Wetgeving ondiepe geothermie en wijzigingen VLAREL 12 mei Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Grondwaterbeheer

Vergelijkbare documenten
A) VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE AKTIVITEITEN OF INSTALLATIES BINNEN HET WATERWINGEBIED EN DE BESCHERMINGSZONE I

Recente en op til staande wijzigingen m.b.t. boringen/grondwaterwinningen

Vlaamse wetgeving m.b.t. ondiepe geothermie

L 64/52 NL Publicatieblad van de Europese Unie

HOOFDSTUK 12 GRONDWATER

WETGEVING ERKENNING BOORBEDRIJVEN EN BLIK OP NABIJE TOEKOMST. Ywan De Jonghe VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer - Dienst Grondwaterbeheer

Lijst van schadelijke stoffen in grondwaterbeschermingsgebieden

Geothermische boringen. Johan Verheyden, ing Zaakvoerder Verheyden bvba

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

2/MLAV1/ /MV/IAN/PVB Milieuvergunningen

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

LIJST VAN SCHADELIJKE STOFFEN (GRONDWATERBESCHERMING) Als schadelijke stoffen als genoemd in artikel 5.1 worden aangewezen

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

Bijlage R53 Grondwaterwinningen

AANVRAAGFORMULIER GEMEENTELIJKE SUBSIDIE WARMTEPOMP ... Telefoon thuis: telefoon overdag:.. Rekeningnummer:... . te 3630/3631 Maasmechelen

Het opsporen en winnen van aardwarmte. Krachtlijnen van een nieuw decreet

BIJLAGE IV: INZAKE DE BEOORDELING VAN DE KWALITEIT VAN HET MARIENE MILIEU

VROM Wet bodembescherming Ontwerp-Lozingenbesluit bodembescherming

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

Demo Geothermische Screeningstool

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

BIJLAGE STANDAARDFORMULIER VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN GEBRUIKSCERTIFICAAT VOOR HET GEBRUIK VAN EEN AFVALSTOF ALS SECUNDAIRE GRONDSTOF

(artikelen 2, 5 en 42 van titel I van het VLAREM) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE. 1. Exploitant (ingeval van overname: de overnemer)

de omgevingsvergunning partim milieu

Besluit van de Deputatie

BIJLAGE 9: BBT-GERELATEERDE EMISSIENIVEAUS (BBT-GEN)

VLAREM-trein 2013 Overzicht wijzigingen

A. Identificatie van de heffingsplichtige (1) Naam: Straat: Nr.: Busnr.: BTW-nummer M-dossiernummer (2)

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

De BIM gegevens : "Water in Brussel" September GRONDWATER

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

ERKENNING BOORBEDRIJVEN e-dov LOKET MELDPUNT BORINGEN. Tinneke De Rouck VMM dienst Grondwaterbeheer

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Het inrichtingenbegrip in Vlaanderen. Naam: Steven Betz Functie:Adviseur milieu & ruimtelijke ordening Datum: 22 april 2016

Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts

Doel van het formulier

Aanbevolen methoden voor de bepaling van elementen

DUURZAAMHEID door KWALITEIT

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Vlaamse overheid. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieuvergunningen. Jean Ferong Diensthoofd Limburg

Solepura is gelegen in de Noord centrale provincie van Sri Lanka, ruim 3 uur rijden vanaf vliegveld Colombo naar het Noorden.

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009)

Integrale tekst Afvalstoffenlijst

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem

Individuele kleinschalige Afvalwaterzuiveringsinstallatie (IBA):

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

Lijst met pakketten voor een laboratorium als vermeld in artikel 6, 5, e):

BIJLAGE B : Voorbeeld van een ingevulde melding

Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente Balen

MLAV1/ /MV/bd

Besluit van de Bestendige Deputatie

Het Verdrag van Bonn ter bescherming van de Rijn tegen chemische verontreiniging

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Handhaving pesticidendecreet en uitvoeringsbesluiten 02/05/2013 VMM

MLAV1/ /RP/si

Belgisch Staatsblad dd

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

Vergadering BVBB. 18 december 2018

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Hoofdstuk 1: Definities

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...

Vlarem-trein 2012 en 2013 ROGMV Harelbeke -Jabbeke

Pesticidenvrij terreinbeheer regelgeving

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Ponsterpunt: PS Onnen; rein 700 mm Periode: Datum:

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

edov meldpunt boringen Erkenning van boorbedrijven: rapporteringsverplichtingen

RICHTLIJN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN WERKPLAN

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A


Besluit van de Deputatie

Omgevingsverordening Limburg 2014/Wijzigingen hoofdstuk 4 inzake geothermie

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1977 betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen;

MLAV1/ /MV/lydr.

Besluit van de Deputatie

Bijlage V bij het VLAREBO-besluit van 14 december Bijlage V. Waarden voor vrij gebruik van bodemmaterialen

Bepaling van elementen met inductief gekoppeld plasma massa spectrometrie (ICP-MS)

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

MLAV1/ /RTH/vive

VERGUNNINGEN OP DE WERF. Simon November VCB 12 maart 2014

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

Voorbeeld van de bijlage bij de aangifte heffingsjaar 2014: Seizoensgebonden irrigatie in open lucht voor land- en tuinbouw in hoofdactiviteit

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.

Transcriptie:

Wetgeving ondiepe geothermie en wijzigingen VLAREL 12 mei 2015 Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Grondwaterbeheer

Opbouw 1. Wettelijke basis voor de reglementering 2. Bescherming van het grondwater 3. Welke rubriek 4. Voorwaarden 5. Erkenningsregeling 2

1.1 Grondwaterdecreet 1. Wettelijke basis voor de 1.2 Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid 1.3 Milieuvergunningendecreet reglementering 3

1.1 Grondwaterdecreet Decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer Definities Decretale basis bescherming grondwater (zie ook deel 2. Bescherming van het grondwater) Heffingen 4

1.2 Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Decretale basis van o.a. handhaving, toezicht, 5

1.3 Milieuvergunningendecreet Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning Decretale basis voor vergunningen en meldingen (procedures, voorwaarden, ) 6

2. Bescherming van het grondwater 2.1 Handelingen binnen waterwingebieden en beschermingszones 2.2 Belangrijkste elementen uit het VLAREM m.b.t. grondwaterbescherming 7

2.1Handelingen binnen de watergebieden en de beschermingszones In de waterwingebieden en beschermingszones type I zijn uitsluitend volgende handelingen toegelaten : 1 de handelingen die noodzakelijk zijn voor de productie van drinkwater; 2 de handelingen die de bescherming van het grondwater tot doel hebben; 3 de handelingen die de kwaliteit van het grondwater niet kunnen verontreinigen op voorwaarde dat : a) de betrokken drinkwatermaatschappij een gunstig advies verleent; b) het geen behandeling betreft, verboden overeenkomstig artikels 3 en 5. 8

2.1Handelingen binnen de watergebieden en de beschermingszones In de beschermingszones type II zijn de volgende handelingen verboden : 1 het direct lozen van stoffen van lijst I of II; 2 het indirect lozen, deponeren, opslaan op of in de bodem, uitstrooien en het vervoeren van stoffen van lijst I of II uitgezonderd indien : - bedoelde stoffen slechts in zulk een geringe hoeveelheid en concentratie de stoffen van lijst I of II bevatten, dat elk gevaar voor een verontreiniging van het ontvangende grondwater nu of in de toekomst is uitgesloten. De Vlaamse regering kan voor elke stof van lijst I of II deze hoeveelheid en concentratie vaststellen; - bedoelde stoffen nodig zijn voor de productie van drinkwater; - het opslag van koolwaterstoffen betreft, voor zover de opslagtank voldoet aan de bepalingen van titel II van het VLAREM; - bedoelde stoffen nodig zijn voor een normale bemesting van landbouwgronden, voor zover de bemesting gebeurt overeenstemming de bepalingen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en zijn uitvoeringsbesluiten. 3 het besproeien en bevloeien met afvalwaters; 9

2.1Handelingen binnen de watergebieden en de beschermingszones In de beschermingszones type II zijn de volgende handelingen verboden : 4 het inrichten van stortplaatsen; 5 het inrichten van begraafplaatsen; 6 het installeren van rioolwaterzuiveringsinstallaties of installaties voor verwerking van afval; 7 boringen, ontgrondingen, graafwerken van meer dan 2,50 m onder het maaiveld, uitgezonderd peilputten; 8 de opslag van drijfmest in ondergrondse of bovengrondse opslagruimten; 9 het gebruik van sleuf- grondsilo's; 10 het aanleggen van mestvaalten; 11 het aanleggen van leidingen met een minimumlengte van 100 m voor het transport van stoffen van de lijst I of II. 10

2.1Handelingen binnen de watergebieden en de beschermingszones In de beschermingszones type III zijn de volgende handelingen verboden : 1 het inrichten van stortplaatsen; 2 het direct lozen van stoffen van lijst I of II; 3 het indirect lozen, deponeren, opslaan op of in de bodem, uitstrooien en het vervoeren van stoffen van lijst I of II, uitgezonderd indien : - bedoelde stoffen slechts in zulk een geringe hoeveelheid en concentratie de stoffen van lijst I of II bevatten, dat elk gevaar voor een verontreiniging van het ontvangende grondwater nu of in de toekomst is uitgesloten. De Vlaamse regering kan voor elke stof van lijst I of II deze hoeveelheid en concentratie vaststellen; - bedoelde stoffen nodig zijn voor de productie van drinkwater; - het opslag van koolwaterstoffen betreft, voor zover de opslagtank voldoet aan de bepalingen van titel II van het VLAREM; - bedoelde stoffen nodig zijn voor een normale bemesting van landbouwgronden, voor zover de bemesting gebeurt overeenstemming de bepalingen van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (bijlage aan besluit met die beschermingszones waar geen beperking geldt). Wat verboden is in beschermingszone type II is vergunningsplichtig in beschermingszone type III 11

2.2 Belangrijkste elementen uit het VLAREM m.b.t. grondwaterbescherming Titels I en II van het VLAREM (uitvoeringsbesluiten van het Milieuvergunningendecreet) Rubriek 52 en afdelingen 2.4.3, hoofdstuk 4.3 van titel II van het VLAREM Directe lozing van stoffen van lijst I en II is verboden Indirecte lozing van stoffen van lijst I is verboden Indirecte lozing van stoffen van lijst II is vergunningsplichtig stoffen van lijst II van bijlage 2B kunnen slechts in het grondwater worden geloosd mits alle vereiste voorzorgsmaatregelen zijn getroffen opdat deze lozing: a) de gezondheid van de mens of de watervoorziening niet in gevaar kan brengen; b) het leven en de eco-systemen in het water niet kan schaden; 12 c) een ander rechtmatig gebruik van het water niet kan hinderen.

2.2 Belangrijkste elementen uit het VLAREM m.b.t. grondwaterbescherming Lijst I omvat de afzonderlijke stoffen van onderstaande families of groepen van stoffen, met uitzondering van die stoffen welke, gezien het geringe risico van toxiciteit, persistentie en bio-accumulatie, niet geschikt voor lijst I worden geacht. Dergelijke stoffen die gezien de toxiciteit, de persistentie en de bio-accumulatie geschikt zijn voor lijst II, moeten op die lijst worden opgenomen. 1. Organische halogeenverbindingen en stoffen waaruit in water dergelijke verbindingen kunnen ontstaan 2. Organische fosoforverbindingen 3. Organische tinverbindingen 4. Stoffen die in of via het water een kankerverwekkende, mutagene of teratogene werking hebben 5. Kwik en kwikverbindingen 6. Cadmium en cadmiumverbindingen 7. Minerale oliën en koolwaterstoffen 8. Cyaniden 13

2.2 Belangrijkste elementen uit het VLAREM m.b.t. grondwaterbescherming Lijst II omvat afzonderlijke stoffen en categorieën van stoffen van de onderstaande families en groepen van stoffen die een schadelijke werking op het grondwater zouden kunnen hebben. 1. De volgende metalloïden en metalen alsmede verbindingen daarvan: 1. Zink 2. Koper 3. Nikkel 4. Chroom 5. Lood 6. Selenium 7. Arsenicum 8. Antimoon 9 Molybdeen 10. Titaan 11. Tin 12. Barium 14

2.2 Belangrijkste elementen uit het VLAREM m.b.t. grondwaterbescherming Lijst II omvat afzonderlijke stoffen en categorieën van stoffen van de onderstaande families en groepen van stoffen die een schadelijke werking op het grondwater zouden kunnen hebben. 1. De volgende metalloïden en metalen alsmede verbindingen daarvan: 13 Beryllium 14. Borium 15. Uranium 16. Vanadium 17. Kobalt 18. Thallium 19. Tellurium 20. Zilver 2. Biociden en derivaten daarvan, die niet in lijst I genoemd zijn 3. Stoffen met een schadelijke werking op de smaak en/of de geur van het grondwater alsmede verbindingen waaruit dergelijke stoffen in het water kunnen ontstaan en die het water ongeschikt voor menselijke consumptie kunnen maken. 15

2.2 Belangrijkste elementen uit het VLAREM m.b.t. grondwaterbescherming Lijst II omvat afzonderlijke stoffen en categorieën van stoffen van de onderstaande families en groepen van stoffen die een schadelijke werking op het grondwater zouden kunnen hebben. 4. Organische siliciumverbindingen die toxisch of persistent zijn en stoffen waaruit dergelijke verbindingen in het water kunnen ontstaan, met uitzondering van die welke biologisch onschadelijk zijn of die in het water snel worden omgezet in onschadelijke stoffen. 5. Anorganische fosforverbindingen en elementair fosfor. 6. Fluoriden. 7. Ammoniak en nitrieten 16

3. Welke rubriek? 3.1 Indelingslijst (bijlage 1 aan titel I van het VLAREM) 3.2 Stroomschema rubriek 55.1 17

3.1 Indelingslijst Rubriek 53.6 Rubriek 55.1 18

Rubriek 53.6 53.6. grondwaterwinning voor thermische energieopslag in watervoerende lagen Maximaal 30.000m³/jaar (2) Meer dan 30.000m³/jaar (1) 19

53.11 werken voor onttrekken van grondwater Rubriek 53.6 Grondwateronttrekkingen van netto meer dan 2.500m³/dag (1) Grondwateronttrekkingen met capaciteit van 1.000m³/dag en meer als er aanzienlijke invloed kan zijn op kustduinen of betekenisvolle aantasting van SBZ mogelijk is (1) 20

Rubriek 55.1 55.1 verticale boringen Tot diepte volgens dieptecriterium en buiten beschermingszone type III (3) Dieper dan dieptecriterium (en minder dan 500 meter) of binnen beschermingszone type III (2) Uitzonderingen (deze zijn niet-ingedeeld => vwn uit hoofdstuk 6.9 van VLAREM II): o.a. boringen in het kader van thermische energieopslag in boorgaten waarvan de diepte beperkt blijft tot maximaal het dieptecriterium zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies aan dit besluit en gelegen buiten een beschermingszone type III 21

Dieptecriterium rubriek 55.1 vroegere kaart 22

Dieptecriterium rubriek 55.1 huidige kaart 23

3.2 Stroomschema rubriek 55.1 3. Welke rubriek? 24

Is de boring gelegen binnen waterwingebied of in een beschermingszones type I of type II en is de boring meer dan 2,5 meter diep? Ja Verboden! N e e n Betreft het een boring die onder de uitzonderingen van rubriek 55.1 valt? J a Bepaling rubriek 55.1 55.1.1 => klasse 3 rubriek Ja Neen Diepte van alle boringen telkens dieptecriterium en gelegen buiten beschermingszone type III N e e n 55.1.2 => klasse 2 rubriek Betreft het een boring in het kader van thermische energieopslag in boorgaten? N e e n Niet-ingedeelde boring Ja Ja N e e n Diepte van alle boringen telkens dieptecriterium en gelegen buiten beschermingszone type III

Uitzonderingen rubriek 55.1 boringen voor de aanleg van peilputten in het kader van bodem- en grondwateranalyses; boringen voor de aanleg van peilputten ter naleving van de milieuvoorwaarden voor de exploitatie van inrichtingen; boringen ter naleving van wettelijke verplichtingen; geotechnische boringen voor het onderzoek naar de stabiliteit van de grond; boringen in het kader van thermische energieopslag in boorgaten waarvan de diepte beperkt blijft tot maximaal het dieptecriterium zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies aan dit besluit en gelegen buiten een beschermingszone type III Terug naar bepaling rubriek 55.1

4.1 Rubriek 53.6: hoofdstuk 5.53 4.2 Rubriek 55.1: hoofdstuk 5.55 4.3 niet-ingedeelde inrichtingen 4.4 code van goede praktijk 4 Voorwaarden 27

4.1 Voorwaarden rubriek 53.6 Winning van grondwater: hoofdstuk 5.53 1. algemene bepalingen 2. algemene voorwaarden 3. debietmeting 4. grondwaterwinningen > 30.000 m³/jaar 5. aanleg, wijziging, verbouwing, buitendienststelling 6. specifieke voorschriften 7. bijzondere voorwaarden 28

1. Algemene bepalingen goed vakmanschap vereist voor de aanleg van een grondwaterwinning schade te voorkomen Binnen waterwingebied type I en II verbod op boringen dieper dan 2,5m 29

2. Algemene voorwaarden Boorgaten af te dichten - kleistoppen te voorzien grondwaterpeil moet steeds, zowel in werking als in rust kunnen gemeten worden (peilbuis, tenzij afwijking bekomen) herboren van putten in bepaalde omstandigheden toegelaten 30

3. Debietmeting Locatie is geregeld via specifieke voorwaarden meetinrichting moet van een voorgeschreven type zijn of moet expliciet aanvaard worden allerhande bepalingen m.b.t. plaatsing, aflezing, ijking, onderhoud, vervanging, verzegeling, registratie van de meterstanden 31

4. Grondwaterwinningen Verplichting tot aanleggen van peilput(ten) >30.000m³/jaar maximum afpompingspeil kan worden opgelegd 32

5. Aanleg, wijziging, 33 verbouwing, buitendienststelling Afdekken om verontreiniging te voorkomen + afdeling van VMM, bevoegd voor grondwater, verwittigen wanneer gevaar voor verontreiniging : verplichting tot opvullen volgens code van goede praktijk (bijlage 5.53.1 aan titel II van het VLAREM) Toezichthouder 2 dagen tevoren verwittigen

6. Specifieke voorschriften Thermische energieopslag in watervoerende laag: Onderafdeling 5.53.6.2, van titel II van het VLAREM Dimensioneren Nazicht en onderhoud (periodiek, afhankelijk van ligging) Retour in zelfde laag Grondwater fysiek gescheiden van water in gebouwsysteem drukmonitoring en veiligheid Debietmeter(s) 34

6. Specifieke voorschriften Thermische energieopslag in watervoerende laag: Onderafdeling 5.53.6.2, van titel II van het VLAREM Temperatuur (25 C) Spui (500m³ per put per jaar) Regeneratie Niet herinjecteren niet onttrekken! 35

6. Specifieke voorschriften Thermische energieopslag in watervoerende laag: Onderafdeling 5.53.6.2, van titel II van het VLAREM Klasse 1: analyses en peilmetingen, registratie van temperatuur- en drukmetingen en werking drukbeveiliging Overgang voor vergunde inrichtingen tot 1 januari 2015 36

7. Bijzondere voorwaarden Winning van grondwater: hoofdstuk 5.53 Mogelijke bijzondere voorwaarden: datalogger contactelektrode 37

4.2 Voorwaarden rubriek 55 Boringen: hoofdstuk 5.55 Verbod dieper dan 2,5m in beschermingszones type I en II Volgens code van goede praktijk (bijlage 5.53.1 aan titel II van het VLAREM) Boorgaten af te dichten volgens cvgp! 38

4.2 Voorwaarden rubriek 55 Boringen: hoofdstuk 5.55 Afdekken om verontreiniging te voorkomen + afdeling van VMM, bevoegd voor grondwater, verwittigen wanneer gevaar voor verontreiniging : verplichting tot opvullen volgens code van goede praktijk (bijlage 5.53.1 aan titel II van het VLAREM) Toezichthouder 2 dagen tevoren verwittigen 39

Specifieke voorwaarden Thermische energieopslag in boorgaten: Afdeling 5.55.2, van titel II van het VLAREM Dimensioneren Nazicht en onderhoud (periodiek, afhankelijk van indeling) Overgang voor vergunde inrichtingen tot 1 januari 2015 40

Specifieke voorwaarden Thermische energieopslag in boorgaten Materiaal- en constructievereisten Leidingen inert Inbouwen van leidingen met haspel of wiel (of methode opgenomen in vergunning) Opvullen met vorstbestendige grout met doorlatendheid van maximaal 10-8 m/s (afwisseling van kleistoppen en zand is niet meer toegelaten) 41

Specifieke voorwaarden Thermische energieopslag in boorgaten Materiaal- en constructievereisten Opvulling laten uitharden voor ingebruikname Druktesten 42

Specifieke voorwaarden Thermische energieopslag in boorgaten Vullen van leidingen met water en eventueel antivriesmiddel: monopropyleenglycol bietenderivaat Drukmonitoring met veiligheid Overgang voor vergunde inrichtingen tot 1 januari 2015 43

4.3 niet-ingedeelde inrichtingen 4 Voorwaarden goed vakmanschap vereist voor de aanleg van een grondwaterwinning werken volgend code van goede praktijk Cementeren (zie cvgp!) druktesten en drukmonitoring monopropyleen of bietensap als antivriesmiddel 44

4 Voorwaarden 4.4 code van goede praktijk (bijlage 5.53.1 aan titel II van het VLAREM), enkele aandachtspunten: Vooronderzoek naar kabels leidingen (KLIP-KLIM, 2m voorgraven) Weet welke boortechniek te gebruiken Noteer # boorstangen (essentieel om te weten hoe diep je zit) Noteer waarnemingen => Boorverslag!!!, maar ook om filterstelling correct te kiezen, welke omstorting nodig is (filterzand, waar kleistoppen, ) Enkel met zuiver water boren Gebruik stortkokers bij aanvullen (afh. van de diepte), bij grouten steeds onder druk vullen van onder uit 45

4 Voorwaarden 4.4 code van goede praktijk (bijlage 5.53.1 aan titel II van het VLAREM), enkele aandachtspunten: Zorg voor degelijke toezichtskamer (toegankelijk, ruim, droog, ) Opvullen van putten met slurry/grout (tenzij zéér ondiep of gedetailleerd putschema gekend => goedkeuring vragen) Specifieke voorwaarden voor bodemlussystemen: Inerte leidingen met voldoende levensduur inlaten met haspel of geleidingswiel Opvullen onder druk met vorstbestendig vulmiddel dat geattesteerde doorlatendheid heeft van minder dan 10-8 m/s Attest bij boorverslag Minimaal 3 druktesten druktesten en drukmonitoring monopropyleen of bietensap 46 als antivriesmiddel

Recente en geplande wijzigingen in VLAREL Rechtspersoon is niet langer vereiste In ontwerp-vlarem-trein 2015 erkenning niet meer verplicht voor funderingsboringen Aanpassing van de nummering van de artikels (geen inhoudelijke wijziging) 47

Vragen? grondwater@vmm.be 48