MITIGATIEPLAN. Mitigatieplan fietsbrug Oog in Al te Utrecht

Vergelijkbare documenten
SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

VOSSEVELD SOEST. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van gebouwen, bomen en omgeving voor vleermuizen

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg.

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET 2011

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Dreef 8 te Eersel

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Toetsing Flora- en faunawet voor de sloop van een kerk te Noardburgum.

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Toets flora en fauna Pandelaar 4 te Gemert

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Dhr. J. Wilbrink HRL/ZON/ datum: 17 april quick scan flora en fauna Pongeweg 4-6 te Hall

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen

Toets flora en fauna Heuvel te Gemert

Locatie Hertogstraat te Velp QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET 2011

Toets flora en fauna Oudestraat 8-10 Gemert

Quickscan FF-wet voor sloop van zorgcentrum De Molenhof te Havelte.

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

Toets flora en fauna Dorpsstraat 52 te Loosbroek

Quickscan Bh Spijkerweg 13 te Punthorst. In opdracht van dhr. Batterink

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Deel 54 Gemert

2. Wet- en regelgeving en gemeentelijk groenbeleid. Quickscan Sloop & nieuwbouw in het Marco Poloplantsoen

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

: dhr. C. Brouwer / cob@idds.nl : Resultaten ecologisch onderzoek De Heyderweg 1 te Leiden

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

ACTIVITEITENPLAN. De Kolping Nijmegen. Groot onderhoud en sloop woningen De Kolping te Nijmegen

B i j l a g e 2 : E c o l o g i s c h o n d e r z o e k

Toets flora en fauna Lodderdijk 23 te Gemert

Toetsing Flora- en faunawet voor de sloop van opstallen aan de Meerboomweg Zuid 11a in Hollandscheveld

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Toets flora en fauna Den Hoek 1 te Cromvoirt

Toets flora en fauna Doonheide 34-34a te Gemert

Toets flora en fauna Orthen 53a te s-hertogenbosch

Notitie flora en fauna

V&V. Toets flora en fauna Heilaardreef 21 te Breda. Bijlage 24 bij besluit 2016/0617-V1. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET 2012

Briefrapport Flora en fauna

Quick-scan Inrichting Van Wijk Valkenswaard

Quickscan Flora- en faunawet sloop gymzaal Emmermeer

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Heikampseweg 28 De Mortel

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

Toetsing beschermde natuurwaarden project Synthon

Quickscan Flora- en faunawet ten behoeve van de bouw van een ambulancepost te Quatrebras.

Notitie natuurtoets bouwlocaties Hierden

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Terrein Fitland te Gemert

Toets flora en fauna Oude Tilburgsebaan te Dorst

Toets flora en fauna Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Risico s bij locatieontwikkeling

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Toets flora en fauna Klantstraat 12 te Uden, Staro te Gemert, 13 december 2016, projectnummer

Quickscan Flora- en faunawet voor uitbreiding van een zorgboerderij aan Eastwei 4 te Oppenhuizen.

Notitie. 1 Inleiding en Aanleiding. 2 Veldcheck Hamse Biezen en Lingedijk 7a. 2.1 Hamse Biezen

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen

Quickscan Flora- en faunawet voor een wijziging in het bestemmingsplan aan Hoofdweg 8-12 te Klijndijk.

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept -

memo datum: 22 juli 2011

memo datum: 28 maart 2012

QUICKSCAN FLORA & FAUNA DE FEART 49 DRACHTSTERCOMPAGNIE ADVISEUR SICCO JANSEN VERSIE 1.0 [NIET VRIJGEGEVEN]

Quickscan flora en fauna

Woningbouw Pauwhof te Zwaanshoek

Quickscan flora en fauna aanpassen bestemmingsplan sportaccommodatie Bavoortseweg 27 Leusden

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

UPDATE NATUURONDERZOEK KAATSTRAAT/NORREMEERSTRAAT WARMOND

Julianaplein Barneveld

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven

Nader onderzoek vleermuizen en huismussen. Bedrijvenpark de Hoogt, Loon op Zand

Notitie natuurtoets drie bouwlocaties Hierden

Notitie Kleine Vliet 3 en 4 te Veldhoven

adviesbureau voor natuur & landschap NOTITIE

Sloop flat aan de Pieter Verhagenlaan in Beverwijk

Soortgericht onderzoek

Toets flora en fauna Stal Frontera te Ammerzoden

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Nader onderzoek flora en fauna Lageweg Spaarndam bezoekadres

Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Quickscan flora en fauna. Julianastraat/Kruisstraat te Kerkdriel. Rapportnummer a.

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren

Flora- en faunawet quick scan plangebied Voorzieningenhart Waterkwartier

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Sloop van schuren aan de Slootgaardweg 6 in Waarland

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Notitie. Ecologische quickscan Stroovledder 17 te Dwingeloo

Transcriptie:

MITIGATIEPLAN Mitigatieplan fietsbrug Oog in Al te Utrecht

COLOFON OPDRACHT Mitigatieplan ten behoeve van de aanlanding van een fietsbrug in Oog in Al te Utrecht OPDRACHTGEVER Gemeente Utrecht Postbus 8406 3503 RK Utrecht Uw kenmerk : 13.001440 OPDRACHTNEMER LOO PLAN, voor bos, natuur en landschap Diepesteeg 4 6994 CD De Steeg tel.: 026 351 41 74 fax: 026 443 10 48 info@looplan.nl www.looplan.nl Ons kenmerk : 2013-654-05677 Datum : 1 maart 2013 Contactpersoon : A. Keyzer Contactpersoon Medewerking van Vormgeving : Marko Sinke : Arthur Hoffmann : Marianne Mooij

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 MAATREGELEN PER SOORT(GROEP) 4 2.1 ALPENWATERSALAMANDER 4 2.2 HUISMUS 4 2.3 GIERZWALUW 5 2.4 GEWONE DWERGVLEERMUIS EN LAATVLIEGER 6 2.5 SAMENVATTING UIT TE VOEREN MAATREGELEN 7 LITERATUURLIJST

MITIGATIEPLAN FIETSBRUG OOG IN AL 3 1 Inleiding De Gemeente Utrecht is voornemens om een fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal te laten aanlanden op het Victor Hugoplantsoen. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken, worden de twee aanwezige scholen gesloopt en zal één school op het plantsoen herbouwd worden. Voor de andere school is een locatie in Leidsche Rijn gevonden. Mogelijk hebben de plannen gevolgen voor aanwezige beschermde soorten. In 2013 wordt de aanwezigheid van de volgende soort(groep)en onderzocht: vleermuizen, broedvogels met jaarrond beschermde nesten en de Alpenwatersalamander. Dit is een conclusie uit een door de Gemeente zelf uitgevoerde quickscan, waarin gesteld is dat de aanwezigheid van deze soort(groep)en niet kan worden uitgesloten. Vooruitlopend op de resultaten van dit veldonderzoek wordt er een mitigatie/compensatieplan opgesteld. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat alle te verwachten soorten en functies in het plangebied aanwezig zijn. Het mitigatieplan wordt toegevoegd aan de bestemmingsplanprocedure. De burgers krijgen zo inzicht in de te nemen maatregelen om de gunstige staat van instandhouding van de betreffende soorten te waarborgen. Naar aanleiding van de resultaten van het veldbezoek wordt het document aangepast tot een definitief mitigatieplan. Dit volgt uit het gegeven, dat als de aanwezigheid van een soort niet vastgesteld wordt, er geen wettelijke grondslag is om de maatregelen te treffen. De in dit plan voorgestelde maatregelen kunnen dan geschrapt worden.

MITIGATIEPLAN FIETSBRUG OOG IN AL 4 2 Maatregelen per soort(groep) 2.1 Alpenwatersalamander De Alpenwatersalamander komt van nature voor in de omgeving van Nijmegen, Noord-Brabant, Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en waarschijnlijk Drente. Door uitzetting van terrarium- en vijverdieren komt de soort nu ook in andere delen van Nederland voor, waaronder Utrecht. Alpenwatersalamanders in Utrecht worden beschouwd als (nazaten) van introducties. Het plangebied behoort niet tot het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort. Er vindt geen voortplanting plaats in het projectgebied, maar wel in tuinvijvers in de nabije omgeving. Binnen het plangebied is mogelijk landhabitat aanwezig. MITIGATIE De Alpenwatersalamander is niet kritisch met betrekking tot landhabitat. Maatregelen bestaan uit de aanleg van een habitat met dicht struikgewas, waaronder bladmateriaal blijft liggen. In de directe omgeving van het plangebied is een keur aan habitats in tuinen en plantsoenen voorhanden. Plekken om te overwinteren worden gevonden onder steenhopen, houtstapels, in muren, onder bladhopen, in kelders, takkenmateriaal en vossen- en dassenholen. In het plangebied zullen vooral ophopingen van bladmateriaal in plantsoenen dienen als land- en winterhabitat. 2.2 Huismus Verschillende standplaatsfactoren vormen tezamen een goed functioneel leefgebied voor de huismus en omvat de volgende facetten: Er moet continu voedsel te vinden zijn in de directe omgeving (binnen 2,5 meter) van dekking. De dekking bestaat uit stekelige struiken, begroeide gevels of schuttingen en groenblijvende begroeiingen zoals klimop. Voldoende inheems groen en enkele grote bomen als leverancier van eiwitrijk voedsel (rupsen) voor de jongen. Niet teveel grote bomen. Altijd groenblijvende planten in hagen of gevelbegroeiing te gebruiken als collectieve slaapplek (en voor dekking). Droge, zandige plekken voor het nemen van een zandbad. Drinkwater. Dit alles moet dichtbij elkaar liggen, bij voorkeur binnen een straal van een paar honderd meter rond de plek waar gebroed wordt. Als gevolg van de sloop van de twee scholen gaan mogelijk alleen nestplaatsen verloren. Andere aspecten van het leefgebied blijven behouden. Het aantal huismussen is hier waarschijnlijk gering. In de nabijgelegen woonhuizen in de wijk is meer geschikte nestgelegenheid voorhanden.

MITIGATIEPLAN FIETSBRUG OOG IN AL 5 MITIGATIE Het aantal aangetroffen nesten zal, conform de Soortenstandaard huismus, met een factor twee gemitigeerd worden. In de sloop- en bouwfase zullen er tijdelijke voorzieningen aangebracht worden in de directe omgeving van het plangebied. De sloop van de scholen gebeurt gefaseerd. Tijdens de sloop van de Eben Haëzerschool kunnen in de Montessorischool maatregelen getroffen worden. De Montessorischool wordt pas na realisatie van de nieuwbouw gesloopt. Kunstmatige nestgelegenheden bestaan uit mussenvides, mussendakpannen of mussennestkasten. Er wordt gekeken in welke situatie welk middel het meest voor de hand ligt. De functionele werking van het tijdelijke verblijf zal hierbij leidend zijn. In de nieuwbouw worden permanente nestgelegenheden voor huismussen opgenomen. Ook hier geldt dat het aantal bestaande nesten met (minimaal) een factor twee wordt gecompenseerd. 2.3 Gierzwaluw Nesten van gierzwaluwen zijn in Nederland uitsluitend te vinden in allerlei menselijke bebouwing: onder dakpannen, in kieren en gaten in muren, maar ook in nestkasten. Als gevolg van de sloop van de scholen gaat een aantal nestplaatsen verloren. Andere aspecten van het leefgebied blijven behouden. Het aantal gierzwaluwennesten is gering. In de woonhuizen in de wijk is veel meer nestgelegenheid voorhanden. MITIGATIE Het aantal aangetroffen nesten zal, conform de Soortenstandaard gierzwaluw, met een factor vier gemitigeerd worden. In de sloop- en bouwfase zullen er tijdelijke voorzieningen aangebracht worden in de directe omgeving van het plangebied. Ook hier geldt dat de fasering van de werkzaamheden de mogelijkheid biedt om binnen het plangebied maatregelen te treffen. Er wordt gekozen voor gierzwaluwkasten of gierzwaluwdakpannen. Gekeken wordt in welke situatie welk middel het meest voor de hand ligt, waarbij de functionele werking van het tijdelijke verblijf leidend is. In de nieuwbouw zullen permanente nestgelegenheden voor gierzwaluwen worden ontworpen. Ook hier geldt dat het aantal bestaande nesten met (minimaal) een factor vier wordt gecompenseerd.

MITIGATIEPLAN FIETSBRUG OOG IN AL 6 2.4 Gewone dwergvleermuis en laatvlieger De gewone dwergvleermuis en laatvlieger zijn cultuurvolgers die hun verblijfplaatsen hebben in gebouwen. Deze verblijfplaatsen hebben verschillende functies. Zo vindt baren en zogen vooral in gebouwen plaats, het paren in weer andere gebouwen en ook de winter wordt in gebouwen doorgebracht. Het functionele leefgebied van deze soorten bestaat uit geschikte verblijfplaatsen en foerageergebied op korte afstand van deze verblijfplaatsen. De te slopen gebouwen kunnen de volgende functies voor de vleermuizen vervullen: Zomerverblijfplaats Kraamverblijfplaats Paarverblijfplaats Winterverblijfplaats MITIGATIE De mitigatie valt op te delen in drie fasen: Fase 1: voorafgaand aan de sloop Fase 2: sloopfase Fase 3: nieuwbouw In fase 1 worden, afhankelijk van de uitkomsten van het nader onderzoek, vervangende verblijfplaatsen (vleermuiskasten) opgehangen in de nabije omgeving van het plangebied. Het aantal verblijfplaatsen wordt met een factor vier vervangen. Voor de sloop van de Eben Haëzerschool kunnen -door de fasering van de werkzaamheden op de Montessorischool- maatregelen getroffen worden. De keuze voor het type vleermuiskast wordt conform de Soortenstandaard gewone dwergvleermuis gemaakt. Voor fase 2 worden de volgende eisen aangehouden. Er wordt gesloopt in de minst kwetsbare periode voor vleermuizen. Deze minst kwetsbare periodes zijn weersafhankelijk, maar globaal kan de periode half maart tot eind april en de periode augustus tot uiterlijk half november worden aangehouden. Voordat het gebouw in zijn geheel gesloopt wordt, worden er in de gevel gaten aangebracht die de vleermuizen ertoe moeten bewegen het gebouw te verlaten. Tevens worden boeiboorden of andere overstekken verwijderd. Eventueel worden ook houten kozijnen verwijderd. Daar waar er openingen in het gebouw aanwezig zijn, die niet verder gestript kunnen worden, worden exclusion flaps ingezet. Deze zorgen ervoor dat de vleermuizen het gebouw wel kunnen verlaten, maar er niet in kunnen terugkeren. Vervolgens wordt, als er zekerheid is dat er geen vleermuizen meer in het gebouw zitten, het gebouw in zijn geheel gesloopt. Voor de nieuwbouw (fase 3) worden eisen specifiek voor de vleermuizen meegenomen in het ontwerp. De voorzieningen voor vleermuizen moeten getroffen worden in de nieuwbouw van de school, waarbij de navolgende genoemde ontwerpprincipes leidend zijn.

MITIGATIEPLAN FIETSBRUG OOG IN AL 7 Voor de functie als winterverblijf de spouw tot en met de kelder doortrekken (1,80 meter beneden maaiveld). Spouw door laten lopen op hoekpunten van het gebouw, zodat de vleermuizen het hoekje om kunnen kruipen. Bij losse muurdelen (spouwen) horizontale dwarsverbindingen aanbrengen (met eveneens spouw) tussen de verschillende delen. Bij brede spouwen (> 5 cm) met plaatmateriaal compartimentering aanbrengen (compartimenten van 1,5 cm breed). Dit in het bovenste gedeelte (1,5 meter) van de spouw. Hiermee wordt de functionaliteit van een kraamverblijfplaats vergroot. Invliegopeningen op verschillende hoogtes aanbrengen. Expositie van de verblijfplaatsen en invliegopeningen van de oostzijde tot de westzijde (via de zuidzijde). De noordzijde is minder belangrijk, maar kan wel geschikt zijn, bijvoorbeeld als er verwarmingsbuizen langs de spouw lopen. De ontwerpprincipes zijn in samenspraak met de heer H. Limpens van de Zoogdiervereniging opgesteld. 2.5 Samenvatting uit te voeren maatregelen Soortgroep Functie Tijdelijke maatregelen Definitieve maatregelen Alpenwatersalamander Landhabitat In stand houden landbiotoop In stand houden landbiotoop Huismus Nest Nestkasten, mussenvides of speciale dakpannen Verblijfplaats mee ontwerpen in nieuwbouw Gierzwaluw Nest Nestkasten ophangen of speciale dakpannen Verblijfplaats mee ontwerpen in nieuwbouw toepassen Gewone dwergvleermuis en laatvlieger Sloopfase van de gebouwen Plaatsen van exclusion flaps en gaten boren Kraamverblijfplaats en zomerverblijfplaats Kraamkasten Verblijfplaats mee ontwerpen in nieuwbouw Paarverblijfplaats Paarkasten Verblijfplaats mee ontwerpen in nieuwbouw Winterverblijfplaats - Verblijfplaats mee ontwerpen in nieuwbouw

MITIGATIEPLAN FIETSBRUG OOG IN AL 8 Literatuurlijst 1. Creemers, R.C.M. & J.J.C.W. van Delft (red.), 2009 De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse Fauna 9 Nationaal Historisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey Nederland, Leiden 2. Dietz, C., O. von Helversen en D. Nill, 2009 Vleermuizen, alle soorten van Europa en Noordwest-Afrika 3. Gegevensautoriteit Natuur: gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) www.natuurloket.nl 4. Het Nederlandse Soortenregister www.nederlandsesoorten.nl 5. Limpens, H., K. Mosterd en W. Bongers, 1997 Atlas van de Nederlandse vleermuizen KNNV Uitgeverij, Utrecht 6. RAVON, 2007 Atlas reptielen en amfibieën in Gelderland 1985-2005 Stichting RAVON, Nijmegen 7. Soortenstandaard gewone dwergvleermuis 8. Soortenstandaard gierzwaluw 9. Soortenstandaard huismus 10. SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2002 Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000 Nederlandse Fauna 5 Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden 11. Vleermuisnet: het netwerk voor informatie over vleermuizen in Nederland www.vleermuis.net 12. Vleermuizen in de stad http://www.vleermuizenindestad.nl/node/48 13. www.telmee.nl 14. www.waarneming.nl 15. Zoogdiervereniging VZZ www.zoogdiervereniging.nl

Diepesteeg 4 6994 CD De Steeg telefoon 026 3514174 fax 026 4431048 info@looplan.nl www.looplan.nl KvK 09116798