MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 actiepunten vanwege het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)

Vergelijkbare documenten
MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 actiepunten vanwege het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)

MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 ACTIEPUNTEN VANWEGE HET BEROEPSINSTITUUT VAN ERKENDE BOEKHOUDERS EN FISCALISTEN (BIBF)

EEN geslaagd PROjECT!

Wet van 27 mei 2013 : INLEIDING Wijzigt o.a. Wet 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) Responsabilisering economische

01/10/ seminarie stagiairs 1

SAMENWERKEN MET EEN BOEKHOUDER-FISCALIST

SEMINARIE 05/05/2018. Een inleiding

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten. ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORdEN

ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN. Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

BOEKHOUDKUNDIGE BEDIENDE KAN NU OOK LID VAN HET BIBF WORDEN

Word boekhouder-fiscalist, een digitaal & menselijk beroep Frank Haemers. Juridische dienst BIBF

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

DE BOEKHOUDER-FISCALIST BIBF: UW PARTNER VOOR EEN GESLAAGD PROJECT! Door Leen SNELS, Erkende boekhouder-fiscalist en lid Nationale Raad BIBF

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

FISCALIST. 520,30 incl. BTW OMSCHRIJVING. Introductie. Omschrijving. Voor wie is deze opleiding bestemd? Toelatingsvoorwaarden

Privacybeleid JDSF Accountancy & Tax bvba

ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN

KLUWER ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 1 WEKEN 1 EN 2 3

FIDUCIA ACCOUNTANTS-BELASTINGCONSULENTEN BVBA - PRIVACYBELEID

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

DE CIJFERBEROEPEN & HET BEROEPSGEHEIM

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst

De nieuwe W.C.O. regels

Tax shelter voor startende ondernemingen

id 1 van artikel 51 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige erkend boekhouder (-fiscalist):

de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de dienstverlenende intellectuele

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Advies van 23 januari 2018 inzake Richtlijnen Stage BIBF 2017 van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

Privacybeleid. De verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens is de Abd bv CVBA

1. Verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens.

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Belangrijke aandachtspunten voor cijferspecialisten bij de vernieuwde WCO

OPDRACHTBRIEF. in deze overeenkomst de beroepsbeoefenaar genoemd,

De inkomsten uit de deeleconomie

Privacy beleid Mon3aan

Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013

ADVIES /08 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN. Onze referte TD/EV/ev

Infosessie 12/09/2013

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

Samenwerking en deontologie

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Torhout, Ieperleestraat 1 met als ondernemingsnummer

Tekst afgesloten op 20/11/2014. DE OPDRACHTBRIEF 1

A. Inleiding. De Koning moet elke afwijking van een eensluidend advies van de Hoge Raad uitdrukkelijk met redenen omkleden.

DE ERKENDE BOEKHOUDER (-FISCALIST) B.I.B.F.:

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Wingene, Oude Bruggestraat 99 a, met als het ondernemingsnummer

TOEGANG TOT BEROEP VAN BOEKHOUDER OF BOEKHOUDER-FISCALIST DOOR EEN ONDERDAAN VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EUROPSESE UNIE 2. Richtlijn 2005/36/EU

Studentenenquête: Een beoordeling van het beroep als zelfstandig boekhouder!

A. Inleiding. De Koning moet elke afwijking van een eensluidend advies van de Hoge Raad uitdrukkelijk met redenen omkleden.

Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 51;

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

De evolutie van de economische beroepen. Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

Aangeboden door Wouter Devloo tel B&A Advies bvba

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

BIBF NIEUWS : ledenbijdrage, verzekering BA, permanente vorming en publicaties 2014

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Hij doet de Regering de adviezen en aanbevelingen geworden die door de Hoge Raad zijn aangenomen.

Principe. Daarom heeft de wetgever 2 belangrijke beperkingen ingevoerd. Beperking 1: maximumstand rekening-courant

PERSNOTA. Het fiscaal resultaat zal worden vastgesteld op basis van een percentage (0,55%) op de omzet die werd behaald uit de diamanthandel.

Dit voorontwerp van wet is door het BIBF meegedeeld aan de Minister van Middenstand en heeft tot doel het voeren

Aanbeveling inzake de opdrachten voor de economische beroepsbeoefenaars. kader van de WCO

Notionele intrestaftrek

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Fiscale controle. Termijn

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

01/10/ seminarie stagiairs 1

Waar vinden?

Instelling. Onderwerp. Datum

Samenwerken in een vennootschap. Frank Haemers, Juridische dienst BIBF

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Auteur. Onderwerp. Datum

STAP 4: Bekendmakingen: neerlegging & publicatie

De wijzigingen aan de regelgeving

b. De vertegenwoordiger-natuurlijke persoon c. De andere aangestelden d. Het bestuur... 27

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Nationale Raad van het Beroepsinstituut. heeft op 17 februari 2004 door hem goedgekeurde richtlijnen inzake permanente

INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15. AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17

* * * Gezien de stukken van het door de Raad samengestelde en aan de Tuchtcommissie toegezonden dossiers; * * *

WEDERZIJDSE VERWACHTINGEN IN SAMENWERKING TUSSEN FISCUS EN CURATOREN BIJ BEHANDELING VAN FAILLISSEMENTEN

Koninklijk besluit van 10 april 2015 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER 2013 VANAF 17 UUR

1. Standpunt van het IBR

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen

bijlage IV A. Inleiding B. Advies van de Hoge raad HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN

bijlage XIII A. Inleiding

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Transcriptie:

MEMORANDUM VOOR DE REGERING 10 actiepunten vanwege het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) Via dit memorandum wenst het BIBF (Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten), een aantal aandachtspunten aan te reiken aan de regering en meer specifiek ten aanzien van de Ministers bevoegd in materies die ons Instituut en het beroep aanbelangen. Het betreft een aantal punten die het BIBF en haar 6000 leden, erkende boekhouders(- fiscalisten) en stagiairs, nauw aan het hart liggen en/of die tegemoet komen aan de verzuchtingen van vele bedrijfsleiders en zelfstandige ondernemers die zij adviseren. Los van de onderstaande concrete actiepunten wensen het BIBF, alsook de erkende BIBF leden, een permanente en constructieve dialoog en overleg tussen enerzijds de fiscale, economische en sociale administratie en de ministeriële kabinetten en anderzijds de vertegenwoordigers van de boekhoudkundige beroepsbeoefenaars aangaande de concrete implementatie van nieuwe regelgeving. Op die manier kan er een betere synergie tot stand komen tussen het wetgevend en politiek kader en de dagdagelijkse beroepspraktijk. We stellen vast dat er de voorbije jaren merkbare vooruitgang is geboekt op dit terrein, maar menen dat het afstemmen van de theorie en de praktijk nog voor verbetering vatbaar is, zoals blijkt uit onze concrete voorstellen. Een voorafgaandelijk gestructureerd en regelmatig overleg kan hier zeker uiterst nuttig zijn. Als Beroepsinstituut willen wij hieraan op een constructieve manier meewerken en zijn wij dus ook vragende partij voor een dergelijk overleg met de verschillende ministeriële kabinetten en overheidsadministraties bevoegd inzake financiën, middenstand, economie, justitie, administratieve vereenvoudiging,.. HET BEROEPSINSTITUUT VAN ERKENDE BOEKHOUDERS EN FISCALISTEN Even kort het BIBF voorstellen..: Het BIB werd opgericht bij Koninklijk Besluit van 19 mei 1992 (in uitvoering van de Kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen). Dit besluit werd vervangen door de Wet van 22 april 1999 (B.S. 11/05/1999, editie 2) betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. De nieuwe naam van het Instituut is vanaf dan:"beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten" (BIBF). Het Instituut telt momenteel een 6.000 tal "Erkende Boekhouders(-fiscalisten) BIBF" en stagiair-boekhouders(-fiscalisten). De aangesloten leden zijn voornamelijk "zelfstandige" boekhouders die hun beroep in hoofdof bijberoep uitoefenen. Een zelfstandig beroepsbeoefenaar dient ingeschreven te zijn op het tableau van de leden of de lijst van de stagiairs om zijn/haar beroep te mogen uitoefenen. Zij kunnen de bijkomende beroepstitel van "erkend fiscalist" bekomen indien zij aan de wettelijke voorwaarden voldoen. Sinds de Wet van 24 februari 2013 (B.S. 19/03/2013) kunnen ook interne boekhouders met een statuut van werknemer en/of ambtenaar, op vrijwillige 1

basis, toetreden tot het BIBF voor zover ze aan dezelfde toetredingsvoorwaarden voldoen. Zij genieten een wettelijk vastgelegde titelbescherming. Het BIBF is één van de drie "Instituten" binnen de sector van de economische (cijfer)beroepen. DE OPDRACHT VAN HET BIBF - Toe te zien op de opleiding alsook de permanente organisatie van een korps van specialisten te verzekeren die bekwaam zijn de eigen (zie verder) werkzaamheden uit te voeren met alle vereiste waarborgen inzake bekwaamheid, onafhankelijkheid en professionele rechtschapenheid. - Het Instituut ziet er tevens op toe dat de aan zijn leden toevertrouwde opdrachten behoorlijk worden uitgevoerd. DE ACTIVITEITEN VAN HET BIBF - Het bijhouden van het tableau van de erkende boekhouders(-fiscalisten) en de lijst van de stagiairs; - Het organiseren van de stage en het praktisch bekwaamheidsexamen tot afsluiting van de stage; - Het instaan voor de permanente vorming van haar leden; - Uitspraak doen in tuchtzaken; - Uitwerken van en toezicht houden op de naleving van de deontologische regels; - bijstand van de leden : zowel wat betreft technische materies binnen hun vakdomein (studiedienst) alsook een ondersteuning van hun kantoor wanneer dit nodig is (vb. bijstand van lid van de raad bij huiszoekingen bij de leden, bijstand bij overname kantoor bij overlijden of bij ernstige ziekte ) - Het BIBF geeft een veertiendaags ledenblad "Pacioli" uit alsook speciale uitgaven met vakliteratuur voor haar leden. - Optreden als representatieve gesprekspartner t.o.v. de overheid namens de erkende boekhouders(-fiscalisten) DE ROL VAN DE ERKENDE BOEKHOUDER(-FISCALIST) BIBF De erkende boekhouder (-fiscalist) : - organiseert boekhoudingdiensten en geeft daaromtrent raad; - opent, houdt, centraliseert en sluit boekingen geschikt voor het opmaken van de rekeningen; - bepaalt de resultaten en maakt de jaarrekening op in de door de wet bepaalde vorm Deze 3 activiteiten zijn voor de erkende boekhouder een voorbehouden opdracht die hij/zij deelt met de bedrijfsrevisor en de externe accountant. - verstrekt advies in alle belastingaangelegenheden; - staat de belastingplichtigen bij inzake de nakoming van hun fiscale verplichtingen; - vertegenwoordigt de belastingplichtigen 2

Betreffende deze fiscale activiteiten bestaat er in België momenteel enkel een titelbescherming. Binnen het BIBF is dit de titel van erkend boekhouderfiscalist. - De erkende boekhouder(-fiscalist) houdt zich tevens bezig met: - sociaalrechtelijke materies - vennootschapsrecht - adviesverlening inzake steunmaatregelen, milieuaspecten van de onderneming, - bijstand bij het opstellen van een financieel plan (vb. verplichte tussenkomst bij de oprichting van een S-BVBA) - rol als bedrijfsadviseur, ook voor ondernemingen in moeilijkheden. De erkende boekhouder-fiscalist BIBF wordt dan ook aanzien als "de naaste adviseur van de zelfstandige ondernemer en de KMO. Hij vervult de rol van een ondernemerscoach en staat de bedrijfsleider bij met raad en daad in alle fases van zijn bedrijfsvoering, zonder evenwel in zijn/haar plaats de beleidsbeslissingen te nemen. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN: 1) Een erkenning van de fiscale kennis en bekwaamheid van de fiscale beroepen Momenteel bestaat er op fiscaal vlak enkel een titelbescherming van de beroepstitels fiscalist en belastingconsulent. Het fiscaal advies, de fiscale bijstand en vertegenwoordiging van ondernemers en belastingplichtigen is momenteel niet voorbehouden aan bepaalde beroepsgroepen maar wordt gebruikelijk verleend door een aantal gereglementeerde beroepsbeoefenaars zoals erkende boekhouders, erkende boekhouders-fiscalisten, accountants, belastingconsulenten, bedrijfsrevisoren, advocaten, notarissen,.. Deze zijn allen onderworpen aan een strikte plichtenleer en een deontologisch toezicht alsook aan de verplichting om hun beroepsaansprakelijkheid te verzekeren. Dit biedt een belangrijke waarborg voor hun cliënten. Daarnaast zijn er nog personen, ondernemingen en instellingen die dezelfde fiscale dienstverlening verlenen ten aanzien van derden, zonder dat hierop enige externe controle wordt verricht en zonder dat deze dienstenverstrekkers onderworpen zijn aan de verplichtingen inzake diplomavereisten, het volgen van een stage afgesloten met een praktisch bekwaamheidsexamen, permanente bijscholing, toezicht van een tuchtautoriteit, onafhankelijkheid, onderworpenheid aan de anti-witwaswetgeving noch aan de onderschrijving van een verzekering tegen hun beroepsaansprakelijkheid. De huidige samenleving vraagt meer en meer een responsabilisering van de vrije beroepsbeoefenaars. Als Instituut zijn wij hiervoor niet ongevoelig en willen wij onze verantwoordelijkheid opnemen. Tegelijk verwachten wij dan ook van de overheid dat, minstens bepaalde, activiteiten binnen het segment van de fiscale dienstverlening (bij uitstek de ondernemersfiscaliteit zoals de vennootschapsbelasting en de BTW) worden 3

voorbehouden aan die erkende beroepsbeoefenaars die hiertoe voldoende garanties kunnen voorleggen inzake kennis, ervaring, bijscholing, deontologische controle teneinde de consument van deze diensten afdoende te beschermen. 2) E - government en administratieve vereenvoudiging Het BIBF en haar leden steunen ten volle de verdere administratieve vereenvoudiging en de ontwikkeling van een E-government. Wij menen dan ook dat er op de ingeslagen weg moet worden verder gegaan in overleg met onze sector. Het Instituut was en is nog steeds actief betrokken bij het overleg en de implementatie van de toepassingen TOW, Myminfin, Intervat, Vatlist, Biztax, KBO, Myminfin Pro.. Wij blijven ook in de toekomst ter beschikking van alle overheidsinstanties om vanuit onze specifieke knowhow alle verdere initiatieven inzake vereenvoudiging en elektronisering van de overheidsinformatie te ondersteunen. In het contact tussen de overheid en de ondernemer/burger speelt de erkende boekhouderfiscalist, als adviseur en tussenpersoon, een belangrijke rol en dit zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak. Administratieve vereenvoudiging gaat echter veel verder dan het implementeren van nieuwe systemen en het verder informatiseren van documenten en gegevensuitwisseling. Ook binnen het bestaande systeem kunnen bepaalde procedures in de praktijk soepel worden toegepast en worden aangepast aan de dagdagelijkse beroepspraktijk. Een constructief en regelmatig overleg met de boekhoudkundige en fiscale beroepsbeoefenaars is een efficiënte manier om dit te verwezenlijken. Het BIBF is dan ook vragende partij om het bestaande overlegorgaan van de economische beroepen, de FOD Financiën en het kabinet van de bevoegde Minister van Financiën verder te zetten. In dit overlegorgaan van gelijkwaardige partners kan niet alleen wederzijdse informatie uitgewisseld worden, maar kunnen tevens suggesties geformuleerd worden om bestaande applicaties te verbeteren. Eveneens kunnen nieuwe initiatieven op wetgevend vlak toegelicht en afgetoetst worden aan de dagdagelijkse beroepspraktijk. Hierdoor kan de bestaande win-win relatie tussen overheid en economische beroepen verder worden uitgediept. Concreet formuleren wij volgende concrete suggesties om de werking van E-government efficiënter en eenvoudiger te laten functioneren: - Het BIBF en de erkende boekhouders-fiscalisten zijn bereid verder mee te stappen in het project van de elektronische aangiftes. Daartegenover verwachten zij een perfecte elektronische dienstverlening van de elektronische overheid, in die zin dat de applicaties vlot toegankelijk en klantgericht moeten zijn en tenslotte dat een perfecte werking van deze toepassingen wordt gegarandeerd, ook in piekperiodes zoals bijvoorbeeld de laatste vijf dagen voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van bijvoorbeeld Tax on Web, Belcotax, BizTax, enz... Onze ervaring leert dat er belangrijke uitdagingen voor de overheid zijn weggelegd op dit vlak, maar dat veronderstelt een globale visie inzake E government en zeker wat betreft de toepassingen van de fiscus. Belangrijke investeringen in hardware en 4

uniforme gebruiksapplicaties dringen zich hier dan ook op. - Een automatische volmacht van de erkende boekhouder(-fiscalist) om zijn cliënten te vertegenwoordigen ten aanzien van de administratie, zonder dat hiervoor een schriftelijke volmacht dient opgemaakt te worden. In de praktijk wordt de papieren rompslomp vervangen door elektronische rompslomp die de efficiëntie niet ten goed komt, wel integendeel. Net als voor de advocaten worden de boekhoudkundige en fiscale professionals, lid van één van de beroepsinstituten, geacht hun cliënten rechtsgeldig te vertegenwoordigen. Op die manier kan heel wat overbodige administratieve rompslomp vermeden worden. 3) Bestaande automatische uitstelregeling voor elektronische aangifte in personenbelasting en vennootschapsbelasting behouden en de indieningsdata op elkaar afstemmen Het BIBF is tevreden met de huidige regeling inzake automatisch uitstel voor het indienen van de aangiftes in de personen- en vennootschapsbelasting indien deze via elektronische weg (TOW, BizTax) gebeuren door een mandataris, zoals een erkend boekhouder(- fiscalist). Deze uitstelregeling die de mandatarissen toelaat om tegen 31 oktober van het aanslagjaar de aangifte personenbelasting via TOW in te dienen, laat de beroepsbeoefenaar toe om de vele aangiftes die hij moet verwerken, efficiënt, volledig en correct in te dienen binnen een redelijke termijn die tegelijk een efficiënte organisatie van zijn kantoor alsook een haalbare vakantieregeling ten aanzien van zijn personeel toelaat. Onontbeerlijk voor een efficiënte kantoororganisatie is evenwel dat de E-government applicaties ( TOW, BizTax, intervat,.) efficiënt werken en toegankelijk zijn, ook in piekperiodes. Wat betreft de uiterste indieningstermijn voor de mandatarissen van de vennootschapsbelasting via Biztax is overleg wenselijk met ons Instituut teneinde een optimale spreiding te bekomen tussen de verschillende indieningstermijnen. Er dient vermeden te worden dat alle aangiftetermijnen (BTW, personenbelasting en vennootschapsbelasting) binnen een kort tijdsbestek in dezelfde periode vallen. Namens de erkende boekhouders(-fiscalisten) vragen wij van de regering dat dit systeem van bijzondere aangifteperiodes voor de economische beroepsbeoefenaars behouden blijft en dat de sector wettelijke garanties krijgt dat dit ook in de toekomst zo zal zijn. Op die manier is een voorafgaande efficiënte planning mogelijk, hetgeen tevens een soepele samenwerking tussen enerzijds de adviseurs van de ondernemingen/belastingplichtigen en anderzijds de fiscus bevordert waarbij beiden een win-win relatie hebben. 5

4) Invoering van de IFRS normen in het Belgische boekhoudrecht Het BIBF is geen vragende partij om deze normen in te voeren voor de KMO s in België. Wij pleiten voor overleg dienaangaande binnen de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, waarin het Instituut vertegenwoordigd is. Deze normen kunnen geleidelijk ingevoerd worden voor de grote ondernemingen en kunnen indirect, via implementatie in het Belgische boekhoudrecht, hun ingang vinden bij de vele KMO s die ons land rijk is. Een verplichte toepassing van deze normen voor KMO s lijkt ons momenteel praktisch niet haalbaar. 5) Wetgeving ten behoeve van de zelfstandige ondernemers en bedrijfsleiders Oorzaak van vele mislukkingen bij startende zelfstandige ondernemers is veelal een onrealistische inschatting van de kosten en baten, voornamelijk gedurende de eerste 3 jaren van hun zelfstandig avontuur. Om die reden pleiten wij voor: - een verplichting tot het opmaken van een financieel plan voor alle ondernemers alsook de verplichting (of minstens de aanmoediging) om een beroep te doen op de bijstand van de economische beroepsbeoefenaars bij het opmaken van dergelijk financieel plan. De verplichte bijstand bestaat vandaag enkel voor de BVBA Starter. Het opmaken van een financieel plan is momenteel enkel verplicht voor startende vennootschappen die van de beperkte aansprakelijkheid genieten. Het zou bijzonder nuttig en zelfs economisch noodzakelijk zijn om de opmaak van een financieel plan te voorzien voor elke startende onderneming en dit zowel als natuurlijke persoon als voor elke vennootschapsvorm. De bijstand van een boekhoudkundige beroepsbeoefenaar garandeert een realistischere inschatting van de slaagkansen van de startende ondernemer. Aanvullend kan ook gedacht worden aan een fiscale aftrek of subsidie indien het financieel plan wordt opgemaakt door een erkende beroepsbeoefenaar. - De benoeming van de vereffenaar dient overeenkomstig de Wet van 2 juni 2006 door de rechtbank van koophandel te worden bevestigd binnen de vierentwintig uur. Deze formaliteit lijkt ons overbodig indien een erkend beroepsbeoefenaar (lid van het BIBF, IAB of IBR) wordt aangesteld als vereffenaar. Deze beroepsbeoefenaars zijn immers onderworpen aan een strikt, wettelijk georganiseerd, deontologisch toezicht dat voldoende garanties biedt inzake hun integriteit. Een voorafgaandelijke tussenkomst van de rechtbank is ons inziens dan ook overbodig. - Inzake de rechtspersonenbelasting zou het belastbaar tijdperk moeten overeenstemmen met het boekjaar (zoals dit het geval is in de vennootschapsbelasting) en zou het dus niet langer gebonden moeten zijn aan het kalenderjaar (momenteel verplichte rapportering per kalenderjaar). Op die manier zou een fiscale aangifte steeds overeenstemmen met een goedgekeurde jaarrekening, wat nu niet altijd het geval is bij een verkort of verlengd boekjaar of een boekjaar dat niet samenvalt met het kalenderjaar. Op die manier wordt tevens overeenstemming bereikt met de huidige VZW wetgeving die reeds in die zin werd aangepast. 6

6) Verdere actualisering van het wettelijke en reglementair kader van het BIBF : Wet van 22/04/1999, koninklijk besluit betreffende de stage en koninklijk besluit betreffende het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders(- fiscalisten) De huidige teksten van het stagereglement (KB van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders) en het besluit inzake het praktisch bekwaamheidsexamen (KB van 20 januari 2003) dateren van voor de grote wetswijziging die ons beroep heeft ondergaan via de implementatie van de interne boekhouders die op vrijwillige basis kunnen toetreden tot het Instituut. Hierdoor is de terminologie en het juridisch kader van beide besluiten niet meer aangepast aan het globale wettelijk kader van 1999. Daarnaast hebben zowel de praktijkervaring als nieuwe maatschappelijke en wettelijke evoluties het beroep gewijzigd en dienen deze beide besluiten op korte termijn te worden aangepast. Verder dringt een aanpassing van de Wet van 22 april 1999 zich op zodat de stageduur van de stagiairs boekhouders(-fiscalisten) beter afgebakend wordt en dat het statuut van eeuwige stagiair uitgesloten wordt. Dit zowel in het belang van de betrokkenen als van de ondernemingen die beroep doen op hun diensten. Teneinde een homogene toepassing te krijgen van de anti-witwaswetgeving, dienen de externe (zelfstandige) stagiairs BIBF hieraan tevens onderworpen te worden. Dit biedt hun een noodzakelijke bescherming tegen malafide cliënten. Zij kunnen immers momenteel geen witwasmisdrijven melden aan de CFI zonder hun beroepsgeheim te schenden en vormen daardoor een gemakkelijke prooi voor personen die zich met deze laakbare praktijken bezighouden. Verder dient een duidelijk kader voorzien te worden waarbinnen stagiair boekhouders(- fiscalisten) tijdens hun stage een professionele vennootschap kunnen oprichten en personeel kunnen aanwerven. Dit teneinde pijnlijke situaties te vermijden wanneer de stage niet succesvol kan afgesloten worden. 7) Evenwichtige en gelijke verdeling lasten en baten tussen belastingplichtige en fiscus Het BIBF pleit voor een grotere logica en een gelijke behandeling in fiscale zaken tussen belastingplichtigen enerzijds en de fiscus anderzijds. Enkele voorbeelden kunnen dit aandachtspunt goed illustreren: In de BTW reglementering : de betaling van de BTW moet gebeuren telkens op de 20 ste van de maand. Nalatigheidsintresten worden aangerekend vanaf de 21 ste. Bij teruggave van BTW aan de belastingplichtige, kan de fiscus een paar maanden nadien terugbetalen zonder dat er enige intresten verschuldigd zijn. 7

Inzake directe belasting : gelijkschakeling van de jaarlijks vastgestelde intrestvoet rekening-courant zowel voor debet- als creditintresten. Jaarlijks wordt door de fiscus de intrestvoet voor de Debet RC vastgelegd. Het zou logisch zijn mocht dezelfde intrestvoet ook vastgelegd worden voor de Credit RC. Zo wordt zowel de vordering op, als de schuld aan een vennoot/zaakvoerder op dezelfde wijze behandeld. Dit creëert ook meer rechtszekerheid, gezien nu bij de Credit RC enkel verwezen wordt naar een marktconforme rentevoet. Wanneer die rentevoet niet gerespecteerd wordt, kan overgegaan worden tot herkwalificatie van de intrest tot een dividend. Marktconform kan voor elke situatie anders zijn en is daarom voor willekeur vatbaar. Door een gelijkschakeling van de Creditrentevoet met de vastgelegde Debetrentevoet, conform de marktrente, wordt dit uitgesloten. 8) Implementatie van de EU boekhoudrichtlijn 2013/34: micro ondernemingen,,neerlegging jaarrekeningen? Samen met de twee andere instituten van de economische beroepen, pleiten wij voor een doordachte implementatie van deze richtlijn in het Belgisch boekhoudrecht. De richtlijn voorziet in de mogelijkheid (niet de verplichting) om een categorie van microondernemingen in te voeren. Het betreft vennootschappen die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden bij afsluiting van de jaarrekening: balanstotaal : 350.000 omzetcijfer: 700.000 gemiddeld aantal werknemers 10 De beslissing om deze categorie van ondernemingen al dan niet te implementeren in het Belgisch boekhoudrecht (het betreft 83 % van de Belgische ondernemingen) komt toe aan de regering. De drie instituten zijn a-priori geen voorstander van de invoering van de microondernemingen omdat zij van oordeel zijn dat een verminderde financiële transparantie in vergelijking met de bestaande categorie van kleine ondernemingen geen meerwaarde biedt en geen reële administratieve vereenvoudiging inhoudt. Indien de regering zou beslissen om de categorie van de micro-ondernemingen in te voeren in het Belgisch boekhoudrecht, pleiten het BIBF, het IAB en het IBR er dan ook voor dat de jaarrekening van deze micro-ondernemingen voldoende substantiële financiële informatie zou bevatten t.a.v. al deze stakeholders. Het behoud van de huidige inhoudelijke gegevens voor micro-ondernemingen in hun balans, resultatenrekening en toelichting (met uitzondering van de door de richtlijn opgelegde wijzigingen die niet optioneel zijn) lijkt ons dan ook onontbeerlijk. Het opstellen, het neerleggen en het publiceren van een voldoende gedetailleerde jaarrekening is als het ware de prijs die vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid dienen te betalen t.a.v. al hun stakeholders (cliënten, leveranciers, (toekomstige) aandeelhouders, banken, werknemers, overheid.) voor de beperking van 8

hun aansprakelijkheid. De instituten zijn dan ook voorstander van een blijvende publicatie van alle jaarrekeningen van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Bovendien werkt het Belgisch systeem van (elektronische) neerlegging en publicatie (via publiek toegankelijke website van de Nationale Bank) eenvoudig. Dit bevordert de kwaliteit van de financiële informatie en de controle hierop alsook zal deze transparantie concurrentiebevorderend werken. Verder mag niet uit het oog verloren worden dat, binnen de Belgische context, de band tussen het boekhoudrecht en het fiscaal recht zeer nauw is. De gegevens in de jaarrekening vormen voor de fiscale administratie de basis voor de vennootschapsbelasting. De referentiejaarrekening, die ook door de fiscus wordt gebruikt, is deze die gepubliceerd wordt door de onderneming via de website van de NBB. Ook mag niet uit het oog verloren worden dat de jaarrekening een bijkomende troef is bij het aanvragen van een krediet. Indien er geen genormaliseerde jaarrekening wordt neergelegd, zal elke standaard terzake ontbreken. Hoewel de economische beroepen het logisch vinden dat de jaarrekening neergelegd en gepubliceerd wordt op de website van de NBB en dat alzo een onmiddellijke en gratis consultatie door iedere stakeholder mogelijk is, kan de terechte vraag gesteld worden of de vennootschappen een prijs dienen te betalen voor deze transparantie. Momenteel bedraagt de kostprijs voor het neerleggen en openbaar maken van hun jaarrekening tussen de 153 en 483 naargelang de manier van neerleggen (papier, pdf of gestructureerd elektronisch bestand) en de grootte van de vennootschap (verkort of volledig schema van de jaarrekening). Naast de kostprijs van de neerlegging bij de NBB, dient de vennootschap tevens bijkomend een bericht te publiceren in het B.S. dat de jaarrekening werd neergelegd (en dus gepubliceerd) bij de NBB. Dit is een volledig overbodige administratieve formaliteit vermits iedere belanghebbende onmiddellijk online toegang heeft tot deze informatie. Het volstaat om de website van de NBB te consulteren om te weten of een vennootschap al dan niet zijn (laatste) jaarrekening heeft neergelegd. Een bijkomende publicatieverplichting in het BS dat dit gebeurde, is niet alleen een overbodige administratieve formaliteit maar tevens een bijkomende overbodige kost voor deze vennootschappen. De publicatie van dit bericht in het B.S kost anno 2014: 74. 9) Rol van erkende boekhouders(-fiscalisten) ten volle erkennen in het kader van de WCO wetgeving Door de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen (BS 22 juli 2013) worden een aantal wijzigingen aangebracht aan de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO). 9

Conform de nieuwe wet wordt in artikel 10, 5 lid ondermeer voorzien dat: De externe accountant, de externe belastingconsulent, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder-fiscalist en de bedrijfsrevisor die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de onderneming van de schuldenaar in het gedrang kunnen brengen, lichten deze laatste hiervan op een omstandige wijze in, in voorkomend geval via zijn bestuursorgaan. Indien de schuldenaar binnen een termijn van een maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit van de onderneming voor een minimumduur van twaalf maanden te waarborgen, kan de externe accountant, de externe belastingconsulent of de bedrijfsrevisor de voorzitter van de rechtbank van koophandel daarvan schriftelijk inlichten. In dat geval is artikel 458 van het Strafwetboek niet toepasselijk. De erkende cijferberoepen krijgen aldus een belangrijke rol toebedeeld in het preventieve luik van deze wetgeving. Wij moeten echter vaststellen dat voor wat betreft de mogelijkheid om de voorzitter van de rechtbank van koophandel in kennis te stellen van het feit dat een schuldenaar geen maatregelen neemt om de continuïteit te waarborgen, er binnen deze groep van erkende cijferberoepen/economische beroepen een onderscheiden behandeling wordt voorzien zonder dat hiervoor een objectieve reden bestaat. Uit de tekst blijkt namelijk dat de externe erkende boekhouders en externe erkende boekhouders-fiscalisten niet in de mogelijkheid gesteld worden melding te doen van het feit dat een schuldenaar geen maatregelen heeft genomen, althans niet zonder schending van het beroepsgeheim. Deze mogelijkheid wordt enkel voorbehouden aan externe accountants, externe belastingconsulenten en bedrijfsrevisoren. In de Memorie van toelichting (doc. 53 2692/001) wordt ter zake enkel gesteld dat het zou overmatig zijn de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten rechtstreeks of onrechtstreeks te verplichten derden in te lichten over de toestand van de onderneming. Een dergelijke overmaat werd niet weerhouden ten aanzien van de andere erkende cijferberoepen en dit terwijl de externe erkende boekhouders en externe erkende boekhouders-fiscalisten als zelfstandige beroepsbeoefenaars in essentie dezelfde of gelijkaardige diensten verlenen aan hun cliënten/ schuldenaars als de andere erkende cijferberoepen en dus als zelfstandige beroepsbeoefenaars/adviseurs in een zelfde verhouding staan tot deze cliënten/schuldenaars en ook dezelfde aansprakelijkheid dragen. Een repartiewetgeving dient zich dan ter zake ook op teneinde de noodzakelijke gelijkheid van alle economische of cijferberoepen te garanderen ten aanzien van de WCO wetgeving. 10) Permanent en constructief voorafgaand overleg met de overheid, en in het bijzonder met de fiscus. Het BIBF wenst een constructieve partner te zijn en in constructieve dialoog te treden met zowel het kabinet van de Minister van Financiën als met de FOD Financiën betreffende een aantal knelpunten in de samenwerking tussen de fiscus en de economische beroepsbeoefenaars. Dit kan voor beide partijen een win-win opleveren waar zowel de fiscus, de beroepsbeoefenaars als de belastingplichtige beter van wordt. De economische beroepsbeoefenaar zorgt er immers mede voor dat de fiscus de belasting correct kan innen 10

en dat deze tijdig kan worden geïncohierd. Wij menen dan ook dat de sector respect verdient van de overheid en haar administratie en wij betreuren dat sommige politieke beleidsverantwoordelijken en verantwoordelijke ambtenaren de economische beroepsbeoefenaars stigmatiseren. Het voorafgaand overleg tussen de economische beroepsinstituten, waaronder het BIBF, en de fiscale administratie/beleidsverantwoordelijken zou niet alleen veel frustraties a- posteriori wegnemen, maar betekent ook een win voor de overheid. Reparatiewetgeving achteraf zal niet (of beperkt) nodig zijn en de beroepsbeoefenaars zullen op voorhand weten hoe de fiscale wetgeving in de praktijk om te zetten. Hoewel het BIBF de politieke beleidskeuzes met betrekking tot de fiscale regelgeving dient/wenst te respecteren, zijn er o.i. mogelijkheden om de implementatie van de nieuwe fiscale regelgeving (met belangrijke impact naar de werkwijze van de beroepsbeoefenaars) beter af te stemmen met de praktijk. Iedereen heeft immers baat bij een zo duidelijk mogelijke fiscale regelgeving. Wij stellen in de praktijk vast dat de fiscale wetgeving almaar complexer wordt, dat ze te snel en te vaak wijzigt en dat er soms twee verschillende regelgevingen m.b.t. één fiscale materie moeten worden toegepast binnen hetzelfde inkomstenjaar/aanslagjaar. Dit resulteert in complexe berekeningen met weinig toegevoegde waarde. Daarnaast zijn de administratieve omzendbrieven te weinig verduidelijkend en vaak te ingewikkeld, mede door het gehanteerde taalgebruik. Dit zou met name kunnen gebeuren door een tijdig en voorafgaandelijk overleg met de sector van de economische beroepen alvorens de fiscus de concrete implementatie van nieuwe fiscale regelgeving verspreidt. We denken hier met name aan een aantal ongelukkige gevallen uit het recente verleden : - Aftrekbaarheid BTW bedrijfswagens - Circulaire betreffende wijziging regime inzake de opeisbaarheid van de BTW - Aanslag geheime commissielonen 309 % - Voordeel van alle aard bedrijfswagen : 3 nieuwe versies van de FAQ - De administratie vervalt meer en meer in een boetecultuur * * * 11