Neuropsychologische diagnostiek De klinische praktijk Marc Hendriks Roy Kessels Mariëlle Gorissen Ben Schmand (redactie) Amsterdam Boom
2006, Uitgeverij Boom, Amsterdam. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Verzorging omslag Marjo Starink, Amsterdam Verzorging binnenwerk H & R Communicatieve Vormgeving, Purmerend ISBN 90 8506 229 2 NUR 770, 875
Inhoud Voorwoord (Paul Eling & Betto Deelman) 7 Inleiding 9 Deel I Het diagnostisch proces in de neuropsychologie 13 1 Anamnese en heteroanamnese 15 2 Vraagstelling en hypothesevorming 28 3 Testselectie en testafname 35 4 Observatie 52 5 Interpretatie 66 6 Schriftelijke en mondelinge rapportage 84 Deel II Algemene psychodiagnostische aspecten 101 7 Psychometrie (Inge de Koning & Frans Luteijn) 103 8 Schatten van het premorbide functioneren (Annelien Duits & Roy Kessels) 119 9 Het meten van veranderingen in de tijd (Eline Bruggemans & Fons van de Vijver) 130 10 Mentale inspanning en onderpresteren (Mariëlle Gorissen & Ben Schmand) 146 11 Ethiek (Karel Soudijn) 156 Deel III Toepassing in de verschillende werkvelden 177 12 Kinderen en jeugdigen (Hanna Swaab & Marc Hendriks) 179 13 Psychiatrie (Mariëlle Gorissen & Lydia Krabbendam) 196 14 Neurologie (Inge de Koning & Martine van Zandvoort) 210 15 Somatische neuropsychologie (Paul de Wit & Mayke Derix) 227 16 Ouderen (Sven Stapert & Han Diesfeldt) 242
17 Forensische neuropsychologie (Jos Egger & Ellen Wingbermühle) 254 18 Letselschade en arbeidsrechtelijke expertises (Geert Kraaijenbrink & Ed van Zomeren) 270 19 Revalidatie (Luciano Fasotti & Marc Hendriks) 288 Literatuur 305 Register 321 Over de auteurs 326
Voorwoord Wat verwachten we van diagnostiek? Elke keer dat in ons dagelijks leven iets of iemand niet goed functioneert (de gootsteenafvoer, de pc, een kip of hond, het been of het geheugen van de partner) hebben we de vaste overtuiging dat een deskundige analyse van de verschijnselen de oplossing van de problemen zal opleveren. Merkwaardigerwijs neemt die overtuiging niet af wanneer een rijke ervaring leert dat lang niet voor ieder probleem een bijpassende deskundige is te vinden en dat de deskundigen die wel op je pad komen zich wel erg vaak vergissen. Wel leidt dit tot de conclusie dat diagnostici in het algemeen nog een heel stuk deskundiger moeten worden. Het woord diagnostiek is afkomstig van het Griekse dia (uit elkaar) en gignoskein (leren kennen). Diagnostiek is de kunst om op professionele wijze afwijkingen te onderscheiden op grond van de verschijnselen. De meest relevante betekenis van onderscheiden is in deze context: niet op gelijke manier behandelen. Diagnostiek is alleen zinvol als het tot consequenties in de behandeling leidt, onverschillig of het om apparaten, dieren of mensen gaat. Alleen wanneer we over een panacee denken te beschikken, zoals bijvoorbeeld altijd herstarten bij de pc of altijd psychotherapie bij mensen met klachten, is diagnostiek pure tijdverspilling. Tot nu toe hebben we het over diagnostiek in het algemeen gehad, maar het gaat hier natuurlijk over neuropsychologische diagnostiek in het bijzonder. Professionals proberen daarbij op grond van gedragsverschijnselen (geconstateerd bij gesprek, observatie, test of experiment) te analyseren om welke afwijkingen het gaat, met als doel een advies over de optimale behandeling. Daarbij zijn uiteraard intacte gedragsmogelijkheden van evenveel belang als gestoorde. In de hedendaagse neuropsychologie is die analyse een buitengewoon complex proces. In de eerste plaats richten neuropsychologen zich natuurlijk op de vele mogelijke hersendisfuncties die tot uiting kunnen komen in een enorme variëteit aan cognitieve, emotionele en gedragsverschijnselen. Het klinisch beeld is daarbij afhankelijk van een zeer groot aantal factoren, zoals de etiologie (bijvoorbeeld CVA, hersentrauma of degeneratief proces), de fase van het ziekteproces (bijvoorbeeld acuut, subacuut, chronisch), het type van de beschadiging (bijvoorbeeld lokaal of diffuus), de omvang en de lokalisatie van het letsel.
8 N E U R O P S Y C H O L O G I S C H E D I A G N O S T I E K Daarnaast echter spelen vele andere factoren en condities een medebeslissende rol, zoals de leeftijd van de patiënt, het opleidingsniveau, de sekse, de genetisch verschillende aanleg en individueel gedifferentieerde vaardigheden, psychische condities als motivatie, faalangst, interesse of aggravatie, en fysieke condities als vermoeidheid, slaaptekort, pijn en psychofarmacologische factoren. Voor de neuropsycholoog zit alles tussen de oren, maar hij heeft de moeilijke taak te bepalen welke rol de cerebrale en psychische factoren in hun onderlinge interactie spelen. Over neuropsychodiagnostiek en neuropsychologische tests zijn internationaal natuurlijk al vele boeken verschenen, maar dit is het eerste boek dat zich geheel richt op de praktijk in de Nederlandse gezondheidszorg. Het verschijnen van Neuropsychologische diagnostiek, De klinische praktijk markeert een nieuwe belangrijke stap in de veertigjarige historie van de neuropsychologie in Nederland. De eerste fase kenmerkte zich door een wetenschappelijke belangstelling, die resulteerde in het eerste Nederlandstalige overzichtswerk Neuropsychologie in Nederland. Het volgende piketpaaltje zouden we Klinische neuropsychologie kunnen noemen, verschenen in 1997. In het daaropvolgende jaar verscheen het laatste deel van Neuropsychologische diagnostiek, een klapper met testbeschrijvingen. In 2002 zag Cognitive rehabilitation: a clinical neuropsychological approach het licht; hoewel Engelstalig, toch voornamelijk Nederlands werk op het gebied van de behandeling. Een belangrijk kenmerk van Neuropsychologische Diagnostiek, De klinische praktijk is dat het zich vooral richt op het proces van de diagnostiek. Het zou een misverstand zijn om te denken dat diagnostiek een kwestie is van de goede test op het juiste moment. Een professionele aanpak vergt veel meer werk en deskundigheid en dat komt in dit boek uitgebreid aan bod. Bovendien wordt duidelijk dat de neuropsychologische diagnostiek zich over een groot aantal werkvelden heeft uitgebreid, van kinderen tot ouderen, van hersenletsel tot crimineel gedrag. Diagnosticeren is onderscheiden. Dit boek laat zien dat de Nederlandse neuropsychologie tot de jaren des onderscheids is gekomen. Wij spreken de wens uit dat de vele gezondheidszorgpsychologen die in hun praktijk met neuropsychologische vraagstellingen geconfronteerd worden dit boek ter hand en ter harte zullen nemen! Betto Deelman en Paul Eling