1
Inhoudsopgave VOORBEREIDING... 3 HANDELINGEN OM DE CAMERA FILMKLAAR TE MAKEN:... 5 OPNAMETECHNIEK... 9 CAMERAVIEW... 11 2
Voorbereiding Voordat je begint met filmen moet er een aantal zaken geregeld zijn: 1. Zorg ervoor dat je de benodigde apparatuur reserveert. Dit kun je doen bij de conciërge of desbetreffende docent. De benodigde apparatuur is: Camera (zie foto 1) foto 1 Tape (zie foto 2) foto 2 3
Accu( s). Zorg ervoor dat de accu s zijn opgeladen. Let er dus op dat er een acculader bij de hand is. (zie foto 3) foto 3 2. Zorg ervoor dat je de locatie waar je wilt filmen kan gebruiken. Let op de volgende punten: de locatie moet bekend zijn; maak een afspraak en/of reserveer de locatie; er moet voldoende licht zijn voor het filmen anders worden de opnames onduidelijk; zorg dat er niet te veel achtergrondgeluid is zodat het benodigde geluid helder is. 3. Zorg ervoor dat je de taken goed verdeelt. Je hebt 3 verschillende soorten taken: Cameraman/vrouw Interviewer Als laatste de persoon die wordt gefilmd en geïnterviewd. Als je iemand gaat interviewen moet je wel van tevoren bedenken wat je wilt gaan vragen. Bijvoorbeeld: Waarom iemand het zo doet. Als je dat allemaal geregeld hebt kan je bijna beginnen met filmen. Het enige dat nog gedaan moet worden is de camera filmklaar maken. Om dat te doen, verricht je de volgende handelingen. 4
Handelingen om de camera filmklaar te maken: 1. Doe de accu in de camera, dit zit aan de achterkant van de camera.(zie foto 4) foto 4 2. Nadat de accu in de camera zit kan je het bandje erin doen. De plek waar het bandje in gaat is aan de bovenkant van de camera. Daar zit een schuifknopje, door deze naar voren te duwen gaat deze open en klapt de lade er vanzelf uit. Hier doe je het bandje in, met de spoelen naar de binnenkant. foto 5 5
3. Nu het bandje in de camera zit, wordt het tijd om te camera in te stellen zodat deze klaar is voor gebruik. Als eerste zet je de camera aan. Dit wordt gedaan aan de bovenkant van de camera (zie foto 6). De camera zet je aan door het kleine knopje in te drukken en dan naar rechts te bewegen. Je ziet ook dat er dan een lichtje begint te branden. foto 6 4. De volgende stap voor het instellen is de camerastand. Deze moet op automatisch staan. (zie foto 7) foto 7 6
5. Daarnaast moet de draaiknop aan de achterkant van de camera op filmen staan (zie foto 8). Deze wordt weergeven met een plaatje van een camera. De knop ernaast is de record knop voor het filmen (in het midden van het plaatje). foto 8 6. De zoomknop zit net zoals de aan/uit knop aan de bovenkant van de camera. Door deze knop naar links te bewegen zoom je uit, naar rechts zoom je in. LET OP ZOOM NIET TIJDENS HET FILMEN (zie foto 9) foto 9 7
7. Je bent nu klaar om te filmen. Vergeet tijdens het filmen het kapje er niet af te halen! (zie foto 10) foto 10 Als je op REC drukt op de camera krijg je niet automatisch de benodigde beelden. Denk daarom eerst goed na voordat je begint te filmen. Welke shots heb je nodig om in beeld te brengen en wat wil je laten zien? Spaar jezelf wel; film alleen de beelden die nodig zijn. Anders moet je achteraf veel tijd besteden aan de montage. 8
Opnametechniek 1. Kijk nog een keer of de camera op automaat staat. (Zie foto 11) foto 11 De camera regelt nu het licht zoveel mogelijk zelf. Maar je moet wel opletten dat je ook zelf kan bepalen hoe het lichtval eruit komt te zien. LET GOED OP de belichting wanneer je een persoon filmt. 2. Zet mensen nooit voor het raam of voor de zon. Als je dit doet kan je schaduwen krijgen. 3. Je moet nooit in een ruimte filmen waar lawaai is of waar je lawaai kan verwachten. 4. Sluit een microfoon aan. 9
5. Plug een koptelefoon in de camera. 6. Test het geluid door de koptelefoon op te zetten en iemand wat laten zeggen door de microfoon. 7. Begin nu met het filmen door op REC te drukken. REC KNOP 8. Als je twijfelt of een opname/take goed gelukt is, doe het dan nog een keer opnieuw. 9. Film alleen wat nodig is. Laat de REC knop NIET aanstaan. Druk op REC als je weer wat wilt opnemen. 10. Na het filmen label je het bandje met een stickertje. Daar schrijf je het onderwerp op wat je gefilmd hebt. 10
Cameraview Totaal shot: Een totaal shot laat een overzicht zien van de situatie. Zet een persoon bijvoorbeeld links of rechts van het midden in beeld. Medium shot: Een medium shot is bedoeld om personen of objecten te volgen die iets doen of zeggen. De aandacht wordt gericht op de persoon of het object en de omgeving is niet zo belangrijk meer. Close-up: Een voorbeeld van een close-up is alleen het gezicht van een persoon. 11
Montage Het monteren van de gemaakte opnames wordt gedaan met het programma Windows Movie Maker (WMM). Dit staat standaard op elke pc. Het is een redelijk gemakkelijk programma en volstaat voor het doel dat we met de opnames willen bereiken, namelijk competenties tonen. Hieronder wordt stapsgewijs uitgelegd hoe je te werk moet gaan met het programma WMM: Inladen video: 1. Op het programma WMM (Start ---> Programma s ---> Windows Movie Maker) 2. Sluit de camera aan met de computer via een firewire kabel. (zie foto 12) foto 12 Zet daarna de camera aan. 12
3. Vervolgens opent het volgende scherm zich in WMM (Capture Video File): Als dit niet het geval is kun je dit scherm openen via File ---> Capture video of met de shortcut ctrl + r in WMM. 4. Er staat nu untitled onder file name (bestandsnaam). Geef het bestand een duidelijke naam. 5. Druk op browse en maak een map aan in Mijn Documenten met je naam en de naam van het project (bv: Janssen_Competentie Samenwerken). 13
6. Zet de camera in de PLAY stand (de stand waarmee je beelden terugkijkt). 7. Druk op Next. Laat de instellingen van het scherm dat volgt zoals ze zijn en druk nogmaals op Next. Ook bij het scherm dat nu volgt laat je de instellingen zoals ze zijn. Druk nogmaals op Next. 8. Nu wordt het bandje vanzelf teruggespoeld indien dat nog niet is gedaan. Na het terugspoelen worden de opnames ingeladen. Laat de tape afspelen tot het einde van de opname. Druk op finish (indien er nog opnames na jouw film zijn, druk op Stop Capture). Nu zijn de opnames ingeladen en zijn ze vervolgens gelijk in het programma geïmporteerd. 9. Save het project (File ---> Save project of Ctrl + S). 14
Windows Movie Maker functionaliteiten: 1. Het bewerken van video in WMM wordt gedaan via Collections. Hier staan de video s. 2. Sleep vervolgens het beeld of beelden die je wilt gebruiken op de tijdlijn. 15
3. Je kunt de beelden verkorten op de tijdlijn door de rand van het geselecteerde filmpje heen en weer te slepen. Dit kan ook door het filmpje te knippen via deze knop: 4. Als een Video Effect gewenst is kan dit via het Video Effect menu. Sleep het effect op de gewenste video op de tijdlijn. 16
5. Als een Video Transition (video overgang) gewenst is kan dit via het Video Transitions menu. Sleep de overgang voor of na de gewenste video op de tijdlijn. 6. Als je een plaatje wil toevoegen aan je productie, moet je het plaatje importeren in Collection. Dit doe je door het plaatje van de computer te slepen in het programma. Eenmaal in het programma sleep je de file naar de tijdlijn. 7. Als je audio/muziek wil toevoegen aan je productie, moet je de audio/muziek file importeren in Collection. Dit doe je door de audio file van de computer te slepen in het programma. Eenmaal in het programma sleep je de file naar de Audio/Music tijdlijn. Opslaan Video: 1. Als de film naar wens is save je deze op de computer. Dit staat onder TASK (3. Finish Movie ---> Save to my computer). 2. Geef de film een passende naam (bv: JANSSEN_CompetentieSamenwerken_030309) en sla het op in dezelfde folder waar al jouw bestanden staan (Browse ---> Mijn Documenten ---> Janssen_Competentie Samenwerken ). Druk hierna op Next >. 3. Selecteer Other Settings en zet het menu op DV-AVI (PAL) (zie afbeelding) en druk op Next >. Nu wordt de video opgeslagen op de gewenste locatie. 17
4. Upload de video vervolgens naar het online netwerk, zodat medeleerlingen en docenten je film kunnen bekijken. 18