Publicatieblad van de Europese Unie

Vergelijkbare documenten
L 328/86 Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 219/5

Hierbij gaat voor de delegaties document D049730/04 ANNEX 1.

Publicatieblad van de Europese Unie L 318/19

Hierbij gaat voor de delegaties document D049730/04.

RICHTLIJN 2002/32/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PB L 140 van , blz.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJN 2002/32/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding. (PB L 140 van , blz.

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 289/33

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (13.12) (OR. en) 17677/12 DENLEG 121 SAN 329

Hierbij gaat voor de delegaties document D048570/03.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie

Productschap Diervoeder

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Vochtgehalte FOSFA FAPAS / Olie /

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

(Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJN 2002/32/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2016 (OR. en)

Productschap Diervoeder

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2016 (OR. en)

(Voor de EER relevante tekst)

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

(Voor de EER relevante tekst)

Productschap Diervoeder

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

(Voor de EER relevante tekst)

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 31 juli 2014 (OR. en)

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

(Voor de EER relevante tekst)

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 2/3

voor alle diersoorten als toevoegingsmiddel voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2016 (OR. en)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13267/11 DE LEG 109

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 159/7

(Voor de EER relevante tekst)

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 28 maart 2017 (OR. en)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

principes planning 2011 resultaten 2010

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Publicatieblad van de Europese Unie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/798/EU)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

Geconsolideerde TEKST

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2009 (23.11) (OR. fr) 16333/09 AGRILEG 220 DENLEG 120

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening vergoedingen en bijdragen assurantiebemiddelingsbedrijf 2004 (RE 4) 2

Lijst van verrichtingen behorend bij GMP+ B10 certificatie

(Voor de EER relevante tekst)

Transcriptie:

7.2.2015 L 31/11 VERORDENING (EU) 2015/186 VAN DE COMMISSIE van 6 februari 2015 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten voor arseen, fluor, lood, kwik, endosulfan en Ambriosazaden (Voor de EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding ( 1 ), en met name artikel 8, lid 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 2002/32/EG verbiedt het gebruik van producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren waarvan het gehalte aan ongewenste stoffen de in bijlage I bij die richtlijn vermelde maximumgehalten overschrijdt. (2) Er zijn nieuwe gegevens verstrekt waaruit blijkt dat de huidige maximumgehalten aan arseen, fluor en lood niet haalbaar zijn voor koolzure zeeschelpen. Daarom dienen de maximumgehalten aan arseen, fluor en lood in koolzure zeeschelpen te worden verhoogd om ervoor te zorgen dat koolzure zeeschelpen beschikbaar zijn voor diervoeding terwijl een hoog niveau van bescherming van de dier- en volksgezondheid gegarandeerd blijft. (3) De petfoodindustrie gebruikt veel neven- en bijproducten van de voedingsmiddelenindustrie als grondstoffen voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren om te zorgen voor een evenwichtige voeding voor honden of katten die tegemoetkomt aan hun behoeften wat betreft aminozuren, koolhydraten, eiwitten, mineralen, sporenelementen en vitaminen. De huidige maximumgehalten aan kwik voor deze neven- en bijproducten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren zijn strenger dan het maximumgehalte aan kwik dat van toepassing is op het vlees van vis voor menselijke consumptie. Daarom is er een ontoereikend aanbod aan neven- en bijproducten die in overeenstemming zijn met het maximumgehalte aan kwik voor gebruik in voeder voor gezelschapsdieren; daardoor moeten kleinere vissen met een lager kwikgehalte worden gebruikt voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren, wat in strijd is met de beginselen van duurzame visserij. Derhalve dient het maximumgehalte voor kwik in vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten die bestemd zijn voor de productie van mengvoeders voor honden, katten, siervissen en pelsdieren te worden aangepast terwijl een hoog niveau van bescherming van de diergezondheid gegarandeerd blijft. (4) Bij de beoordeling van de recente gegevens over de aanwezigheid van endosulfan in voedermiddelen is gebleken dat het maximumgehalte aan endosulfan in oliehoudende zaden en mais en daarvan afgeleide producten kan worden verminderd. (5) Een voetnoot over de aanwezigheid van Ambrosiazaden in voedermiddelen werd bij Verordening (EU) nr. 1275/2013 van de Commissie ( 2 ) per vergissing geschrapt uit bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. In de praktijk is gebleken dat sommige bepalingen van de voetnoot moeten worden versterkt om te voorkomen dat Ambrosiazaden in het milieu worden verspreid. De voetnoot dient dan ook opnieuw in die bijlage te worden opgenomen. (6) Richtlijn 2002/32/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. (7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, ( 1 ) PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10. ( 2 ) Verordening (EU) nr. 1275/2013 van de Commissie van 6 december 2013 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten voor arseen, cadmium, lood, nitrieten, vluchtige mosterdolie en schadelijke botanische verontreinigingen (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 86).

L 31/12 7.2.2015 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 6 februari 2015. Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER

7.2.2015 L 31/13 BIJLAGE Wijzigingen van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG Bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG wordt als volgt gewijzigd: 1) Punt 1 van afdeling I, Arseen, wordt vervangen door: Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van diervoeder met een vochtgehalte van 12 % 1. Arseen ( 1 ) Voedermiddelen gemalen grasmeel, luzernemeel en klavermeel alsmede al dan niet gemelasseerde gedroogde suikerbietenpulp; 2 4 palmpitschilfers; 4 ( 2 ) fosfaten, koolzure algenkalk; 10 ( 10 ); koolzure zeeschelpen; 15 magnesiumoxide; magnesiumcarbonaat; 20 vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten; 25 ( 2 ) gemalen gedroogd zeewier en voedermiddelen op basis van zeewier. 40 ( 2 ) Als tracer gebruikte ijzerpartikels 50 Toevoegingsmiddelen voor diervoeding, behorende tot de functionele groep Verbindingen van sporenelementen koper(ii)sulfaat-pentahydraat; koper(ii)carbonaat; dikoperchloridetrihydroxide; ijzer(ii)carbonaat; 30 50 zinkoxide; mangaanoxide; koperoxide. 100 Aanvullende diervoeders 4 minerale diervoeders; 12 aanvullende diervoeders voor gezelschapsdieren die vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten en/of gemalen gedroogd zeewier en van zeewier afgeleide voedermiddelen bevatten; formuleringen met langdurige afgifte voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel en een concentratie sporenelementen die meer dan honderd keer hoger is dan het vastgestelde maximumgehalte voor volledige diervoeders. Volledige diervoeders 10 ( 2 ) 30 2 volledige diervoeders voor vis en pelsdieren; 10 ( 2 ) volledige diervoeders voor gezelschapsdieren die vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten en/of gemalen gedroogd zeewier en van zeewier afgeleide voedermiddelen bevatten. 10 ( 2 )

L 31/14 7.2.2015 2) Punt 3 van afdeling I, Fluor, punt 4 van afdeling I, Lood, en punt 5 van afdeling I, Kwik, worden vervangen door: Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van diervoeder met een vochtgehalte van 12 % 3. Fluor ( 7 ) Voedermiddelen voedermiddelen van dierlijke oorsprong met uitzondering van zeewaterschaaldieren zoals krill; koolzure zeeschelpen; 150 500 zeewaterschaaldieren zoals krill; 3 000 fosfaten; 2 000 ( 10 ); 350 magnesiumoxide; 600 koolzure algenkalk. 1 000 Vermiculiet (E 561) 3 000 Aanvullende diervoeders: bevattende 4 % fosfor ( 8 ); 500 bevattende > 4 % fosfor ( 8 ). 125 per 1 % fosfor ( 8 ) Volledige diervoeders 150 volledige diervoeders voor varkens; 100 volledige diervoeders voor pluimvee (met uitzondering van kuikens) en vis; 350 volledige diervoeders voor kuikens; 250 volledige diervoeders voor runderen, schapen en geiten die zogen; 30 andere. 50 4. Lood ( 11 ) Voedermiddelen 10 groenvoeder ( 3 ); 30 fosfaten, koolzure algenkalk en koolzure zeeschelpen; 15 ( 10 ); 20 gist. 5 Toevoegingsmiddelen voor diervoeding, behorende tot de functionele groep Verbindingen van sporenelementen 100 zinkoxide; 400 mangaan(ii)oxide, ijzer(ii)carbonaat, koper(ii)carbonaat. 200 Toevoegingsmiddelen voor diervoeding, behorende tot de functionele groepen Bindmiddelen en Antiklontermiddelen 30 clinoptiloliet van vulkanische oorsprong; natroliet-fonoliet 60 Voormengsels ( 6 ) 200

7.2.2015 L 31/15 Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Aanvullende diervoeders Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van diervoeder met een vochtgehalte van 12 % 10 minerale diervoeders; 15 formuleringen met langdurige afgifte voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel en een concentratie sporenelementen die meer dan honderd keer hoger is dan het vastgestelde maximumgehalte voor volledige diervoeders. 60 Volledige diervoeders 5 5. Kwik ( 4 ) Voedermiddelen 0,1 vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten; 0,5 ( 13 ) ( 10 ) Mengvoeders 0,3 0,1 minerale diervoeders; 0,2 mengvoeders voor vis; 0,2 mengvoeders voor honden, katten, siervissen en pelsdieren. 0,3 3) De volgende eindnoot 13 wordt toegevoegd aan het einde van afdeling I: ( 13 ) Het maximumgehalte geldt op basis van vers gewicht voor vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten die bestemd zijn voor de productie van mengvoeders voor honden, katten, siervissen en pelsdieren. 4) Punt 6 van afdeling IV, Endosulfan, wordt vervangen door: Ongewenste stoffen 6. Endosulfan (som van alfa- en bèta-isomeer en van endosulfansulfaat, uitgedrukt als endosulfan) Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Voedermiddelen en mengvoeders katoenzaad en producten afkomstig van de verwerking daarvan, met uitzondering van ruwe katoenzaadolie; soja en producten afkomstig van de verwerking daarvan, met uitzondering van ruwe sojaolie; Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van diervoeder met een vochtgehalte van 12 % 0,1 0,3 0,5 ruwe plantaardige olie; 1,0 volledige voeding voor vissen, met uitzondering van zalmachtigen; volledige voeding voor zalmachtigen. 0,005 0,05

L 31/16 7.2.2015 5) Afdeling VI, Schadelijke botanische verontreinigingen, wordt vervangen door: AFDELING VI: SCHADELIJKE BOTANISCHE VERONTREINIGINGEN Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van diervoeder met een vochtgehalte van 12 % 1. Onkruidzaden en niet gemalen of verpulverde vruchten die alkaloïden, glucosiden of andere giftige stoffen bevatten, afzonderlijk of tezamen, waaronder: Voedermiddelen en mengvoeders 3 000 Datura sp 1 000 2. Crotalaria spp. Voedermiddelen en mengvoeders 100 3. Zaden en doppen van Ricinus communis L., Croton tiglium L. en Abrus precatorius L., alsook de door verwerking ervan verkregen bijproducten ( 1 ), afzonderlijk of tezamen Voedermiddelen en mengvoeders 10 ( 2 ) 4. Beuk, ongeschilde zaden Fagus sylvatica L. Voedermiddelen en mengvoeders Zaden en vruchten en de door verwerking ervan verkregen bijproducten mogen niet in diervoeders voorkomen tenzij als sporen die niet kwantitatief kunnen worden bepaald 5. Purgeernoot Jatropha curcas L. Voedermiddelen en mengvoeders Zaden en vruchten en de door verwerking ervan verkregen bijproducten mogen niet in diervoeders voorkomen tenzij als sporen die niet kwantitatief kunnen worden bepaald 6. Zaden van Ambrosia spp. Voedermiddelen ( 3 ) met uitzondering van gierst (granen van Panicum milaceum L.) en sorghum (granen of Sorghum bicolor (L.) Moench s.l.), niet rechtstreeks vervoederd aan dieren ( 3 ) Mengvoeders die ongemalen granen en zaden bevatten 50 200 50 7. Zaden van Indische bruine mosterd Brassica juncea (L.) Czern. en Coss. ssp. integrifolia (West) Thell. Sareptamosterd Brassica juncea (L.) Czern. en Coss. ssp. juncea Chinese mosterd Brassica juncea (L.) Czern. en Coss. ssp. juncea var. lutea Batalin Voedermiddelen en mengvoeders Zaden mogen niet in diervoeders voorkomen tenzij als sporen die niet kwantitatief kunnen worden bepaald

7.2.2015 L 31/17 Ongewenste stoffen Zwarte mosterd Brassica nigra (L.) Koch Ethiopische mosterd Brassica carinata A. Braun Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Maximumgehalte in mg/kg (ppm) van diervoeder met een vochtgehalte van 12 % ( 1 ) Voor zover door analytische microscopie bepaalbaar. ( 2 ) Omvat ook zaaddopfragmenten. ( 3 ) Indien eenduidig bewijs wordt geleverd dat de granen en zaden bestemd zijn om te worden vermalen of verbrijzeld, is het niet nodig om partijen granen en zaden met een te hoog gehalte aan zaden van Ambrosia spp. daarvan te ontdoen voordat ze worden vermalen of verbrijzeld, op voorwaarde dat: de zending als geheel wordt vervoerd naar de vermalings- of verbrijzelingsinstallatie en deze installatie vooraf in kennis wordt gesteld van het feit dat de partij een hoog gehalte aan zaden van Ambrosia spp. bevat, zodat zij aanvullende preventieve maatregelen ter voorkoming van de verspreiding in het milieu kan nemen, en deugdelijk bewijs wordt verstrekt dat preventieve maatregelen worden genomen om te voorkomen dat zaden van Ambrosia spp. in het milieu worden verspreid tijdens het transport naar de vermalings- of verbrijzelingsinstallatie, en de bevoegde autoriteit instemt met het transport, na zich ervan te hebben vergewist dat aan de genoemde voorwaarden is voldaan. Indien deze voorwaarden niet zijn vervuld, moet de zending vóór elk transport naar de EU worden gereinigd en de screenings moeten op passende wijze worden vernietigd.