M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T F wnb@rvo.nl Aanvraagnummer Betreft Beslissing op uw aanvraag Kenmerk FF/75C/2016/0608.pos.afw.sk Bijlagen 1 Geachte heer Kruithof, Op 30 november 2016 heeft u een ontheffing aangevraagd. Ik heb uw aanvraag met de aanvullingen van 23 december 2016 en 20 april 2017 beoordeeld. In deze brief licht ik dit nader toe en leest u wat mijn beslissing is. De Wet natuurbescherming Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht geworden. Het overgangsrecht in deze wet bepaalt dat aanvragen die onder de Flora- en faunawet zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen, worden beoordeeld volgens de Wet natuurbescherming. Dit kan van invloed zijn op dit besluit, omdat vanaf 1 januari 2017 een aantal soorten niet meer bij wet zijn beschermd of dat juist wel zijn geworden. Het kan ook zo zijn dat in uw projectgebied soorten voorkomen die beschermd zijn, maar waar u nu nog geen ontheffing voor heeft. In dat geval dient u mogelijk een aanvullende ontheffing aan te vragen bij het bevoegd gezag. Inhoud aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Actualiserende Natuurtoets Flora- en faunawet Beulakerweg 54 Giethoorn, gelegen in de gemeente Giethoorn. Het project betreft de realisatie van een logiesgebouw met bijgebouw. De werkzaamheden bestaan uit de sloop van de huidige woning en schuur, het bouwrijp maken van het terrein en de realisatie van nieuwbouw, bestaande uit een hoofdgebouw en bijgebouw. U vraagt ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 2 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft exemplaren van de huismus (Passer domesticus); alsmede van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 4 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrelllus pipistrellus) en de ruige dwergvleermuis (Pipistrelllus nathusii). Pagina 1 van 5

2 Besluit Ik kan u de gevraagde ontheffing niet verlenen, omdat er geen sprake is van overtreding van verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming. Dit houdt in dat het toegestaan is de voorgenomen werkzaamheden zonder ontheffing uit te voeren, mits de in deze brief genoemde maatregelen worden gerealiseerd. Gelet op het voorgaande wijs ik uw aanvraag voor een ontheffing ex artikel 3.1, lid 2 en 3.5, lid 4 van de Wet natuurbescherming af. De overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan dit besluit worden in bijlage 1 toegelicht. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 2 van 5

3 Bijlage 1: Overwegingen Wet natuurbescherming Functionaliteit van de nesten, voortplantings- of rustplaatsen Artikel 3.1, lid 2 Wet natuurbescherming Huismus De huismus is in het plangebied aangetroffen. In de westgevel van de te slopen woning is één nest van de soort vastgesteld. U stelt de volgende maatregelen voor om de functionaliteit van de nesten van de huismus te waarborgen: o Voor begin april 2017 zijn twee tijdelijke nestkasten opgehangen, binnen een straal van 110 meter van de te slopen bebouwing; o Bij de planning van de sloopwerkzaamheden wordt rekening gehouden met de kwetsbare periode (broedseizoen) van de huismus. Het broedseizoen van de huismus loopt globaal van maart tot en met augustus, maar afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. Een deskundige op het gebied van de huismus geeft de exacte periode van voortplanting aan. Er wordt niet gestart met de sloopwerkzaamheden wanneer er een broedgeval aanwezig is; o Voorafgaande aan de sloopwerkzaamheden wordt het aanwezige nest van de huismus ongeschikt gemaakt. Dit gebeurd niet in perioden dat er een broedgeval aanwezig is of vorst wordt verwacht; o De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een ecologisch werkprotocol en vinden plaats onder begeleiding van een ter zake kundige van een adviesbureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; o Er worden twee permanente alternatieven nesten, in vorm van op maat gemaakte inbouwnestkasten, gerealiseerd. Deze worden ingebouwd onder de nok van zowel de west- als oostgevel van het te realiseren bijgebouw en worden in de gevelbekleding verwerkt; o Twee jaar na de oplevering wordt middels een dagbezoek, in de periode van half maart tot half mei, gecontroleerd of er in de nieuwbouw exemplaren van de huismus broeden. Van de bevindingen wordt een notitie opgesteld en voorgelegd aan het bevoegd gezag. Indien blijkt dat de mitigatie niet geslaagd is worden aanvullende maatregelen genomen. De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. Door de werkzaamheden gaat één nest van de huismus verloren. Er zijn door u voldoende geschikte alternatieve nesten voor de huismus gerealiseerd, waar exemplaren van de huismus naar kunnen uitwijken. De tijdelijke nestkasten zijn begin april 2017 opgehangen, op 110 meter afstand van het huidige nest. Hierdoor is het aannemelijk dat exemplaren van de soort voldoende tijd hebben gehad om de kasten te vinden en in gebruik te nemen. In de nieuwbouw worden twee permanente alternatieve nesten, in vorm van op maat gemaakte inbouwnestkasten, gerealiseerd. Gelet op voorgaande is het aannemelijk dat de functionaliteit van het plangebied voor de huismus behouden blijft en dat exemplaren van de soort in de directe omgeving van het plangebied aanwezig blijven. Pagina 3 van 5

4 Door het uitvoeren van bovenstaande maatregelen wordt voorkomen dat er verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 2 van de Wet natuurbescherming overtreden worden. Een ontheffing is dan ook niet nodig. Artikel 3.5, lid 4 Wet natuurbescherming Gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis De gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn in het plangebied aangetroffen. In de te slopen woning is één zomer- en één paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en één paarverblijfplaats van de ruige dwergvleermuis vastgesteld. Het is niet uitgesloten dat deze verblijfplaatsen tevens in gebruik zijn door de soorten als winterverblijven gedurende milde winters. U stelt de volgende maatregelen voor om de functionaliteit van de voortplantingsof rustplaatsen van de soorten te waarborgen: o Uiterlijk half februari 2017 zijn twaalf houten vleermuiskasten geplaatst aan bomen en gebouwen, binnen een straal van 110 meter van de te slopen bebouwing; o De sloopwerkzaamheden vinden plaats in augustus. Bij de planning van de sloopwerkzaamheden wordt rekening gehouden met de kwetsbare perioden (kraamtijd, paartijd en winterrust) van de soorten; o Voorafgaand aan de sloop worden de huidige de voortplantings- of rustplaatsen ongeschikt gemaakt voor exemplaren van de soorten. Dit gebeurt doormiddel van het creëren van tocht, in een periode met gunstige weersomstandigheden (avonden met temperaturen >10 C, droge omstandigheden en geen tot weinig wind). De sloopwerkzaamheden vinden plaats wanneer alle exemplaren van de soorten de verblijfplaatsen hebben verlaten. Dit wordt bepaald door een deskundige op het gebied van de soorten; o De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een ecologisch werkprotocol en vinden plaats onder begeleiding van een ter zake kundige van een adviesbureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; o Er worden permanente alternatieve de voortplantings- of rustplaatsen, in de vorm van aangepaste spouwruimten in de nieuwbouw, gerealiseerd. De ruimte achter de gevelbekleding in de west- en oostgevel van het te realiseren hoofdgebouw wordt toegankelijk gemaakt voor de soorten. Dit gebeurd door het aanbrengen van een smalle, horizontale opening per gevel. Aanvullend wordt de spouw achter de houten gevelbekleding toegankelijk gemaakt, door het aanbrengen van minimaal zes ruime open stootvoegen per gevel. Daarnaast worden er vier ruime open stootvoegen aangebracht in het metselwerk van zowel de west- als oostgevel kopgevel van het hoofdgebouw, onder het boeideel van de rietenkap. o Twee jaar na de oplevering wordt middels twee nachtelijk onderzoeken gecontroleerd of de nieuwbouw dezelfde functie heeft voor de soorten. Er vindt één onderzoek plaats in de kraamtijd en één onderzoek in de paartijd. Van de bevindingen wordt een notitie opgesteld en voorgelegd aan het bevoegd gezag. Indien blijkt dat de mitigatie niet geslaagd is worden aanvullende maatregelen worden. De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. Pagina 4 van 5

5 Door de werkzaamheden gaan twee voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis en één voortplantings- of rustplaats van de ruige dwergvleermuis verloren. Er zijn door u voldoende geschikte alternatieve voortplantings- of rustplaatsen voor de soorten gerealiseerd, waar exemplaren van de soorten naar kunnen uitwijken. De tijdelijke vleermuiskasten zijn uiterlijk half februari 2017 opgehangen. Deze kasten zijn op 110 meter afstand van de huidige voortplantings- of rustplaatsen opgehangen, waardoor het aannemelijk is dat de exemplaren van de soorten voldoende tijd hebben gehad om de kasten te vinden en in gebruik te nemen. In de nieuwbouw worden permanente alternatieve voortplantings- of rustplaatsen, in de vorm van aangepaste spouwruimten in de nieuwbouw, gerealiseerd. Naast de mitigerende maatregelen zijn in de directe omgeving, langs de Beulakerweg, woningtypen aanwezig waarvan het aannemelijk is dat deze potentiele verblijfplaatsen bieden waar exemplaren van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis ook naar kunnen uitwijken. Doordat de soorten gebruik maken van een netwerk aan verblijfplaatsen is het, gelet op voorgaande, aannemelijk dat de functionaliteit van het plangebied voor de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis behouden blijft en dat exemplaren van de soorten in de directe omgeving van het plangebied aanwezig blijven. Door het uitvoeren van bovenstaande maatregelen wordt voorkomen dat er verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 4 van de Wet natuurbescherming overtreden worden. Een ontheffing is dan ook niet nodig Conclusie huismus, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis Dit houdt in dat het toegestaan is bovenstaande werkzaamheden zonder ontheffing uit te voeren, mits de in dit besluit genoemde maatregelen worden uitgevoerd. Dit besluit geldt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen. Dit besluit geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in dit besluit zelf niet anders is aangegeven. U dient direct contact op te nemen met het bevoegd gezag indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als beoordeeld bij dit besluit noodzakelijk zijn. Als u de maatregelen zoals genoemd in dit besluit niet uitvoert, heeft u (mogelijk) toch ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig. Pagina 5 van 5