1 INLEIDING 2 SPEERPUNTEN 2011

Vergelijkbare documenten
Charco & Dique. Trustkantoren. Risk Management & Compliance. DNB Nieuwsbrief Trustkantoren

Aanvraagformulier voor een vergunning ten behoeve van een trustkantoor

NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK

Onderwelp Circulaire van De Nederlandsche Bank NV (DNB) voor betaalinstellingen die money transfers verrichten, d.d. 24 maart 2011

Werken in de trustbranche..door mr R-J.P. Lugard 1

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Verkopers van goederen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

UPDATE COMPLIANCE TRUSTKANTOREN: WTT September 2017, M. van Eersel

Toelichting ISI-formulier Wat is het ISI-formulier 2016?

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018

Aanvraagformulier ten behoeve van een trustkantoor welke diensten verricht naar Caribisch Nederland

De Minister van Financiën;

Ten opzichte van het ISI-formulier 2014 is een beperkt aantal wijzigingen doorgevoerd:

Privacy STATEMENT. Privacy STATEMENT

1. Wat is het ISI-formulier?

Aanvraagformulier ten behoeve van een trustkantoor welke een bijkantoor 1 heeft in Caribisch Nederland

Privacy Statement Eigenheid Vastgoed BV 25 mei 2018

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken

Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren

Aanvraagformulier voor een vergunning Trustkantoor Expertisecentrum markttoegang

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregel Integriteitbeleid ten aanzien van vastgoedactiviteiten

VOORSCHRIFTEN ter uitvoering van de artikelen 3 lid 2, 8 lid 2 en 11 lid 1 van de Landsverordening Toezicht Trustwezen

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Trustkantoren. wat zijn dat? 34 informatief. Trustkantoren hebben met veel toezichtswet- en regelgeving te maken en staan onder toezicht van DNB.

Baas boven Baas: het UBO-register!

De Rib Wtt 2014, een volgende stap voorwaarts 1

Aanvraagformulier ten behoeve van een trustkantoor welke zetel 1 heeft in Caribisch Nederland

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van bovenvermelde vragen met kenmerk 2018Z18409 van het lid Bruins van de ChristenUnie.

Privacy Statement. mensen die aan een bedrijf of organisatie verbonden zijn waar wij een relatie mee hebben, willen krijgen of hebben gehad.

Basisopleiding Certified Compliance Officer

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren

Reactie op het Wetsvoorstel toezicht trustkantoren SAMENVATTING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

ten behoeve van een geldtransactiekantoor welke zetel 1 heeft in Caribisch Nederland

FIU-Nederland. Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder

Risicobeheersing door geldtransactie- en trustkantoren

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van bovenvermelde vragen met kenmerk 2019Z15613 van de leden Leijten en Alkaya van de SP.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Nationale Anti-witwas congres 13 maart 2018 Workshop De Trustsector. De trustsector: witwassen en terrorismefinanciering

ten behoeve van een geldtransactiekantoor welke een bijkantoor 1 heeft in Caribisch Nederland

Consument houdt bij Aangeslotene onder andere een en/of rekening aan samen met zijn echtgenote.

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

de Coöperatieve Rabobank Salland U.A., gevestigd te Deventer, hierna te noemen de Bank.

Privacy Statement Obvion

Privacy Statement. Wij gebruiken bepaalde woorden in dit privacy statement. Hieronder leest u wat wij met een aantal van deze woorden bedoelen:

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren. Versie 2015

Inbreng Consultatie Ministerie van Financiën

Een kennismaking met DNB Finnius seminar

Inbreng Consultatie Ministerie van Financiën

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

ten behoeve van een geldtransactiekantoor welke diensten verricht naar Caribisch Nederland

Zie ook Mr. R-J.P. Lugard, De Wtt en Rib Wtt: een blik in de tijd, in TvCO

Regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren (Wet toezicht trustkantoren 2018)

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 6, tweede lid en 20, vijfde lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018;

DNB LEIDRAAD WWFT EN SW Voorkoming misbruik financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme en beheersing van integriteitrisico s

Implementatiewet wijziging vierde antiwitwasrichtlijn ter consultatie voorgelegd concept-wetsvoorstel

De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

Eerste Kamer der Staten-Generaal

1. Stel vast dat de dienstverlening van het dossier onder de LID verplichting valt. De

Privacy Statement. Wij gebruiken bepaalde woorden in dit privacy statement. Hieronder leest u wat wij met een aantal van deze woorden bedoelen:

COMPLIANCE RICHTLIJNEN

3. Dit document is van toepassing op alle overeenkomsten en transacties die door of namens BTCFORCASH worden verricht.

ECLI:NL:RBROT:2015:1716

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening)

28 september 2017 Kennistafel Financial Economic Crime

ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene,

Regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren (Wet toezicht trustkantoren 2018)

DNB LEIDRAAD WWFT EN SW Voorkoming misbruik financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme en beheersing van integriteitrisico s

Veel gestelde vragen (FAQ)

1 Juridisch kader BESLUIT

ANALYSE VAN INTEGRITEITRISICO S BIJ CLIENTACCEPTATIE IN DE TRUSTBRANCHE. Een constante monitoring van cliënten in de trustbranche

Wie is verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens?

Toelichting bij aanvraagformulier voor een vergunning voor een trustkantoor

Privacy Statement. Risk management Verzekeringen Financiële vraagstukken Pensioen consultancy Verzuimbegeleiding. Versie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

DNB LEIDRAAD WWFT EN SW Voorkoming misbruik financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme en beheersing van integriteitrisico s

Afstudeerproduct Ken-je-cliënt -checklist. Studentnummer:

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Artikel 3:95, Wet op het financieel toezicht (Wft)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Accountantspraktijken en de Wet toezicht trustkantoren

Customer Due Diligence Beleid

INDICATORENLIJST BEHORENDE BIJ DE Wet ter Voorkoming van Witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)

Rib Wtt Audit. Richtlijn voor Trustkantoren. Versie 21 november Integriteit Onafhankelijkheid Betrouwbaarheid Duurzaamheid Professionaliteit

2.1 Consument heeft zich bij de Bank gemeld als nieuwe penningmeester van een stichting die reeds een bankrekening bij de Bank aanhield.

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Transcriptie:

Toezicht expertisecentra Trustkantoren en betaalinstellingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Datum Uw kenmerk Behandeld door Sonneville, A.G. RA Doorkiesnummer 020 524 1985 Bijlage(n) 1 Onderwerp Circulaire trusttoezicht maart 2011 1 INLEIDING Met deze circulaire wil De Nederlandsche Bank NV (DNB) u informeren over de activiteiten die DNB gaat ondernemen in 2011 en waar de speerpunten liggen in het toezicht op de trustsector. Daarnaast informeren wij u over de thema-onderzoeken vastgoed en feeders die in 2010 zijn afgerond en zullen wij een aantal kengetallen met u delen dat een beeld schetst van de trustsector in Nederland over 2010. De kengetallen zijn afkomstig van de door de trustkantoren ingevulde ISI-formulieren (Instelling Specifieke Informatie) over 2010. Tevens attenderen wij u met deze circulaire op toekomstige wijzigingen in de wetgeving die de trustsector raken zodat u daar tijdig op kan anticiperen. Tot slot volgt een aantal good and bad practices uit de praktijk van trustkantoren. U vindt deze terug in de bijlage bij deze circulaire. 2 SPEERPUNTEN 2011 DNB hecht eraan om inzicht te geven in haar activiteiten. In dat kader willen we u laten weten welke toezichtactiviteiten DNB gaat ondernemen in de trustsector in 2011. In algemene zin richt het toezicht zich ook dit jaar weer op de herkomst en bestemming van middelen (HBM). Specifiek richten we ons thema-onderzoek op de trustkantoren die doelvennootschappen hebben met operationele activiteiten. Dit thema-onderzoek dat in 2010 is aangevangen, zal in 2011 worden voortgezet. Ter toelichting op de keuze van dit thema-onderzoek het navolgende. Het doel van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) is het bevorderen van de integriteit van het financiële stelsel door regulering van de trustsector. Bij veel van de internationale ondernemingsstructuren spelen de doelvennootschappen in Nederland een rol als financieringsmaatschappij of houdstervennootschap. In een aantal gevallen betreft het echter zogenoemde operationele doelvennootschappen, dat wil zeggen doelvennootschappen die bijvoorbeeld actief zijn als handels- en/of productiebedrijf. Uit het lopend toezicht is gebleken dat er een verhoogd

2 integriteitrisico speelt bij dergelijke operationele doelvennootschappen door de specifieke dienstverlening van een trustkantoor alsmede de te onderscheiden geld- en goederenstromen als gevolg waarvan trustkantoren moeite ondervinden met de vereiste monitoring van de HBM zoals bedoeld in artikel 13, lid 2 van de Regeling integere bedrijfsvoering Wtt (Rib). Door een ontoereikende monitoring van de HBM bij operationele doelvennootschappen bestaat er een verhoogd risico dat trustkantoren onbewust structuren bedienen waar sprake is van het witwassen van gelden en het financieren van terrorisme. Tijdens de toezichtbezoeken zal met name worden gekeken of de gegevens met betrekking tot de herkomst en bestemming van geldstromen, rechten en verplichtingen van de doelvennootschap bij het trustkantoor aanwezig zijn en of (de vastlegging van) de beoordeling van de integriteitrisico s verbonden aan de HBM, toereikend is. Daarnaast besteedt DNB in 2011 specifiek aandacht aan nieuwe toetreders tot de markt. Bij de toezichtbezoeken zal naast de werking van de procedures aandacht worden besteed aan de te onderscheiden integriteitrisico s bij het cliëntacceptatiebeleid en de door het trustkantoor te verlenen diensten. Tevens gaat DNB erop toezien dat nieuwe toetreders tijdig daadwerkelijk werkzaamheden verrichten als trustkantoor. Daarnaast gaat DNB ook regulier onderzoek doen bij trustkantoren waar onder meer tekortkomingen in de bedrijfsvoering zijn geconstateerd. 3 THEMA-ONDERZOEKEN 2010 Terugblikkend op de activiteiten die DNB in 2010 heeft verricht, informeren we u in deze paragraaf over onze bevindingen en opgedane ervaringen in het toezicht. Gedurende de onderzoeken van DNB zijn we bad practices en good practices tegengekomen. Deze practices willen we met u delen omdat ze een belangrijk inzicht geven in de wijze waarop we tegen praktijksituaties aankijken. Voor de leesbaarheid hebben we ervoor gekozen om die practices te bundelen in de bijlage bij deze circulaire. In 2010 heeft DNB naast reguliere onderzoeken bij trustkantoren een drietal thema-onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn gekozen op basis van onze risicoanalyse en ervaringen opgedaan tijdens toezichtbezoeken. Het betrof de dienstverlening aan: a) doelvennootschappen met (in)directe vastgoedactiviteiten; b) doelvennootschappen afkomstig van buitenlandse feeders en c) operationele doelvennootschappen. De selectie van trustkantoren voor die onderzoeken heeft mede plaatsgevonden met behulp van de eerder genoemde ISI-formulieren waarin informatie is opgenomen over de specifieke dienstverlening van trustkantoren. De onder a en b genoemde thema-onderzoeken zijn in 2010 afgerond. De bevindingen worden hierna in het kort teruggekoppeld. Het thema-onderzoek naar operationele doelvennootschappen wordt voortgezet in 2011, zoals aangekondigd in de voorgaande paragraaf.

3 3.1 Thema-onderzoek vastgoed DNB is van mening dat zakelijke vastgoedactiviteiten naar hun aard een hoger risico op fraude en witwassen met zich brengen. Dit wordt onder andere toegeschreven aan de relatief hoge waarde van vastgoedobjecten, de vaak ondoorzichtige prijsvorming en de complexiteit van de transacties. Dit betekent dat trustkantoren bij de dienstverlening aan doelvennootschappen met vastgoedactiviteiten, op basis van de specifieke inherente integriteitrisico s van deze activiteiten, adequate beheersmaatregelen dienen te treffen. In 2010 heeft DNB tien onderzoeken uitgevoerd bij trustkantoren waarbij - op basis van een deelwaarneming - gekeken is naar doelvennootschappen met (in)directe vastgoedactiviteiten. Bij zeven trustkantoren hebben we geconstateerd dat de monitoring van de HBM door trustkantoren niet toereikend is, bijvoorbeeld doordat onvoldoende blijk is gegeven van kennis over de herkomst van de gelden of door het ontbreken van achterliggende informatie, zoals taxatierapporten, die een bepaalde transactie zou moeten onderbouwen. Naar aanleiding hiervan heeft DNB bij drie van de tien onderzochte trustkantoren geconcludeerd dat de bedrijfsvoering onder het gemiddelde ligt waarop de risicoprofielen (de zogenoemde Firm-score) van deze drie trustkantoren zijn verhoogd. Bij de onderzoeken is een deelwaarneming gedaan op doelvennootschappen met (in)directe vastgoedactiviteiten. DNB heeft bij de uitgevoerde thema-onderzoeken vastgoed niet kunnen vaststellen dat er ongebruikelijke transacties zijn waargenomen die aan de FIU-Nederland dien(d)en te worden gemeld. Vanwege de gevoeligheid van de vastgoedsector voor het witwassen van gelden dienen trustkantoren alert te blijven niet te worden misbruikt voor onoorbare activiteiten bij de dienst-verlening aan doelvennootschappen met vastgoedactiviteiten. In dit verband wijst DNB u op de onlangs verschenen Beleidsregel Integriteitbeleid ten aanzien van zakelijke vastgoedactiviteiten (Staatscourant 2011, nr. 2641). Hoewel artikel 8 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) (op grond van artikel 3, vijfde lid van de Wwft) niet direct van toepassing is op trustkantoren kan deze beleidsregel, waarin tevens een aantal indicatoren (red flags) wordt genoemd, behulpzaam zijn bij de analyse van de integriteitrisico s en de monitoring van de HBM. 3.2 Thema-onderzoek buitenlandse feeders Uit toezichtbezoeken is gebleken dat er specifieke integriteitrisico s zijn te onderkennen bij doelvennootschappen van trustkantoren die zijn aangebracht door buitenlandse trustkantoren ( feeders ) uit landen met een (vermeende) geheimhoudingsplicht zoals Zwitserland, Luxemburg, Liechtenstein en Monaco. Het komt geregeld voor dat een trustkantoor moeite ondervindt met de identificatie en verificatie van de uiteindelijke belanghebbende (UBO) en, in het verlengde daarvan, het verkrijgen van toereikende kennis over de herkomst van het vermogen en de analyse van de integriteitrisico s. In 2010 heeft DNB in totaal acht onderzoeken uitgevoerd bij trustkantoren waarbij specifiek gekeken is naar doelvennootschappen die zijn aangebracht door buitenlandse feeders. In totaal

4 zijn hierbij de cliëntacceptatiedossiers (CAD s) van vierenveertig doelvennootschappen onderzocht. De belangrijkste door het toezichtteam onderkende tekortkomingen in de bedrijfsvoering rondom de vierenveertig onderzochte doelvennootschappen betreffen de identificatie en/of verificatie van de UBO (27x), de herkomst van het vermogen (19x), het doel van de structuur (16x) en een ontoereikende analyse van de integriteitrisico s (14x). Bij dertien van de onderzochte doelvennootschappen heeft DNB geconstateerd dat er sprake is van een ontoereikende monitoring van de herkomst en bestemming van middelen. Naar aanleiding van de onderzoeken is het risicoprofiel (de Firm-score) van drie trustkantoren verhoogd en heeft DNB drie handhavingsmaatregelen in de vorm van een aanwijzing opgelegd. Slechts één onderzoek gaf geen aanleiding voor DNB tot het maken van op- of aanmerkingen als gevolg waarvan het risicoprofiel van dat trustkantoor in positieve zin kon worden bijgesteld. Het aantreffen van het grote aantal tekortkomingen in dossiers rondom deze feeder problematiek is opvallend gezien het feit dat DNB vanaf 2009 tijdens haar toezichtbezoeken aandacht vraagt voor de risico s bij dergelijke buitenlandse feeders. Daarnaast is dit aspect vanaf 2009 opgenomen in het ISI-formulier en zijn de thema-onderzoeken buitenlandse feeders aangekondigd in de brochure Thema s DNB toezicht 2010. Eerdere ervaringen uit het lopend toezicht hebben uitgewezen dat een grote inbreng en betrokkenheid van de buitenlandse feeder (en dan met name Zwitserse trustkantoren) een belangrijke risico-indicator zijn. Het thema-onderzoek naar buitenlandse feeders heeft dit beeld bevestigd. Daarom zal ook bij volgende (reguliere) toezichtbezoeken de rol van dergelijke buitenlandse feeders een belangrijk selectiecriterium blijven voor de bepaling van de te beoordelen doelvennootschappen. Een aantal risico s en probleemsituaties in dit verband vindt u als bad practices terug in de bijlage bij deze circulaire. 4 KENGETALLEN TRUSTSECTOR 2010 In 2009 en 2010 heeft DNB ieder trustkantoor gevraagd om instellingsspecifieke informatie middels het ISI-formulier. Ook in 2011 zal DNB deze informatie opvragen bij de trustkantoren. Met deze additionele informatie krijgt DNB een beter inzicht in de bedrijfsvoering van ieder trustkantoor en haar specifieke dienstverlening aan doelvennootschappen, met de daarbij te onderkennen integriteitrisico s. Aangezien deze informatie ook een beeld van de trustsector in het algemeen geeft, willen we deze informatie op een geaggregeerd sectorniveau graag met u delen. Op basis van de door de trustkantoren aangeleverde informatie in de ISI-formulieren uit 2010 kan het navolgende beeld worden geschetst van de trustsector per 31 december 2010.

5 Aantal vergunninghoudende trustkantoren 176 Nieuwe aanvragen in 2010 voor een trustvergunning 10 (nb: in 2008 en 2009 bedroeg het aantal vergunningaanvragen resp. 25 en 31) Totaal aantal doelvennootschappen (dv en) 20.109 Gemiddeld aantal dv en per trustkantoor 114 Gemiddeld aantal dv en per AM ( span of control ) 21 Trustkantoren met meer dan 50 dv en 54 (31%) Trustkantoren met 20 t/m 50 dv en 44 (25%) Trustkantoren met minder dan 20 dv en 78 (44%) Aantal dv en met een PEP als UBO 351 (1,7%) Aantal dv en met branches 388 (1,9%) Aantal dv en met zelfstandig bevoegde buitendirecteuren 2.058 (10,2%) Aantal dv en gerelateerd aan OG 2.034 (10,1%) Aantal dv en aangebracht door feeders uit Zwitserland, Monaco, Liechtenstein, Gibraltar, Luxemburg 781 (3,9%) (Nb: waarvan aangebracht door Zwitserse feeders 514 (2,6%)) Dienstverlening domicilie plus 2312 (11,5%) Bestuursdiensten zonder administratievoering 1423 (7,1%) Ten aanzien van de spreiding van het aantal doelvennootschappen over de trustkantoren kan worden opgemerkt dat een groot deel van de doelvennootschappen wordt bediend door een relatief klein aantal trustkantoren. Zie onderstaand figuur ter illustratie. Aantal dv'en per trustkantoor 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 Trustkantoren

6 5 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN IN DE WETGEVING Voor de goede orde willen we u attenderen op enkele voorgenomen wetswijzigingen die de trustsector raken met als doel dat u tijdig kunt anticiperen op die wijzigingen in uw eigen bedrijfsvoering. De Wtt wordt naar verwachting dit jaar op een drietal punten gewijzigd. De voorgestelde wijzigingen zijn neergelegd in de Wijzigingswet financiële markten 2010 (Kamerstuk 32036, nr. 2) en de verwachting is dat deze wet op 1 juli 2011 in werking treedt. Voorts zal gelijktijdig met de wijziging van de Wtt een wijziging van de Wwft plaatsvinden. De voorgestelde wetswijzigingen hebben betrekking op de navolgende zaken. In de definitie van een trustkantoor (artikel 1, onderdeel a, Wtt) wordt gesproken over het verlenen van diensten in opdracht van een derde. De diensten worden opgesomd in onderdeel d van artikel 1, Wtt, onder 1 tot en met 5. De wetswijziging houdt een verplaatsing in van de zinsnede in opdracht van uit onderdeel a van artikel 1, Wtt naar de diensten genoemd in onderdeel d, onder 1, 2 en 4. Dit heeft tot gevolg dat verkoop van rechtspersonen door een rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon zonder daartoe opdracht te krijgen van een derde, per 1 januari 2011, op grond van artikel 1, Wtt, aangemerkt zal worden als dienst. Verder wordt in artikel 1, onderdeel d, onder 2, Wtt, de verwijzing naar het vervallen Handelsregisterbesluit 1996 vervangen door de verwijzing naar de Handelsregisterwet 2007. Voorts worden receptiewerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld het doorschakelen van telefonisch verkeer en het doorzenden van ongeopende poststukken, uitgezonderd van de bijkomende werkzaamheden als genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 2 i), Wtt. De bijkomende werkzaamheden genoemd in dit artikel, hebben betrekking op het op privaatrechtelijk gebied geven van advies of het verlenen van bijstand. Deze wetswijziging houdt onder meer in dat het enkel en alleen ter beschikking stellen van het postadres van het trustkantoor en het uitsluitend verrichten van receptiewerkzaamheden niet langer een kwalificerende dienst in de zin van de Wtt zal zijn. Tot slot wordt in de Wwft een nieuwe dienst geïntroduceerd in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 20. De natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig een adres of correspondentieadres ter beschikking stelt, zal naar verwachting per 1 juli 2011 onder de reikwijdte van de Wwft gaan vallen. 6 NIEUWSBRIEF FIU-NEDERLAND Onlangs heeft de FIU-Nederland een informatieblad uitgegeven voor trustkantoren. Hierin worden enkele voorbeeldcases genoemd die ook besproken zijn op de relatiedag van 15 april 2010. Tevens wordt besproken wat FIU-Nederland doet met een binnengekomen melding. Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud van het informatieblad. Deze is tevens te raadplegen op de website van de FIU-NL (www.fiu-nederland.nl).

7 7 TEN SLOTTE We vertrouwen erop u met deze circulaire een goed beeld te hebben gegeven van recente ontwikkelingen in de trustsector. We hebben u inzicht gegeven in de door DNB ondernomen activiteiten in 2010 en welke toezichtactiviteiten DNB gaat ondernemen in de trustsector in 2011. Mocht een en ander aanleiding geven tot vragen of opmerkingen dan kunt u contact opnemen met de heer A.G. Sonneville via telefoonnummer 020 524 1985. Deze circulaire wordt geplaatst op onze website (www.dnb.nl) in Open Boek zodat u deze te allen tijde kunt teruglezen. Hoogachtend, De Nederlandsche Bank NV Mw. mr. H.A.A. Broekhuis Afdelingshoofd Bijlage: beschrijving diverse praktijksituaties

8 BIJLAGE BESCHRIJVING DIVERSE PRAKTIJKSITUATIES In deze bijlage worden diverse praktijksituaties beschreven die DNB in het toezicht is tegengekomen. Zowel good als bad practices, op basis van de huidige kennis over risico s, worden hierbij met u gedeeld. Good practices Een belangrijke wettelijke bepaling voor trustkantoren is de identificatie en verificatie van de UBO. Ingevolge artikel 12, lid 3 van de Regeling integere bedrijfsvoering Wtt (Rib) is dienstverlening niet toegestaan voordat het trustkantoor de identiteit van de UBO kent en beschikt over gegevens aan de hand waarvan is bepaald wie de UBO is en aan de hand waarvan de identiteit van de UBO is vastgesteld. De wijze waarop kan worden bepaald wie de UBO is (vaststelling identiteit), is niet altijd eenduidig. Omdat de sector hierbij geregeld vraagt om guidance wordt hierna een aantal situaties en werkwijzen beschreven dat DNB in de praktijk tegenkomt en als good practices beschouwt. UBO houdt toonderaandelen Indien een UBO zijn belang in de doelvennootschap (in)direct houdt door middel van toonderaandelen, aan welke eisen moet het trustkantoor dan voldoen als het gaat om onderbouwing van de UBO-kwalificatie en de structuur? Vereist is dat het trustkantoor de UBO( s) van een doelvennootschap kent. Dat geldt ook indien de UBO zijn (in)direct belang in de doelvennootschap houdt door middel van toonderstukken. Indien door de moedervennootschap van (of elders in de structuur boven) de doelvennootschap toonderaandelen zijn uitgegeven (bijvoorbeeld door een Antilliaanse N.V.), geldt dat: 1. de toonderstukken zijn geblokkeerd bij een onafhankelijke persoon of instelling, bijvoorbeeld bij het trustkantoor zelf, bij een notaris of bij een (andere) bestuurder van de doelvennootschap; 2. het trustkantoor dat de doelvennootschap beheert beschikt over een verklaring ( certificate of deposit ) van de bestuurder van de entiteit die de toonderstukken voor de UBO in bewaring heeft, waarin wordt verklaard (a) wie de UBO( s) is (zijn) en (b) dat alle toonderstukken ten titel van beheer voor de UBO( s) worden gehouden; 3. de punten 1. en 2. jaarlijks worden geverifieerd. Het verdient aanbeveling om de Management Agreement en/of Principal Party Agreement te laten (mede)ondertekenen door de UBO die in deze stukken ook als zodanig wordt genoemd.

9 Beursgenoteerde entiteit is uiteindelijke aandeelhouder Indien een beursgenoteerde entiteit als (indirect) aandeelhouder van een doelvennootschap is aangemerkt, op welke wijze moet dit dan worden onderbouwd in het CAD? Is het denkbaar dat de doelvennootschap desondanks toch nog een UBO in de zin van de Wtt heeft? Indien een beursgenoteerde entiteit (indirect) aandeelhouder is van een doelvennootschap, kan het trustkantoor door raadpleging van de jaarrekening (of andere documenten waaruit dit blijkt) vaststellen of alle aandelen in de (top)entiteit via de beurs worden verhandeld. Wordt meer dan 90 procent van de geplaatste aandelen in die entiteit via de beurs verhandeld, dan behoeft niet meer te worden bekeken of daarnaast nog UBO s zijn. De onderbouwing van het feit dat er geen UBO s zijn stopt hier met het feit dat meer dan 90 procent van de aandelen via de beurs verhandeld wordt. Wordt minder dan 90 procent van de geplaatste aandelen via de beurs verhandeld dan moet het trustkantoor onderzoeken of er onder de houders van de onderhands geplaatste aandelen UBO s in de zin van de Wtt zijn, dus natuurlijke personen met een (in)direct belang van 10 procent of meer in de doelvennootschap. De bevindingen uit dit onderzoek moeten blijken uit het CAD. Indien er UBO s zijn dan moet hun identiteit worden vastgesteld en geverifieerd volgens de voorschriften van de Wtt en de Rib. In veel landen is het verplicht aandeelhouders met een significant belang in de jaarrekening te vermelden. Indien hierbij ook de aandeelhouders met een belang van 10 procent of meer via niet op de beurs verhandelde aandelen worden genoemd, dan is hun identiteit afdoende vastgesteld. Verificatie van de identiteit kan dan achterwege blijven. De recente jaarrekening waar het voorgaande uit blijkt dient dan in het CAD te zijn opgenomen. Bank als eigenaar van de structuur Over welke gegevens en stukken dient het trustkantoor te beschikken als een bank als uiteindelijke aandeelhouder van een doelvennootschap kan worden aangemerkt? Indien een bank als uiteindelijke aandeelhouder van een doelvennootschap is aangemerkt dan moet het trustkantoor in ieder geval de jaarrekening inzien om vast te stellen of er niettemin aandeelhouders zijn die als UBO zouden kunnen kwalificeren. Indien en voor zover de aandelen van de bank beursgenoteerd zijn, geldt (ook hier) dat er alleen sprake kan zijn van een ubo, indien er tevens aandelen (10 procent of meer) onderhands zijn geplaatst. Indien een UBO kan worden aangewezen moet diens identiteit op de gebruikelijke wijze worden vastgesteld en geverifieerd. Indien de bank die als uiteindelijke aandeelhouder van een doelvennootschap is aangemerkt en aan de hand van de jaarrekening of op andere wijze is vastgesteld dat de bank onder toezicht staat van een toezichthouder uit de Europese Unie, dan is het niet noodzakelijk vast te stellen of er UBO( s) aanwijsbaar zijn en zo ja, hun identiteit vast te stellen.

10 Vaststelling UBO bij een Angelsaksische trust in de zin van het Haagsch Trustee Verdrag Achtergrondinformatie: een trust is doelvermogen, waarbij juridisch afdwingbare afspraken zijn gemaakt. De ene partij (trustee) houdt in opdracht van een derde (settlor) de juridische titel van een trustvermogen ten behoeve van een of meer anderen (beneficiairies of UBO s). De UBO s zijn (op termijn) gerechtigd tot het trustvermogen. Trusts komen voornamelijk voor in jurisdicties die gebaseerd zijn op of beïnvloed zijn door het Angelsaksische rechtssysteem. De voorwaarden van een trust zullen in beginsel zijn vastgelegd in de trustakte (Trust deed). Het trustkantoor dient over de volgende documenten te beschikken: 1. Een kopie van de Trustakte of - bij gebreke daarvan ten minste een (gelegaliseerde) verklaring van de trustee met een samenvatting van de inhoud van de trustakte en/of andere stukken ter onderbouwing. 2. Geverifieerde identificatiedocumenten van de volgende natuurlijke personen: A) de beneficiairies, die voor ten minste tien procent gerechtigd zijn tot het trustvermogen, indien gedefinieerd in de trustakte of anderszins aanwijsbaar. Ontbreekt de mogelijkheid dergelijke beneficiairies vast te stellen, dan dient het trustkantoor duidelijk vast te leggen binnen welke kring (familie) de beneficiairies zich - voor zover bekend - (zullen) bevinden; B) de trustee - natuurlijk persoon. Indien de trustee een kantoor is: achtergrondinformatie van dit kantoor (bijv. een uittreksel uit het handelsregister van de plaatselijke Kamer van Koophandel of een akte van oprichting van de trustee), identificatiedocumenten van de vertegenwoordigers van het kantoor die daadwerkelijk fungeren als contactpersoon van de trustee; C) de settlor, indien deze een significante invloed heeft op de trust; D) de protector, indien aangewezen en indien deze de macht heeft om de beslissingen van de trustee te beïnvloeden. Bovengenoemde documenten moeten periodiek worden gecontroleerd. Van het trustkantoor wordt in deze gevallen een actieve houding verwacht.

11 Bad practices Ter illustratie wordt hierna een aantal situaties en werkwijzen beschreven dat DNB in haar toezicht is tegengekomen tijdens het thema-onderzoek feeders. Deze situaties geven diverse probleemsituaties weer met buitenlandse feeders. Derhalve kunnen onderstaande situaties als risico-indicatoren worden beschouwd zodra u daarmee te maken heeft in de praktijk. Een feeder doet zichzelf voor als cliënt/ubo of probeert anderszins de UBO buiten beeld te houden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door gebruikmaking van een nominee of fiduciary agreement of door splitsing van het juridisch en economisch eigendom of met gebruikmaking van een callen putoptie. Een feeder is terughoudend met het verstrekken van informatie over de UBO (al dan niet met een beroep op de geheimhoudingsplicht). Een feeder verleent overige diensten aan (de structuur van) de UBO. Door het niet voldoende en/of tijdig verstrekken van de benodigde informatie over de UBO s aan het trustkantoor door de feeder, die doorgaans optreedt als vertegenwoordiger van de UBO s, kan het trustkantoor niet voldoen aan de vereisten ten aanzien de identificatie en verificatie van de UBO, de herkomst van het vermogen, de analyse van de integriteitrisico s en de monitoring van de herkomst en bestemming van middelen. Dit laatste speelt temeer wanneer de buitenlandse feeder gemachtigd is op de buitenlandse bankrekening(en) en/of de administratie voert voor een buitenlandse vestiging (branch) van de doelvennootschap. Een feeder probeert (heimelijk) meerdere klanten binnen de Nederlandse structuur onder te brengen. De feeder probeert - zonder dat het Nederlandse trustkantoor zich hiervan bewust is - nieuwe klanten/ubo s toe te voegen aan de structuur. Hierdoor ontstaan zogenaamde multiple UBO structures waarbij sprake is van onvoldoende regie door het Nederlandse trustkantoor op de doelvennootschap, haar activiteiten en haar geldstromen. Omdat het feitelijk dienstverlening betreft aan cliënten van het buitenlandse trustkantoor, fungeert het Nederlandse trustkantoor als buitenlandse vestiging van dit kantoor.