noordelijke vijver kruising N359 Winsum De resultaten van het aanvullend onderzoek komen, behalve voor de noordelijke vijver op de kruising Winsum, overeen met het bestaande onderzoek uit 2009 (Quickscan onderzoekenactualisatie, Oranjewoud 20 december 2009). Gevolgen bittervoorn Als gevolg van de werkzaamheden zal onder meer de vijver waarin bittervoorn is aangetroffen gedeeltelijk worden gedempt. Bij het onzorgvuldig uitvoeren van de werkzaamheden kunnen dieren worden verwond en gedood. Aangezien de dieren in de vijver niet betrekking hebben op een duurzame, voortplantende populatie zal er als gevolg van de ontwikkelingen geen belangrijk leefgebied verloren gaan. Consequenties Om een verbodsovertreding te voorkomen dient de beschermde bittervoorn, alvorens de geïsoleer-de vijver op de kruising Winsum gedeeltelijk wordt gedempt, onder gunstige omstandigheden te worden weggevangen. Omdat bij het gedeeltelijk dempen van de vijver het leefgebied van de beschermde bittervoorn wordt verkleind, zal het beschikbare voedselaanbod afnemen. Wanneer het aantal vissen gelijk blijft, kan een voedseltekort ontstaan waardoor sterfte kan optreden. Op grond hiervan is het noodzakelijk om ten minste
een deel van de vissen weg te vangen en vervolgens direct naar geschikt habitat in de directe omgeving van het plangebied verplaatst te worden. Dit wordt niet als overtreding van (artikel 9 en 13) de Flora- en faunawet gezien. Het aanvragen van een ontheffing is dan ook in betreffend geval niet noodzakelijk. Het is hierbij wel van belang dat de te nemen maatregelen met een deskundige worden afgestemd en vastgelegd. Tot slot wordt opgemerkt dat hoewel de overige aangetroffen vissoorten geen directe bescherming genieten op basis van de Flora- en faunawet voor deze vissen wel aandacht nodig is in het kader van de algehele zorgplicht van de Flora- en faunawet. Conclusie De oppervlaktewateren op en rond de kruisingen in de provinciale weg N359 ter hoogte van Winsum, Huns/Leons en Hilaard vormen geen onderdeel van het leefgebied van beschermde vissoorten. Een uitzondering hierop vormt de noordelijke (geïsoleerde) vijver op het kruispunt ter hoogte van Winsum. In deze vijver is de beschermde bittervoorn aangetroffen. Door het treffen van gerichte maatregelen kan relatief eenvoudig een verbodsovertreding worden voorkomen. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is dan ook op voorhand niet nodig voor de uitvoering van de herinrichting van de kruispunten. BügelHajema Adviseurs b.v. Assen, april 2012