OMZETTINGSFACTOREN 26 JULI 2016
OMZETTINGSFACTOREN INHOUDSOPGAVE 1 GRONDSLAGEN 4 2 UITRUIL PARTNERPENSIOEN IN EEN HOGER OUDERDOMSPENSIOEN BIJ PENSIOENINGANG 5 3 UITRUIL OUDERDOMSPENSIOEN IN EEN HOGER PARTNERPENSIOEN BIJ PENSIOENINGANG 6 4 VERVROEGING VAN DE PENSIOENDATUM / DEELTIJDPENSIOEN 7 5 VARIATIE IN HOOGTE VAN HET OUDERDOMSPENSIOEN 8 6 VARIATIE IN INGANG, EINDE EN DUUR VAN PREPENSIOEN 9 7 LANGSTLEVENDENPENSIOEN 10 8 OMZETTING PENSIOENKAPITALEN 11 9 UITRUIL OUDERDOMSPENSIOEN IN EEN HOGER PARTNERPENSIOEN BIJ BEËINDIGING DEELNEMERSCHAP 12 10 AFKOOP KLEIN PENSIOEN 13 10.1 AFKOOP KLEIN PENSIOEN NA BEËINDIGING VAN HET DEELNEMERSCHAP 13 10.2 AFKOOP KLEIN (BIJZONDER) PARTNERPENSIOEN BIJ INGANG 14 10.3 AFKOOP KLEIN WEZENPENSIOEN BIJ INGANG 15 3
1 GRONDSLAGEN Voor de bepaling van de omzettingsfactoren, uitruil- en afkoopvoeten wordt uitgegaan van de volgende grondslagen: Overlevingstafels : AG Prognosetafel 2014, berekeningsjaar 2016 Rekenrente : 5-jaarsgemiddelde rentestructuur per 30 september van het voorgaande jaar Partnersysteem : onbepaald man/vrouw systeem met een gehuwdheidsfrequentie van 100% voor alle leeftijden. Leeftijdsverschil : de man wordt drie jaar ouder verondersteld dan zijn vrouwelijke partner Verdeling M/V : 80% van de deelnemers wordt geacht man te zijn en 20% wordt dus geacht vrouw te zijn Uitruil partnerpensioen : Bij de uitruil van partnerpensioen op de pensioendatum in een aanvullend direct ingaand ouderdomspensioen (artikel 13 lid 3) is verondersteld dat de kans dat een mannelijke deelnemer besluit tot uitruil van partnerpensioen gelijk is aan die van een vrouwelijke deelnemer. Deze uitgangspunten en de hierna opgenomen omzettingsfactoren, uitruil- en afkoopvoeten gelden tot en met 31 december 2016 en kunnen, eventueel tussentijds, voor alle (gewezen) deelnemers/gepensioneerden die nog geen gebruik hebben gemaakt van de hieronder omschreven keuzemogelijkheden, door het bestuur na ingewonnen actuarieel advies worden aangepast. 4
OMZETTINGSFACTOREN 2 UITRUIL PARTNERPENSIOEN IN EEN HOGER OUDERDOMSPENSIOEN BIJ PENSIOENINGANG Op grond van artikel 4.6 kan het partnerpensioen van de partner uitgeruild worden voor een extra ouderdomspensioen voor de (gewezen) deelnemer. Bij deze uitruil wordt het partnerpensioen verlaagd. Het ouderdomspensioen wordt verhoogd. Op de pensioendatum verkrijgt de (gewezen) deelnemer afhankelijk van zijn/haar leeftijd voor EUR 100 partnerpensioen een extra ouderdomspensioen zoals in onderstaande tabel is weergegeven. LEEFTIJD BIJ DE GEKOZEN PENSIOENDATUM EXTRA OUDERDOMSPENSIOEN 55 15,48 56 16,17 57 16,89 58 17,63 59 18,39 60 19,19 61 20,00 62 20,84 63 21,70 64 22,59 65 23,49 66 24,41 67 25,35 5
3 UITRUIL OUDERDOMSPENSIOEN IN EEN HOGER PARTNERPENSIOEN BIJ PENSIOENINGANG Op grond van artikel 4.7 kan het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer uitgeruild worden voor een extra partnerpensioen voor de partner. Bij deze uitruil wordt het ouderdomspensioen verlaagd. Het partnerpensioen wordt verhoogd. Op de pensioendatum verkrijgt de (gewezen) deelnemer afhankelijk van zijn/haar leeftijd voor EUR 100 ouderdomspensioen een extra partnerpensioen zoals in onderstaande tabel is weergegeven. LEEFTIJD BIJ DE GEKOZEN PENSIOENDATUM EXTRA PARTNERPENSIOEN 55 646,03 56 618,44 57 592,18 58 567,32 59 543,74 60 521,17 61 499,98 62 479,84 63 460,74 64 442,68 65 425,66 66 409,59 67 394,46 6
OMZETTINGSFACTOREN 4 VERVROEGING VAN DE PENSIOENDATUM / DEELTIJDPENSIOEN Op grond van artikel 4.2 en 4.3 van het pensioenreglement kan de (gewezen) deelnemer kiezen voor vervroeging van pensioeningang en/of deeltijdpensioen. Voor de vaststelling van het op de gekozen pensioendatum ingaand ouderdomspensioen respectievelijk de ongehuwdentoeslag, zijn de in de onderstaande tabel opgenomen vermenigvuldigingsfactoren van toepassing. LEEFTIJD BIJ DE GEKOZEN PENSIOENDATUM OUDERDOMSPENSIOEN INGAAND 67 ONGEHUWDENTOESLAG DIENT TE WORDEN VERMENIGVULDIGD MET 55 0,52828 0,71279 56 0,55364 0,72825 57 0,58087 0,74427 58 0,61014 0,76173 59 0,64164 0,78039 60 0,67557 0,80059 61 0,71214 0,82243 62 0,75157 0,84619 63 0,79410 0,87179 64 0,83995 0,90007 65 0,88932 0,93100 66 0,94253 0,96415 67 1,00000 1,00000 7
5 VARIATIE IN HOOGTE VAN HET OUDERDOMSPENSIOEN Op grond van artikel 4.4 van het pensioenreglement kan de (gewezen) deelnemer kiezen voor eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen, of andersom. In onderstaande tabel zijn de uitkomsten opgenomen voor een ouderdomspensioen dat ingaat op de 67-jarige leeftijd. Ingeval van variatie in de hoogte van pensioen dat op een afwijkende datum ingaat, gelden afwijkende uitkomsten. Deze zijn in voorkomende gevallen bij Arcadis Pensioenfonds op te vragen. DUUR TIJDELIJKE UITKERING (VANAF 67 JAAR) 100 HOGER RESP. LAGER OUDERDOMSPENSIOEN BETEKENT DAARNA LAGER RESP. HOGER OUDERDOMSPENSIOEN 1 jaar 6,31 2 jaar 13,36 3 jaar 21,26 4 jaar 30,13 5 jaar 40,11 6 jaar 51,35 7 jaar 64,04 8 jaar 78,43 9 jaar 94,81 10 jaar 113,54 Voorbeeld Een deelnemer heeft tot zijn/haar 67-jarige leeftijd een ouderdomspensioen van EUR 10.000 opgebouwd. Hij/zij wil de komende 2 jaar EUR 15.000 ontvangen. De uitkering na 2 jaar wordt dan verlaagd met (15.000 10.000) / 100 * 13,36 = EUR 668,00. 8
OMZETTINGSFACTOREN 6 VARIATIE IN INGANG, EINDE EN DUUR VAN PREPENSIOEN Op grond van artikel 5.9.3 kan de (gewezen) deelnemer kiezen voor vervroeging dan wel uitstel van het prepensioen en de einddatum van het prepensioen kan variëren. In onderstaande tabel zijn de betreffende vermenigvuldigingsfactoren opgenomen. Ingeval het prepensioen op een afwijkende datum ingaat of eindigt, gelden afwijkende uitkomsten. Deze zijn in voorkomende gevallen bij Arcadis Pensioenfonds op te vragen. LEEFTIJD BIJ DE GEKOZEN PENSIOENDATUM VERVROEGEN / UITSTEL (EINDDATUM = 65 JAAR) NA VERVROEGEN / UITSTEL EINDDATUM AANPASSEN NAAR 66 JAAR NA VERVROEGEN / UITSTEL EINDDATUM AANPASSEN NAAR 67 JAAR VERMENIGVULDIGINGSFACTOR 55 0,18073 0,92090 0,85559 56 0,20443 0,91128 0,83938 57 0,23392 0,89956 0,81993 58 0,27162 0,88496 0,79627 59 0,32152 0,86626 0,76679 60 0,39066 0,84143 0,72909 61 0,49320 0,80696 0,67920 62 0,66258 0,75573 0,61003 63 1,00000 0,67120 0,50740 64 2,01220 0,50359 0,33858 67 0,13163 Voorbeeld Een deelnemer heeft EUR 10.000 aan prepensioen opgebouwd. Hij/zij wil dit uitstellen naar 64 jaar en laten eindigen op 66 jaar. De uitkering wordt dan: EUR 10.000 * 2,01220 * 0,50359 = EUR 10.133 9
7 LANGSTLEVENDENPENSIOEN Op grond van artikel 4.5 kan de (gewezen) deelnemer kiezen voor een langstlevendenpensioen vanaf leeftijd 67. Een keuze voor een langstlevendenpensioen heeft gevolgen voor de deelnemer of zijn/haar partner zodra één van beiden overlijdt. Er kunnen zich twee situaties voordoen: - De deelnemer overlijdt als eerste. Er is dan voor de partner standaard een partnerpensioen meeverzekerd ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen. - De partner overlijdt als eerste. Het ouderdomspensioen blijft ongewijzigd. Dit kan een verschil in financiële zekerheid betekenen voor de langstlevende partner, dat als ongewenst zou kunnen worden ervaren. Het langstlevendenpensioen leidt ertoe dat het pensioen na overlijden, voor beiden gelijk is. Het maakt niet uit wie het eerst overlijdt. Het langstlevendenpensioen wordt vastgesteld als de som van de volgende twee bedragen: EUR 35,07 per EUR 100 die het ouderdomspensioen vóór de omzetting afwijkt van het partnerpensioen, en het vóór de omzetting aanwezige partnerpensioen. Voorbeeld Bij EUR 100 ouderdomspensioen en EUR 70 partnerpensioen is het langstlevende pensioen gelijk aan: (100-70) / 100 * 35,07 + 70 = EUR 80,52 10
OMZETTINGSFACTOREN 8 OMZETTING PENSIOENKAPITALEN Voor de omzetting van pensioenkapitalen in pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 24 lid 1 onder c. van het Pensioenreglement 2004 gelden de in de onderstaande tabel opgenomen uitruilvoeten. LEEFTIJD FACTOR LEEFTIJD FACTOR 20 200,84 44 90,29 21 193,98 45 87,64 22 187,36 46 85,10 23 180,98 47 82,68 24 174,83 48 80,37 25 168,90 49 78,16 26 163,18 50 76,04 27 157,66 51 74,01 28 152,33 52 72,06 29 147,21 53 70,17 30 142,28 54 68,35 31 137,53 55 66,58 32 132,96 56 64,86 33 128,56 57 63,19 34 124,33 58 61,57 35 120,26 59 60,00 36 116,35 60 58,47 37 112,58 61 57,00 38 108,97 62 55,57 39 105,51 63 54,20 40 102,19 64 52,89 41 99,02 65 51,63 42 95,98 66 50,44 43 93,07 67 49,31 11
9 UITRUIL OUDERDOMSPENSIOEN IN EEN HOGER PARTNERPENSIOEN BIJ BEËINDIGING DEELNEMERSCHAP Op grond van artikel 3.7.3 kan het ouderdomspensioen van de gewezen deelnemer bij beëindiging van het deelnemerschap uitgeruild worden voor een extra partnerpensioen voor de partner. Bij deze uitruil wordt het ouderdomspensioen verlaagd. Het partnerpensioen wordt verhoogd. Afhankelijk van zijn/haar leeftijd krijgt de gewezen deelnemer voor EUR 100 ouderdomspensioen een extra partnerpensioen zoals in onderstaande tabel is weergegeven. LEEFTIJD EXTRA PARTNERPENSIOEN LEEFTIJD EXTRA PARTNERPENSIOEN 20 387,15 44 331,94 21 384,98 45 330,07 22 382,85 46 328,28 23 380,66 47 326,62 24 378,60 48 325,21 25 376,44 49 323,93 26 374,24 50 322,87 27 372,00 51 322,02 28 369,59 52 321,50 29 367,22 53 321,30 30 364,84 54 321,46 31 362,36 55 321,97 32 359,92 56 323,02 33 357,46 57 324,51 34 354,99 58 326,55 35 352,53 59 329,14 36 350,11 60 332,16 37 347,71 61 335,90 38 345,27 62 340,22 39 342,89 63 345,17 40 340,56 64 350,78 41 338,28 65 357,12 42 336,05 66 364,19 43 333,95 12
OMZETTINGSFACTOREN 10 AFKOOP KLEIN PENSIOEN 10.1 AFKOOP KLEIN PENSIOEN NA BEËINDIGING VAN HET DEELNEMERSCHAP Op grond van artikel 3.7.4 heeft Arcadis Pensioenfonds het recht dan wel de mogelijkheid om een klein ouderdomspensioen en het bijbehorende partner- en wezenpensioen af te kopen. Voor de vaststelling van de afkoopwaarde zijn de in de onderstaande tabel opgenomen vermenigvuldigingsfactoren van toepassing, waarbij geldt dat aan het bijbehorende wezenpensioen geen waarde wordt toegekend: LEEFTIJD FACTOR OP FACTOR PP LEEFTIJD FACTOR OP FACTOR PP 18 3,8587 0,9845 43 8,6997 2,6051 19 3,9921 1,0252 44 8,9582 2,6988 20 4,1300 1,0668 45 9,2207 2,7935 21 4,2724 1,1098 46 9,4865 2,8898 22 4,4195 1,1544 47 9,7552 2,9867 23 4,5712 1,2009 48 10,0276 3,0834 24 4,7280 1,2488 49 10,3041 3,1809 25 4,8896 1,2989 50 10,5851 3,2785 26 5,0564 1,3511 51 10,8709 3,3758 27 5,2285 1,4055 52 11,1623 3,4720 28 5,4057 1,4626 53 11,4607 3,5670 29 5,5880 1,5217 54 11,7678 3,6608 30 5,7757 1,5831 55 12,0840 3,7531 31 5,9685 1,6471 56 12,4111 3,8423 32 6,1670 1,7134 57 12,7493 3,9288 33 6,3709 1,7823 58 13,0995 4,0115 34 6,5802 1,8536 59 13,4617 4,0900 35 6,7951 1,9275 60 13,8349 4,1651 36 7,0156 2,0038 61 14,2205 4,2335 37 7,2417 2,0827 62 14,6171 4,2964 38 7,4729 2,1643 63 15,0237 4,3526 39 7,7090 2,2483 64 15,4387 4,4013 40 7,9499 2,3344 65 15,8606 4,4412 41 8,1955 2,4227 66 16,2872 4,4721 42 8,4454 2,5131 67 16,7196 4,4929 13
10.2 AFKOOP KLEIN (BIJZONDER) PARTNERPENSIOEN BIJ INGANG Op grond van artikel 4.8 heeft Arcadis Pensioenfonds het recht om een klein in te gaan partnerpensioen per de ingangsdatum van het (bijzonder) partnerpensioen af te kopen. Voor de vaststelling van de afkoopwaarde zijn de in de onderstaande tabel opgenomen vermenigvuldigingsfactoren van toepassing: LEEFTIJD FACTOR LEEFTIJD FACTOR LEEFTIJD FACTOR 18 32,8261 42 28,2329 66 18,2724 19 32,7077 43 27,9406 67 17,7199 20 32,5846 44 27,6379 68 17,1569 21 32,4568 45 27,3261 69 16,5872 22 32,3237 46 27,0040 70 16,0095 23 32,1854 47 26,6726 71 15,4227 24 32,0412 48 26,3313 72 14,8312 25 31,8909 49 25,9788 73 14,2337 26 31,7350 50 25,6152 74 13,6317 27 31,5726 51 25,2408 75 13,0265 28 31,4038 52 24,8555 76 12,4201 29 31,2283 53 24,4603 77 11,8127 30 31,0459 54 24,0525 78 11,2081 31 30,8561 55 23,6332 79 10,6060 32 30,6591 56 23,2025 80 10,0068 33 30,4541 57 22,7603 81 9,4161 34 30,2416 58 22,3066 82 8,8356 35 30,0212 59 21,8416 83 8,2635 36 29,7923 60 21,3644 84 7,7021 37 29,5549 61 20,8774 85 7,1518 38 29,3087 62 20,3796 86 6,6132 39 29,0537 63 19,8691 87 6,1022 40 28,7892 64 19,3468 88 5,6194 41 28,5157 65 18,8153 89 5,1616 overige opvraagbaar 14
OMZETTINGSFACTOREN 10.3 AFKOOP KLEIN WEZENPENSIOEN BIJ INGANG Op grond van artikel 4.8 heeft Arcadis Pensioenfonds het recht om een klein in te gaan wezenpensioen per de ingangsdatum van het wezenpensioen af te kopen. Voor de vaststelling van de afkoopwaarde zijn de in de onderstaande tabel opgenomen vermenigvuldigingsfactoren van toepassing: LEEFTIJD FACTOR LEEFTIJD FACTOR 0 17,3155 11 9,3877 1 16,6871 12 8,5361 2 16,0427 13 7,6611 3 15,3813 14 6,7632 4 14,7024 15 5,8435 5 14,0057 16 4,9034 6 13,2905 17 3,9453 7 12,5552 18 2,9724 8 11,7980 19 1,9885 9 11,0181 20 0,9972 10 10,2149 15
T 088-4261553 E pensioenfonds@arcadis.com Stichting Pensioenfonds Arcadis Nederland Postbus 33 6800 LE Arnhem Nederland 16