ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Vergelijkbare documenten
ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRAL BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN ZITTING VAN 15 JUNI 2004

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 06 mei 2014

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 25 NOVEMBER 2010

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 28 april 2015

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 30 januari 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 24 november 2015

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 05 JUNI 2014

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 25 augustus 2016

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 15 SEPTEMBER 2005.

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 02 JUNI 2015

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 24 JUNI 2008

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 1 DECEMBER 2016.

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN ZITTING VAN 15 JUNI 2004

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 27 maart 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 15 maart De Heer A en Mevrouw B, beiden woonachtig te XXX XXX, XXX.

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 25 augustus 2016

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 27 maart 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 30 januari 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 19 APRIL 2016

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN ZITTING VAN 21 JUNI A, xxx, zijn echtgenote, Mevrouw B en de heer C, allen wonende te xxx

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 16 mei 2017

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 15 SEPTEMBER 2005

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 15 maart 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 28 APRIL 2011

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 9 SEPTEMBER 2004

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 15 maart 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN ZITTING VAN 15 JANUARI 2004

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 20 OKTOBER 2005

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 09 augustus 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 12 juni De Heer A en Mevrouw B, beiden woonachtig te XXX, XXX.

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 20 oktober 2016

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRAL BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN ZITTING VAN 15 JUNI 2004

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 15 maart 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 16 mei 2017

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 8 SEPTEMBER 2005

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 15 februari 2018

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 5 JUNI 2014

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN Zitting van 20 oktober 2016

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Transcriptie:

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 24 NOVEMBER 2011 Inzake Mevrouw A, wonende te xxx; Eiseres, Ter zitting aanwezig, vergezeld van haar dochter, mevrouw B, wonende te xxx; En RO, met maatschappelijke zetel te xxx, Licentie xxx- Ondernemingsnr xxx; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door de heer C, xxx; Hebben ondergetekenden: 1. Mevrouw xxx, met kantoor te xxx, in haar hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college; 2. Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; 3. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; 4. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; 5. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld: Uit een eerste onderzoek is gebleken dat het Arbitraal College rechtsmacht heeft om van onderhavig geschil kennis te nemen. Partijen hebben schriftelijk hun akkoord bevestigd m.b.t. de 1

arbitrale procedure. Overeenkomstig het door partijen aanvaard geschillenreglement werd de vordering rechtsgeldig aanhangig gemaakt door middel van het daartoe bestemde klachtenformulier op 25 mei 2011. De partijen werden behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven dd. 28 juli 2011 om te verschijnen op de zitting van het Arbitraal College van 24 november 2011, waar beide partijen zijn verschenen, vertegenwoordigd zoals hoger aangegeven. De feiten 1. Uit de stukken van het dossier blijkt dat eiseres op 12 februari 2010 een yyy groepsreis boekte bij verweerster. Het betrof een culturele Donaucruise door zes landen, met heenreis op 8 juni 2010 en voorziene terugkeer op 19 juni 2010. Deze reis omvatte een vlucht naar Wenen, gevolgd door een transfer naar Linz waar de inscheping was voorzien, een twaalfdaagse cruise in vol pension, diverse excursies, reisbegeleiding en lezingen aan boord en tot slot de terugvlucht vanuit Constantia naar Parijs, gevolgd door een bustransfer naar België. De totale reissom bedroeg 3.566,90 EUR (brandstoftoeslag inclusief) voor één volwassene. Op 3 juni 2010 trad de Donau,ingevolge overvloedige regenval, op diverse plaatsen buiten haar oevers. Hierbij werd o.m. de aanlegsteiger te Linz onbruikbaar. Eiseres werd door verweerster verwittigd dat de afvaart niet vanuit Linz zou plaatsvinden, doch wel vanuit Wenen. 2. Op 8 juni 2010 nam de reis van eiseres een aanvang. Bij aankomst te Wenen werden de reizigers met de bus naar Linz gebracht voor een hotelovernachting. Daags nadien werd hetzelfde traject in omgekeerde richting afgelegd en konden de reizigers na een bezoek aan de abdij te Melk inschepen op het mmm. Op 10 juni 2010 vaarde het schip van Wenen naar Bratislava, zoals voorzien in de reisbeschrijving, en in de nacht van 10 op 11 juni 2010 werd de bootreis verdergezet tot in Budapest. Vanaf dat moment werd de cruise stopgezet met uitzondering van het traject Budapest Kalocsa. Het verder bevaren van de Donau was door de hoge waterstand onmogelijk. De groep deed een aantal van de voorziene uitstappen per bus,wat aanleiding gaf tot ellenlange, oncomfortabele busritten en sterk ingekorte culturele bezoeken. 2

Op 15 juni 2010 werd aan de reizigers meegedeeld dat de cruise daags nadien voortijdig zou worden beëindigd en dat zij vanuit Budapest zouden gerepatrieerd worden naar België. Hierna stelden alle reizigers gezamenlijk een verklaring op waarin zij zich beklaagden over het feit dat slechts een klein gedeelte van het voorziene programma werd uitgevoerd en de geboekte cruise in werkelijkheid neerkwam op een busreis, vermits het schip slechts 1 dag, 1 nacht en drie uren had kunnen varen. De reizigers stelden zich de vraag waarom verweerster de cruise niet had geannuleerd nu zij reeds voor afreis op de hoogte was van de hoge waterstand van de Donau en de gevolgen ervan voor de bevaarbaarheid van de rivier. 3. Na haar terugkeer in België richtte eiseres op 25 juni 2010 samen met de andere yyyreizigers een gedetailleerd verslag van de reis aan het yyy en verweerster. Op 6 september 2010 ontving eiseres van verweerster een schrijven, waarin deze erkent dat de cruise niet aan de verwachtingen van de reizigers beantwoordde, ten gevolge van natuurcapriolen, en zij een terugbetaling van 1650 EUR, hetzij aldus verweerster meer dan de helft van de reissom, aanbiedt. In haar reactie van 24 september 2010 antwoordde eiseres dat zij niet kon instemmen met dit voorstel, dat in haar geval niet aan de helft van de reissom beantwoordt. Eiseres vroeg een vergoeding die haar zou toelaten het niet-genoten gedeelte van de cruise (nl. het gedeelte tussen Budapest en de Donaudelta) alsnog te genieten. In een schrijven van 19 oktober 2010 drong eiseres nogmaals aan op een constructief voorstel. Aangezien een verdere reactie van verweerster uitbleef, wendde eiseres zich tot een raadsman die verweerster bij schrijven van 3 januari 2011 in gebreke stelde en terugbetaling van de integrale reissom vorderde. In haar reactie van 21 januari 2011 weigerde verweerster hierop in te gaan. 4. Vermits een minnelijke regeling onmogelijk bleek maakte eiseres op 25 mei 2011 haar klacht aanhangig bij de Geschillencommissie Reizen, middels het daartoe bestemde klachtenformulier. In dit klachtenformulier vordert eiseres een vergoeding van 3.771,00 EUR, samengesteld als volgt: - Materiële schade: 2.971,00 EUR (10/12den van de reissom) - Verwijlintresten: 150,00 EUR - Morele schade: 250,00 EUR - Administratiekosten: 400,00 EUR. Op 27 september 2011 legde verweerster haar besluiten neer. Eiseres repliceerde hierop bij besluiten van 27 oktober 2011. 3

De beoordeling A. Wat de aansprakelijkheid van verweerster betreft 5. Eiseres laat gelden dat verweerster de Donaucruise voor afreis had moeten annuleren, rekening houdend met het feit dat de hoge waterstand van de Donau en de daaruit voortvloeiende onbevaarbaarheid van een groot gedeelte van de rivier reeds op 3 juni 2010 bekend was. Verweerster betwist dit gegeven en stelt dat de uitvoerder van de cruise, de maatschappij kkk, haar meldde dat de reis wel kon doorgaan, zodat zij zich heeft aangesloten bij deze informatie van haar gespecialiseerde uitvoerder. Het Arbitraal College stelt vast dat de klimatologische omstandigheden, die verweerster in haar besluiten zelf als overmacht bestempelt, reeds voor de afreis voorhanden waren, zodat verweerster in de mogelijkheid was om in toepassing van artikel 14 van de Wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling (hierna kortweg Reiscontractenwet genoemd) het contract tot reisorganisatie te verbreken. Verweerster heeft ervoor geopteerd dit niet te doen. Aldus ging zij ten aanzien van eiseres het engagement aan het contract tot reisorganisatie uit te voeren. 6. Kort na de afreis bleek evenwel dat verweerster een wezenlijk deel van de door haar in het contract tot reisorganisatie opgenomen verbintenissen niet zou kunnen nakomen. In het geval waar deze onmogelijkheid tot uitvoering zich voordoet tijdens de reis, zoals in casu, vindt artikel 15 van de Reiscontractenwet toepassing. Dit artikel luidt als volgt: Indien tijdens de reis blijkt dat een belangrijk deel van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, niet zal kunnen worden uitgevoerd, neemt de reisorganisator alle nodige maatregelen om de reiziger passende en kosteloze alternatieven aan te bieden met het oog op de voortzetting van de reis. Zo er een verschil is tussen de voorgenomen en daadwerkelijk verleende diensten, stelt hij de reiziger schadeloos ten belope van dit verschil. Indien dergelijke regeling onmogelijk blijkt of indien de reiziger deze alternatieven om deugdelijke redenen niet aanvaardt, moet de reisorganisator hem een gelijkwaardig vervoermiddel ter beschikking stellen dat hem terugbrengt naar de plaats van het vertrek, en, in voorkomend geval, de reiziger schadeloos stellen. In casu wordt niet ontkend dat een belangrijk deel van de diensten tijdens de cruise niet werd uitgevoerd: er werd slechts zeer beperkt gevaren, tal van excursies vielen weg of werden ingekort, de reis werd drie dagen vroeger dan voorzien beëindigd 4

Verweerster beroept zich evenwel op overmacht om te besluiten dat zij niet aansprakelijk is voor de onvolledige uitvoering van de overeenkomst. Onder overmacht wordt verstaan abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden (artikel 14, 2, b. Reiscontractenwet). In voorliggend dossier kan niet worden betwist dat de uitzonderlijke regenval begin juni 2010 en de daaruit volgende stijging van het waterpeil van de Donau in hoofde van verweerster overmacht uitmaakte. Het betreft immers een omstandigheid onafhankelijk van de wil van verweerster waarvan zij de gevolgen onmogelijk kon vermijden. Ook eiseres erkent dit impliciet nu zij stelt dat verweerster het contract voor de afreis had moeten verbreken. 7. Vervolgens rijst de vraag of deze overmachtsituatie verweerster ontslaat van haar verplichtingen, opgenomen in het hierboven geciteerde artikel 15 van de Reiscontractenwet. Over deze vraag heeft het Hof van Beroep te Gent recent een belangrijk arrest geveld. Het Hof verklaarde artikel 15 Reiscontractenwet eveneens van toepassing op overmachtsituaties (Gent 30 juni 2008, niet gepubliceerd). Deze zienswijze kwam ook al eerder tot uiting in de rechtspraak van de Geschillencommissie Reizen (Geschillencommissie Reizen 5 januari 1998, geciteerd in Toerismecodex 2007-2009, 250 en Geschillencommissie Reizen 3 februari 2000, D.C.C.R. 2001, nr. 50). In dezelfde zin oordeelde ook de rechtsleer: L article [15] ne prévoit aucune exception en cas de force majeure ou pour d autres raisons. L organisateur de voyages a donc une obligation spécifique d assurer le bon déroulement du voyage et, si un problème se pose, dépendant ou indépendant de sa volonté, il a l obligation de ramener le voyageur sain et sauf à bon port. Tout surpris encouru par le voyageur lors de son rapatriement devra être remboursé par l organisateur de voyages (C. GUYOT, Le droit du tourisme, Larcier, 2004, 76). Vrije vertaling: Het artikel [15] voorziet geen enkele uitzondering in geval van overmacht of om andere redenen. De reisorganisator heeft dus een specifieke verbintenis om het goede verloop van de reis te verzekeren en, als er zich een probleem stelt, ongeacht of dit afhankelijk is van zijn wil, heeft hij de verplichting de reiziger veilig en gezond naar de eindbestemming terug te brengen. Iedere verrassing opgelopen door de reiziger bij zijn repatriëring zal gedragen worden door de reisorganisator. En in dezelfde zin O. DUGARDYN, La responsabilité des intermédiaires et organisateurs de voyages, Kluwer, 49. Uit wat voorafgaat, blijkt dat verweerster ook in geval van overmacht gehouden is de haar door artikel 15 van de Reiscontractenwet opgelegde verplichtingen na te komen. 5

B. Wat de schadeloosstelling betreft 8. Hierboven werd toegelicht dat verweerster ook in geval van overmacht gehouden is de reiziger schadeloos te stellen voor het verschil tussen de voorgenomen en daadwerkelijk geleverde diensten. Eiseres poneert dat de niet-geleverde diensten neerkomen op 10/12den van de totale reis, nu slechts 2/12den van het contract werd uitgevoerd. Voortgaand op de beschrijving van het reisverloop door eiseres, dat door verweerster niet wordt betwist, komt deze begroting het Arbitraal College correct voor. Het niet-genoten gedeelte van de reis kan dan ook gewaardeerd worden op 2971,00 EUR De op dit niet-genoten gedeelte gevorderde verwijlintresten kunnen toegekend worden vanaf de datum waarop de intresten voor het eerst worden gevorderd, hetzij vanaf de datum van indiening van het klachtenformulier (25 mei 2011) tot aan de algehele betaling (artikel 1153 B.W.). 9. Anderzijds vordert eiseres ook een morele schadevergoeding en een vergoeding voor de administratiekosten begroot op respectievelijk 250,00 EUR en 400,00 EUR. Deze bijkomende schadevergoeding kan in geval van overmacht niet worden toegekend, zoals blijkt uit artikel 18, 2, 3 en 4 van de Reiscontractenwet. Bijgevolg is verweerster enkel gehouden verweerster te vergoeden voor de niet-genoten diensten en niet tot betaling van een bijkomende schadevergoeding. C. De procedurekosten 10. Artikel 27 van het reglement van de Geschillencommissie bepaalt dat de eiser als waarborg voor de arbitragekosten een bedrag gelijk aan 10% van de geëiste som, met een minimum van 100,00 EUR dient de betalen. Eiseres betaalde een waarborg van 377,00 EUR. Artikel 28 van hetzelfde reglement stelt dat de kosten ten laste worden gelegd van de verliezende partij. Wanneer elk van de partijen echter gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld over een bepaald geschilpunt, kan het Arbitraal College zelf beslissen over de verdeling van de kosten. In voorliggend dossier werd de eis van eiseres ten aanzien van verweerster principieel gegrond verklaard, door de vaststelling van de aansprakelijkheid op grond van artikel 15 Reiscontractenwet in hoofde van verweerster. Om die reden acht het Arbitraal College het aangewezen de procedurekosten, begroot op het klachtengeld van 377,00 EUR integraal ten laste te leggen van verweerster. 6

OM DEZE REDENEN HET ARBITRAAL COLLEGE, Verklaart rechtsmacht te hebben om van deze vordering kennis te nemen; Verklaart de vordering van eiseres ten aanzien van verweerster toelaatbaar en in de hierna bepaalde mate gegrond; Veroordeelt verweerster om aan eiseres te betalen de som van 2971,00 EUR (tweeduizend negenhonderd eenenzeventig euro) ten titel van schadevergoeding, meer de verwijlintresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 25 mei 2011 tot datum van de algehele betaling; Verwijst verweerster in de kosten van het geding, begroot op het door eiseres voorgeschoten klachtengeld ten belope van 377,00 EUR, zodat aan eiseres een bedrag van 377,00 EUR dient te worden terugbetaald. Wijst het meer- of andersgevorderde af als ongegrond Aldus uitgesproken met eenstemmigheid te Brussel op 24 november 2011. Het Arbitraal College, 7