Strikt vertrouwelijk Columbus Construction Company S.A. T.a.v. de directie C. Francisco Prats Ramirez 260 Santo Domingo Dominicaanse Republiek Tevens per e-mail naar [ ]en per fax 001 809 4821932 Datum 2 september 2008 Ons kenmerk INT-[ ] Pagina 1 van 10 Telefoon Betreft [ ] Last onder dwangsom Geachte directie, Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) u als volgt. 1. Inleiding De AFM heeft geconstateerd dat Columbus Construction Company S.A. ( Columbus ) in strijd met artikel 2:55 Wet op het financieel toezicht ( Wft ) handelt door beleggingsobjecten in Nederland aan te bieden, zonder te beschikken over de daartoe benodigde vergunning. Om deze reden heeft de AFM besloten om Columbus overeenkomstig artikel 1:79, eerste lid, Wft een last onder dwangsom op te leggen. Deze strekt ertoe dat Columbus binnen vijf werkdagen na de datum van dagtekening van deze beschikking het aanbieden (hieronder niet begrepen het beheren) van beleggingsobjecten staakt en gestaakt houdt en aan de AFM een bevestiging overlegt waarin staat vermeld dat zij het aanbieden van beleggingsobjecten zal staken en gestaakt zal houden. Ten aanzien van reeds afgesloten overeenkomsten strekt de last onder dwangsom ertoe dat Columbus binnen dertig werkdagen na de datum van dagtekening van deze beschikking een bevestiging aan de AFM overlegt dat Columbus gestaakt is en gestaakt blijft met het beheren van deze overeenkomsten. Columbus dient in de bevestiging tevens aan te geven op welke wijze (overdragen overeenkomsten aan een vergunninghouder of afwikkelen van bestaande overeenkomsten) zij staakt met het aanbieden van beleggingsobjecten en schriftelijke stukken te verstrekken ter onderbouwing hiervan, in het bijzonder: - kopieën van brieven aan Nederlandse investeerders/participanten waaruit blijkt dat Columbus het beheer van de beleggingsobjecten staakt; - kopieën van documenten waaruit de (finale) betalingen aan Nederlandse investeerders/participanten na het staken van het beheer van de beleggingsobjecten blijken, dan wel documenten waaruit de overdracht van het beheer van de beleggingsobjecten aan een vergunninghoudende instelling blijkt. Stichting Autoriteit Financiële Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr. 41207759 Kenmerk van deze brief: [ ] Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus 11723 1001 GS Amsterdam Telefoon +31 (0)20-79 72 000 Fax +31 (0)20-79 73 800 www.afm.nl
Pagina 2 van 10 De dwangsom bedraagt 4.000 (zegge: vierduizend Euro) voor iedere kalenderdag of gedeelte daarvan na de genoemde termijn dat Columbus niet voldoet aan de genoemde last, met een maximum van 80.000 (zegge: tachtigduizend Euro). 2. Feiten Eind 2007 en begin 2008 heeft de AFM verscheidene meldingen ontvangen van beleggers aan wie Columbus het zogeheten Columbus Investment Plan had aangeboden. Bij brief d.d. 28 januari 2008 heeft de AFM aan Columbus een informatieverzoek gezonden inzake de aanbieding van het Columbus Investment Plan. De AFM spreekt in dit informatieverzoek haar vermoeden uit dat door Columbus mogelijk artikel 2:55 Wft wordt overtreden. Teneinde te kunnen beoordelen of daadwerkelijk sprake is van overtreding van artikel 2:55 Wft, heeft de AFM een aantal vragen gesteld inzake de exacte activiteiten van Columbus. Aangezien de AFM geen reactie van Columbus heeft ontvangen op het informatieverzoek van 28 januari 2008 heeft de AFM op 12 februari 2008 een rappelinformatieverzoek aan Columbus gezonden. Columbus wordt in de gelegenheid gesteld om alsnog binnen vijf werkdagen na dagtekening van het rappel te reageren op het informatieverzoek van de AFM van 28 januari 2008. Op 7 maart 2008 heeft de AFM een schriftelijke reactie van de heer Pot namens Columbus ontvangen. In de reactie wordt grotendeels verwezen naar de informatie die van de website www.columbusexclusiveresorts.com van Columbus kan worden gedownload. Voornoemde website staat geregistreerd op naam van de heer Pot. Uit de beschikbare informatie maakt de AFM op dat investeerders middels het Columbus Investment Plan deelnemen in een project met de naam Columbus Exclusive Resort ( het project ). Binnen het project wordt vastgoed ontwikkeld in de Dominicaanse Republiek. Voornoemd vastgoed zal medio 2010 worden opgeleverd. Uit het voorlopig koopcontract valt op te maken dat het project uit verschillende gebouwen en villa's zal bestaan. Het onroerend goed wordt aan investeerders verkocht door middel van het verkoopsysteem van zogenaamde Real Estate Investment Titles ( REIT ). Een REIT is een specifiek gedefinieerd deel van het totale onroerend goed, neergelegd in een eigendomsakte. Bij oplevering van de woning wordt de eigendomsakte geregistreerd op naam van een eigenaar of van een juridische entiteit naar keuze. Investeerders worden in verhouding tot het aantal REIT s dat zij aankopen mede-eigenaar van een hotel of appartementencomplex of volledig eigenaar van een afzonderlijk appartement of villa. Onderdeel van het koopcontract is dat de investeerder na oplevering zijn vastgoed in beginsel in beheer geeft bij Columbus Rental Club ( CRC ). CRC is de verhuurvennootschap van Columbus, die het vastgoed zal gaan verhuren aan toeristen. De verhuuropbrengsten worden uitgekeerd aan de investeerders. Alleen wanneer de investeerder volledig eigenaar wordt van een afzonderlijk appartement of villa heeft de investeerder niet de verplichting het onroerend goed te verhuren via CRC. In alle andere gevallen is in beginsel verhuur via CRC verplicht. CRC draagt zorg voor de financiering en realisatie van de omgeving, het onderhoud van het resort en de commerciële exploitatie van zowel de omgeving als de verhuur van de beschikbare kamercapaciteit in het project. CRC ontvangt hiervoor een
Pagina 3 van 10 vergoeding van ten minste 25% van de winst die voortvloeit uit de verhuur. De vaststelling van de vergoeding is afhankelijk van een aantal factoren. Door Columbus wordt een rendement van US $ 22.500 per REIT per jaar in het vooruitzicht gesteld. Dit rendement wordt niet gegarandeerd. Daarnaast wordt aan iedere investeerder de mogelijkheid geboden om de REIT na 10 verhuurjaren aan Columbus terug te verkopen tegen een vaste prijs van US $ 100.000 per REIT. De REIT s worden door Columbus aangeboden voor US $ 225.000 per stuk. Tijdens de eerste inschrijfperiode (tot 30 juni 2008) geldt een korting van US $ 75.000 per REIT. Vervolgens worden in het prospectus en in de overeenkomst verschillende (tegenstrijdige) opties gegeven voor de wijze waarop de inleg kan worden voldaan: - Op pagina 6 van het prospectus wordt het volgende aangegeven: Betaling ineens (korting US $ 10.000) : US $ 140.000 Gespreide betaling Aanbetaling (korting US $ 5.000) : US $ 45.000 Betaling in 3 termijnen : US $ 50.000 (50% / 25% / 25%) - Op pagina 13 van het prospectus wordt het volgende aangegeven: 1. Betaling ineens a. US $ 140.000 (korting US $ 10.000) 2. Gespreide betaling a. Aanbetaling US $ 50.000 1. Ineens (korting US $ 5.000) Bij ondertekening van het contract US $ 45.000 2. In 3 termijnen (US $ 20.000 bij ondertekening / US $ 15.000 na het 1e jaar / US $ 15.000 na het 2e jaar) b. Eindbetaling na minimaal 10 jaren van US $ 100.000 - In de overeenkomst wordt het volgende aangegeven: In het geval dat de aan- en verkoop doorgaat, vindt dit plaats door middel van de betaling van een bedrag van US $ 150.000 (...). Hierbij wordt opgemerkt dat indien de koper het volledige bedrag voldoet bij ondertekening van dit contract, hij recht heeft op een korting van US $ 5.000,00 (vijfduizend Amerikaanse dollar). Indien hij het resterende bedrag voldoet op het moment van ondertekening van de definitieve koopakte, krijgt hij een korting van US $ 5.000 (vijfduizend Amerikaanse dollar) extra. Columbus antwoordt de AFM verder dat zij van mening is dat haar activiteiten niet in strijd zijn met Nederlandse wet- en regelgeving, aangezien er sprake is van verkoop van onroerend goed in de Dominicaanse Republiek.
Pagina 4 van 10 Daarnaast geeft Columbus te kennen dat de minimale koopprijs US $ 225.000 per titel bedraagt en daarmee ruim boven de door de AFM gehanteerde vrijstellingsgrens van 50.000 ligt. Voornemen last onder dwangsom Op basis van de beschikbare informatie concludeert de AFM dat Columbus in de uitoefening van een beroep of bedrijf beleggingsobjecten aanbiedt in Nederland. Bij brief d.d. 8 augustus 2008 heeft de AFM aan Columbus kenbaar gemaakt dat zij uit hoofde van artikel 1:79 Wft voornemens is aan Columbus een last onder dwangsom op te leggen wegens overtreding van artikel 2:55 Wft teneinde kort gezegd te bewerkstelligen dat Columbus het aanbieden van beleggingsobjecten, alsmede het beheer van reeds gesloten overeenkomsten, zal staken. De AFM heeft Columbus onder verwijzing naar artikel 4:8 en 4:9 Awb in de gelegenheid gesteld om binnen vijftien werkdagen na dagtekening van voornoemde brief schriftelijk dan wel mondeling haar zienswijze over het voorgenomen besluit naar voren te brengen. Op 8 augustus 2008 heeft de AFM een e-mail ontvangen van de heer Pot. Hierin deelt de heer Pot mede dat hij per 1 juli 2008 geen eigenaar meer is van Columbus. De heer Pot geeft te kennen dat hij per die datum de gehele bouw, de grond en het klantenbestand heeft verkocht aan een Dominicaanse/Colombiaanse investeringsmaatschappij met de naam Incognito S.A. Per brief en e-mail van 11 augustus 2008 reageert de AFM op de e-mail van de heer Pot. Teneinde de verklaring van de heer Pot te verifiëren verzoekt de AFM Columbus alle documenten over te leggen die zien op de gestelde eigendomsoverdracht, alsmede op de mededeling aan reeds ingestapte beleggers dat de eigendomssituatie en derhalve tevens het aanbiederschap is gewijzigd. Daarnaast verzoekt de AFM Columbus een overzicht van alle betrokken (rechts)personen over te leggen. De AFM benadrukt in haar brief dat haar voornemen om een last onder dwangsom op te leggen aan Columbus onverminderd gehandhaafd blijft zolang niet is aangetoond dat Columbus niet meer actief is als aanbieder van beleggingsobjecten. In reactie op de brief van de AFM wordt op 11 augustus 2008 een e-mail van de heer Pot ontvangen. In zijn e-mail geeft de heer Pot aan dat hij de AFM de verkoopakte per mail zal doen toekomen. Hierbij geeft de heer Pot aan dat de nieuwe eigenaren geen behoefte hebben aan publiciteit en dat daarom op hun verzoek in de verkoopakte hun identiteit niet zal worden weergegeven. Per brief en e-mail van 15 augustus 2008 wijst de AFM Columbus op haar brief van 11 augustus 2008. Voorts benadrukt de AFM nogmaals dat het voornemen van de AFM om een last onder dwangsom op te leggen aan Columbus onverminderd gehandhaafd blijft. In reactie op de brief van de AFM wordt 15 augustus 2008 een e-mail van de heer Pot ontvangen. In zijn e-mail geeft de heer Pot aan dat hij de identiteit van de nieuwe eigenaren niet bekend zal maken, aangezien dit de beslissing is van de nieuwe eigenaren.
Pagina 5 van 10 3. Beoordeling feiten De AFM is van oordeel dat het door Columbus aangeboden product, het Columbus Investment Plan, kwalificeert als beleggingsobject en dat Columbus artikel 2:55, eerste lid, Wft overtreedt. De AFM licht dit als volgt toe. Een beleggingsobject wordt in artikel 1:1 Wft gedefinieerd als (onder meer): een zaak, een recht op een zaak of een recht op het al dan niet volledige rendement in geld of een gedeelte van de opbrengst van een zaak, niet zijnde een product als bedoeld in de onderdelen b tot en met h van de definitie van financieel product in dit artikel, welke anders dan om niet wordt verkregen, bij welke verkrijging aan de verkrijger een rendement in geld in het vooruitzicht wordt gesteld en waarbij het beheer van de zaak hoofdzakelijk wordt uitgevoerd door een ander dan de verkrijger. Naar het oordeel van de AFM kwalificeert het door Columbus aangeboden product als beleggingsobject in de zin van de Wft, aangezien het product de volgende kenmerken heeft: - Het gaat om een zaak, namelijk een hotel, appartementencomplex, afzonderlijk appartement of villa, waarvan de investeerder (deel)eigenaar wordt. - Verkrijging van de REIT geschiedt tegen betaling. De aankoopsom van de REIT bedraagt US $ 225.000. Tijdens de inschrijffase wordt een korting per REIT van US $ 75.000 gegeven. De aanbetaling per REIT is tenminste US $ 20.000. Het restant dient bij oplevering van het onroerend te worden voldaan. De investeerder kan ook kiezen voor uitgestelde betaling. Het openstaande bedrag dient in dat geval na minimaal tien jaar te worden voldaan. De investeerder kan er op dat moment voor kiezen de REIT aan Columbus terug te verkopen tegen een vaste prijs van US $ 100.000 per REIT, dan wel het restant aan Columbus te voldoen. - Het product wordt op de website en in de brochure gepresenteerd als een investeringsmogelijkheid waarbij de opbrengsten voortkomen uit het verhuren van vastgoed. Hierop ligt dan ook het accent. Door Columbus wordt een rendement in geld in het vooruitzicht gesteld. Het geprognosticeerde rendement bedraagt US $ 22.500 per REIT per jaar. - Het beheer van het onroerend goed wordt uitgevoerd door een ander dan de verkrijger, namelijk in beginsel door CRC. Columbus biedt de beleggingsobjecten aan in Nederland, zonder te beschikken over de daartoe benodigde vergunning, en overtreedt derhalve artikel 2:55, eerste lid, Wft. Ten aanzien van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a sub 4 Vrijstellingsregeling Wft (de coupurevrijstelling van 50.000) is het volgende relevant. Columbus biedt de participaties (de REIT s) aan voor US $ 225.000 per stuk. In het prospectus is aangegeven dat tot 30 juni 2008 een korting van US $ 75.000 werd verstrekt. Op de website is echter aangegeven dat geïnteresseerden die voor 30 juni 2008 een afspraak hebben gemaakt met Columbus ook na 30 juni 2008 aanspraak kunnen maken op de korting. Volgens de aanbieding op de website is het ook na 30 juni 2008 mogelijk om gebruik te maken van de gespreide betalingsregeling. Uit de in paragraaf 2 weergegeven feiten met betrekking tot de wijze van betaling blijkt dat, tenzij betaling ineens plaatsvindt, de eerste inleg óf US $ 45.000 bedraagt óf US $ 20.000 (waarbij de restant inleg ad US $ 30.000 kan worden gespreid over de twee daaropvolgende jaren).
Pagina 6 van 10 Voor de restantbetaling van US $ 100.000 kan een betalingsregeling worden getroffen waarbij de betalingstermijn kan worden verlengd met een minimum van 10 jaar en een maximum van 25 jaar. In dat geval kan de investeerder ervoor kiezen na 10 jaar de REIT voor een vaste prijs ad US $ 100.000 aan Columbus te verkopen, dan wel het openstaande bedrag aan Columbus te voldoen. Omgerekend naar euro s ligt (tenzij het bedrag ineens wordt voldaan) het aan te betalen bedrag in alle geschetste betalingsopties onder het voor de coupurevrijstelling vereiste minimum van 50.000. Columbus kan zich dan ook niet op de coupurevrijstelling beroepen. Volledigheidshalve voegt de AFM hieraan toe dat ingevolge het derde lid van artikel 2 Vrijstellingsregeling Wft als voorwaarde voor de vrijstelling geldt dat kort gezegd de instelling in haar uitingen vermeldt dat zij niet vergunningplichtig is en niet onder toezicht staat van de AFM en dat Columbus aan die voorwaarde niet voldoet. Tot slot zijn de reacties van de heer Pot naar aanleiding van het voornemen niet relevant voor de vraag of Columbus nog altijd in overtreding is van artikel 2:55 Wft. Voor die vraag is niet van belang wie de eigenaren van Columbus zijn, maar of Columbus nog aanbieder van beleggingsobjecten is in de zin van artikel 1:1 Wft. De AFM heeft geconstateerd dat dit nog altijd het geval is. 4. Last onder dwangsom Op grond van het voorstaande heeft de AFM besloten aan Columbus een last onder dwangsom op te leggen wegens overtreding van artikel 2:55 Wft teneinde het hierna beschrevene te bewerkstelligen. - Columbus dient binnen vijf werkdagen na dagtekening van deze beschikking het aanbieden (hieronder niet begrepen het beheren) van beleggingsobjecten te staken en gestaakt te houden en aan de AFM een bevestiging te overleggen waarin staat dat zij het aanbieden van beleggingsobjecten zal staken en gestaakt zal houden, tot het moment waarop is voldaan aan de toepasselijke regelgeving; - Columbus dient ten aanzien van reeds afgesloten overeenkomsten binnen dertig werkdagen na dagtekening van deze beschikking een bevestiging te overleggen aan de AFM dat Columbus gestaakt is en gestaakt zal blijven met het beheren van deze overeenkomsten tot het moment waarop is voldaan aan de toepasselijke regelgeving. Columbus dient schriftelijke stukken te verstrekken ter onderbouwing hiervan en in het bijzonder: i. kopieën van brieven aan Nederlandse investeerders/participanten waaruit blijkt dat Columbus het beheer van de beleggingsobjecten staakt; ii. kopieën van documenten waaruit de (finale) betalingen aan Nederlandse investeerders/participanten na het staken van het beheer van de beleggingsobjecten blijken, dan wel documenten waaruit de overdracht van het beheer van de beleggingsobjecten aan een vergunninghoudende instelling blijkt. De dwangsom bedraagt 4.000 (zegge: vierduizend Euro) voor iedere kalenderdag of gedeelte daarvan na de genoemde termijn dat Columbus niet voldoet aan de genoemde last, met een maximum van 80.000 (zegge: tachtigduizend Euro).
Pagina 7 van 10 De gevraagde bevestiging dient te worden gezonden aan de AFM, t.a.v. [ ], Postbus 11723, 1001 GS te Amsterdam. Deze bevestiging kan ook worden verstuurd per fax [ ]. De AFM heeft bij de beoordeling van de hoogte van de last onder dwangsom en het maximum te verbeuren bedrag rekening gehouden met de zwaarte van de overtreding en de beoogde werking van de last onder dwangsom. De onderhavige dwangsom is na het verstrijken van de bedoelde termijn onmiddellijk opeisbaar door de AFM. Het maken van bezwaar schorst de werking van deze beschikking niet. De AFM zal eventuele kosten van aanmaning tot betaling van de verbeurde dwangsom, eventuele kosten van invordering en de eventuele wettelijke rente voor rekening van Columbus doen komen. Indien de dwangsom wordt verbeurd, zal de AFM het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom openbaar maken op grond van het bepaalde in artikel 1:99, eerste lid, Wft. De AFM heeft geen aanwijzingen dat openbaarmaking van het besluit in dit geval in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de AFM uit te oefenen toezicht op naleving van de Wft. Op grond van het bepaalde in artikel 1:99, tweede lid, Wft wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter, indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 Awb. Indien de dwangsom wordt verbeurd, zal openbaarmaking plaatsvinden door: b. publicatie van het onderhavige besluit op de website van de AFM; c. publicatie in een persbericht; en, indien dit naar het oordeel van de AFM wenselijk is, d. publicatie in één of meerdere landelijke en/of regionaal te verschijnen dagbladen. Ad a. Het besluit tot oplegging van een last onder dwangsom zal integraal worden gepubliceerd op de website van de AFM, met dien verstande dat dit besluit zal worden geschoond van eventuele vertrouwelijke gegevens. De AFM is van oordeel dat in het onderhavige besluit de grijs gemarkeerde gegevens vertrouwelijk zijn. Die informatie zal dan ook in de publicatie worden afgeschermd. Indien Columbus meent dat bepaalde andere gegevens ook als vertrouwelijk moeten worden aangemerkt, kan Columbus dit schriftelijk binnen een termijn van drie werkdagen na dagtekening van deze brief aan de AFM kenbaar maken. Ad b en c. De tekst die indien de dwangsom wordt verbeurd zal worden gepubliceerd in een persbericht en mogelijk in één of meer landelijke en/of regionaal te verschijnen dagbladen is de volgende: De AFM legt een last onder dwangsom op aan Columbus Construction Company S.A. De Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) maakt bekend dat zij op 1 september 2008 een last onder dwangsom heeft opgelegd aan: Columbus Construction Company S.A., C. Francisco Prats Ramirez 206, Santo Domingo, Dominicaanse Republiek.
Pagina 8 van 10 De last onder dwangsom is opgelegd, omdat Columbus Construction Company S.A. beleggingsobjecten in Nederland aanbiedt zonder te beschikken over een vergunning en Columbus Construction Company S.A. niet heeft voldaan aan eerdere verzoeken van de AFM om te staken met het aanbieden van beleggingsobjecten tot het moment dat is voldaan aan de toepasselijke regelgeving. Columbus Construction Company S.A. is daarom verplicht de dwangsom te betalen. Columbus Construction Company S.A. dient nog steeds te staken en gestaakt te blijven met het aanbieden van beleggingsobjecten tot het moment dat aan de toepasselijke regelgeving is voldaan. De volledige beschikking is te vinden op www.afm.nl. Bij vragen of klachten kunt u ook contact opnemen met het Meldpunt Financiële Markten van de AFM: 0900-5400 540 (0,05 euro per minuut). 5. Rechtsgangverwijzing Iedere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar aantekenen door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS Amsterdam. Een tegen dit besluit ingediend bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten [ ] [ ] [ ] [ ]
Pagina 9 van 10 Wettelijk Kader Wet op het financieel toezicht ( Wft ) Artikel 1:1 Wft luidt voor zover relevant: ( ) aanbieden a. het in uitoefening van een beroep of bedrijf rechtstreeks of middellijk doen van een voldoende bepaald voorstel tot het als wederpartij aangaan van een overeenkomst met een consument, of indien het een verzekering betreft, cliënt inzake een financieel product dat geen financieel instrument is of het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aangaan, beheren of uitvoeren van een dergelijke overeenkomst; ( ) beleggingsobject: a. een zaak, een recht op een zaak of een recht op het al dan niet volledige rendement in geld of een gedeelte van de opbrengst van een zaak, niet zijnde een product als bedoeld in de onderdelen b tot en met h van de definitie van financieel product in dit artikel, welke anders dan om niet wordt verkregen, bij welke verkrijging aan de verkrijger een rendement in geld in het vooruitzicht wordt gesteld en waarbij het beheer van de zaak hoofdzakelijk wordt uitgevoerd door een ander dan de verkrijger; of b. een ander bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen recht; ( ) financieel product: a. een beleggingsobject; b. een betaalrekening met inbegrip van de daaraan verbonden betaalfaciliteiten; c. elektronisch geld; d. financieel instrument; e. krediet; f. een spaarrekening met inbegrip van de daaraan verbonden spaarfaciliteiten; g. een verzekering h. een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander financieel product; ( ) In artikel 1:72 Wft is bepaald: 1. Met het toezicht op de naleving van de bij en krachtens deze wet gestelde regels zijn belast de bij besluit van de toezichthouder aangewezen personen. 2. Van een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt mededeling gedaan in de staatscourant.
Pagina 10 van 10 In artikel 1:79 Wft is voor zover relevant het volgende bepaald: 1. De toezichthouder kan een last onder dwangsom opleggen terzake van een overtreding van voorschriften, gesteld ingevolge de in de bijlage bij dit artikel genoemde artikelen en de prospectusverordening alsmede terzake van overtreding van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. 2. ( ) In artikel 1:99 Wft is voor zover relevant het volgende bepaald: 1. De toezichthouder maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom ingevolgde deze wet openbaar wanneer een dwangsom wordt verbeurd, tenzij de openbaarmaking van het besluit in stijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet. 2. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter. Artikel 2:55 Wft luidt voor zover relevant: 1. Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleend vergunning beleggingsobjecten aan te bieden. 2. ( ) Algemene wet bestuursrecht ( Awb ) In artikel 4:8 Awb is volgende bepaald: 1. Voordat een bestuursorgaan een beschikking geeft waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting bedenkingen zal hebben, stelt het die belanghebbende in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien: a) de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belangenhebbende treffen, en b) die gegevens niet door de belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt. 2. het eerste lid geldt niet indien de belanghebbende niet heeft voldaan aan een wettelijke verplichting gegevens te vestrekken.