ADDENDUM OP PENSIOENREGLEMENT SBZ 2006 (de wijzigingen zijn cursief weergegeven) Artikel 1 Artikel 1 het begrip Rechthebbende komt als volgt te luiden: Rechthebbende: De persoon aan wie krachtens de bepalingen van dit reglement een arbeidsongeschiktheidspensioen, een nabestaandenpensioen, een tijdelijk nabestaandenpensioen of een wezenpensioen wordt uitgekeerd. Artikelen 7 en 9 In artikel 7, lid 2 en artikel 9, lid 3 vervallen de woorden volgens artikel 5 berekende. Artikel 12 Artikel 12, leden 12 en 13 komen als volgt te luiden: 12. De deelnemer heeft de keuze de hoogte van het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum te variëren. De hoogte kan vanaf de pensioendatum uitsluitend zodanig worden gevarieerd dat het laagste jaarlijkse ouderdomspensioen gedurende een bepaalde periode minimaal 75% bedraagt van het hoogste jaarlijkse ouderdomspensioen. Het ouderdomspensioen zal in dat geval actuarieel worden herrekend op basis van door het bestuur vast te stellen factoren. Deze factoren alsmede de periode gedurende welke deze door de stichting worden toegepast zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit pensioenreglement. 13. Naast de in lid 12 genoemde mogelijkheid de hoogte van het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum te variëren heeft de deelnemer de mogelijkheid om het ouderdomspensioen qua hoogte zodanig te variëren dat over de periode vanaf de pensioendatum tot de standaard pensioendatum kan worden voorzien in een extra ouderdomspensioen ter grootte van maximaal twee maal de AOW-uitkering. Deze factoren alsmede de periode gedurende welke deze door de stichting worden toegepast zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit pensioenreglement. Artikel 14 Artikel 14, lid 3 komt als volgt te luiden: 3. Het premievrije ouderdomspensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen (inclusief de op grond van artikel 11, lid 1 toegekende verhogingen). In lid 4 vervallen de woorden als bedoeld in artikel 7. In lid 5 vervallen de woorden als bedoeld in artikel 9.
Artikel 20 Aan artikel 20 wordt een nieuw lid 7 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden: 7. De stichting administreert de in artikel 17, lid 8 van de Pensioen- en spaarfondsenwet bedoelde deelnemingsjaren van de deelnemers. Bijlage 1 Aan Bijlage 1, artikel 1, wordt een nieuw lid 11 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden: 11. Het prepensioen wordt slechts uitgekeerd indien en voor zover het bedrag van het prepensioen uitgaat boven het bedrag van een: - door de werkgever verstrekte loondoorbetaling krachtens artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek; - een toegekende WIA-uitkering of enige andere (wettelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering of pensioen welke voortvloeit of aansluit op het dienstverband met een werkgever inclusief het arbeidsongeschiktheidspensioen uit hoofde van Pensioenreglement SBZ 2006. Aan Bijlage 1, artikel 2 wordt onder vernummering van de leden 6 en 7 naar 7 en 8 een nieuw lid 6 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden: 6. De aanvulling op het ouderdomspensioen als bedoeld in de voorgaande leden wordt gelijkmatig opgebouwd vanaf de datum van inwerkingtreding van het Pensioenreglement SBZ 2000 tot de standaard pensioendatum. In geval van beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in artikel 14 van het Pensioenreglement SBZ 2006, behoudt de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrije aanspraak op aanvullend ouderdomspensioen waarvan de grootte wordt bepaald naar rato van de verstreken periode vanaf de datum van inwerkingtreding van het Pensioenreglement SBZ 2000 tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap in verhouding tot de periode als bedoeld in de eerste volzin van dit lid. Herleving van het deelnemerschap leidt niet tot nieuwe aanspraken op aanvullend ouderdomspensioen uit hoofde van dit artikel. Aan Bijlage 1, artikel 3 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden: 3. Bij de toepassing van het in artikel 2, lid 6 bepaalde wordt het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel mede in aanmerking genomen.
Bijlage 2 Aan Bijlage 2 wordt aan de aldaar genoemde bestuursbesluiten het volgende bestuursbesluit toegevoegd: Behorend bij artikel 12, lid 13 In geval van het omzetten van een gedeelte van het ouderdomspensioen in een extra aanspraak op ouderdomspensioen over de periode vanaf de pensioendatum tot de standaard pensioendatum ter grootte van maximaal twee maal de AOW-uitkering wordt het op de pensioendatum opgebouwde om te zetten gedeelte van het ouderdomspensioen vermenigvuldigd met Pensioenleeftijd Omrekenfactor Pensioenleeftijd Omrekenfactor 55 98,3% 60 222,1% 56 111,9% 61 284,5% 57 129,0% 62 388,8% 58 151,1% 63 597,9% 59 180,6% 64 1226,2% In Bijlage 2 komt het bestuursbesluit behorend bij artikel 18 lid 4 als volgt te luiden: Behorend bij artikel 18, lid 4 In geval van afkoop van kleine pensioenen wordt het op de opgebouwd (premievrij) ouderdomspensioen vermenigvuldigd met 15 1,614 25 2,398 35 3,568 45 5,339 55 8,115 16 1,679 26 2,494 36 3,713 46 5,562 56 8,476 17 1,746 27 2,595 37 3,865 47 5,795 57 8,857 18 1,817 28 2,700 38 4,022 48 6,039 58 9,260 19 1,890 29 2,809 39 4,188 49 6,295 59 9,686 20 1,967 30 2,923 40 4,360 50 6,562 60 10,138 21 2,046 31 3,042 41 4,539 51 6,843 61 10,619 22 2,128 32 3,166 42 4,727 52 7,138 62 11,131 23 2,214 33 3,294 43 4,921 53 7,447 63 11,677 24 2,304 34 3,429 44 5,126 54 7,773 64 12,261 65 12,888
In geval van afkoop van kleine pensioenen wordt het op de opgebouwd latent (premievrij) nabestaandenpensioen vermenigvuldigd met 15 0,820 25 1,121 35 1,515 45 1,994 55 2,452 16 0,849 26 1,156 36 1,560 46 2,043 56 2,489 17 0,877 27 1,191 37 1,606 47 2,092 57 2,522 18 0,905 28 1,228 38 1,652 48 2,141 58 2,552 19 0,934 29 1,265 39 1,699 49 2,190 59 2,578 20 0,963 30 1,304 40 1,747 50 2,237 60 2,598 21 0,993 31 1,344 41 1,796 51 2,284 61 2,615 22 1,023 32 1,385 42 1,845 52 2,329 62 2,626 23 1,055 33 1,428 43 1,893 53 2,372 63 2,631 24 1,088 34 1,471 44 1,943 54 2,413 64 2,628 65 2,617 In geval van afkoop van kleine pensioenen wordt het op de opgebouwd en uit te keren (premievrij) (bijzonder) nabestaandenpensioen vermenigvuldigd met 15 23,656 35 21,029 55 15,977 75 8,586 95 2,546 16 23,562 36 20,842 56 15,648 76 8,210 96 2,358 17 23,464 37 20,650 57 15,313 77 7,835 97 2,182 18 23,365 38 20,450 58 14,972 78 7,465 98 2,017 19 23,262 39 20,245 59 14,623 79 7,101 99 1,864 20 23,157 40 20,033 60 14,269 80 6,743 100 1,721 21 23,047 41 19,813 61 13,910 81 6,393 101 1,588 22 22,935 42 19,586 62 13,545 82 6,050 102 1,466 23 22,818 43 19,353 63 13,175 83 5,717 103 1,354 24 22,697 44 19,112 64 12,802 84 5,391 104 1,250 25 22,572 45 18,864 65 12,423 85 5,077 105 1,156 26 22,442 46 18,609 66 12,043 86 4,772 27 22,307 47 18,345 67 11,660 87 4,478 28 22,166 48 18,075 68 11,274 88 4,195 29 22,021 49 17,798 69 10,888 89 3,924 30 21,870 50 17,513 70 10,500 90 3,664 31 21,714 51 17,220 71 10,113 91 3,416 32 21,551 52 16,920 72 9,728 92 3,181 33 21,383 53 16,613 73 9,344 93 2,957 34 21,208 54 16,298 74 8,963 94 2,746
In geval van afkoop van kleine pensioenen wordt het op de opgebouwd en uit te keren (premievrij) wezenpensioen vermenigvuldigd met 1 15,530 7 12,717 13 9,157 19 4,654 25 0,507 2 15,105 8 12,180 14 8,479 20 3,795 26 0,507 3 14,665 9 11,622 15 7,773 21 2,901 27 0,507 4 14,205 10 11,041 16 7,038 22 1,971 5 13,729 11 10,438 17 6,274 23 1,006 6 13,233 12 9,810 18 5,480 24 0,507 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS ZORGVERZEKERAARS J.G.A. van den Brink Werknemersvoorzitter P.T.G. Lafranca Werkgeversvoorzitter