Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

2513 AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Moeten de lonen echt sneller omhoog?

UIT loonruimte en AIQ v1.1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Herziening methode arbeidsinkomensquote

POSITIONPAPER VNO-NCW / MKB-NEDERLAND ten behoeve van het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de Loonontwikkeling en arbeidsinkomensquote (AIQ)

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bovenwettelijke aanvullingen op de WW

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Doorrekening Catshuispakket: hoofdtabellen Uitgevoerd op verzoek van de minister-president

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties)

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

UIT groei en conjunctuur

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

1 Werkgelegenheid en lonen per uur

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Bijlage 1a bij CvA-brief Het gemeentelijk referentiemodel

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

FNV Position Paper Arbeidsinkomensquote Hoorzitting/Rondetafelgesprek vaste Commissie voor Financiën op 15 mei 2018

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

De inkomensverdeling tussen sectoren 10. Auteur Frank Notten

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Verwerking wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte in CEP 2004

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Position paper VNO-NCW, MKB-Nederland & AWVN over de AIQ en loonontwikkeling

CPB Notitie. Samenvatting en conclusies. Informateur. Aan: Datum: 16 augustus 2017 Betreft: Actualisatie Middellangetermijnverkenning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De erfenis van Rutte en financieel-economische alternatieven investeren voor een sociale economie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

ALGEMENE ECONOMIE /03

Overheid en economie

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

NAAR EEN NIEUWE ECONOMIE

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland

20.1 Wat is economische groei?!

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Verdeling lonen van werknemersbanen op Caribisch Nederland. Frank van der Linden. Fra nk va n de r w

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei loopt op tot 110 duizend. Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend

Centraal Economisch Plan 2019

Examen HAVO. Economie 1

De AIQ in Nederland: een overzicht

Regionale economische groei, 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum: 16 november 2015 Betreft: Structurele effecten 4e nota van wijziging Belastingplan 2016

Datum 10 juli 2019 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen gelijk speelveld voor alternatieve kredietverleners en banken bij mkb-financiering

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Het belang van uitvoer en binnenlandse bestedingen voor productie en werkgelegenheid in Nederland

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3059 Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Alternatieve arbeidsinkomensquote is momenteel relatief laag» (ingezonden 29 april 2016). Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 juli 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015 2016, nr. 2620. Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht «Alternatieve arbeidsinkomensquote is momenteel relatief laag»? 1 Antwoord 1 Ja. Vraag 2 & 3 Hoe beoordeelt u de uitkomsten van dit onderzoek dat de lonen de afgelopen jaren harder hadden kunnen stijgen en dat beloningen voor werknemers en zelfstandigen zijn achtergebleven? Wat is volgens het kabinet de verklaring voor het achterblijven van de loonstijging en de daling van het Alternatieve arbeidsinkomensquote (AIQ)? Antwoord 2 & 3 De AIQ geeft weer welk deel van de netto toegevoegde waarde (nationaal inkomen) van bedrijven de beloning vormt voor arbeid (werknemers en zelfstandigen). Het is een macro-economische indicator die vooral op de middellange termijn iets kan zeggen over de mogelijke loonruimte, omdat de AIQ aanzienlijke conjuncturele schommelingen vertoont. 2 Het is opvallend dat de alternatieve AIQ zoals DNB die berekent duidelijk afwijkt van de reguliere AIQ voor bedrijven. Het inkomen van zelfstandigen lijkt zeker vanaf de crisis van grote invloed te zijn op de alternatieve AIQ. Het lijkt mij goed nader te bestuderen of hier specifieke sectoren een rol spelen, en welke dit zijn. Om echt iets te kunnen zeggen over het historische perspectief is het noodzakelijk om verder in de tijd terug te kunnen kijken, en om een uniforme 1 http://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2016/dnb340720.jsp 2 DNB (2014), Overwegingen bij de loonontwikkeling,occasional Studies Vol.12/No.1 ah-tk-20152016-3059 ISSN 0921-7398 s-gravenhage 2016 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 2016, Aanhangsel 1

manier van berekenen van de AIQ overeen te komen. In de periode 1995 2015 die DNB weergeeft worden de laatste 8 jaar sterk beïnvloed door de crisis. Om te kunnen zien of dergelijke afwijkingen bij de (alternatieve) AIQ na eerdere economische crises ook zijn voorgekomen, hebben we eigenlijk een langere tijdsreeks nodig. Op dit moment is het niet mogelijk om deze tijdsreeks te maken, vanwege een revisie in de Nationale Rekeningen. Vraag 4 Is het achterblijven van de loonstijging onderwerp van gesprek geweest tussen het kabinet en de sociale partners bij de totstandkoming van het sociaal akkoord in 2013, of daarna? Vraag 5 Bent u bereid aan te dringen bij de werkgevers om de lonen te laten stijgen? Antwoord 5 Alleen op basis van de alternatieve AIQ lijkt het mij niet mogelijk om harde conclusies te trekken over de loonruimte. Dit geldt in het bijzonder voor de loonruimte van werknemers, aangezien de AIQ betrekking heeft op werknemers en zelfstandigen. Volgens het CPB liep in de periode 1970 2012 de ontwikkeling van de productiviteit niet uit de pas met die van de reële loonvoet. Dit resultaat geldt echter op macroniveau, voor de gehele Nederlandse marktsector. Dit betekent dat het verschil tussen de reële loonvoet en de productiviteit tussen bedrijven of tussen bedrijfstakken wel kan verschillen. Dit strookt ook met het pleidooi van DNB voor een gedifferentieerde loonstijging. Het invullen van de loonruimte is aan de sociale partners. Als er ruimte is voor loonstijging door de aantrekkende economie, is het primair aan hen om dat bij de cao-onderhandelingen te verdelen. Daarnaast heeft het kabinet geregeld en goed contact met de sociale partners en kan hen bij die contacten er nog eens wijzen dat die eventuele ruimte ook benut zou moeten worden. Benutting van eventuele loonruimte in sectoren waar de lonen achterblijven bij de productiviteit, kan de binnenlandse vraag verder ondersteunen. Dit ondersteunt het economische herstel verder. Vraag 6 Kunt u, zo nodig in samenwerking met De Nederlandsche Bank (DNB) en/of het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), aangeven hoe de ontwikkeling van het alternatieve arbeidsinkomensquote eruit ziet vanaf 1985 bij de volgende varianten: voor de publieke en private sector afzonderlijk; in verhouding tot de ontwikkeling van de inkomensongelijkheid; wanneer de sector financiële dienstverlening wordt uitgezonderd van de berekening van het AIQ; wanneer de 5% hoogste inkomens wordt uitgezonderd van de berekening van het AIQ; wanneer alle zelfstandigen worden uitgezonderd van de berekening van het AIQ? Antwoord 6 Publieke en private sector De reguliere AIQ en de alternatieve AIQ bevatten allebei niet de publieke sector. Het CPB geeft de AIQ van de marktsector weer, dus exclusief de overheid en de sectoren delfstoffenwinning, zorg, en onroerend goed. DNB geeft de AIQ voor bedrijven weer, waarbij de sector overheid niet wordt meegenomen 3. Doordat de toegevoegde waarde van wat er geproduceerd wordt bij de overheid gelijk wordt gesteld aan het loon dat wordt betaald aan ambtenaren, komt de AIQ op 100%. 4 3 Op dit moment is het niet mogelijk om tijdsreeksen die verder teruggaan dan 1995, vanwege een revisie in de Nationale Rekeningen. De cijfers zijn vanaf 1995 in de nieuwe definitie beschikbaar. 4 CBS (2015) Nationale Rekeningen 2014. Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 2016, Aanhangsel 2

Grafiek 1: Marktsector AIQ, bedrijven AIQ en alternatieve bedrijven AIQ Bron: DNB EOV juni 2016; CPB CEP 2016. In verhouding tot de ontwikkeling van de inkomensongelijkheid In onderstaand grafiek is de ontwikkeling van de alternatieve AIQ naast de ontwikkeling van de meest gebruikte maat voor inkomensongelijkheid, de Gini-coëfficiënt, gezet. De AIQ geeft weer welk deel van de toegevoegde waarde naar de factor arbeid gaat, en welk deel naar kapitaal. Het is daarmee een macro-economische indicator die geen indicatie geeft voor inkomensongelijkheid. De Gini-coëfficiënt laat zien hoe groot de inkomensverschillen zijn tussen particuliere huishoudens. De waarde van de coëfficiënt ligt tussen 0 en 1, waarbij 0 correspondeert met totale gelijkheid (iedereen heeft hetzelfde inkomen) en 1 correspondeert met totale ongelijkheid (één persoon bezit al het inkomen). Het zijn twee hele verschillende indicatoren, die daardoor niet makkelijk vergelijkbaar zijn. Grafiek 2: verhouding alternatieve AIQ DNB en inkomensongelijkheid Bron: alternatieve AIQ DNB; Gini-coëfficiënt gestandaardiseerd inkomen particuliere huishoudens CBS Statline, geraadpleegd op 22-06-2016. Uitgezonderd de 5% hoogste inkomens De AIQ laat zien welk deel van de toegevoegde waarde naar de factor arbeid gaat. Het is niet mogelijk om een AIQ weer te geven zonder de 5% hoogste inkomens; het is namelijk niet te bepalen welk deel van de toegevoegde waarde aan deze 5% hoogste inkomens is toe te schrijven. Uitgezonderd de sector financiële dienstverlening In het CEP 2016 besteedde het CPB aandacht aan de mogelijke vertekening van de AIQ door de winsten in de financiële sector op woninghypotheken. In de Nationale Rekeningen wordt de toegevoegde waarde van banken mede beïnvloed door de toegerekende vergoeding op verstrekte woninghypothe- Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 2016, Aanhangsel 3

ken. Een hogere vergoeding leidt tot hogere winsten van banken en drukt daardoor de marktsector AIQ. De toegerekende vergoeding bankdiensten werd na het uitbreken van de eurocrisis hoger. De AIQ voor de marktsector wordt daardoor op dit moment sterk in neerwaartse zin beïnvloed door de toegerekende vergoeding bankdiensten. De verwachting is dat de winsten van banken zich dit en komend jaar zullen stabiliseren, zodat de reguliere en de voor financiële sector gecorrigeerde AIQ naar elkaar zullen toe bewegen. Een alternatief is om te kijken naar de AIQ zonder de financiële marktsector. Grafiek 3 laat voor de marktsector AIQ zien wat de ontwikkeling is als de sector financiële dienstverlening geheel wordt uitgezonderd, zowel in de toegevoegde waarde als in de beloning werknemers en het toegerekende loon zelfstandigen 5. Grafiek 3: Marktsector AIQ uitgezonderd sector financiële diensten Bron: eigen berekeningen op basis van CBS Statline, geraadpleegd op 29-06-2016. Uitgezonderd alle zelfstandigen Het CPB besteedde in het CEP 2014 tevens aandacht aan de mogelijke vertekeningen door de manier waarop het inkomen van zelfstandigen wordt meegenomen. Voor zelfstandigen is de verdeling tussen arbeidsloon en winst niet éénduidig vast te stellen. CPB heeft daarom in het CEP twee varianten laten zien waarbij verondersteld werd dat het gehele inkomen van zelfstandigen looninkomen is, of het gele inkomen winst. Deze alternatieven zijn in onderstaande grafiek te zien. 5 Doordat de sector financiële dienstverlening wordt uitgezonderd, zit er wel een neerwaartse vertekening in de toegevoegde waarde van de andere sectoren; de intermediair gebruikers van de bankdiensten. Daarnaast is er geen rekening gehouden met de vertekening door toegerekend loon zelfstandigen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 2016, Aanhangsel 4

Grafiek 4: Alternatieve AIQ s voor de marktsector Bron: CPB, CEP 2014. In de alternatieve AIQ wordt het totale gemengd inkomen als loon van zelfstandigen gezien, waar gewoonlijk het toegerekend loon zelfstandigen wordt gebaseerd op het gemiddelde inkomen per arbeidsjaar voor werknemers. De nieuwe wijze van berekenen nodigt uit tot een gesprek over hoe de AIQ het beste zou kunnen worden weergegeven, en hoe het inkomen van zelfstandigen zou moeten worden meegenomen in de berekening. Ik volg dan ook met interesse de hoorzitting over de ontwikkeling van de lonen en het AIQ die op initiatief van het lid Voortman zal plaatsvinden na het reces, en nodig de betrokken partijen uit om met een uniforme methode te komen om de AIQ te presenteren. Tweede Kamer, vergaderjaar 2015 2016, Aanhangsel 5