Wij zingen voor de dienst: Lied 170: 1 en 2
Lied 170: 1, 3
Lied 170: refr.
Lied 170: refr.
Lied 170: 1, 3
Lied 170: refr.
Lied 170: refr.
Wij zingen als intochtslied: Psalm 150: 1 en 2
Psalm 150: 1a, 2
Psalm 150: 1b, 2
Psalm 150: 1a, 2a
Psalm 150: 1a, 2b
Stil gebed, bemoediging en groet
Wij zingen: Lied 274: 1, 2 en 3
Lied 274: 1, 2, 3
Lied 274: 1, 2, 3
Lied 274: 1, 2, 3
Kyriegebed
Wij zingen: Lied 672: 1 en 2
Lied 672: 1a, 2
Lied 672: 1b, 2
Lied 672: 1, 2a
Lied 672: 1, 2b
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Kindernevendienst De kinderen gaan naar de nevendienst
1 e Schriftlezing Johannes 3: 1-16
Johannes 3: 1-8 Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. 2 Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. Rabbi, zei hij, wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht. 3 Jezus zei: Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien. 4 Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is? vroeg Nikodemus.
Johannes 3: 1-8 Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden? 5 Jezus antwoordde: Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. 6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7 Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.
Johannes 3: 1-8 8 De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is. 9 Maar hoe kan dat? vroeg Nikodemus. 10 Begrijpt u dit niet, zei Jezus, terwijl u een leraar van Israël bent? 11 Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet.
Johannes 3: 1-8 12 Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek? 13 Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? 14 De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15 opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft.
Johannes 3: 1-8 16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
2 e Schriftlezing 1 Tessalonicenzen 4 : 1-8
1 Tessalonicenzen 4 : 1-8 Aansporingen 1 Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. 2 U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. 3 Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, 4 dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen
1 Tessalonicenzen 4 : 1-8 5 en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. 6 Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden. 7 God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven. 8 Dus wie deze voorschriften verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u zijn heilige Geest geeft.
Wij zingen: Lied 317: 1, 2 en 3
Lied 317: 1a, 2, 3
Lied 317: 1b, 2, 3
Lied 317: 1, 2a, 3
Lied 317: 1, 2b, 3
Lied 317: 1, 2, 3a
Lied 317: 1, 2, 3b
Verkondiging Thema: Heilig leven
Wij zingen: Lied 376: 1, en 2
Lied 376: 1a, 2
Lied 376: 1b, 2
Lied 376: 1, 2a
Lied 376: 1, 2b
Dankgebed en voorbeden
Collecten en de kinderen komen terug 1. Werelddiaconaat (Kerk in Actie) 2. De kerk
Wij zingen van toenadering: Lied 23b: 1, 2 en 4 (Gezang 14)
Lied 23b: 1a, 2, 4
Lied 23b: 1b, 2, 4
Lied 23b: 1, 2a, 4
Lied 23b: 1, 2b, 4
Lied 23b: 1, 2, 4a
Lied 23b: 1, 2, 4b
Inzettingswoorden, gedachtenis onderwijzing
Wij zingen als geloofsbelijdenis: Lied 289: 1, 2 en 3 (Staande)
Lied 289: 1a, 2, 3
Lied 289: 1b, 2, 3
Lied 289: 1, 2a, 3
Lied 289: 1, 2b, 3
Lied 289: 1, 2, 3a
Lied 289: 1, 2, 3b
Viering van het Heilig Avondmaal
Wij zingen als slotlied: Lied 416: 1 t/m 4
Lied 416: 1, 2, 3
Lied 416: 1, 2, 3
Lied 416: 1, 2, 3
Zegen Aansluitend Gezang 456: 3
Gezang 456: 3