Raadsbesluit Reg. nr :

Vergelijkbare documenten
gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

Artikel 1. Definities

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

FINANCIËLE VERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSBEDRIJF AVALEX

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

Naam Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen (2006)

Financiële verordening Het Gegevenshuis

Onderwerp: Aanpassing Financiële Verordening

FINANCIËLE VERORDENING

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

b e s l u i t : 1 Inleidende bepaling 2 Begroting en verantwoording Nr: a De raad van de gemeente Barneveld;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2009; besluit:

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2007;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2014;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid en Zorg Groningen (hierna PG&Z) besluit,

CVDR. Nr. CVDR15352_1

geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Vastgestelde verordening - Financiële verordening gemeente Zoeterwoude

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen,

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING VERORDENING 212 GEMEENTEWET

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2008;

Financiële beheersverordening (ex. artikel 212 Gemeentewet) Gemeenschappelijke Regeling Avri

GEMEENTEBLAD. Nr

Artikel 2 Programmabegroting 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programmaindeling

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

De Financiële verordening gemeente Tynaarlo 2011

Financiële verordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Financiële verordening VRU

Financiële verordening van de gemeente Uithoorn

Bijlage 2. Financiële verordening gemeente Asten (inclusief nota vaste activa 2010 en nota reserves en voorzieningen 2010)

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden

Financiële Verordening Gemeenschappelijke Regeling Meerstad

RAADSVOORSTEL. raadsvergadering: 12 mei onderwerp: aanpassing verordening ex art 212 Gw aan P&C kalender. bijlage: ontwerpbesluit

afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de omgevingsdienst met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid

Financiële Verordening gemeenschappelijke regeling ICT-samenwerking Hoeksche Waard

MID 11/004. Financiële verordening gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude (Artikel 212 Gemeentewet)

Financiële Verordening Gemeente Emmen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer: ;

Bundel van de Vergadering algemeen bestuur van 12 juli 2018

Financiële Verordening

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

AGP 9 ABVRBN Bijlage 1. Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2014

Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden

Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Besluit: vast te stellen navolgende Financiële Verordening RUD Utrecht

Financiële Verordening 2015 gemeente Papendrecht

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie

a. Per 1 januari 2005 is de gemeentelijke organisatie gewijzigd van een sectorenmodel naar een directiemodel.

Financiële Verordening

Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen

Financiële verordening 2017

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 108 van de Waterschapswet;

Verordening op basis van Artikel 212 GW; de financiële functie Pagina 1 van 7

FINANCIELE BELEIDS- & BEHEERSVERORDENING BEDRIJFSVOERINGSORGANISATIE HAVENSCHAP MOERDIJK

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De raad van de gemeente Eindhoven, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 26 van de gemeenschappelijke regeling BvoWB,

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2005

Financiële verordening gemeente Hellevoetsluis gelezen het voorstel van de voorzitter en de griffier van 11 augustus 2008, nummer /7;

1. Inleidende bepalingen

Programma-indeling De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Financiële verordening 2017 gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2017;

De Financiële verordening Werkorganisatie CGM. gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 12, tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling

Financiële verordening gemeente Alphen-Chaam per 1 januari 2016

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Financiële verordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo

Financiële verordening

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 augustus 2010;

Financiële beleids- en beheersverordening Randstedelijke Rekenkamer

FINANCIELE VERORDENING 2012 STADSREGIO ROTTERDAM. Titel 1: Definities

Toelichting op de Financiële verordening gemeente Maassluis 2011

Financiële verordening gemeente Drimmelen.

PlusTeam. Hofstraat HT Geldrop KvK: Bankrekening: Financiële verordening

Bijlage 4. WORDT WAS Verschillen. Financiële verordening Gemeente Ridderkerk 2014 Ridderkerk Financiële verordening

FINANCIËLE BEHEERSVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2008

Onder intrekking van de Financiële verordening artikel 212 gemeente Bergen (L)

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 maart 2015, Besluit:

GEMEENTEBLAD. Nr Financiële verordening gemeente Boxtel 2016

Financiële verordening gemeente Nissewaard 2015

Het algemeen bestuur van het Openbaar Lichaam; Gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van [datum]; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

Herziene verordening financieel beleid, beheer en financiële organisatie van de Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden

Overzicht materiële wijzigingen Financiële verordening Oud Nieuw Toelichting wijziging

Sector: PF Nr.: De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van, nr ;

Financiële verordening Regio West-Brabant 2011

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Het algemeen bestuur van de Omgevingdienst Midden- en West-Brabant

Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West. Artikelgewijze toelichting op verordening ex artikel 212 Gemeentewet

CVDR. Nr. CVDR298719_1

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Transcriptie:

Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10-02-04 ; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, Besluit vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Boxtel. Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft. In het kader van deze verordening wordt de griffie, welke een verantwoordelijkheid aan de raad heeft, ook gezien als een afdeling. b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Boxtel en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. c. financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Boxtel, teneinde te komen tot een goed inzicht in: 1. de financieel-economische positie; 2. het financiële beheer; 3. de uitvoering van de begroting; 4. het afwikkelen van vorderingen en schulden; 5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover. d. administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding. e. financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Boxtel. Pagina 1

f. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten. g. doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. h. doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald. Titel 1. Begroting en verantwoording Kaderstellen Artikel 2. Programmabegroting 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast. 2. De raad stelt per programma vast: a) de beoogde maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken?; b) de te leveren goederen en diensten: wat gaan we daarvoor doen?; c) de baten en lasten: wat mag het kosten?; d) de beschikbare middelen voor nieuw beleid om de beoogde maatschappelijke effecten te realiseren. 3. Het college stelt per programma zo mogelijk indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten. 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast. 5. Tegelijk met de vaststelling van de begroting worden de volgende begrotingsstukken vastgesteld: a) Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP); b) Notitie Maatschappelijk Welzijn; c) Beleidsplan Sociale zaken; d) Nota Grondbeleid. 6. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffend-heid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst. Artikel 3. Producten 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de pro-ducten uit de productraming aan de programma s, dit gebeurt door de vaststelling van de product-begroting door het college. 2. De toedeling van de programma s aan de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld. Artikel 4. Kaders begroting 1. Het college biedt ter voorbereiding op de begroting een kadernotitie aan waarin tenminste aandacht wordt besteed aan: a) de begrotingsrichtlijnen voor de komende meerjarenbegroting; Pagina 2

b) een aanzet tot een raadsdebat omtrent eventuele bijstelling van beleidswensen. 2. De raad stelt deze kadernotitie vast. Uitvoering Artikel 5. Uitvoering begroting 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. 2. Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat: a) de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming; b) de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie; c) de lasten van de producten binnen een programma niet dusdanig worden overschreden dat realisatie van binnen hetzelfde programma geformuleerde doelstellingen onder druk komt te staan. 3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden. Beheersing en Interne controle Artikel 6. Interne controle 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor een adequaat stelsel van interne controle. 2. Het college neemt passende maatregelen ter verbetering, indien de resultaten van de interne controle daartoe aanleiding geven. Rapportage en Verantwoording Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie 1. Het college informeert de raad door middel van rapportages in het voor- en najaar over de (verwachte) mutaties van het lopende begrotingsjaar en de meerjarenraming. 2. De inrichting van de rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting. 3. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van: a) inkomsten uit de algemene uitkering; b) realisatie van begrote investeringen; c) resultaten uit grondexploitatie; d) realisatie op begrote subsidieverwachtingen; Daarnaast wordt ingegaan op de stand van zaken inzake openstaande vorderingen. Pagina 3

Artikel 8. Jaarstukken 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording. 2. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma s. In de verantwoording geeft het college aan: a) wat hebben we bereikt; b) wat hebben we ervoor gedaan; c) wat heeft het gekost; d) hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen. Titel 2. Financiële positie Artikel 9. Financiële positie 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteen-zetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen. 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld. 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten voor het begrotingsjaar; indien de investering zich over meerdere jaren verspreidt wordt tevens het totaal kredietbedrag ter informatie vermeld. Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa 1. Activa worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde of historische kostprijs. 2. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in maximaal 5 jaar afgeschreven. 3. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. 4. De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven in maximaal: a) 50 jaar: renovatiewerken riolering; b) 40 jaar: nieuwbouw woonruimten, schoolgebouwen en bedrijfsgebouwen; c) 30 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten, schoolgebouwen en bedrijfs-gebouwen; d) 15 jaar: technische installaties in woonruimten, schoolgebouwen en bedrijfsgebouwen; e) 10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken; nieuwbouw tijdelijke woonruimten, schoolgebouwen en bedrijfsgebouwen; f) 10 jaar: zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto s; lichte motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur en software (worden annuïtair afgeschreven); g) niet: gronden, terreinen en deelnemingen. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan 5.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd. De afschrijvingstabel en afschrijvingsmethodiek geldt voor alle vanaf 2004 nieuw aan te schaffen activa. Pagina 4

5. Langere afschrijvingstermijnen dan de onder 4 genoemde afschrijvingstermijnen zijn slechts mogelijk bij raadsbesluit, kortere afschrijvingstermijnen kunnen worden gehanteerd wanneer de reële afschrijvingstermijn lager wordt ingeschat dan in lid 4 weergegeven. Over bedrijfsmiddelen kan het college afzonderlijk besluiten. 6. Investeringen in activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie dan wel voorziening gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur. 7. Uitgaven, gedaan in het kader van bouwgrondexploitatie, worden niet geactiveerd maar worden ten laste van de betreffende exploitatie gebracht. Artikel 11. Reserves en voorzieningen 1. Het college biedt jaarlijks de programmabegroting en de jaarstukken aan, de overzichten van reserves en voorzieningen maken integraal onderdeel van deze stukken uit. 2. De overzichten van reserves en voorzieningen bevatten: a) de vorming en besteding van reserves en voorzieningen; b) de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen; c) een separaat overzicht van in betreffende programmabegroting of jaarstukken nieuw gevormde reserves en voorzieningen. Artikel 12. Kostprijsberekening 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Boxtel wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten. 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor riool-rechten, reinigingsrechten, afvalstoffenheffing, parkeertarieven en bouwleges, de compensabele BTW. 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen. Artikel 13. Financieringsfunctie 1. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor: a) het continu verzorgen van voldoende liquiditeit voor de gehele gemeente; b) het minimaliseren van de rentekosten; c) het maximaliseren van de renteopbrengsten. 2. Het college geeft uitvoering aan de financieringsfunctie binnen de kaders van het door de raad vastgestelde treasurystatuut. Pagina 5

Artikel 14. Registratie bezittingen, activa en vermogen 1. Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de nietof netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte. 2. Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquidi-teiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de bestuursperiode van 4 jaar. 3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Titel 3. Paragrafen Artikel 15. Lokale heffingen 1. Het college biedt jaarlijks in begroting en jaarstukken de paragraaf lokale heffingen aan. In deze paragraaf komen in ieder geval aan de orde: a) de beleidsuitgangspunten met betrekking tot lokale heffingen; b) een overzicht van het totaal aan gemeentelijke belastingen en heffingen; c) het kwijtscheldings- en het tarievenbeleid; d) de ontwikkeling van de woonlasten. 2. Het college biedt de raad gelijktijdig met de begroting de belastingvoorstellen aan, waarin zijn opgenomen de verordeningen en de toelichtingen op deze verordeningen. 3. De raad stelt de belastingvoorstellen gelijktijdig met de begroting vast, met als uiterste datum 1 januari van het begrotingsjaar. Artikel 16. Weerstandsvermogen en risicomanagement Het college biedt jaarlijks in begroting en jaarstukken de paragraaf weerstandsvermogen aan. In deze paragraaf komen in ieder geval aan de orde: a) de (te verwachten) ontwikkelingen in het eigen vermogen (=algemene reserve en bestemmingsreserves); b) een inventarisatie van de (voorzienbare) risico s. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan resultaten uit grondexploitatie, surseance van betaling van verbonden partijen en derden bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan en resultaten op begrote subsidieverwachtingen. Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen Het college biedt eens in de vier jaar beheersplannen aan. In deze beheersplannen staan de beleidsuitgangspunten voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, wegen, kunstwerken, riolering, openbare verlichting, speeltoestellen, onderhoud gebouwen(inclusief scholen) en sportaccommodaties en het meerjarig budgettair beslag. Jaarlijks volgt Pagina 6

hieruit het door het college vast te stellen uitvoeringsprogramma dat is gebaseerd op de feitelijke toestand op basis van inspectie. Artikel 18. Financiering Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van: a) de kasgeldlimiet; b) de renterisico norm; c) de liquiditeitsplanning; d) de rentevisie en e) de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie. Artikel 19. Bedrijfsvoering In de paragraaf bedrijfsvoering in de begroting wordt ingegaan op tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de jaarstukken wordt gerapporteerd over de bij begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering, als ook nieuwe onderwerpen. Items die in ieder geval in de paragraaf aan de orde komen zijn ontwikkelingen op de gebieden personeel & organisatie, informatisering & automatisering en financieel beheer. Artikel 20. Verbonden partijen In de begroting en jaarstukken is als onderdeel opgenomen de paragraaf verbonden partijen. In deze paragraaf worden in iedere geval weergegeven de beleidsuitgangspunten en een overzicht van derde rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke èn financiële band heeft. Artikel 21. Grondbeleid 1. Het college biedt tenminste eens in de vier jaar (bestuursperiode) een nota Grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan de strategische visie en de grondslagen van het toekomstig grondbeleid van de gemeente. 2. In de paragraaf grondbeleid in begroting en jaarstukken wordt concreet ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid. Titel 4. Financiële organisatie en administratie Artikel 22. Administratie De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor: a) het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de diensten; b) het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts; c) het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties; d) het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; Pagina 7

e) het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; f) de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen. Artikel 23. Financiële administratie Het college draagt er zorg voor dat: a) de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving; b) de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten. Artikel 24. Financiële organisatie Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast: a) een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen b) een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd; c) de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten; d) de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de afdelingen van de gemeente; e) de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen; f) de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de afdelingen. Artikel 25. Aanbesteding en inkoop Het college draagt zorg voor en legt (in het Inkoopbeleidsplan) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie. Artikel 26. Subsidieverstrekking en steunverlening Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidie-verordening van de gemeente Boxtel. Pagina 8

Titel 5. Slotbepalingen Artikel 27. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking per 25-03-2004, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen van deze verordening. Met ingang van dezelfde datum vervalt de Verordening ex artikel 127a Gemeentewet, van toepas-sing verklaard bij raadsbesluit van 18 februari 1993, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) tot en met het verslagjaar 2003. Artikel 28. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam Financiële verordening gemeente Boxtel. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 25-03-2004 DE RAAD VOORNOEMD de griffier, De Voorzitter, Pagina 9

Toelichting op de artikelen, verordening 212 Artikel 2. Programmabegroting Artikel 2 bevat een aantal bepalingen over de inrichting van de begroting waarin de kaderstellende functie van de raad tot uiting komt. De raad legt op basis van dit artikel een belangrijk deel van de infrastructuur van de begroting vast, evenals de kengetallen waarop de raad wil sturen en controleren. Een programma is gebaseerd op de drie w-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daar voor doen en wat mag dat kosten? Vooral voor de eerste twee vragen zullen in de praktijk indicatoren nodig zijn. Aan de hand van die indicatoren kan de raad zijn kaderstellende functie vervullen. Ook dienen zij om de raad de gelegenheid te bieden zijn controlerende functie in te vullen door de uitkomsten en resultaten van de programma's te beoordelen. Artikel 3. Producten De raad stelt de programmabegroting vast. Ter uitvoering van de begroting stelt het college - zoals geregeld in het Besluit begroting en verantwoording - een productraming op. Het college is vrij in het aantal producten en de indeling daarvan. De productraming is in de systematiek van het besluit geen onderdeel van de begroting. De raad kan van oordeel zijn dat hij bij de programmabegroting en verantwoording een overzicht wil hebben van welke producten er bij de programma s horen. Dit wordt geregeld in het eerste lid. Artikel 4. Kaders begroting De artikelen 2 en 3 betreffen vooral de infrastructuur van de begroting. Artikel 4 gaat mede over het meerjarige budgettaire kader. Dat vormt, zoals in de meeste gemeenten gebruikelijk is, de grondslag voor de eigenlijke begroting. Gegeven het grote belang van het budgetrecht van de raad, is het logisch dat de raad expliciet een budgettair kader vaststelt. Daarnaast vormt de kadernotitie een aanzet tot een raadsdebat over eventuele bijstelling van beleidswensen. Artikel 5. Uitvoering begroting In artikel 5 legt de raad het college een aantal eisen op die voor een goede uitvoering van de begroting noodzakelijk zijn. In het eerste lid wordt bepaald dat het college de rechtmatigheid, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uitvoering dient te waarborgen. Lid 2 stelt eisen voor de onderwerpen die van belang zijn voor de opstelling van de productraming. Lid 3 doet hetzelfde voor de uitvoering van de programma s van de begroting. In het duale stelsel geeft de raad geen nadere uitvoeringsregels om aan de prestatie-eis te voldoen. Deze uitvoeringsregels zijn aan het college. Artikel 6. Interne controle In dit artikel worden enkele basiscondities vastgelegd voor de interne controle. Pagina 10

Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie Artikel 7 formaliseert een belangrijk onderdeel van de planning en control van de raad. De raad geeft namelijk aan de aard van de informatie die het college standaard dient te verstrekken evenals de reguliere frequentie. Op basis van deze informatie kan de raad de uitvoering van de begroting volgen en besluiten of bijsturing nodig is. Artikel 7 regelt wanneer de raad tussentijds over de stand van zaken in het lopende begrotingsjaar moet worden geïnformeerd. In dit artikel is gekozen voor twee tussenrapportages conform onze huidige werkwijze. De raad autoriseert het college met het vaststellen van de begroting op hoofdlijnen het door het college uit te voeren beleid. Hiermee worden alle afzonderlijke verplichtingen die in de programma s besloten liggen in materiële zin oftewel financieel geaccordeerd. Bij de uitvoering van de begroting geldt voor het college de informatieplicht uit het vierde lid artikel 169 Gemeentewet. Artikel 8. Jaarstukken Artikel 8 is het sluitstuk van de begrotingscyclus, de verantwoording over de begrotingsuitvoering door het college, cq. de controle van de raad daarop. Basis daarvoor is de productrealisatie. In het eerste lid wordt daarvoor een kwaliteitseis gesteld. Het tweede lid is de tegenpool van artikel 2, lid 2. Artikel 9. De financiële positie De raad geeft in dit artikel enkele belangrijke uitgangspunten aan die het college voor de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen moet volgen. Tevens wordt hier expliciet vastgelegd dat de raad bij het vaststellen van de financiële positie, de investeringskredieten autoriseert. In de praktijk wordt hierbij verwezen naar een samenvattend overzicht van de begrote investeringen. De autorisatie beperkt zich overigens tot de begrote investeringen in het begrotingsjaar. Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa De verordening moet volgens artikel 212 Gemeentewet in elk geval bevatten de regels voor waardering en afschrijving activa. Artikel 10 beschrijft de regels voor de waardering en afschrijving van de vaste activa. De vaste activa worden verplicht ingedeeld in immateriële vaste activa, materiele vaste activa en financiële vaste activa. De immateriële vaste activa worden verdeeld in de kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en de kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio. De materiele vaste activa worden onderverdeeld in materiele vaste activa met economisch nut en materiele vaste activa met alleen maatschappelijk nut. Het tweede lid bepaalt, dat het saldo van agio en disagio en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief lineair worden afgeschreven in maximaal 5 jaar. Deze immateriële activa mogen volgens het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies ook ineens ten laste van het resultaat worden gebracht. Het derde lid bepaalt, dat de kosten voor het afsluiten van geldleningen ineens ten laste van het resultaat worden gebracht. Het vierde lid geeft de afschrijvingstermijnen van de materiele vaste activa met economisch nut. De afschrijvingswijze van deze activa is lineair. Het zevende lid regelt de uitzondering voor het grondbedrijf. De genoemde afschrijvingstermijnen passen binnen de huidige gehanteerde afschrijvings-methodieken. Pagina 11

Artikel 11. Reserves en voorzieningen Een belangrijk beleidsmatig aspect betreft de omvang van het eigen vermogen van een gemeente. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de algemene reserves en bestemmingsreserves. Hoe groot moet het eigen vermogen zijn om risico s op te vangen en gaan we een investering financieren door belastingverhoging of door het interen op het eigen vermogen, zijn financieel beleidsmatige vragen die thuishoren bij de raad. Recent is in dat kader de notitie Reserves en Voorzieningen door de raad vastgesteld. Hierin zijn naast bepaalde minimum- en maximumniveau s de doelstellingen van elke reserve of voorziening expliciet vastgesteld. Artikel 12. Kostprijsberekening In artikel 12 is de grondslag voor de bepaling van heffingen en tarieven neergelegd, zoals dat door artikel 212, lid 2, let b Gemeentewet wordt geëist. Kostprijzen laten zich op vele manieren berekenen. In dit artikel worden uitgangspunten voor de bepaling van de kostprijzen gegeven. Artikel 12, lid 1 bepaalt, dat naast de direct aan een product toe te rekenen kosten ook de indirecte kosten die rechtstreeks samenhangen met de vervaardiging van het product, worden meegenomen voor de kostprijsbepaling. Het toe te rekenen deel van de overhead van de afdeling die de betreffende dienst realiseert wordt dus meegenomen in de kostprijsberekening. Artikel 229b, lid 2, Gemeentewet stelt, dat bijdragen aan bestemmingsreserves en voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van de betrokken activa voor bepaling van de geraamde kostprijs en dus voor de bepaling van het tarief of de heffing mogen worden meegenomen. Op grond van lid 2 moeten ook worden meegenomen de kosten compensabele BTW voor rioolrechten, reinigingsrechten, afvalstoffenheffing, parkeertarieven en bouwleges. De begroting en jaarstukken zijn exclusief de compensabele BTW. Voor dit soort heffingen is echter in de wet bepaald dat ze wel meegenomen mogen worden in de kostprijsberekening. Dit laatste is conform besluitvorming zoals deze is ontstaan bij de invoering van het BCF in onze gemeente (december 2002). Het rentepercentage van de toerekening van kapitaallasten is van invloed op de lasten en dus ook van invloed op de kostprijs. Artikel 12, lid 3 legt het te hanteren rentepercentage voor de omslagrente van de kapitaallasten vast. Via vaststelling van de jaarlijkse begrotingsrichtlijnen wordt het omslagpercentage voor de begrotingsperiode vastgesteld. Artikel 13. Financieringsfunctie De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de operationele kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 het expliciete voorschrift dat de verordening een onderdeel over de financieringsfunctie heeft. De uitvoering van de financieringsfunctie komt aan de orde in de financieringsparagraaf in de begroting en de rekening zoals die in het Besluit begroting en verantwoording is voorgeschreven. In dit verband kan verwezen worden naar het treasurystatuut zoals dat door de raad is vastgesteld op 20 december 2001. Pagina 12

Artikel 14. Registratie bezittingen en activa Voor een goed beeld van de financiële positie is een volledige registratie van de gemeentelijke bezittingen onontbeerlijk. Om te garanderen dat de registratie actueel en juist is, wordt in dit artikel het college opgedragen periodiek de registratie te controleren en bij afwijkingen maatregelen tot herstel te treffen. Artikel 15. Lokale heffingen Het nieuwe artikel 212 Gemeentewet bepaalt in het tweede lid, onderdeel b, dat de verordening 212 Gemeentewet minimaal de grondslagen bevat voor de berekening van de door de gemeente in rekening te brengen tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b Gemeentewet en in rekening te brengen heffingen als bedoeld in artikel 15.33 Wet milieubeheer. In de jaarlijkse begrotingsparagraaf wordt hier o.a. op ingegaan. Verder geeft de paragraaf een toelichting op de overige relevante beleidsuitgangspunten inzake lokale heffingen. Artikel 16. Weerstandsvermogen en risicomanagement Een gemeente loopt risico s. Deze risico s zijn van uiteenlopende aard. Tegen een deel van deze risico s kan een gemeente zich verzekeren, of moeten er voorzieningen worden gevormd, of ze kunnen anderszins worden opgevangen. Voor een deel van de risico s is dit echter niet het geval. Daarnaast kiezen gemeenten er soms voor om voor bepaalde verzekerbare risico s eigen risicodrager te worden door zich bewust niet voor deze risico s te verzekeren. De niet verzekerde of verzekerbare risico s hebben, als ze zich voordoen, (grote) financiële consequenties. Het is dus zaak voor een gemeente, dat ze zich bewust is van de risico s die ze loopt, en ze beheerst. Het uitsluiten van risico s is echter niet mogelijk. Niet verzekerde risico s die zich toch voordoen, moet de gemeente opvangen met het eigen vermogen, door belastingverhoging of door beleidsmatige ombuigingen op de begroting. De paragraaf weerstandvermogen gaat met name in op dergelijke risico s en geeft tevens een inzicht in de gewenste minimale omvang van het eigen vermogen. Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen Artikel 17 beschrijft de regels voor de begrotings- en verantwoordingsinformatie aan de raad over het onderhoud aan kapitaalgoederen. Met name actuele beheersplannen zijn in dit verband belangrijke instrumenten. Bij de invulling van periodiciteit kan per beleidsonderwerp een standpunt worden ingenomen door de raad. Artikel 18. Financiering De basis voor dit artikel is gelegen in artikel 12. Artikel 18 regelt over welke feiten inzake het financieel beheer van de financieringsfunctie de raad in elk geval in de verplichte paragraaf financiering bij de begroting en jaarstukken wordt geïnformeerd. Artikel 19. Bedrijfsvoering Het domein van de ambtelijke organisatie is de verantwoordelijkheid van het college. Beleid op dit gebied wordt in de eerste plaats vormgegeven door het college. In deze paragraaf rapporteert het college hierover. Pagina 13

Artikel 20. Verbonden partijen Het Besluit begroting en verantwoording schrijft enige feiten verplicht voor die in deze paragraaf moeten worden vermeld, namelijk: - de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; - de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. Ingevolge het Besluit begroting en verantwoording dient tevens een lijst van verbonden partijen te worden bijgehouden. Artikel 21. Grondbeleid Een belangrijke taak van een gemeente is het daadwerkelijk ingrijpen in de ruimtelijke ordening van een gemeente door zelf vastgoedlocaties te (laten) ontwikkelen. De uitgangspunten van het financieel beleid ten aanzien van het grondbeleid horen bij de raad thuis. In de (verplichte) paragraaf in de begroting en jaarstukken wordt de raad geïnformeerd over de uitvoering van de nota Grondbeleid. Artikel 22. Administratie In artikel 22 worden de kaders gegeven voor de inrichting van de administratie van de gemeente. In hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens moeten worden vastgelegd en aan welke eisen de vastgelegde gegevens moeten voldoen. Deze verordening regelt niet inherent aan het dualisme de regels en activiteiten die daarvoor in de uitvoering nodig zijn. Dit is een taak van het college. Artikel 23. Financiële administratie Een belangrijk onderdeel van de administratie is de financiële administratie. Bij algemene maatregel van bestuur stelt het Rijk eisen aan de verantwoordingsinformatie van gemeenten. In het Besluit begroting en verantwoording zijn onder andere waarderingsgrondslagen, balansindeling en verplicht op te leveren financiële gegevens vastgelegd. Vanuit de financiële administratie moeten gegevens worden aangeleverd voor de financiële verantwoordingsinformatie aan de raad, maar ook aan gedeputeerde staten, in hun rol als toezichthouder, het rijk, de Europese Unie, CBS etc. Artikel 24. Financiële organisatie In dit artikel worden uitgangspunten voor de inrichting van de financiële organisatie gegeven, waaraan het college bij het stellen van regels voor de ambtelijke organisatie invulling moet geven. Het college is verantwoordelijk voor de concrete invulling van deze taak. Artikel 25. Aanbesteding en inkoop De inkoop van goederen en diensten en de aanbesteding van werken zijn belangrijke en kwetsbare activiteiten die een groot budgettair effect kunnen hebben. Het hanteren van een protocol is naast de desbetreffende administratieve aspecten tevens te zien als een vorm van risicobeheersing. De aansprakelijkheid kan worden beperkt en er wordt jegens derden rechtszekerheid gecreëerd. Artikel 25 legt aan het college de zorg op om regels op te stellen voor de aanbesteding van werken en inkoop van goederen en diensten in het Inkoopbeleidsplan. In dit kader kan in onze situatie worden gewezen naar het Inkoopbeleidsplan zoals dat onlangs (oktober 203) in een actuele versie ter kennis is gesteld aan de Cie Bestuurlijke Zaken. Op basis van deze regelgeving kan de accountant bij zijn controle van de Pagina 14

jaarstukken nagaan of de interne regels (en de Europese regelgeving) zijn nageleefd, het is een onderdeel van de rechtmatigheidstoets. De accountant beoordeelt hiervoor eveneens het systeem van interne regels. Artikel 26. Subsidieverstrekking en steunverlening Een ander kwetsbare activiteit van gemeenten is de subsidieverlening en steunverlening aan ondernemingen. Ook hiervoor is het hanteren van een protocol te zien als een vorm van risicobeheersing. Daarnaast is op delen van deze activiteit de Europese regelgeving inzake staatssteun van toepassing. Artikel 27. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van het oude artikel 212 Gemeentewet opgestelde verordening. Dit is in onze situatie een verordening uit 1993. De wetgever heeft bepaald, dat de nieuwe verordening artikel 212 Gemeentewet bij alle gemeenten op het begrotingsjaar 2004 van toepassing moet zijn. De oude verordening blijft nog van kracht op de begroting en jaarrekening van 2003. De nieuwe verordening 212 Gemeentewet moet binnen twee weken na vaststelling door de raad door het college naar gedeputeerde staten worden verzonden (artikel 214 Gemeentewet). Artikel 28. Citeertitel In dit artikel wordt de naam gegeven, waarmee in de gemeentelijke stukken naar deze verordening kan verwijzen. Pagina 15