zondag 10 juli 2016 in het Kruispunt lezing oude testament (lector) Numeri 27, 12-23 lied Liedboek 316 Het woord dat u ten leven riep... lezing nieuwe testament (lector) Lukas 10, 21-37 lied Liedboek 320 Wie oren om te horen heeft... uitleg en verkondiging Gemeente, lieve mensen van onze Heer, Met de Brexit zijn er nu een aantal politici die het volk min of meer in verwarring achterlaten. In Brussel en ook in het Verenigd Koninkrijk (wat nu meer het verdeeld koninkrijk is). Zou het het plan van David Cameron geweest zijn om nu te stoppen? Ik denk van niet, ik denk dat hij van een andere uitkomst van het referendum is uitgegaan. En van een andere voortzetting van zijn politieke loopbaan. En Boris Johnson? En Nigel Farrage? Is dit wat ze wilden, de bekroning van hun carriere? Hebben ze hun doel bereikt? Kunnen ze tevreden zijn? Of juist niet? Is het een afgang? Hadden zij zich dat laatste stuk anders voorgesteld?
Een hoop mensen zijn verward. Misschien nog wel meer teleurgesteld. Of boos. We lezen voor de laatste keer in Numeri. Als er één leidersfiguur is waar het volk van Israël tegen opkijkt, dan is het Mozes wel. Israel kan het verhaal van zijn identiteit niet vertellen zonder deze man. Mozes is de man die het volk uit de slavernij leidde, de confrontatie met de farao aanging, door water en woestijn het volk geleid heeft. Mozes de onmisbare leider als er tekort aan voedsel of water was, als er dreiging van vijanden was, als de geboden van God naar de mensen moesten was hij de bemiddelaar. Het volk uit het land van benauwdheid naar het land van belofte leiden, dat is zijn levenswerk. Zijn naam is daar mee verbonden. En nu horen wij: Mozes is een man die zijn doelen niet bereikt. Hij zal de voltooiïng van zijn levenswerk niet meemaken. Hij mag van God het beloofde land niet binnen. Hij mag het zien, van God, maar hij mag niet verder. Want hij is ook geen heilig boontje, zo zou je kunnen zeggen. En nu vraag ik u: als je de verwezenlijking niet mee mag maken van datgene waar je je hele leven aan gewerkt hebt, dan moet je toch boos worden? Kwaad? Alsof je rol ontkend wordt! Al die jaren is hij de voorbeeldige leider geweest, en het allerlaatste stukje van de weg, de verwezenlijking, dat mag niet? Dat pikt een mens toch niet?
Dan moet je toch in opstand komen? Dan zou er toch iets moeten gebeuren als wat we van Abraham kennen? Dat je de voet tussen de deur zet en zegt: wacht even, God! Zou je dat wel doen? Is dat wel eerlijk? En vooral: verdraagt zich dat wel met hoe u God wil zijn? Weet je wel hoe de mensen dan over u zullen denken? Dat zou je van Mozes verwachten: verzet. Mozes moet dat kunnen, hij heeft dat gedaan. Dat hij zichzelf in het spel bracht en God tot stilstand bracht. Als u dit volk wil vernietigen, God, neem mij dan maar in plaats van deze mensen. Mozes kan dat, in verzet komen tegen God. Maar van verzet is niets te merken. Bij Mirjam en bij Aäron ook al niet. De twee broers en een zus maken het einde van de tocht niet mee. Mirjam, Aäron, Mozes gaan het land niet binnen. In eerdere hoofdstukken is over het sterven van Aäron en Mirjam al geschreven. Dat ze het niet mee mogen maken komt door hun gedrag bij het water van Meriba. Zij zijn gediskwalificeerd. En het lijkt alsof ze dat lijdzaam aanvaarden, want er blijkt niets van verzet. Het punt waar het om gaat: er kwam wel water uit de rots bij Meriba, maar het werd op de verkeerde manier uitgelegd. De opdracht was: spreken tot de rots, en hij zou water geven. Maar ze slaan op de rots. En ze zeggen woorden die henzelf in de schijnwerpers zetten: zullen wij eens even laten zien dat we uit deze rots water kunnen laten vloeien? Dat was ontkenning van de rol van God.
Dat was taal die je van politici nogal eens hoort, als ze aan hun imago denken te moeten werken. Maar geen verzet van Mozes dus. Ook geen emotie, althans niet opgeschreven. Nee, hij denkt alleen aan wat hij achterlaat. Dan moet er een andere leider komen... Je kunt hier op twee manieren naar kijken: De eerste manier is: Mozes is niets bijzonders, hij is net als alle anderen. De tweede manier is: Mozes is juist wel heel bijzonder, wás heel bijzonder, en nu zal het anders worden. ---Mozes is niets bijzonders--- Het is een terugkerend patroon bij het volk onderweg. In die weken dat we Numeri lezen zijn we dat steeds weer tegengekomen. Het zit tegen, tegenwerking, tegenslag, tegenwind - en het volk is van slag. Wil weer terug naar Egypte, idealiseert het verleden en roept de leiders ter verantwoording. Numeri legt dat uit als gebrek aan vertrouwen in de leiding van God. Maar nu ziet het volk dat zij niet de enigen zijn. Het gemopper, de opstand, de onvrede, het verzet - dat is niet alleen bij hun, ook de leiders Mirjam, Aäron, en nu ook Mozes hebben gebrek aan godsvertrouwen. Zij zijn niet anders. Ze zijn geen heiligen, ze zijn net als iedereen, hebben twijfels, brengen het vertrouwen niet op, zien het niet zitten. Ook hen valt het een en ander te verwijten. Net als het volk. Godsvertrouwen is geen prestatie. Niet iets dat de een beter beheerst dan de ander.
Godsvertrouwen is iets waartoe we steeds weer geroepen zijn, uitgedaagd. Ieder persoonlijk. Misschien is het wel een ontnuchtering geweest voor het volk. Mozes, Aäron, Mirjam, zij zijn net als alle anderen. En dat betekent ook: iedereen is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn/haar woorden en daden. En ieder is persoonlijk geroepen om de eigen relatie met God vorm te geven en in stand te houden. Je moet niet leunen op je leiders als het om de dingen van God gaat. Niet Mozes roepen als je het met God niet meer kan vinden, maar zelf proberen het vertrouwen weer te vinden. Zelf contact leggen met "de God die al wat leeft de adem geeft". Leun niet op je leiders. Zij zijn geen andere mensen dan jullie. Dominees zijn ook geen ander soort mensen. Maar dat wist u natuurlijk al... ---Mozes is wat bijzonders--- Mozes wordt zijn einde aangezegd. Ook al krijgt hij daarna nog het een en ander te doen, als we de volgende hoofdstukken zouden lezen, zijn einde is aangekondigd, en hij leeft met dat perspectief. Maar hij maakt wel iets bijzonders mee: hij ondergaat zijn laatste levensfase met het zicht op wat komen gaat voor het volk. Mozes mag het beloofde land zien. Mirjam en Aäron mochten dat niet. Mozes is dus iets bijzonders. Niemand is als Mozes. Ongeëvenaard.
En er is nog iets waardoor de schrijver de unieke rol van Mozes benadrukt. Jozua wordt de opvolger van Mozes, een man die aangeraakt is door de Geest. Het volk kent Jozua al, hij was samen met Kaleb degene die met een minderheidsstandpunt kwam toen het er om ging hoe angstig je moest worden voor de inwoners van Kanaan. Hij was degene die zich niet bang liet maken door de overdreven verhalen van de verkenners. Maar hij krijgt de opdracht om in de toekomst, als er een beslissing moet worden genomen, altijd eerst te rade te gaan bij de priester Eleazar die dan het orakel zal vragen. Dat heeft Mozes nooit hoeven doen!!! Mozes had zelf contact met God. Niemand is als Mozes... Mozes sprak, zo hebben we het tot nu toe vaak kunnen lezen, "van mond tot mond" met God, alsof ze naast elkaar liepen, een communicatie op gelijke hoogte. Nu is er een overgang, nu het volk het beloofde land zal binnengaan: contact met God is er niet meer "van mond tot mond" maar via de priester. Dat benadrukt de rol van de priester, zou je kunnen zeggen, maar belangrijker is nu de andere kant hiervan: het verstaan van de stem v God gaat niet meer rechtstreeks. Het gaat niet meer zoals bij Mozes die het wel regelde. Je weet niet zomaar wat de wil van God is. Hij spreekt niet van mond tot mond, hij moet gezocht en gevonden worden. En er is geen Mozes meer die dat voor je gaat doen. Het is na Mozes dichter bij ons, zoals wij het ook ervaren. Je hebt God niet zomaar beschikbaar, hij moet gezocht worden, en dat gaat vaak met moeite.
Dus of je nu van de tekst meeneemt: Mozes is niets bijzonders, hij is als alle anderen of dat je van de tekst meeneemt: Mozes is iets bijzonders, niemand is als hij ---leiding--- - de boodschap is in beide gevallen een van meer persoonlijke verantwoordelijkheid voor de dingen met God. Leun niet op je leiders, ze zijn gewone mensen. En: wacht niet dat God op jouw niveau en onweerlegbaar spreekt, zo overtuigend alsof hij een mens is, maar zoek zijn stem te horen, en zoek zijn weg te vinden, zoek zijn wil te doen. Zo zal het gaan in het beloofde land. Geen Mozes meer... Jozua is de nieuwe leider, hij is de man die iets heeft van de Goede Herder. Luisteren naar de stem van God, luisteren naar de behoeften van de mensen. Dat zal misschien ook betekenen dat hij niet de taal gebruikt zoals Mozes dat eens had gedaan: "Wij zullen wel even laten zien dat er water uit de rots kan komen..." waardoor hij zichzelf in het middelpunt plaatste. Taal van politici heeft hier vaker iets van weg. Ik las in de krant dat Nigel Farrage tegen zijn tegenstanders zei dat hij genoot van hun boe-geroep. Dat is taal uit de arena, dat is niet de taal van de gerichte aandacht, de taal van de Goede Herder,
of van de Barmhartige Samaritaan waarover we Jezus hoorden vertellen in de gelijkenis. In het land van de belofte zijn de leiders geen machthebbers maar herders... En in het land van de belofte zijn de mensen zoekers naar de wil van God. Zoekers naar de wil van God - met hart en ziel. Misschien kunnen wij ons dagelijks leven een vleugje meegeven van hoe het zal zijn in dat land van belofte. Amen Jan-Hendrik Kip stilte lied Liedboek 816 Dat wij onszelf gewonnen geven...