Cantatedienst Ich habe genug ~ BWV 82 ~ J.S. Bach Inleidende woorden Het is vandaag een bijzondere zondag. Een zondag waarop in de Lutherse traditie, de opdracht van Jezus in de tempel wordt gevierd, 40 dagen na zijn geboorte, 40 dagen na Kerst. Dit feest markeert het einde van de Kersttijd en heeft, eerlijk gezegd een dubieus oecumenisch karakter. In de oorspronkelijke katholieke traditie wordt het op 2 februari gevierd en het heet Maria Lichtmis. Het is nog steeds een zeer geliefd feest. Op die dag gedenkt men, naast de opdracht van Jezus in de tempel, ook het joodse reinigingsritueel van de jonge moeder, 40 dagen na de bevalling. De relevailles, churching. Mijn moeder moest het nog doen. Toen de Reformatie de Mariaverering overboord gooiden (en, eerlijk gezegd, het kind met het badwater weggooiden), sneuvelde bij de protestanten Maria Lichtmis. Maar het feest van de opdracht van Jezus in de tempel, bleef. En voor dat feest, schreef Bach cantate Ich habe genug, waarin je niet weet wat je hoort: Ich freude mich auf Meinem Tod Maria Lichtmis is een vrolijk feest. In het Frans heet het La Chandeleur. En bij La Chandeleur, hoor je bijzondere pannenkoeken te eten. Internet staat vol recepten van crêpes de la Chandeleur, in het bijzonder crêpes Suzette. Maria Lichtmis is ook een merkeldag, dat wil zeggen een van de dagen in het jaar die gelegenheid geeft om het weer te voorspellen. A la Chandeleur, l hiver se passe ou prend vigueur Bij Maria Lichtmis gaat de winter weg of wordt de winter juist strenger In Nederland: Brengt Vrouwe Lichtmis sneeuw en wind De lente komt gezwind, Maar is het weder schoon en klaar Dan is de lente niet zo naar Ververvlogen uitdrukkingen, ververvlogen tijden. Daarom zingen we een lied over nostalgie, op de muziek van het oude Duitse lied: die Lorelei, op tekst van de joodse dichter Friedrich Silcher https://www.youtube.com/watch?v=zdouwbynsfa 14 februari 2016 ~ pagina 1
Bijbellezing: Het loflied van Simeon In Jeruzalem woonde een man die Simeon heette. Simeon was goed en eerlijk, en trouw aan God. Hij wachtte zijn hele leven al op de redding van Israël. De heilige Geest was in Simeon, en die had hem verteld: Voordat je sterft, zul je de Messias zien die God beloofd heeft. De heilige Geest stuurde Simeon naar de tempel. Op hetzelfde moment kwamen ook Jozef en Maria naar de tempel. Zij brachten Jezus daarheen om alles te doen wat verplicht was volgens de wet. Toen Simeon het kind zag, nam hij het in zijn armen en dankte God. Hij zei: Heer, ik ben uw dienaar. Nu kan ik rustig sterven, zoals u mij beloofd hebt. Want nu heb ik zelf de redder gezien. U hebt hem gestuurd om alle volken te redden. Hij is het licht, Hij wijst de volken de weg naar u. Hij is de held van uw volk Israël. Die dingen zei Simeon over Jezus. Jozef en Maria waren erg verbaasd. 34 Toen zegende Simeon hen, en hij zei tegen Maria: Jouw zoon is een teken van de dingen die in Israël gaan gebeuren. Veel mensen zullen door hem nieuw leven krijgen. Maar anderen zullen zich tegen hem verzetten. Die mensen zullen niet gered worden. Simeon zei ook: Maria, jij zult veel verdriet en pijn hebben om je zoon. Maar al die dingen moeten gebeuren. Want zo wordt duidelijk hoe de mensen van binnen echt zijn. [Lucas 2: 25-35 Bijbel in Gewone Taal] Overdenking t Verlangen naar oeroude waarden Die maken deel uit van mij Deze woorden had de oude Simeon zelf kunnen zeggen. Een man die in zijn priesterleven al honderden keren kinderen in de armen heeft genomen wanneer hun moeders die in de tempel kwamen opdragen. Maar de pasgeborene die hij nu in de armen is het kind van zijn verlangen. Hij wachtte zijn hele leven al op de redding van Israël. De beloofde Messias, de bevrijder. En het werd hem beloofd dat hij voor zijn dood die Messias zou zien. Iets, de heilige Geest zegt de tekst, stuurt hem naar de tempel en daar, ja daar wordt zijn diepste verlangen, zijn laatste wens vervuld. Onwillekeurig moet ik denken aan de Stichting Ambulance Wens die laatste wensen van stervenden vervult. In onze regio wordt het nog één keer de zee zien, de Rotterdamse haven bezoeken, Feyenoord zien spelen (liefst even wachten) of een laatste concert van André Rieu in Ahoy bezoeken. Schitterend werk, de laatste wens van stervenden vin vervulling laten komen. Bij Simeon, is de laatste wens de wens van zijn hele leven geweest, de wens van zijn hele volk: de Messias, de redder, de bevrijder zien. 14 februari ~ pagina 2
De bas die we zo gaan horen leent zijn stem uit aan Simeon. Het is een lieflijke basstem en wat hij zegt grenst soms aan het ongelofelijke. Cantate 82 is een vrolijke cantate over de dood, haast dansend over de drempel. In de tijd van Bach, waar men het geloof heel lijfelijk beleefde, misschien een gangbare gedachte, in onze tijd wellicht moeilijker navoelbaar. Alhoewel. Laten we de tekst volgen. Simeon s verlangen de Messias zien - wordt vervuld: Ik heb genoeg, Ik heb de Heiland, de hoop van de vromen, In mijn verlangende armen genomen; Ik heb genoeg! Ik heb hem gezien en hij wenst slechts één ding: ter plekke sterven. Nu wens ik nog vandaag met vreugde Uit t leven te scheiden. Simeon laat in het evangelie én in de cantate, een vroomheid zien die voor ons niet gemakkelijk te verstaan is, een verlangen innig met Jezus te worden verstrengeld. Ik heb genoeg. Mijn troost is alleen maar Dat Jezus van mij en ik van hem wens te zijn. Precies dàt gevoel probeerde Rembrandt op het doek te krijgen. Kijk naar de voorkant van de liturgie. Mijn troost is alleen maar Dat Jezus van mij en ik van hem wens te zijn. Haast een lijfelijke, een fysieke ervaring, die we kennen zowel van katholieke mystici zoals de kleine Theresia van Lisieux als van protestantse dichters. Weet u nog, Johannes de Heer. Kijk of jullie het kunnen zingen: Veilig in Jezus armen. Simeon heeft nu Jezus in zijn armen gehouden, zijn ultieme verlangen. Nu kan hij niet meer 14 februari 2016 ~ pagina 3
wachten en hij wordt ongeduldig: We horen, uit de mond van een oude man die leefde 2000 jaren geleden, een tekst die veel heeft van een manifest voor het voltooid leven: Slaap maar in, gij matte ogen, Val maar zacht en vredig toe! Wereld, ik blijf niet meer hier, Ik heb toch geen deel aan u, Dat voor de ziel goed zou kunnen zijn. Hier moet ik in kommer leven, Maar daar, daar zal k aanschouwen Zoete vrede, stille rust. Zijn ongeduld kent geen grenzen: Mijn God, wanneer komt t mooie Nu! Dat ik in vrede sterven zal En in het zand van koele aarde En daar in uw schoot rusten zal? Het afscheid is genomen, Wereld, goede nacht! En dan barst Simeon in gejubbel, met een tekst die de haren ten berge doet rijzen Ich freue mich auf meinem Tod. Ik verheug mij op mijn dood, Ach, was hij maar reeds aangekomen. Dan ontkom k aan alle nood, Die mij nog op de aarde vasthoudt. Hoe kan hij dát zo vrolijk, haast dansend zingen? Omdat zijn laatste wens, zijn innigst verlangen, als oude man die zijn dood voelt naderen, is vervuld: hij krijgt de Messias te zien, hij mag dat kindje wiegen. Wat aanvankelijk een onbegrijpelijk verhaal misschien leek, wordt een diepe menselijke ervaring, van grote schoonheid. De Messias, de hoop van de wereld, in je armen houden. Daar zullen we niet zo gauw nar verlangen. Maar ik vraag me af of we dit niet heel gewoon kunnen vertalen. Je kind, je kleinkind, een pasgeboren kind overhandigd krijgen, betekent dat niet: de toekomst in je hand houden? Misschien kun je dan zeggen, net als Simeon: Ich habe genug 14 februari ~ pagina 4
Cantate 82 door Dietrich Fischer-Diskau https://www.youtube.com/watch?v=vstdibqxugo Aria bas Ich habe genug, Ich habe den Heiland, das Hoffen der Frommen, Auf meine begierigen Arme genommen; Ich habe genug! Ich hab ihn erblickt, Mein Glaube hat Jesum ans Herze gedrückt; Nun wünsch ich, noch heute mit Freuden Von hinnen zu scheiden. Ik heb genoeg, Ik heb de Heiland, de hoop van de vromen, In mijn verlangende armen genomen; Ik heb genoeg! Ik heb hem gezien, Mijn geloof heeft Jezus aan mijn hart gedrukt; Nu wens ik nog vandaag met vreugde Uit t leven te scheiden. Recitatief bas Ich habe genug. Mein Trost ist nur allein, Dass Jesus mein und ich sein eigen möchte sein. Im Glauben halt ich ihn, Da seh ich auch mit Simeon Die Freude jenes Lebens schon. Lasst uns mit diesem Manne ziehn! Ach! möchte mich von meines Leibes Ketten Der Herr erretten; Ach! wäre doch mein Abschied hier, Mit Freuden sagt ich, Welt, zu dir: Ich habe genug. Ik heb genoeg. Mijn troost is alleen maar Dat Jezus van mij en ik van hem wens te zijn. In t geloof houd k hem vast, Dan zie ik ook met Simeon De vreugde van t hiernamaals reeds. Laat ons met deze man meegaan! Ach! Moge mij van mijns lichaams ketens De Heer verlossen; Ach! Ware toch mijn afscheid hier, Met vreugde zei ik, wereld, u: Ik heb genoeg. 14 februari 2016 ~ pagina 5
Aria bas Schlummert ein, ihr matten Augen, Fallet sanft und selig zu! Welt, ich bleibe nicht mehr hier, Hab ich doch kein Teil an dir, Das der Seele könnte taugen. Hier muss ich das Elend bauen, Aber dort, dort werd ich schauen Süßen Friede, stille Ruh. Slaap maar in, gij matte ogen, Val maar zacht en vredig toe! Wereld, ik blijf niet meer hier, Ik heb toch geen deel aan u, Dat voor de ziel goed zou kunnen zijn. Hier moet ik in kommer leven, Maar daar, daar zal k aanschouwen Zoete vrede, stille rust. Recitatief bas Mein Gott! wenn kömmt das schöne Nun! Da ich im Friede fahren werde Und in dem Sande kühler Erde Und dort bei dir im Schoße ruhn? Der Abschied ist gemacht, Welt, gute Nacht! Mijn God, wanneer komt t mooie Nu! Dat ik in vrede sterven zal En in het zand van koele aarde En daar in uw schoot rusten zal? Het afscheid is genomen, Wereld, goede nacht! Aria bas Ich freue mich auf meinen Tod, Ach, hätt er sich schon eingefunden. Da entkomm ich aller Not, Die mich noch auf der Welt gebunden. Ik verheug mij op mijn dood, Ach, was hij maar reeds aangekomen. Dan ontkom k aan alle nood, Die mij nog op de aarde vasthoudt. dvw remo rdam 14 februari ~ pagina 6