Ontwerpen, installeren en beheren van Biomassaverbrandingsinstallaties

Vergelijkbare documenten
Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Voorbeeldvragen Examen Ventilatie Woningen. Module 2: Ontwerpen ventilatiesystemen. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Periodiek Onderhoud Akkoord

Introductie HoSt B.V.

Minder stookkosten bij houtstoken

Op onderstaande afbeelding is een zogenaamd stookdiagram weergegeven.wat stellen de lijnen 1-4 en 1-9 voor?

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk

Inhoud 1/2. Kachelbouw varianten. Warmte afgifte KACHELBOUWER

HR WKK met CO 2 winning

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Latente Warmte? Energie: Latente Warmte - condensor

Dossier: Afvalverwerking en verwarming

Het cascadesysteem. in één compact toestel

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv

Toepassing van bioenergie bij zwembaden Jaap Koppejan Technisch directeur, Bio Forte BV 23 nov 2016

Welkom WWW Themadag Verwarmen zonder gas

Energie in de glastuinbouw

Hout, dé perfecte grondstof voor professionele warmte

8.2 STORINGSLIJST PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING Regelpaneel Geen stroomtoevoer naar Controleer of de stekker aangesloten is

Studiegroep Bio-energie Energy Matters

Milieuaspecten D Alessandro Termomeccanica BENEKOV

Introductie HoSt B.V. Beschikbare Biomassa in Nederland. Inefficiënt gebruik van biomassa in Nederland (en Europa)

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

Voorbeeldtoets Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen Nieuwbouw

Welkom bij Bio Energie Friesland Uw partner in duurzame energie

MAGASRO HOUTGESTOOKTE CV KETELS

Examen Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen. Toets 2: Het indelen van een gebouw in energiesectoren

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

5. Herleiding van meetgegevens

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

GROENE WARMTE DOOR VERBRANDING VAN HOUTSNIPPERS INFOBROCHURE

LUCHTVERWARMING. Tot 50% gasbesparing Rendement tot 108% HR - Modulerend & Condenserend Premix Brander RVS Warmtewisselaar

60.51 CENTRALE WARMTE-OPWEKKINGSAPPARATEN

De Aqua Air Flow is een revolutionaire "Hydro"-kachel, die tot 50% van zijn geproduceerde warmte-energie aan de centrale verwarming kan afgeven.

Is een biomassaketel interessant? 6 april 2016, Heesch Studiedag; inzet houtige biomassa energie-intensieve veehouderij

Emissieregelgeving voor stookinstallaties

Warmtekrachtkoppeling. Waarom Vaillant? Om eenvoudigweg dubbel gebruik te maken van energie. ecopower

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Verklaring van onderhoud

Houtige biomassaketen

Voorbeeldtoets Energieprestatie Energiezuinige woningen Toets 1: Meerkeuzevragen

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

Afstellen van verwarmingsinstallaties. Paul De Schepper

EXAMEN TELECOM CAI Beheer en Onderhoud GLAS VOORBEELDEXAMEN

Bedieningsvoorschriften

Waterstof als brandstof?

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Hoog rendement voor vrijwel elke bestaande situatie. Gasabsorptiewarmtepompen. Logatherm GWPL 35

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMING VOOR UTILITEIT EN INDUSTRIE

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv


VIESMANN VITOLIGNO 200-S Houtvergassingsketel met groot vermogen 20 tot 50 kw voor de verbranding van kloofhout

Vitotherm Technische informatie.

Bedieningsvoorschriften

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Pelletketel CV. Ruimteverwarming. Warmtapwater

SENSE. Een nieuwe Dovre sensatie.

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Voorbeeldexamen Zonne-energiesystemen

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT

Alles Over Verbranding. KARA heeft de techniek, de kennis en ervaring

Regelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil

Baby 7.5kW. Algemeen. Afmetingen. Brandstof Pelletcontainer capaciteit Diameter pellets 6

Biomassa Hernieuwbare energie in gebouwen Vlaamse confederatie bouw

GASELLE Hi-TECH HOUT KETELS EN COMBI HOUT/PELLET KETELS M E S C O L I C A L D A I E D A L

Inhoud. Inleiding. Biomassa & biobrandstoffen

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Op de volgende pagina s zijn enkele voorbeelden van opstellingsmogelijkheden te zien. Upsilon Cascade Ketelopstellingen en gemakkelijke installatie

Installatie en gebruikshandleiding

Service & Support. Informatie. Bosch Thermotechniek

Examen Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen. Toets 2: Het indelen van een gebouw in energiesectoren

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018

gemeente Brasschaat houtsnipperinstallatie op laanbomen netwerkevent oogstbare landschappen biomassa 26 april 2018

Evolutie der houtkachels.

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

Houtstookinstallaties

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

semester 2 vervuilingen in de brandstof fossiele brandstoffen - - -

Tsjechische topkwaliteit

BIOMASSA. Logo leverancier. Wat is biomassa?

Houtige biomassa: markt, kenmerken en aandachtspunten

VIESMANN VITOLIGNO 100-S Houtvergassingsketel 20 kw

Houtketel met rookgascondensor

De Aqua Air Flow is een revolutionaire Hydro -kachel, die tot 50% van zijn geproduceerde warmte-energie aan de centrale verwarming kan afgeven.

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Duurzame warmte uit biomassa bij zwembaden

Olifantsgras Miscanthus Giganteus

Factsheet Pelletkachel- en ketel

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Het gebruik van een niet-programmeerbare rekenmachine is toegestaan. De tijdsduur van dit examenonderdeel is maximaal 120 minuten.

INVULFORMULIER Energie Advies Procedure. Aspect: VERWARMINGSINSTALLATIE. Dossiernummer:

Bedieningsvoorschrift

Brandstofgegevens Stukhout, Houtsnippers en Pellets

Wet- en regelgeving door Jasper Smelt

EPB-reglementering voor verwarming

Transcriptie:

Ontwerpen, installeren en beheren van Biomassaverbrandingsinstallaties Lees zorgvuldig onderstaande informatie Dit examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Lees, voordat u antwoord geeft, de vraag zorgvuldig door. Beantwoord alle vragen. Geef per vraag maar één antwoord. Vul uw antwoord in op het antwoordblad: maak achter het nummer van de vraag op uw antwoordblad met potlood het betreffende hokje zwart. Dus als u vindt dat bij vraag 1 het goede antwoord C is, dan maakt u achter de 1 het hokje onder de C zwart. Als u zich vergist heeft, kunt u het hokje uitgummen en een ander hokje zwart maken. Een goed beantwoorde vraag levert één scorepunt op. Niet of dubbel beantwoorde vragen worden fout gerekend. Er wordt geen kladpapier uitgereikt. U kunt lege ruimtes in het boekje gebruiken om aantekeningen te maken. LET OP: de aantekeningen die u in de boekjes maakt worden NIET beoordeeld. Het opgavenboekje bestaat uit 8 pagina s (inclusief voorblad). Controleer het opgavenboekje op volledigheid. Tijdsduur examen: 120 minuten. Na afloop van het examen levert u het opgavenboekje in. Bij dit examen horen twee bijlagen. Het gebruik van een grafische rekenmachine is toegestaan. Het gebruik van een liniaal is toegestaan. Het gebruik van het Handboek voor biomassainstallaties is toegestaan. Voorlopige cesuur: 24 / 25 (Bij 25 goede antwoorden heeft de kandidaat een voldoende). ELKE VORM VAN FRAUDE ZAL ONMIDDELLIJKE UITSLUITING VAN HET EXAMEN TOT GEVOLG HEBBEN. Dit boekje pas openen als daarvoor toestemming wordt gegeven. Biomassa voorbeeldexamen 1 / 8 lees verder

1 Wat is een juiste benaming van de onderdelen uit onderstaande tekening? 6 7 8 4 4 5 1 3 2 8 A B C 1 brandstoftoevoer, 5 warmtewisselaar, 8 asafvoer 2 vuurhaard, 3 toevoerventilator primaire lucht, 7 cycloon 4 afvoerventilator secundaire lucht, 5 uitbrandkamer, 8 asafvoer 2 Tijdens de verbranding van biomassa onderscheiden we twee fases waarbij warmte vrijkomt: het verbranden van het gas en het verbranden van de houtskool. In welke fase komt de meeste warmte vrij? A bij het verbranden van de houtskool B bij het verbranden van het vrijkomende gas C in beide fases ongeveer evenveel 3 In verband met het toepassen van een SCR-installatie wordt de emissie van NOx continue gemeten. Met welke frequentie moet de toegepaste meetapparatuur geijkt worden? A ieder jaar B iedere drie jaar C iedere vijf jaar Biomassa voorbeeldexamen 2 / 8 lees verder

4 Wat wordt verstaan onder het nominale vermogen (Pn)? A Het maximale vermogen dat door de ketelinstallatie aan het cv-water en aan de rookgassen overgedragen kan worden. B Het maximale vermogen dat door de ketelinstallatie aan het cv-water overgedragen kan worden. C Het maximale vermogen dat uit de brandstof gehaald kan worden op basis van bovenwaarde. D Het maximale vermogen dat uit de brandstof gehaald kan worden op basis van onderwaarde. 5 Een met houtpellets gestookte ketelinstallatie heeft een vermogen van 750 kw en is in gebruik genomen op 1 april 2011. Welke emissie-eisen voor totaal stof gelden tot 1 januari 2015? A 75 mg/nm 3 bij een zuurstofpercentage van 6% B 75 mg/nm 3 bij een zuurstofpercentage van 11% C 100 mg/nm 3 bij een zuurstofpercentage van 6% D 100 mg/nm 3 bij een zuurstofpercentage van 11% 6 Wat is één van de redenen dat rookgasrecirculatie wordt toegepast? A De kans op condensatie van de rookgassen wordt verkleind. B De primaire verbrandingskamer kan kleiner worden uitgevoerd. C De temperatuur van het branderbed wordt verlaagd. 7 Een onderschroefstoker ketel wordt normaal met droge houtsnippers gestookt. Kan deze ketel, in verband met een gebrek aan de gebruikelijke brandstof, gestookt worden met een brandstof die een hogere verbrandingswaarde heeft? Het brandstoftransportsysteem van de ketelinstallatie is geschikt voor de nieuwe brandstof. A Ja, mits de primaire luchttoevoer verhoogd wordt. B Ja, mits de primaire luchttoevoer verminderd wordt. C Ja, mits de secundaire luchttoevoer verhoogd wordt. D Ja, mits de secundaire luchttoevoer verminderd wordt. 8 Een biomassa installatie heeft een biomassaketel met een brandstofverbruik van maximaal 1,5 MW. De afmetingen van het ketelhuis zijn B x L x H = 12 x 15 x 8 meter. Hoe hoog moet de rookgasafvoer minimaal zijn? A 9 meter B 10,4 meter C 11,4 meter D 16,2 meter Biomassa voorbeeldexamen 3 / 8 lees verder

9 In de rookgassen wordt een HC-concentratie gemeten van 80 ppm. Het vochtgehalte van de brandstof is 40% op natte basis en de luchtovermaat is 1,7. Wat is de HC-concentratie op droge basis? A 92,3 ppm B 95,9 ppm C 100,4 ppm 10 Een stookruimte wordt voorzien van een toe- en afvoerventilator voor de verbandingslucht. In het rookgasafvoerkanaal zit ook een ventilator. Op basis van welke norm of richtlijn kan de rookgasafvoer van een biomassaketel met een vermogen van 1,7 MW bepaald worden? A NEN 6062 B NEN-EN 13384 C VD I3781 11 In de rookgassen wordt een zuurstofpercentage van 8% en een CO-gehalte van 225 ppm gemeten. Wat is de luchtovermaat in deze situatie? A 1,51 B 1,60 C 1,61 12 Gegevens: CO gehalte is 0,5% op droge basis O 2 gehalte is 11% op droge basis Rookgastemperatuur is 180 C omgevingstemperatuur is 22 C vochtgehalte van de brandstof is 40% op droge basis Bepaal het ketelrendement zonder rekening te houden met de stralingsverliezen. A 84% B 85% C 86% Biomassa voorbeeldexamen 4 / 8 lees verder

Casus 13 Een houtpellet verbrandingsinstallatie van 750 kw wordt ontworpen om jaarlijks 10.000 GJ warmte te produceren. Het nominale rendement bedraagt 95%, het jaargemiddelde rendement bedraagt 87%. De voorziene houtpellets hebben de volgende typische eigenschappen: stookwaarde van 17 GJ/ton; vochtgehalte 2 massa% op natte basis; asgehalte 1 massa% op droge basis; bulkdichtheid van de brandstof is 600 kg/m 3. Wat is het brandstofverbruik van de installatie per jaar? A 980 m 3 per jaar B 1.031 m 3 per jaar C 1.126 m 3 per jaar 14 Ga in de casus bij vraag 13 uit van een brandstofverbruik van 300 ton per jaar. Hoe groot is dan de asproductie per jaar? A 2940 kg per jaar B 2970 kg ton per jaar C 3000 kg per jaar 15 Een leverancier van biomassa gestookte ketels moet het benodigd oppervlak van de natuurlijke toevoerventilatie-opening, zonder gebruik van een extra afzuigventilator, berekenen. Welke richtwaarde moet hij aanhouden per kw? A 2,75 cm 2 B 3 cm 2 C 6 cm 2 Biomassa voorbeeldexamen 5 / 8 lees verder

16 In een stookruimte worden eisen opgelegd aan brandwerendheid van bouwmateriaal. In welke norm staan deze eisen? A NEN 2535 B NEN 3140 C NEN 6064 17 Bij een nieuwbouw moet de klant geadviseerd worden welk verwarmingssysteem de beste keuze is voor een biomassa-installatie met rookgascondensatie. Welk systeem is het meest geschikt? A betonkernactivering 30-26 B luchtverwarming 48-38 C convectoren 66-50 18 Hoe groot moet de stookruimte zijn voor een CS130-ketel (zonder vijzel voor asverwijdering)? A 3 x 1 meter B 5,3 x 1 meter C 5,3 x 1,7 meter D 6,38 x 1,7 meter 19 Bij de inbedrijfstelling wordt gebruik gemaakt van een bedrijfshandleiding. Welke hoofdstukken staan minimaal in een bedrijfshandleiding? A documentatie over de ketelinstallatie, service en onderhoud B veiligheid en beveiligingsmaatregelen, EBI rapport C wat te doen bij storingen, bestek van de ketelinstallatie 20 Bij de eerste bijzondere inspectie wordt er een rookgasanalyse uitgevoerd. Wat wordt er gemeten? A CO, temperatuur en O 2 B CO, temperatuur en N 2 C CO, temperatuur en Cl 2 21 Bij meting onder vollast wordt geconstateerd dat de temperatuur in de uitbrandkamer 550 C is. Welke uitspraak over de temperatuur is juist? A Deze temperatuur is goed. B Deze temperatuur is te hoog. C Deze temperatuur is te laag. Biomassa voorbeeldexamen 6 / 8 lees verder

22 Tijdens een controle van de installatie blijkt er overmatige slakvorming te zijn en afbraak van de vuurvaste bekleding. Bij verdere controle blijkt de vuurhaard temperatuur boven de 900 C te zijn, als gevolg van te droge brandstof. Wat is een mogelijke oplossing voor dit probleem? A meer primaire lucht toevoeren B meer secundaire lucht toevoeren C recirculatieluchthoeveelheid aanpassen 23 Hoe noemt men de informatie die bij oplevering aan de klant wordt overgedragen? A eindvoorschriften B opleverdocumenten C revisiebescheiden 24 Om onderhoud te plegen moet men de installatie buiten bedrijf nemen. Dit kan het best door A de brandstoftoevoer te stoppen. B de elektra van de regelkast uit te schakelen. C ervoor te zorgen dat er geen warmtevraag is. 25 Waaraan moet een bedrijf voldoen om een periodieke inspectie aan een biomassaketel met een vermogen van 75 kw te mogen uitvoeren? A BRL 6000-21 B Scios scope 5h-gecertificeerd C Uneto-VNI erkend 26 In welk document staan de wettelijke eisen die minimaal aan het onderhoud worden gesteld? A in de bedieningsvoorschriften B in het activiteitenbesluit C in het logboek 27 Welke maatregelen moet de installateur nemen om te voorkomen dat een installatie in bedrijf komt tijdens de installatiewerkzaamheden? A een bordje plaatsen met: Niet inschakelen vanwege werkzaamheden B de noodstop ingedrukt houden C zorgen dat er geen brandstof is Biomassa voorbeeldexamen 7 / 8 lees verder

28 Hoe lang vindt optimalisatie van de bedrijfsvoering door de installateur plaats bij een installatie die alleen voor verwarming wordt gebruikt? A minimaal een jaar B minimaal twee jaar C minimaal een stookseizoen 29 Welke waarde is relatief hoog bij de verbranding van pellets? A een asgehalte van 0,5% B een zwav elgehalte van 0,2% C een stofgehalte van 1% 30 Gegevens: gemeten warmteproductie in het seizoen volgens warmtemeter: Q = 2.448 MWh nominaal vermogen ketelinstallatie: 1.200 kw luchtovermaat: λ = 1,6 rookgastemperatuur: Trg=120 C vochtgehalte hout: u=60% op droge basis stralingsverliezen: qs=1,5% tilstandsverliezen: qst = 3,0% ingeschakelde periode: 5000 uur gemiddelde mate van belasting, L: 68% ketelrendement excl. stralingsverliezen: 94 % Bereken het gemiddeld jaarrendement. A 87,2% B 89,6% C 91,3% Biomassa voorbeeldexamen 8 / 8 lees verder einde