NLT: De Bodem Leeft. Naam:...

Vergelijkbare documenten
Overdaad Schaadt. Onderzoek naar vervuild water. Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07.

Chromatografische experimenten met een SPE kolom

Spanning in het water natuurkunde onderzoek:

Natuurkunde / Biologie onderzoek: WATEROVERLAST EN BODEMSTRUCTUUR

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.

Practicum Emulsies. Leerdoelen

DEEL 2. Papierchromatografie. VWO 6 BIOLOGIE Practisch SchoolOnderzoek 2 12 april min

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL

Bepaling van concentratie nitriet in een monster met een. spectrofotometer

Eindexamen natuurkunde havo I

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Les 2 Kleuren mengen en categoriseren

onderzoek water opdrachtkaart Onderdeel A les 5-6.6

Antwoorden hoofdstuk 3

Grond onder je voeten

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte

Practicum bodemonderzoek

Examen VMBO-KB. landbouw-breed CSPE KB. gedurende 250 minuten. Bij dit examen horen uitwerkbijlagen en een digitaal bestand.

Talent4U 3. Lessenserie voor het vmbo. Bodemonderzoek. Inhoud. Talent4U. Het milieulaboratorium

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Moleculaire Gastronomie: Alginaat Kaviaar -Het bereiden en proeven van alginaat gels-

Exact periode 2: Dichtheid

SCHOOL op SEEF Schoolbrengweek 2019

Werkblad bodem (vooraf)

NOOIT SPATELS OF ANDER GEREEDSCHAP OP DE ZEEF GEBRUIKEN, DIT BESCHADIGT DE MAASGROOTTE VAN DE ZEEF EN MAAKT DE WERKING VAN DE BOTVANGER

Exact periode 2: Dichtheid

1. Aan het einde van elke dag verzamel je de zakken of dozen en analyseer je ze.

werken met water - waterbladen

Stoffen en Reacties 2

Lesbrief Techniek. Een schone vijver

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

NLT: De Bodem Leeft. Naam:...

Leerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

Samenstelling en eigenschappen

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen?

Onderscheid tussen chocolade en dieetchocolade

Inhoud. Zaai- en plantkalender 72. EHBG: Eerste Hulp Bij Groenteproblemen 70

Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas.

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt open teelten CSPE BB

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Van Haagse plaspaal naar grasmat in Hengelo

Papier recyclen. Inlage

Van STIP chromatografie naar SPE extractie is een kleine stap...

Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij.

Keuzeopdracht Kleurstoffen in snoep

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

De landbouwer als landschapsbouwer

Bloed en Donatie over bestanddelen, functie en veiligheid

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit

Docentenhandleiding 2x16 Daderprofiel Dye kit

zinkassen in bovengrond, minerale olie in boven- en ondergrond en grondwater

Als de rodekoolsap roder is gekleurd betekend dit dat de stof die je erin hebt gedaan zuur is. Hoe zuurder, hoe roder!

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe kan je CO 2 uit eierschalen, mosselschelpen en krijt bekomen? Hypothese onderzoeksvraag: Wat denk je en waarom?

b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.

CHECK DE STADSVERGROENING

Pilobolus. sporenkanon

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

Doezijde. Zelf verf maken. Wat ga je doen? Je gaat zelf verf maken en hier ook mee verven!

1. Onderzoeksvraag Hoe kan je een vulkaan reconstrueren met water en olie?

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Proef Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen; pipet en buret; titreren

What s up Zuiderzeeland? Natuurkunde, theoretische opdracht

Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Doktor Proktor lesbrief groep 3-4. behorend bij de verteltheatervoorstelling: 'Doktor Proktor's Schetenpoeder' door Marjo Dames/ Sterk-Verhaal

Experiment 1: Een wolk in een fles

Materiaal: Bassin met water Meerdere voorwerpen met een verschillende. met verschillende afmetingen

Oefenvragen Hoofdstuk 6 Chemische industrie

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB

WATER. station 1. com. N Werkblad

Waterproefjes. Drijvende punaise. Nodig schaal vloeipapier punaises met platte metalen kop afwaszeep

Leg voorzichtig een vloeipapiertje op het water. wel of niet in het riool?

DRUPPELTELLER 0662DROP GEBRUIKERSHANDLEIDING

Onderzoeksformulier KRENTEN

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Praktische opdracht Biologie Osmose bij verschillende concentraties

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Materiaal (per groep):

Achtergrond bodemverontreiniging langs het spoor

Rapportage Sanscrit.nl

Breng je. Talent kaart

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Arnout Devos 5WeWi nr.3. Radioactief verval

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE BB

Examen VMBO-KB versie blauw

OP GROND VAN ISOLATIE

Schrijven met zetmeel

Transcriptie:

NLT: De Bodem Leeft. Naam:... Experiment: Hoe schoon is jouw achtertuin? inleiding Inleiding: Soms lees je in de krant of zie je op TV, dat er een woonwijk afgebroken moet worden, omdat de grond er ernstig verontreinigd is. Je hoort dit soort berichten, omdat we ons nu veel meer dan vroeger met het milieu bezighouden. In de vijftiger en zestiger jaren realiseerden we ons onvoldoende welke schadelijke effecten de stort van giftige stoffen in de bodem op het milieu en onze gezondheid zou hebben. We betalen nu de prijs voor onze onvoorzichtigheid toen. De regering geeft jaarlijks miljoenen guldens uit aan bodemsanering. In deze module ga je onderzoeken hoe bodemverontreiniging precies werkt. Om de verontreiniging van grond na te bootsen laat je inkt (als voorbeeldstof) door een bodemkolom stromen. figuur 1: bodemsanering kan op vele manieren gebeuren. Afgraven heeft alleen zin als de verontreiniging zich goed aan de bodem hecht. Je zult zien dat de inkt voor een groot gedeelte zo door de bodem spoelt, maar dat sommige (gekleurde) bestanddelen van de inkt aan de bodemdeeltjes gebonden kunnen worden. Dit gebeurt volgens hetzelfde principe als je bij chromatografie hebt geleerd. Dit proces kun je vergelijken met het gedrag van verontreinigingen die in de grond terecht komen: sommige bestanddelen zullen nauwelijks door de bodem worden vastgehouden en snel in het grondwater terecht komen, andere zullen zich binden aan de bodem en verplaatsen zich maar langzaam. Hoe gedraagt een verontreiniging zich bij jou in de buurt? Wordt hij vastgehouden door de bodem of spoelt hij uit naar het grondwater? 1

Papierchromatografie Bij papierchromatografie heb je een mobiele fase (loopvloeistof) en een stationaire fase (vloeipapier). Een bepaalde stof (een stip van een viltstift) die met de loopvloeistof wordt meegenomen komt minder hoog dan de loopvloeistof. De verhouding tussen de afstand die de loopvloeistof heeft afgelegd en de afstand, die de stip heeft afgelegd wordt weergegeven met de rate of flow Rf. In formulevorm: Waarin: xa de afstand is die een stof A heeft afgelegd en xm de afstand die de loopvloeistof heeft afgelegd. Doelstellingen. Na afloop van deze lesmodule kun je: 3 grondsoorten noemen; van deze 3 grondsoorten een eigenschap noemen die het gedrag bepaalt van een verontreinigende stof die erop terecht komt; een verband aangeven tussen de bodemsamenstelling van Nederland en het agrarisch gebruik in relatie tot vermestingsproblematiek. Vervuilende bedrijven kunnen, afhankelijk van de grondsoort en het type vervuiling, tot op grote afstand de kwaliteit van het grondwater beïnvloeden. Jij zou de overheid, op basis van de resultaten van deze module, kunnen voorlichten waar je bedrijven die bij calamiteiten mogelijk vervuilen, moet plaatsen om andere activiteiten in de omgeving zo min mogelijk te hinderen. Opzet van het experiment. Eerst bepaal je de eigenschappen van een grondsoort in relatie tot een verontreinigende stof (groene inkt). Daarna vertaal je deze kennis naar de vermestings-problematiek in Nederland en de problematiek van het radioactief materiaal dat op de bodem terechtkwam na de ramp in Tsjernobyl. 2

Benodigdheden: verschillende grondsoorten schoon zand plastic bakje 2 spuiten van 10 ml watten bekerglaasje 250 ml water 2 maatcilinders van 50 ml groene inkt druppelpipetje lepeltje afvalvat Experiment : Werkwijze: 1 Neem een plastic bakje en meng hierin 1 lepeltje van een grondsoort naar keuze met 9 lepeltjes schoon zand (figuur 3); 2 Doe in twee spuiten van 10 ml een propje watten in de punt van de spuit en plaats deze zo in een bekerglaasje met water, dat de spuiten zich bijna helemaal vullen (figuur 4a) 3 Schep terwijl de spuiten in het water staan 6 ml schoon zand in de ene spuit en 6 ml zand-monster mengsel in de andere spuit. Kijk naar de maatstreepjes op de spuit voor de hoeveelheid. De spuit moet in het water staan omdat alle ruimte tussen de korreltjes met water gevuld moet worden; figuur 3: één lepel van grondsoort mengen met negen lepels schoon zand figuur 4a: propje watten in punt van de spuit en de spuit laten vullen met water 3 4a 4b figuur 4b: hang de spuit in een maatcilinder die reeds gevuld is met 10 ml water 3

4 Laat het overtollige water uit de spuiten druppelen boven het bekerglas, vul de maatcilinders allebei tot 10 ml met water, dit vergemakkelijkt zo dadelijk het aflezen; 5 Plaats elke spuit in een maatcilinder van 50 ml (figuur 4b) en noteer de gekozen waarde hieronder. 6 Gewone inkt heeft eigenschappen, die te vergelijken zijn met verontreinigingen. Voeg zoveel inkt aan beide kolommen toe met het druppelpipetje dat je kleur ziet verschijnen in het watje onder in de kolom. Noteer nu het volume hieronder. 7 Druppel inkt op beide kolommen en noteer bij C hieronder het volume in de maatcilinder op het moment dat de vloeistof er gekleurd uitloopt. Noteer ook de kleur van de vloeistof. Gebruik een witte achtergrond om de kleur goed te kunnen zien. 8 Blijf inkt bijdruppelen totdat de kleur van de weglopende vloeistof net zo groen is als de inkt die je op het kolommetje druppelt. Doe dit zo langzaam dat je goed kunt zien wat de eerste echt groene druppel is. Noteer nu het volume in de maatcilinder bij punt D hieronder. Ga door totdat je geen verandering meer ziet; Antwoorden bij het experiment A Welke grondsoort heb je gekozen? zand B volume bij eerste kleurverandering watje C D volume bij eerste kleurverandering uitstromend water volume bij eerste echt groene druppel 9 Is er verschil tussen de kolom met zand en de kolom met het zandbodemmengsel? Zo ja, kun je verklaren wat je hebt gezien? 4

10 Wat betekent dat voor jouw omgeving, afhankelijk van de grondsoort, die je daar aantreft? Kijk op het (bijgevoegde ) kaartje van nederland (in de experimenten kist) om de grondsoort op te zoeken. Is het je opgevallen dat de groene kleur van de inkt die uit de spuit druppelt na verloop van tijd niet alleen van intensiteit, maar ook van tint veranderde? De kleur veranderde van geelgroen naar blauwgroen. Dit chromatografische verschijnsel wordt in veel laboratoria gebruikt om stoffen te scheiden. In dit experiment is de stationaire fase het zand samen met de eigen gekozen grondsoort. De mobiele fase is het water. Terwijl het water naar beneden stroomt, wil de inkt zich enerzijds hechten aan de vaste stof, anderzijds wil het in opgeloste vorm mee naar beneden stromen. Of preciezer, alle afzonderlijke stoffen die in de inkt zit-ten. Groene inkt is namelijk een mengsel van blauwe en gele inkt. De blauwe kleur blijkt zich beter aan de stationaire fase te hechten dan de gele. Vandaar dat de groene inkt die onder uit de kolom loopt eerst een tekort aan blauw had en daardoor gelig van kleur was. Een rekenvoorbeeld: Koper is een stof die veel voorkomt in gebieden met varkenshouderijen. Varkens groeien er goed van en daarom wordt het toegevoegd aan varkensvoer. Koper heeft - als zwaar metaal - de eigenschap dat het zich sterk bindt aan de bodem. Dat betekent dat een koperdeeltje dat eenmaal in de bodem terecht is gekomen er ontzettend lang over doet voordat het uit de bodem is gespoeld. 1 Schat eens in hoe snel een koperverontreiniging in Nederland door de bodem naar het grondwater spoelt: 1 mm per jaar, een cm per jaar, een meter per jaar of misschien nog meer? Doe dit voor een zandgrond en een kleigrond. 5

Met behulp van enkele gegevens kun je berekenen hoe snel het werkelijk gaat. Het neerslagoverschot is de hoeveelheid water die er meer valt dan dat er verdampt. Het Nederlandse neerslagoverschot bedraagt 300 mm/jaar. Als de bodem volledig uit poriën zou bestaan, dan zou er per jaar dus een waterverplaatsing (van het aardoppervlak de bodem in) van 0,3 meter per jaar zijn. Maar de bodem is niet zo luchtig: in 1 m 3 zandbodem kan 0,15 m 3 water en in 1 m 3 kleibodem kan 0,35 m 3 water. Dat betekent in het geval van zand dat een neerslagoverschot van bijvoorbeeld 1 meter een afstand in de bodem aflegt van 1 / 0,15 m. De verdelingsconstante van koper bedraagt 1/50. 2 Bereken uit deze gegevens de afstand, die het water aflegt in 1 jaar tijd. Doe dat voor zowel een zand- als een kleibodem. 3 Bereken de afstand, die een koperverontreiniging in 1 jaar aflegt. Vergelijk de uitkomst van jouw schatting met de uitkomst van jouw berekening. Klopte je schatting? Leg uit. 6

De situatie in: Nederland Als je in de Grote Bosatlas een kaartje over grondwaterverontreiniging in Nederland opzoekt, dan zie je dat de vervuiling in Midden-Nederland heel sterk is. Als je dit kaartje vergelijkt met het grondsoortenkaartje op de poster, dan valt op dat het gebied met dekzand grotendeels samenvalt met de gebieden met grote verontreiniging. Hoe kan dat? Op de zandgronden zijn er van oudsher veel varkenshouderijen. Al die varkens produceren enorm veel mest. Naast het koper dat in de mest zit, komt er ook veel ammoniak vrij. figuur 5: varkens produceren enorm veel mest De ammoniak uit die mest vervluchtigt en slaat als (NH4)2SO4 (ammoniumsulfaat) neer op natte oppervlakken zoals bladeren. Bij een regenbui spoelt t vervolgens de bodem in. Hierdoor is er in de omgeving van varkenshouderijen een extra sterk vervuilende regen. Rusland In dit experiment heb je inkt gebruikt in plaats van een echte verontreiniging. Maar bij een verontreiniging van een bodem met bijvoorbeeld zware metalen of olie, blijkt ook een scheiding tussen de verschillende bestanddelen van de verontreiniging op te treden. Dit betekent dat lang niet alle verontreiniging die op de bodem terecht komt, ook naar het grondwater doorstroomt. Dat dit een belangrijke constatering is, blijkt wel uit het volgende voorbeeld. In 1986 ontplofte de kernreactor in Tsjernobyl. Daarbij kwam veel radioactief materiaal vrij, zoals radium en cesium. Deze stoffen kwamen in een groot gebied rondom de reactor op de grond terecht. Veel mensen waren bang dat deze stoffen in het grondwater terecht zouden komen, want dan zouden ze een gevaar vormen voor de drinkwatervoorziening. Radium en cesium hechten zich echter goed aan de stationaire fase. Veel stoffen die vrijkwamen bij de ramp spoelden inderdaad uit naar het grondwater, maar radium en cesium kwamen nauwelijks in het grondwater terecht. Jammer genoeg namen planten de radioactieve stoffen wél op uit de bodem, waardoor landbouwgewassen in één klap waardeloos werden. 7

figuur 5: kern reactor in Tsjernobyl vóór de ramp Door het afgraven van de bovenste laag van de bodem kan het probleem met de radioactiviteit worden opgelost. Het gaat hier wel om een gebied van duizenden vierkante kilometers Suggesties voor een vervolgonderzoek. Je zou op basis van deze module een Praktische Opdracht of zelfs een profielwerkstuk kunnen maken. Gebrek aan ideeën? Bepaal voor veel verschillende grondsoorten de mate waarin verontreinigingen worden vastgehouden. Bepaal vervolgens de verhouding tussen deze verschillende grondsoorten: worden verontreinigingen 2x beter vastgehouden? 3x? 10x? Schrijf op basis van je bevindingen een stuk waarin je aanbevelingen doet over de inrichting van het Nederlandse grondgebied; Vraag eens bij de gemeente waar zich een oude vuilstort bevindt. Ga na hoe deze stort ligt t.o.v. het grondwater, wat voor grond eronder (en erop) ligt en of dit gevaar oplevert; Voer het experiment uit met echte verontreinigende stoffen. Neem bijvoorbeeld een oplossing met zware metalen en analyseer de samenstelling van deze oplossing voordat je het door de kolom hebt la-ten lopen en op verschillende momenten tijdens het uitvoeren van het experiment. Voer het ook eens uit met bijvoorbeeld olie. Zijn er nu verschillen tussen grondsoorten? Zijn bepaalde grondsoorten misschien wel goed in staat om de ene stof vast te houden maar een andere juist niet? 8