PENSIOENREGLEMENT VAN GDF SUEZ E&P NEDERLAND B.V. EN NOORDGASTRANSPORT B.V.

Vergelijkbare documenten
Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

PENSIOENREGLEMENT VAN KEMPEN & CO N.V. Basisregeling

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Reglement Anw-hiaatpensioen

Reglement Anw-hiaatpensioen

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47

Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Stichting Pensioenfonds ANWB. Aanvullend Reglement TIJDELIJK PARTNERPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

PENSIOENREGLEMENT C. Pensioenreglement C van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 januari pagina 1 van 50

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van ExxonMobil OFP per 1 januari 2019 pagina 1 van 51

Pensioenreglement 2006B Stichting Pensioenfonds Interpolis,

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

PENSIOENREGLEMENT M I D D E L L O O N. Stichting Pensioenfonds GITP. Nijmegen

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

HAGEMEYER REGELING 2015

Reglement TIJDELIJK AANVULLEND NABESTAANDENPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

REXEL NEDERLAND REGELING 2014

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Pensioenreglement NN Basispensioenregeling, voor het laatst gewijzigd per 1 juli 2019

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Aanvullend reglement

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Stichting Pensioenfonds Xerox

ANW- Hiaat Reglement 2015

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2008

HAGEMEYER REGELING 2014

Stichting Pensioenfonds ANWB. Aanvullend Reglement TIJDELIJK PARTNERPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Pensioenreglement van kracht per 1 januari 2016 Stichting Pensioenfonds Atradius Nederland

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave

Omschrijving van het ANW-hiaatpensioen Startbrief

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2015

Voorblad Pensioenreglement van Yara Nederland B.V.

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

STICHTING PENSIOENFONDS DUPONT NEDERLAND. Pensioenreglement voor de Eindloonregeling

Pensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds BP. Versie 1.0

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd. Pensioenreglement (vastgesteld 29 maart 2017)

Pensioenregeling van. De Nederlandsche Bank NV

Pensioenreglement III Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland. Vroegpensioenreglement

Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

delta lloyd pensioenfonds

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

P E N S I O E N R E G L E M E N T M I D D E L L O O N. Stichting Pensioenfonds GITP. Nijmegen

Progress. Pensioenreglement 2002

RANK XEROX MANUFACTURING (NEDERLAND) B.V. PENSIOENREGLEMENT

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd 2014

VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT. Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen. Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement

Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. Pensioenreglement basis- en keuzepakket per 1 oktober 2014

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw

Omschrijving van het ANW-hiaatpensioen Startbrief

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd Pensioenreglement 2017

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. 1 januari 2018

Pensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

AEGON Levensverzekering N.V. Persoonlijk. De heer / mevrouw deelnemernaam Straat + huisnummer Postcode + woonplaats. polisnummer

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

1 januari Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland. Pensioenreglement voor de Beschikbare Premieregeling

PENSIOENREGLEMENT VRIJWILLIG ANW-HIAATPENSIOEN VAN UW WERKGEVER

STICHTING PENSIOENFONDS CHEMOURS NEDERLAND

Stichting Pensioenfonds Xerox

NLBV Pensioenreglement Overgangsregeling FLO-ers

Fondsreglement. Van Stichting Pensioenfonds Sanoma Magazines Nederland. Voor de werknemers van Sanoma Men s Magazines B.V.

PENSIOENREGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS CHEMOURS NEDERLAND VAN DE PENSIOENREGELING VOOR DE WERKNEMERS VAN GENENCOR INTERNATIONAL B.V.

1 januari Stichting Pensioenfonds Dupont Nederland. Pensioenreglement voor de Beschikbare Premieregeling

Pensioenreglement Philips eindloonregeling. januari Philips Pensioenfonds

PENSIOENREGLEMENT 2013 zoals geldend vanaf 1 januari van Stichting Pensioenfonds AZL

Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd 2015

PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk

Pensioenreglement 2000

Progress. Pensioenreglement 2002

Transcriptie:

PENSIOENREGLEMENT VAN GDF SUEZ E&P NEDERLAND B.V. EN NOORDGASTRANSPORT B.V. Voor akkoord Zoetermeer,. (Datum) GDF SUEZ E&P Nederland B.V. (Handtekening werkgever) Voor akkoord 's-gravenhage, Noordgastransport B.V.. (Datum) (Handtekening werkgever) 11014_GDF SUEZ E&P Nederland B.V._REGL_01

INHOUDSOPGAVE ARTIKEL PAGINA 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 2 2. (ASPIRANT) DEELNEMERSCHAP AAN DE PENSIOENREGELING... 5 3. PENSIOENAANSPRAKEN... 6 4. GRONDSLAGEN VOOR DE PENSIOENBEREKENING... 8 5. HOOGTE VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN VOOR DE DEELNEMER BIJ OPNAME IN DE PENSIOENREGELING... 9 6. WIJZIGING VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN VOOR DE DEELNEMER... 9 7. HOOGTE VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN VOOR DE ASPIRANT DEELNEMER... 10 8. WIJZIGING VAN DE SAMENLEVINGSVORM... 11 9. ARBEIDSONGESCHIKT WORDEN VAN DE (ASPIRANT) DEELNEMER... 13 10. WIJZIGING VAN DE MATE VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID... 14 11. ONBETAALD VERLOF EN LEVENSLOOPVERLOF... 17 12. BEËINDIGING VAN HET (ASPIRANT) DEELNEMERSCHAP DOOR ONTSLAG... 18 13. KEUZE VAN DE PENSIOENDATUM... 19 14. PENSIONERING... 22 15. OVERLIJDEN... 23 16. UITBETALING VAN DE PENSIOENEN... 28 17. TOESLAGEN OP PENSIOENEN... 29 18. WAARDEOVERDRACHT... 29 19. FINANCIERING VAN DE PENSIOENREGELING... 31 20. VERSTREKKING VAN INFORMATIE... 31 21. WIJZIGING VAN DE PENSIOENREGELING... 33 22. VERZEKERING... 33 23. OVERGANGSBEPALING... 36 24. SLOTBEPALING... 36 BIJLAGE: VERKLARING VAN BESTAAN VAN EEN GEZAMENLIJKE HUISHOUDING... 39 BIJLAGE: VERKLARING VAN BEËINDIGING VAN DE GEZAMENLIJKE HUISHOUDING... 40 BIJLAGE: AFKOOPVOETEN KLEIN PENSIOEN... 41 01-01-2015 / 1

ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN In dit pensioenreglement wordt verstaan onder: Werkgever Werknemer Deeltijdwerker Deeltijdfactor Deelnemer Aspirant deelnemer Gewezen deelnemer Gewezen aspirant deelnemer : GDF SUEZ E&P Nederland B.V. statutair gevestigd te Zoetermeer en Noordgastransport B.V., statutair gevestigd te 's-gravenhage. : de persoon die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor de werkgever, met uitzondering van de persoon die beschouwd wordt als directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet of; vakantiewerker. : de werknemer voor wie de overeengekomen arbeidstijd minder bedraagt dan de arbeidstijd die behoort bij een arbeidsovereenkomst die gebaseerd is op een voltijds arbeidsduur. : de overeengekomen arbeidstijd van de deelnemer gedeeld door de arbeidstijd die behoort bij een arbeidsovereenkomst die gebaseerd is op een voltijds arbeidsduur. De deeltijdfactor kan niet meer bedragen dan 1. : de werknemer die deelneemt aan de in dit pensioenreglement omschreven pensioenregeling. De deelnemer ontleent zijn pensioenaanspraken aan de pensioentoezegging van de werkgever bij wie hij in dienst is. : de aspirant deelnemer zoals omschreven in het artikel "(Aspirant) deelnemerschap aan de pensioenregeling". De aspirant deelnemer ontleent zijn pensioenaanspraken aan de pensioentoezegging van de werkgever bij wie hij in dienst is. : de persoon van wie het deelnemerschap aan de pensioenregeling is beëindigd volgens de bepalingen van dit pensioenreglement. : de persoon van wie het aspirant deelnemerschap aan de pensioenregeling is beëindigd volgens de bepalingen van dit pensioenreglement. 01-01-2015 / 2

Gezamenlijke huishouding Partner : de huishouding die de (gewezen) (aspirant) deelnemer voert met één andere persoon, mits aan alle navolgende voorwaarden is voldaan: de (gewezen) (aspirant) deelnemer en de persoon met wie hij samenwoont zijn beiden ongehuwd en zijn beiden geen geregistreerd partnerschap aangegaan; en er is sprake van een relatie van twee personen die geen bloed- of aanverwanten in de rechte lijn zijn; en de (gewezen) (aspirant) deelnemer en de andere persoon staan tegelijk ten minste 6 maanden onafgebroken op hetzelfde woonadres ingeschreven in de gemeentelijke basisregistratie personen of er is een samenlevingsovereenkomst opgemaakt in de vorm van een notariële akte, inhoudende enige vermogensrechtelijke aangelegenheden. : de persoon met wie de (gewezen) (aspirant) deelnemer: is gehuwd; of een geregistreerd partnerschap is aangegaan; of duurzaam een gezamenlijke huishouding voert. Kind : het kind met wie de (gewezen) (aspirant) deelnemer in de zin van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in familierechtelijke betrekking staat; en het stief- of pleegkind dat door de (gewezen) (aspirant) deelnemer tot zijn overlijden als zijn eigen kind wordt onderhouden en opgevoed. Vermissing Pensioendatum Flexibele pensioendatum WAO Wajong ZW WIA : de situatie waarin het bestaan van een (gewezen) (aspirant) deelnemer onzeker is in de zin van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. : de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 67-jarige leeftijd bereikt. : de met de werkgever schriftelijk overeengekomen datum als de deelnemer ervoor kiest eerder of later met pensioen te gaan. : de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. : de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. : de Ziektewet. : de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. 01-01-2015 / 3

WIA-uitkering : de uitkering uit hoofde van de Regeling inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) of de loongerelateerde uitkering, loonaanvullende uitkering of de vervolguitkering uit hoofde van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA), zoals deze worden omschreven in de WIA. Resterende verdiencapaciteit Mate van arbeidsongeschiktheid Relatieve arbeidsongeschiktheidspercentage : : de resterende verdiencapaciteit in de zin van de WIA op basis waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald. : de mate van arbeidsongeschiktheid gebaseerd op het arbeidsongeschiktheidspercentage zoals dat afgeleid wordt uit de rapportage van de arbeidsdeskundige of gehanteerd wordt voor de loonaanvullende uitkering of de vervolguitkering ingevolge de WIA. de uitkomst van de volgende breuk (MvO staat voor mate van arbeidsongeschiktheid) (MvO nieuw MvO bij aanvang) (100% - MvO bij aanvang) Beschikking Diensttijd Pensioengevend jaarsalaris Franchise Pensioengrondslag Pensioenregeling : de beschikking, waarin het UWV aan de (gewezen) (aspirant) deelnemer het recht op een WIA-uitkering kenbaar maakt. : de diensttijd zoals bedoeld in het artikel "Grondslagen voor de pensioenberekening". : 13,96 maal het maandsalaris inclusief ploegen- en offshore toeslag. Voor de berekening van de pensioenaanspraken bedraagt het pensioengevend jaarsalaris bij een voltijds dienstverband maximaal 100.000,00. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het maximum pensioengevend loon zoals opgenomen in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964. : de franchise is het deel van het jaarsalaris waarover geen pensioen wordt verworven, omdat de (aspirant) deelnemer vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een uitkering uit hoofde van de AOW ontvangt. : het (naar een voltijds dienstverband omgerekend) pensioengevend jaarsalaris, verminderd met de franchise. : de in dit pensioenreglement vastgelegde pensioenregeling van de werkgever. 01-01-2015 / 4

Ontslag AOW-uitkering Anw-uitkering CPI indexcijfer afgeleid Indexcijfer CAO-lonen a.s.r. : de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer anders dan door overlijden of pensionering. : de per 1 januari van ieder jaar, geldende jaarlijkse bruto uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) voor een uitkeringsgerechtigde, die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan en van wie de echtgenoot of geregistreerde partner de AOWgerechtigde leeftijd heeft bereikt. De jaarlijkse bruto uitkering is zonder toeslag en wordt vermeerderd met de bruto vakantietoeslag. : de per 1 januari van ieder jaar geldende jaarlijkse bruto nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) voor een nabestaande zonder kinderen, vermeerderd met de bruto vakantietoeslag. : de laatste op of voor 31 oktober door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op de meest recente tijdsbasis vastgestelde, gepubliceerde Consumentenprijsindex afgeleid, alle huishoudens, totaal, of een door het CBS vastgestelde, gepubliceerde, vervangende index. : het eerste voor oktober door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vastgestelde, gepubliceerde indexcijfer van de CAO-lonen per maand, inclusief bijzondere beloningen of een door het CBS vastgestelde en gepubliceerde vervangende index. : ASR Levensverzekering N.V., statutair gevestigd te Utrecht. ARTIKEL 2 (ASPIRANT) DEELNEMERSCHAP AAN DE PENSIOENREGELING Pensioenregeling bij a.s.r. De werkgever heeft de pensioenregeling ondergebracht bij a.s.r. Hiervoor heeft de werkgever een uitvoeringsovereenkomst met a.s.r. gesloten. Aspirant deelnemerschap aan de pensioenregeling De werknemer die jonger dan 21 jaar is, wordt opgenomen in de pensioenregeling als de aspirant deelnemer, als ten minste één of meer van de hieronder genoemde situaties van toepassing is: er is een partner; er zijn een of meerdere kinderen. 01-01-2015 / 5

Einde van het aspirant deelnemerschap Het aspirant deelnemerschap aan de pensioenregeling eindigt: op de dag waarop de arbeidsovereenkomst met de aspirant deelnemer wordt beëindigd door ontslag; op de dag voor de dag waarop de aspirant deelnemer aan de hierna onder "Deelnemerschap aan de pensioenregeling" genoemde opnamevoorwaarde voldoet; als het huwelijk, geregistreerd partnerschap of gezamenlijke huishouding van de aspirant deelnemer beëindigd wordt, mits er geen kind is dat voor wezenpensioen in aanmerking komt; als de aspirant deelnemer overlijdt. Deelnemerschap aan de pensioenregeling Het deelnemerschap aan de pensioenregeling vangt aan: op de dag waarop de werknemer in dienst is en de 21-jarige leeftijd heeft bereikt; of indien de werknemer in dienst is maar de 21-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt, op de eerste van de maand waarin de werknemer de 21-jarige leeftijd bereikt. Het deelnemerschap begint niet eerder dan op 1 januari 2015. Einde van het deelnemerschap Het deelnemerschap aan de pensioenregeling eindigt: op de dag waarop de arbeidsovereenkomst met de deelnemer wordt beëindigd door ontslag; op de datum waarop de deelnemer met pensioen gaat; als de deelnemer overlijdt. Startbrief a.s.r. verstrekt binnen drie maanden na de aanvang van het (aspirant) deelnemerschap een startbrief aan de (aspirant) deelnemer, waarin de pensioenregeling in eenvoudige bewoordingen is uiteengezet. PENSIOENAANSPRAKEN ARTIKEL 3 Karakter pensioenregeling Deze pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. De pensioenaanspraken worden verworven op basis van een middelloonregeling. Aanspraken voor de aspirant deelnemer De aspirant deelnemer heeft aanspraak op: partnerpensioen op risicobasis voor de partner van de aspirant deelnemer; partnerpensioen op risicobasis voor de partner van de aspirant deelnemer bij opname van onbetaald verlof en levensloopverlof door de aspirant deelnemer; wezenpensioen op risicobasis voor ieder kind van de aspirant deelnemer; ANW Pensioen op risicobasis voor de partner van de aspirant deelnemer; ANW Pensioen op risicobasis voor de partner van de aspirant deelnemer bij opname van onbetaald verlof en levensloopverlof door de aspirant deelnemer. Bij arbeidsongeschiktheid van de aspirant deelnemer vindt vrijstelling van premiebetaling plaats. Indien de aspirant deelnemer onbetaald verlof of levensloopverlof opneemt, vervalt de aanspraak op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Voor een aanspraak op partner- en/of wezenpensioen op risicobasis geldt als voorwaarde dat de aspirant deelnemer de partner en/of zijn kinderen binnen drie maanden na de datum van indiensttreding heeft aangemeld bij de werkgever en indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding tevens het formulier "Verklaring van bestaan van een gezamenlijke huishouding" zoals opgenomen als bijlage bij het pensioenreglement ingevuld en ondertekend door de werkgever is ontvangen. 01-01-2015 / 6

Voor de aanspraak op partnerpensioen en voor de aanspraak op ANW Pensioen geldt bij een gezamenlijke huishouding ook dat indien blijkt dat de aspirant deelnemer tegelijkertijd meer dan één partner heeft, uitsluitend als partner wordt aangemerkt de persoon die het langst met de aspirant deelnemer onafgebroken samenwoont. Indien meer personen even lang samenwonen met de aspirant deelnemer, dan is bepalend met welke persoon de samenwoning volgens het bevolkingsregister het eerst is aangevangen. Indien blijkt dat de samenwoning volgens het bevolkingsregister op dezelfde datum is aangevangen, is a.s.r. bevoegd te bepalen hoe de aanspraken en rechten worden verdeeld. Aanspraken voor de deelnemer De deelnemer heeft aanspraak op: ouderdomspensioen op opbouwbasis; partnerpensioen op opbouwbasis voor de partner van de deelnemer; partnerpensioen op risicobasis voor de partner van de deelnemer bij opname van onbetaald verlof en levensloopverlof door de deelnemer; wezenpensioen op opbouwbasis voor ieder kind van de deelnemer. ANW Pensioen op risicobasis voor de partner van de deelnemer. ANW Pensioen op risicobasis voor de partner van de deelnemer bij opname van onbetaald verlof en levensloopverlof door de deelnemer. Bij arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt vrijstelling van premiebetaling plaats. Indien de deelnemer onbetaald verlof of levensloopverlof opneemt, vervalt de aanspraak op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding geldt als voorwaarde voor een aanspraak op partnerpensioen dat het formulier "Verklaring van bestaan van een gezamenlijke huishouding" zoals opgenomen als bijlage bij het pensioenreglement ingevuld en ondertekend door de werkgever is ontvangen. Voor de aanspraak op partnerpensioen en voor de aanspraak op ANW Pensioen geldt bij een gezamenlijke huishouding ook dat indien blijkt dat de deelnemer tegelijkertijd meer dan één partner heeft, uitsluitend als partner wordt aangemerkt de persoon die het langst met de deelnemer onafgebroken samenwoont. Indien meer personen even lang samenwonen met de deelnemer, dan is bepalend met welke persoon de samenwoning volgens het bevolkingsregister het eerst is aangevangen. Indien blijkt dat de samenwoning volgens het bevolkingsregister op dezelfde datum is aangevangen, is a.s.r. bevoegd te bepalen hoe de aanspraken en rechten worden verdeeld. Bij beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel bij beëindiging van de gezamenlijke huishouding van de deelnemer, anders dan door overlijden of vermissing, wordt het partnerpensioen ten behoeve van degene die op het moment van overlijden van de deelnemer zijn partner blijkt te zijn verminderd met het bijzonder partnerpensioen voor de gewezen partner(s), zoals omschreven in artikel "Wijziging van de samenlevingsvorm". Beperking van de aanspraken De aanspraken worden verzekerd overeenkomstig het bepaalde in het artikel "Verzekering". Indien en voor zover er beperkingen en uitsluitingen gelden ten aanzien van de overlijdens- en/of arbeidsongeschiktheidsdekking, bestaat er in zoverre voor de (gewezen) (aspirant) deelnemer dan wel zijn (gewezen) partner en/of kinderen geen aanspraak op pensioen en geen vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid ten opzichte van a.s.r. en ook niet ten opzichte van de werkgever. 01-01-2015 / 7

Aanspraken op opbouw- of risicobasis Indien de aanspraak op opbouwbasis is verzekerd, vindt er opbouw van pensioen plaats en heeft de aanspraak waarde. Indien de aanspraak op risicobasis is verzekerd, vindt er geen opbouw van pensioen plaats en heeft de aanspraak geen waarde. ARTIKEL 4 GRONDSLAGEN VOOR DE PENSIOENBEREKENING Voor de berekening van de pensioenaanspraken wordt onder meer uitgegaan van: het pensioengevend jaarsalaris, de franchise, de pensioengrondslag en de diensttijd. Pensioengevend jaarsalaris In aanvulling op het artikel "Begripsomschrijvingen" van dit pensioenreglement gelden voor de bepaling van het pensioengevend jaarsalaris de onderstaande bepalingen. Het pensioengevend jaarsalaris wordt voor de eerste maal vastgesteld bij opname van de (aspirant) deelnemer in de pensioenregeling en vervolgens ieder jaar per 1 januari en bij wijziging van de deeltijdfactor. Als de (aspirant) deelnemer ziek wordt, zoals bedoeld in de ZW, moet de werkgever tijdens de periode van ziekte zijn loon doorbetalen of ontvangt de (aspirant) deelnemer een ZW-uitkering. Als in die periode zijn pensioengevend jaarsalaris wordt verlaagd in verband met een van kracht zijnde maximering van het door te betalen loon, blijft voor de vaststelling van de pensioenaanspraken het pensioengevend jaarsalaris van toepassing, dat van kracht was op 1 januari van het jaar waarin hij ziek werd. Voor de berekening van de pensioenaanspraken bedraagt het pensioengevend jaarsalaris bij een voltijds dienstverband maximaal 100.000,00. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het maximum pensioengevend loon zoals opgenomen in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964. Voor de berekening van de pensioenaanspraken bedraagt de stijging van het pensioengevend jaarsalaris bij een voltijds dienstverband niet meer dan 20% van het pensioengevende jaarsalaris bij een voltijds dienstverband dat het vorige jaar voor de berekening van de pensioenaanspraken werd gehanteerd. Franchise De franchise is gelijk aan 100/75 maal de AOW-uitkering en is op 1 januari 2015 gelijk aan 12.641,76. Pensioengrondslag Voor de berekening van het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen wordt uitgegaan van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag wordt voor de eerste maal berekend bij opname van de (aspirant) deelnemer in de pensioenregeling van de werkgever en vervolgens ieder jaar per 1 januari en bij wijziging van de deeltijdfactor. Voor de deeltijdwerker wordt het jaarsalaris omgerekend naar een pensioengevend jaarsalaris dat behoort bij een arbeidsovereenkomst die is gebaseerd op een voltijds arbeidsduur. Het aldus berekende pensioengevend jaarsalaris wordt vervolgens verminderd met de franchise. De pensioengrondslag wordt hierna vermenigvuldigd met de deeltijdfactor. 01-01-2015 / 8

Diensttijd De diensttijd bestaat uit het aantal jaren dat de (aspirant) deelnemer in dienst van de werkgever kan doorbrengen vanaf de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst tot de eerste dag van de maand waarin hij de 67-jarige leeftijd bereikt, met dien verstande dat de diensttijd gelegen vóór de eerste dag van de maand waarin de 21-jarige leeftijd valt, niet in aanmerking wordt genomen. De diensttijd wordt bepaald in jaren en maanden. Een gedeelte van een maand wordt voor een volle maand gerekend. De deelnemer die op grond van zijn wettelijk recht op waardeoverdracht bij wisseling van werkgever zoals bedoeld in het artikel "Waardeoverdracht" de overdrachtswaarde van zijn pensioenaanspraken overdraagt naar de pensioenregeling, verkrijgt extra diensttijd. De totale diensttijd bedraagt maximaal 46 jaar. Wanneer de maximale diensttijd door waardeoverdracht wordt overschreden, zal het meerdere van het pensioen dat wordt verkregen door waardeoverdracht worden aangemerkt als premievrij ouderdomspensioen en partnerpensioen in de verhouding 100:70. ARTIKEL 5 HOOGTE VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN VOOR DE DEELNEMER BIJ OPNAME IN DE PENSIOENREGELING Ouderdomspensioen Bij opname in de pensioenregeling is het jaarlijkse ouderdomspensioen voor de deelnemer gelijk aan 1,875% van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd. Hierbij wordt alleen de diensttijd die ligt na de ingangsdatum van de pensioenregeling in aanmerking genomen. Partnerpensioen Bij opname in de pensioenregeling is het jaarlijkse partnerpensioen voor de deelnemer, ongeacht of de deelnemer een partner heeft, gelijk aan 1,313% van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd. Hierbij wordt alleen de diensttijd die ligt na de ingangsdatum van de pensioenregeling meegenomen. Wezenpensioen Bij opname in de pensioenregeling is het jaarlijkse wezenpensioen voor de deelnemer, ongeacht of de deelnemer kinderen heeft, gelijk aan 0,263% van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd. Hierbij wordt alleen de diensttijd die ligt na de ingangsdatum van de pensioenregeling meegenomen. ANW Pensioen Bij opname in de pensioenregeling is het jaarlijkse ANW Pensioen voor de deelnemer met een partner gelijk aan de Anw-uitkering, afgerond op hele euro's. Voor het jaar 2015 is het ANW Pensioen vastgesteld op 14.659,00. De hoogte van het ANW Pensioen is niet afhankelijk van de diensttijd, de deeltijdfactor of de pensioengrondslag. ARTIKEL 6 WIJZIGING VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN VOOR DE DEELNEMER Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd of verlaagd met 1,875% van de verhoging of verlaging van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd die ligt tussen de wijzigingsdatum en de pensioendatum van de deelnemer. Bij een wijziging van de laatstgeldende deeltijdfactor wordt het ouderdomspensioen herrekend. 01-01-2015 / 9

Partnerpensioen Het partnerpensioen wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd of verlaagd met 1,313% van de verhoging of verlaging van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd die ligt tussen de wijzigingsdatum en de pensioendatum van de deelnemer. Bij een wijziging van de laatstgeldende deeltijdfactor wordt het partnerpensioen herrekend. Wezenpensioen Het wezenpensioen wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd of verlaagd met 0,263% van de verhoging of verlaging van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd die ligt tussen de wijzigingsdatum en de pensioendatum van de deelnemer. Bij een wijziging van de laatstgeldende deeltijdfactor wordt het wezenpensioen herrekend. ANW Pensioen Het ANW Pensioen wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel "Hoogte van de pensioenaanspraken voor de deelnemer bij opname in de pensioenregeling". ARTIKEL 7 HOOGTE VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN VOOR DE ASPIRANT DEELNEMER Partnerpensioen Het jaarlijkse partnerpensioen is voor de aspirant deelnemer met een partner gelijk aan 1,313% van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd. Hierbij wordt alleen de diensttijd die ligt na de ingangsdatum van de pensioenregeling meegenomen. Het partnerpensioen wordt bij opname in de pensioenregeling, jaarlijks per 1 januari en bij een wijziging van de deeltijdfactor berekend. Wezenpensioen Het jaarlijkse wezenpensioen is voor de aspirant deelnemer met een partner en de aspirant deelnemer zonder partner maar met kinderen, per kind gelijk aan 0,263% van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met de diensttijd. Hierbij wordt alleen de diensttijd die ligt na de ingangsdatum van de pensioenregeling meegenomen. Het wezenpensioen wordt bij opname in de pensioenregeling, jaarlijks per 1 januari en bij een wijziging van de deeltijdfactor berekend. ANW Pensioen Het jaarlijkse ANW Pensioen voor de aspirant deelnemer met een partner wordt op dezelfde wijze vastgesteld als het jaarlijkse ANW Pensioen voor de deelnemer aan de pensioenregeling. Het ANW Pensioen wordt bij opname in de pensioenregeling en jaarlijks per 1 januari berekend. 01-01-2015 / 10

WIJZIGING VAN DE SAMENLEVINGSVORM ARTIKEL 8 Huwelijk, geregistreerd partnerschap of gezamenlijke huishouding Partner- en wezenpensioen De aspirant deelnemer verkrijgt, mits deze aanspraak nog niet bestond, een aanspraak op partnerpensioen voor zijn partner en een aanspraak op wezenpensioen voor ieder van zijn kinderen bij aanvang van: een huwelijk; een geregistreerd partnerschap; een gezamenlijke huishouding. Voor een aanspraak op partner- en/of wezenpensioen op risicobasis geldt als voorwaarde dat de aspirant deelnemer de partner binnen drie maanden na het sluiten van het huwelijk, het aangaan van een geregistreerd partnerschap of het begin van de gezamenlijke huishouding heeft aangemeld bij de werkgever en, indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding, tevens het formulier "Verklaring van het bestaan van een gezamenlijke huishouding", zoals opgenomen als bijlage bij het pensioenreglement ingevuld en ondertekend door de werkgever is ontvangen. Indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding geldt als voorwaarde voor een aanspraak op partnerpensioen dat de deelnemer de partner binnen drie maanden na het begin van de gezamenlijke huishouding heeft aangemeld bij de werkgever en tevens het formulier "Verklaring van bestaan van een gezamenlijke huishouding" zoals opgenomen als bijlage bij het pensioenreglement ingevuld en ondertekend door de werkgever is ontvangen. ANW Pensioen De (aspirant) deelnemer verkrijgt, mits deze aanspraak nog niet bestond, een aanspraak op een ANW Pensioen voor de partner bij aanvang van: een huwelijk; een geregistreerd partnerschap; een gezamenlijke huishouding. Hierbij geldt als voorwaarde dat de werkgever binnen drie maanden na aanvang van de gezamenlijke huishouding een ingevuld en ondertekend exemplaar van de "Verklaring van bestaan van een gezamenlijke huishouding", die als bijlage bij dit pensioenreglement is gevoegd, van de (aspirant) deelnemer ontvangen heeft. Echtscheiding, beëindiging geregistreerd partnerschap of beëindiging gezamenlijke huishouding Ouderdomspensioen (verevening van pensioenrechten) Bij echtscheiding, scheiding van tafel en bed of bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap, anders dan door overlijden of vermissing, is de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing. De gewezen partner van de (gewezen) deelnemer krijgt recht op uitbetaling van de helft van het gedeelte van het ouderdomspensioen dat aan de (gewezen) deelnemer toekomt, voor zover dit kan worden toegerekend aan de diensttijd gelegen tussen de datum van sluiten van het huwelijk respectievelijk het aangaan van het geregistreerd partnerschap en de datum van scheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap. Partijen kunnen in de huwelijkse voorwaarden of de voorwaarden van een geregistreerd partnerschap dan wel in een schriftelijke overeenkomst met betrekking tot de echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap, overeenkomen dat er geen verevening zal plaatsvinden, dan wel dat er een andere verevening dan de hiervoor genoemde zal plaatsvinden. De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is niet van toepassing bij beëindiging van de gezamenlijke huishouding. 01-01-2015 / 11

Het recht op uitbetaling dat de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer verkrijgt kan rechtstreeks geldend worden gemaakt bij a.s.r. Hiervoor dient de (gewezen) deelnemer of de gewezen partner binnen twee jaar na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap het door de Minister van Veiligheid en Justitie voor de verevening voorgeschreven formulier ingevuld en ondertekend aan a.s.r. te zenden. Dit formulier is op te vragen bij de rijksoverheid, telefoonnummer 1400, of te vinden op de site www.rijksoverheid.nl. Als het genoemde formulier niet of niet tijdig wordt teruggezonden, bestaat het recht op uitbetaling alleen ten opzichte van de (gewezen) deelnemer, maar niet ten opzichte van a.s.r. Als het tijdstip van de beëindiging van het huwelijk door echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap na de (flexibele) pensioendatum ligt, gaat het recht op uitbetaling in een maand na de datum waarop a.s.r. het hiervoor genoemde formulier heeft ontvangen. Verevening vindt niet plaats indien de beëindiging van het huwelijk of geregistreerd partnerschap direct wordt gevolgd door een huwelijk of geregistreerd partnerschap met dezelfde partner. Het bovenstaande is niet van toepassing als, overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen, partijen uitdrukkelijk iets anders hebben afgesproken of de toepasselijkheid van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten en a.s.r. verklaard heeft hiermee akkoord te gaan. Bijzonder partnerpensioen voor de gewezen partner van de deelnemer Bij beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed, bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel bij beëindiging van de gezamenlijke huishouding, anders dan door overlijden of vermissing, verkrijgt de gewezen partner van de deelnemer een aanspraak op bijzonder partnerpensioen die gelijk is aan de aanspraak op partnerpensioen die de deelnemer zou hebben verkregen als het deelnemerschap op de scheidingsdatum zou zijn beëindigd, zoals bedoeld in het artikel "Beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap door ontslag". Bijzonder partnerpensioen voor de gewezen partner van de gewezen deelnemer die niet met pensioen is Indien de beëindiging van het huwelijk door echtscheiding, ontbinding na scheiding van tafel en bed, de beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel de beëindiging van de gezamenlijke huishouding anders dan door overlijden of vermissing, plaatsvindt na de beëindiging van het deelnemerschap door ontslag, maar voordat het ouderdomspensioen is ingegaan, verkrijgt de gewezen partner van de gewezen deelnemer een aanspraak op bijzonder partnerpensioen die gelijk is aan de premievrije aanspraak op partnerpensioen die de gewezen deelnemer heeft verkregen bij de beëindiging van het deelnemerschap, zoals bedoeld in het artikel "Beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap door ontslag". Bijzonder partnerpensioen voor de gewezen partner van de gewezen deelnemer die met pensioen is Indien de beëindiging van het huwelijk door echtscheiding, de ontbinding na scheiding van tafel en bed, de beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel de beëindiging van de gezamenlijke huishouding, anders dan door overlijden of vermissing, plaatsvindt nadat het ouderdomspensioen is ingegaan, verkrijgt de gewezen partner van de gewezen deelnemer een aanspraak op bijzonder partnerpensioen die gelijk is aan de premievrije aanspraak op partnerpensioen die de gewezen deelnemer heeft verkregen bij het ingaan van het ouderdomspensioen, zoals bedoeld in het artikel "Pensionering". Het bovenstaande is niet van toepassing als, overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen, partijen in de huwelijkse voorwaarden, voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of voorwaarden van een gezamenlijke huishouding, dan wel in een schriftelijke overeenkomst met betrekking tot de beëindiging van het huwelijk door echtscheiding, of ontbinding na scheiding van tafel en bed, de beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel de beëindiging van de gezamenlijke huishouding, uitdrukkelijk overeenkomen dat de gewezen partner afziet van de aanspraak op bijzonder partnerpensioen. 01-01-2015 / 12

Vervreemding bijzonder partnerpensioen De gewezen partner met recht op een ingegaan bijzonder partnerpensioen kan dit recht vervreemden aan een eerdere of latere partner van de overleden (gewezen) deelnemer, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a.s.r. heeft zich schriftelijk bereid verklaard de wijziging van het risico te dragen; de vervreemding is onherroepelijk en; de vervreemding is vastgelegd in een notariële akte. Als bij vervreemding het risico wijzigt, kan het recht op bijzonder partnerpensioen op basis van actuariële gelijkwaardigheid worden herrekend. Afkoop klein bijzonder partnerpensioen op de scheidingsdatum Indien het bijzonder partnerpensioen dat ontstaat overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, lager is dan de volgens de Pensioenwet geldende afkoopgrens, zal a.s.r. geen gebruikmaken van haar recht op afkoop van het bijzonder partnerpensioen. a.s.r. zal evenmin meewerken aan een verzoek tot afkoop van dit bijzonder partnerpensioen. Wezenpensioen Bij beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed, bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel bij beëindiging van de gezamenlijke huishouding van de (gewezen) deelnemer, anders dan door overlijden of vermissing, blijft de aanspraak op wezenpensioen ongewijzigd. Hetzelfde geldt voor de aanspraak op wezenpensioen voor de aspirant deelnemer, zolang de aspirant deelnemer kinderen heeft die in aanmerking komen voor wezenpensioen. ANW Pensioen Bij beëindiging van het huwelijk na echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap, dan wel beëindiging van de gezamenlijke huishouding van de (aspirant) deelnemer, anders dan door overlijden of vermissing, vervalt de aanspraak op ANW Pensioen. Uitzonderingsbepalingen De bovenstaande bepalingen inzake het partner-, wezen- en ANW Pensioen zijn niet van toepassing als: de beëindiging van het geregistreerd partnerschap direct wordt gevolgd door een huwelijk met dezelfde partner. de beëindiging van het huwelijk direct wordt gevolgd door het aangaan van een geregistreerd partnerschap met dezelfde partner. de beëindiging van de gezamenlijke huishouding direct wordt gevolgd door het aangaan van een geregistreerd partnerschap met dezelfde partner. de beëindiging van de gezamenlijke huishouding direct wordt gevolgd door een huwelijk met dezelfde partner. ARTIKEL 9 ARBEIDSONGESCHIKT WORDEN VAN DE (ASPIRANT) DEELNEMER De aanspraak op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt verleend met inachtneming van het bepaalde in artikel "Verzekering", onderdeel "Beperkingen en uitsluitingen van het arbeidsongeschiktheidsrisico". 01-01-2015 / 13

Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid Na verlening van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, wordt de verwerving van de pensioenaanspraken die de (aspirant) deelnemer op grond van deze pensioenregeling heeft, voortgezet overeenkomstig het vrijstellingspercentage volgens de hierna in dit artikel genoemde tabel. De betreffende premie komt dan niet meer voor rekening van de werkgever en de deelnemer, maar voor rekening van a.s.r. Ouderdoms-, partner- en wezenpensioen Als de deelnemer arbeidsongeschikt wordt, verleent a.s.r. gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling voor ouderdoms-, partner- en wezenpensioen. Als de aspirant deelnemer met een partner arbeidsongeschikt wordt, verleent a.s.r. gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling voor partner- en/of wezenpensioen. ANW Pensioen Als de (aspirant) deelnemer met een partner arbeidsongeschikt wordt, verleent a.s.r. gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling voor ANW Pensioen. Het ANW Pensioen wordt niet meer aangepast aan de Anw-uitkering, voor zover vrijstelling van premiebetaling is verleend. Hoogte van het vrijstellingspercentage Er is sprake van arbeidsongeschiktheid als de (aspirant) deelnemer een beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen aan a.s.r. kan overleggen, waaruit blijkt dat hij recht heeft op een WIA-uitkering en de mate van arbeidsongeschiktheid 35% of meer bedraagt. Het vrijstellingspercentage wordt afgeleid van de mate van arbeidsongeschiktheid. De volgende tabel wordt daarbij gehanteerd. resterende verdiencapaciteit arbeidsongeschiktheidspercentage vrijstellingspercentage 0-20 80-100 100 20-35 65-80 72,5 35-45 55-65 60 45-55 45-55 50 55-65 35-45 40 65-100 0-35 0 Voor een reeds bij aanvang van het (aspirant) deelnemerschap gedeeltelijk arbeidsongeschikte (aspirant) deelnemer wordt, in plaats van het arbeidsongeschiktheidspercentage, gebruik gemaakt van het Relatieve arbeidsongeschiktheidspercentage, zoals dat omschreven is in het artikel "Verzekering" onder het kopje "Bij aanvang (aspirant) deelnemerschap gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer". ARTIKEL 10 WIJZIGING VAN DE MATE VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID Beschikking Bij een wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid dient de (gewezen) (aspirant) deelnemer een beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen aan a.s.r. te overleggen. Een wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid leidt tot het opnieuw vaststellen van het vrijstellingspercentage Voor een reeds bij aanvang van het (aspirant) deelnemerschap gedeeltelijk arbeidsongeschikte (aspirant) deelnemer, geldt dat het vrijstellingspercentage opnieuw wordt vastgesteld, rekening houdend met het Relatieve arbeidsongeschiktheidspercentage. 01-01-2015 / 14

Voor de (aspirant) deelnemer Ouderdoms-, partner- en wezenpensioen voor de deelnemer Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de deelnemer stijgt, wordt vrijstelling van premiebetaling verleend of wordt het vrijstellingspercentage opnieuw vastgesteld voor ouderdoms-, partner- en wezenpensioen, overeenkomstig het bepaalde in het artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer". Als de mate van arbeidsongeschiktheid daalt, maar nog wel 35% of meer bedraagt, wordt het vrijstellingspercentage opnieuw vastgesteld voor het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen overeenkomstig het bepaalde in artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer". Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de deelnemer daalt tot minder dan 35% en/of als er geen recht op een WIA-uitkering meer bestaat, wordt de vrijstelling van premiebetaling voor ouderdoms-, partneren wezenpensioen beëindigd. De vrijstelling van premiebetaling wordt uiterlijk beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum; - de vervroegde pensioendatum. Als de pensioendatum wordt uitgesteld, wordt de vrijstelling van premiebetaling op het vroegste van de volgende tijdstippen beëindigd: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum. Partner- en wezenpensioen voor de aspirant deelnemer Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de aspirant deelnemer stijgt, wordt vrijstelling van premiebetaling verleend of wordt het vrijstellingspercentage opnieuw vastgesteld voor partner- en/of wezenpensioen, overeenkomstig het bepaalde in artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer". Als de mate van arbeidsongeschiktheid daalt, maar nog wel 35% of meer bedraagt, wordt het vrijstellingspercentage voor partner- en wezenpensioen opnieuw vastgesteld, overeenkomstig het artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer. Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de (aspirant) deelnemer daalt tot minder dan 35% en/of als er geen recht op een WIA-uitkering meer bestaat, wordt de vrijstelling van premiebetaling voor partner- en wezenpensioen beëindigd. De vrijstelling van premiebetaling wordt uiterlijk beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum; - de vervroegde pensioendatum. Als de pensioendatum wordt uitgesteld, wordt de vrijstelling van premiebetaling op het vroegste van de volgende tijdstippen beëindigd: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum. ANW Pensioen voor de (aspirant) deelnemer Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de (aspirant) deelnemer stijgt wordt vrijstelling van premiebetaling verleend of wordt het vrijstellingspercentage opnieuw vastgesteld voor ANW Pensioen overeenkomstig artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer". Als de mate van arbeidsongeschiktheid daalt maar nog wel 35% of meer bedraagt, wordt het vrijstellingspercentage voor het ANW Pensioen opnieuw vastgesteld, overeenkomstig het artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer". 01-01-2015 / 15

Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de deelnemer daalt tot minder dan 35% en/of als er geen recht op een WIA-uitkering meer bestaat, wordt de vrijstelling van premiebetaling voor het ANW Pensioen beëindigd. De vrijstelling van premiebetaling wordt uiterlijk beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum; - de vervroegde pensioendatum. Als de pensioendatum wordt uitgesteld, wordt de vrijstelling van premiebetaling op het vroegste van de volgende tijdstippen beëindigd: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum. Voor de gewezen (aspirant) deelnemer Ouderdoms-, partner- en wezenpensioen voor de gewezen deelnemer Een stijging van de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer leidt tot een nieuw vast te stellen vrijstellingspercentage, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid bij beëindiging van het deelnemerschap aan de pensioenregeling niet wordt overschreden. Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer daalt maar nog wel 35% of meer bedraagt, wordt het vrijstellingspercentage voor het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen opnieuw vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer". Bij een daling van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt de hoogte van de aanspraak op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen opnieuw vastgesteld. Deze aanspraak bestaat uit: de premievrije aanspraak op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen die de gewezen deelnemer heeft verkregen bij de beëindiging van het deelnemerschap, zoals bedoeld in het artikel "Beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap door ontslag"; de na beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde aanspraak op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen tijdens de periode van vrijstelling van premiebetaling en de nog op te bouwen aanspraak op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen rekening houdend met het nieuwe vrijstellingspercentage. Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer daalt tot minder dan 35% en/of als er geen recht op een WIA-uitkering meer bestaat, wordt de vrijstelling van premiebetaling voor het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen definitief beëindigd. De vrijstelling herleeft alleen als de mate van arbeidsongeschiktheid binnen vier weken weer stijgt tot minimaal 35% en er binnen diezelfde vier weken weer recht op een WIA-uitkering ontstaat. De vrijstelling van premiebetaling wordt uiterlijk beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum. Partner- en wezenpensioen voor de gewezen aspirant deelnemer Een stijging van de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer, leidt tot een nieuw vast te stellen vrijstellingspercentage, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid bij beëindiging van het deelnemerschap aan de pensioenregeling niet wordt overschreden. Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer daalt maar nog wel 35% of meer bedraagt, wordt het vrijstellingspercentage voor het partner- en/of wezenpensioen opnieuw vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer" en wordt ook de hoogte van de aanspraak op partner- en/of wezenpensioen opnieuw vastgesteld. 01-01-2015 / 16

Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen aspirant deelnemer daalt tot minder dan 35% en/of als er geen recht op een WIA-uitkering meer bestaat, wordt de vrijstelling van premiebetaling voor het partner- en wezenpensioen definitief beëindigd. De vrijstelling herleeft alleen als de mate van arbeidsongeschiktheid binnen vier weken weer stijgt tot minimaal 35% en er binnen diezelfde vier weken weer recht op een WIA-uitkering ontstaat. De vrijstelling van premiebetaling wordt uiterlijk beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum ANW Pensioen voor de gewezen (aspirant) deelnemer Een stijging van de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen (aspirant) deelnemer leidt tot een nieuw vast te stellen vrijstellingspercentage, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid bij beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap aan de pensioenregeling niet wordt overschreden. Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen (aspirant) deelnemer daalt maar nog wel 35% of meer bedraagt, wordt het vrijstellingspercentage opnieuw vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het artikel "Arbeidsongeschikt worden van de (aspirant) deelnemer" en wordt ook de hoogte van de aanspraak op ANW Pensioen opnieuw vastgesteld. Als de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer daalt tot minder dan 35% en/of als er geen recht op een WIA-uitkering meer bestaat, wordt de vrijstelling van premiebetaling voor het ANW Pensioen definitief beëindigd. De vrijstelling herleeft alleen als de mate van arbeidsongeschiktheid binnen vier weken weer stijgt tot minimaal 35% en er binnen diezelfde vier weken weer recht op een WIA-uitkering ontstaat. De vrijstelling van premiebetaling wordt uiterlijk beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen: - de eerste van de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd; - de pensioendatum. ARTIKEL 11 ONBETAALD VERLOF EN LEVENSLOOPVERLOF Voor de aspirant deelnemer Indien de aspirant deelnemer onbetaald verlof of levensloopverlof opneemt, blijft gedurende de periode van verlof de aanspraak op partnerpensioen en ANW Pensioen op risicobasis gehandhaafd, mits de verlofperiode niet langer duurt dan 18 maanden. Bij verlof langer dan 18 maanden worden de aanspraken op partnerpensioen en ANW Pensioen gedurende de eerste 18 maanden van de verlofperiode gehandhaafd. De aanspraken op wezenpensioen en op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid vervallen gedurende de verlofperiode. Voor de deelnemer Indien de deelnemer onbetaald verlof of levensloopverlof opneemt, worden gedurende de eerste 6 maanden van verlof de verzekeringen van ouderdomspensioen, partnerpensioen, ANW Pensioen en wezenpensioen voortgezet en loopt de aanspraak op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid door. 01-01-2015 / 17

Indien het onbetaald verlof of levensloopverlof langer dan 6 maanden duurt, vindt na deze zes maanden van verlof geen opbouw van ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen plaats. De aanspraak op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid komt na deze zes maanden van verlof te vervallen. Als u overlijdt gedurende de eerste 18 maanden van uw verlofperiode, dan wordt er bij overlijden wel een volledig partnerpensioen en volledig ANW Pensioen uitbetaald. Als de deelnemer overlijdt in de periode die ligt tussen de 6 en 18 maanden van verlof, dan wordt er bij overlijden geen volledig wezenpensioen uitbetaald, maar wel het opgebouwde wezenpensioen. Na afloop van het verlof wordt de opbouw van het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen voortgezet op basis van het per 1 januari van dat jaar geldende pensioengevend jaarsalaris. De periode waarin verlof is opgenomen wordt niet als diensttijd beschouwd in de zin van het artikel "Grondslagen van de pensioenberekening". ARTIKEL 12 BEËINDIGING VAN HET (ASPIRANT) DEELNEMERSCHAP DOOR ONTSLAG Ouderdoms-, partner- en wezenpensioen Bij beëindiging van het deelnemerschap door ontslag verkrijgt de gewezen deelnemer een premievrije aanspraak op pensioen die gelijk is aan het tot de ontslagdatum opgebouwde pensioen. Deze premievrije aanspraak wordt vastgesteld voor de volgende pensioenen: ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. De aspirant deelnemer krijgt geen premievrije pensioenaanspraken bij ontslag. Als aan de aspirant deelnemer al een vrijstelling van premiebetaling in verband met arbeidsongeschiktheid is toegekend, wordt deze vrijstelling voortgezet. Voortzetting partnerpensioen na de ontslagdatum van de aspirant deelnemer Na beëindiging van het aspirant deelnemerschap door ontslag wordt, in afwijking van het hiervoor in dit artikel bepaalde, voor de aspirant deelnemer met een partner, die na de ontslagdatum recht op een uitkering uit hoofde van de Werkloosheidswet heeft, zolang dat recht bestaat, de aanspraak op partnerpensioen op risicobasis voortgezet. De hoogte van dit partnerpensioen wordt, in afwijking van het bepaalde in het artikel "Hoogte van de pensioenaanspraken voor de aspirant deelnemer", vastgesteld op basis van de diensttijd die vanaf de datum indiensttreding tot de datum van beëindiging van het aspirant deelnemerschap is doorgebracht. De diensttijd gelegen voor de ingangsdatum van de pensioenregeling wordt buiten beschouwing gelaten. ANW Pensioen Bij beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap door ontslag vervalt voor de gewezen (aspirant) deelnemer de aanspraak op ANW Pensioen, tenzij vrijstelling van premiebetaling in verband met arbeidsongeschiktheid van de gewezen (aspirant) deelnemer is verleend. In dat geval wordt deze vrijstelling voortgezet, met inachtneming van het bepaalde in het artikel "Wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid". 01-01-2015 / 18

Voortzetting ANW Pensioen na de ontslagdatum Na beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap door ontslag wordt, in afwijking van het hiervoor in dit artikel bepaalde, voor de (aspirant) deelnemer met een partner, die na de ontslagdatum recht op een uitkering uit hoofde van de Werkloosheidswet heeft, zolang dat recht bestaat, de aanspraak op ANW Pensioen voortgezet. Vrijstelling van premiebetaling Door ontslag vervalt de aanspraak op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de gewezen deelnemer. Als echter vrijstelling van premiebetaling is verleend, wordt de vrijstelling voortgezet, met inachtneming van het bepaalde in het artikel "Wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid". De (aspirant) deelnemer die direct voorafgaand aan de beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap door ziekte niet in staat is om zijn bedongen arbeid te verrichten, maar bij beëindiging van het deelnemerschap (nog) geen beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft ontvangen, kan ook aanspraak maken op vrijstelling van premiebetaling als aan de deelnemer direct aansluitend aan de ziekte een WIA-uitkering wordt verleend. De vrijstelling van premiebetaling wordt verleend, nadat de gewezen (aspirant) deelnemer de beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij 35% of meer arbeidsongeschikt is en dat de bijhorende eerste ziektedag in de periode van deelnemerschap lag. Dit geschiedt met inachtneming van de bepalingen in artikel "Wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid". De vrijstelling van premiebetaling wordt op zijn vroegst verleend per de datum waarop het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen de WIA-uitkering heeft toegekend. Vrijwillige voortzetting na de ontslagdatum Het is niet mogelijk de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voort te zetten na beëindiging van het (aspirant) deelnemerschap. Afkoop klein ouderdomspensioen op de ontslagdatum Indien de aanspraak op ouderdomspensioen op de ontslagdatum lager is dan de volgens de Pensioenwet geldende afkoopgrens, zal a.s.r. geen gebruikmaken van haar recht om het klein ouderdomspensioen twee jaar na de beëindiging van de deelname binnen zes maanden af te kopen, indien de (flexibele) pensioendatum nog niet is bereikt. a.s.r. zal evenmin meewerken aan een verzoek van de gewezen deelnemer tot afkoop van klein ouderdomspensioen op de ontslagdatum. KEUZE VAN DE PENSIOENDATUM ARTIKEL 13 De deelnemer heeft de mogelijkheid de pensioendatum te wijzigen in de eerste dag van de maand waarin hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. De deelnemer heeft daarnaast de mogelijkheid de pensioendatum te vervroegen of uit te stellen naar een andere datum dan de eerste dag van de maand waarin hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, door met de werkgever schriftelijk een flexibele pensioendatum overeen te komen. Vervroeging van de pensioendatum is alleen mogelijk als de arbeidsovereenkomst van de deelnemer met de werkgever wordt beëindigd op de gekozen vervroegde pensioendatum, tenzij de vervroegde pensioendatum ligt na de 60-jarige leeftijd van de deelnemer. De verwerving van pensioenaanspraken wordt beëindigd op het moment van ingang van het pensioen. Bij uitstel van de pensioendatum wordt de opbouw van pensioenaanspraken beëindigd op de pensioendatum. Uitstel is niet mogelijk indien de deelnemer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. 01-01-2015 / 19