Programma van toetsing en afsluiting VMBO-bb, -kb, leerjaar 3 Datum uitreiking: 10 oktober 2016
Vestigingsreglement schoolexamen van de CSG Diamantlaan. Hoofdstuk 1 A. Algemene bepalingen 1. Het examenreglement van de CSG Diamantlaan, ondersteuningsklassen, is een locatie gebonden aanvulling op het Algemeen Examenreglement CSG. 2. De examencommissie van de locatie wordt gevormd door de directeur en de docent die de taak van examensecretaris heeft. De directeur is de voorzitter van de examencommissie. 3. Indien de vestigingsleider afwezig is wordt hij vervangen door de teamleider klas 3/4. B. Het schoolexamen (SE) en het Programma van oetsing en Afsluiting (PA) 1. Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier, waarvan de inrichting is vastgelegd in hoofdstuk 2. 2. De onderdelen van het examendossier die in het hierboven vermelde leerjaar een cijfer of een waardering in woorden opleveren meetellend voor het eindcijfer van het SE, worden beschreven in het PA ( hoofdstuk 3 ). 3. De periode van toetsing voor het SE gaat in op 1 september 2016 en eindigt in juli 2017. 4. De SE-resultaten die behaald worden voor het laatste examenjaar worden per leerjaar vastgelegd in SOM. 5. Als een leerling in voor-examenklassen aan het eind van de cursus niet bevorderd wordt naar het volgende leerjaar en besluit het jaar over te doen, zijn in principe alle behaalde SE-resultaten vervallen. 6. oetsen en opdrachten voor het schoolexamen zijn uniform per vak. Een mondeling schoolexamen wordt met een digitale recorder opgenomen. 7. De becijfering en waardering van schoolexamens liggen uitsluitend in handen van de examinator. De kandidaat heeft recht op inzage van het gemaakte werk en kennisname van de wijze van beoordeling. 8. Het PA is opgesplitst in 3 periodes ; De 1 e periode start in het 3 e leerjaar vanaf september en loopt tot aan het einde van het 3 e leerjaar. De 2 e periode loopt van begin leerjaar 4 tot januari. De 3 e periode loopt van januari in het 4 e leerjaar tot de laatste lesdag. 9. Herkansing en herexamen zijn in het PA geregeld: zie hoofdstuk 3, onder B. C. Absentie, fraude en beroep 1. Voor absentie tijdens een schoolexamen en tijdens het werken aan onderdelen die meetellen voor het schoolexamen, gelden de regels zoals vermeld in het CSG- reglement onder artikel 4b, voor zover van toepassing. 2. Als de afwezigheid om een geldige reden heeft plaats gehad, kan na overlegging van het bewijs daarvan een gemiste toets of opdracht ingehaald worden met inachtneming van de regeling herkansing en herexamen: zie hoofdstuk 3 punt B. 3. Als een leerling die niet staat ingeschreven bij de CSG, het niet eens is met maatregelen genomen door de examenvoorzitter, of een door hem daartoe aangewezen functionaris, kan hij in beroep gaan bij de 2
directeur van de school waar de leerling staat ingeschreven en wordt uitvoering gegeven aan de daar geldende beroepsprocedure. HOOFDSUK 2 HE EXAMENDOSSIER 1. Het examendossier is: een gedocumenteerd geheel van de onderdelen van het SE in een door de school gekozen vorm. Per leerjaar kan een deel van dat dossier aangelegd worden. 2. De informatie die door de leerling zelf wordt bewaard, is in ieder geval Het PA Een overzicht van de behaalde cijfers Een overzicht van de beoordelingen bij het sectorwerkstuk, de opdrachten behorend bij het handelingsdeel CKV en LO. 3. De vakdocent bepaalt wat er aan werkmateriaal in het dossier tijdelijk wordt opgeslagen en eventueel bewaard blijft, nadat een opdracht is afgewerkt of een toets gemaakt is. 4. De informatie die door de docent op school wordt bewaard, bestaat uit: De opdrachten en toetsen De uitwerkingen van de opdrachten / toetsen ( voor zover relevant voor de beoordeling ) De criteria van beoordeling en de beoordeling zelf ( waardering of cijfer ) De leerling heeft het recht van inzage v.w.b. gemaakt werk en beoordelingscriteria 5. Het beoordeelde werk wordt tenminste bewaard totdat de leerling een handtekening heeft gezet op het diploma of bij anderszins verlaten van de CSG Diamantlaan. 6. Het Centraal Examen wordt nooit aan de leerling afgegeven. De leerling heeft het recht van inzage v.w.b. gemaakt werk en beoordelingscriteria van het CE. Dit na het maken van een afspraak en onder toezicht van een lid van de examencommissie. HOOFDSUK 3 HE PROGRAMMA VAN OESING EN AFSLUIING ( PA ) A Algemeen gedeelte 1. Het programma van toetsing en afsluiting vermeldt welke onderdelen van het examenprogramma worden getoetst, wat de inhoud van de onderdelen is, op welke wijze er getoetst wordt, hoe de beoordeling plaats vindt en hoe herkansing en herexamen geregeld zijn. Dit PA heeft betrekking op de cursus 2016-2017. 2. De inhoud van de onderdelen wordt in het PA globaal omschreven. Een meer gedetailleerde beschrijving wordt in de klas door de docent gegeven. 3. De beoordeling van geleverde prestaties wordt uitgedrukt in cijfers of in woorden. SE toetsen zijn mondeling (m) of schriftelijk (s) en leveren een cijfer op evenals praktische opdrachten ( p.o.). Handelingsdelen (hd) cq. Handelingsopdrachten moeten naar behoren worden afgewerkt en kunnen een beoordeling in woorden krijgen : voldoende of goed. NB. Afsluitende schoolexamens mogen niet gedaan worden, voordat het handelingsdeel naar behoren is afgerond! 3
4. Niet alle cijfers zullen even zwaar meetellen voor het SE van een vak. De PA s per vak vermelden de wegingsfactor. 5. Onderdelen van het handelingsdeel / de handelingsopdracht van een vak worden in de aangeboden volgorde afgewerkt. Als het voorgaande handelingsdeel niet naar behoren is afgewerkt, kan een vaksectie bepalen, dat er niet aan een volgend mag worden begonnen. 6. Niet elke meting van prestaties voor het SE hoeft een officiële beoordeling op te leveren. Er kan sprake zijn van een tussentijdse beoordeling, die dienst doet als voortgangscontrole of diagnostische toets. Deze zijn niet met een wegingsfactor opgenomen in het PA. 7. Voor het rapport (voortgangsdossier) worden per vak cijfers gegeven. SE resultaten binnen het PA tellen altijd mee op het voortgangsdossier. Schoolexamens hebben zo een dubbele functie. Dat kan ook gelden voor een handelingsdeel: de beoordeling ervan levert een cijfer op voor het rapport en tegelijk de notitie naar behoren voor het SE! Anderzijds kan er voor een vak een proefwerk gegeven worden, dat alleen meetelt voor het rapport! Zo n proefwerk is niet opgenomen met een wegingsfactor in het PA. De docent maakt aan de leerling duidelijk waarop het rapportcijfer wordt gebaseerd. 8. De resultaten voor afsluitende vakken in voorlaatste klassen blijven staan en maken deel uit van de SElijst aan het eind van het laatste leerjaar. Een leerling mag niet deelnemen aan het CE als het SE niet is afgesloten. 9. De vakken ckv en lo moeten worden afgesloten met een voldoende of goed. Het vak maatschappijleer wordt afgesloten voor het CE en het cijfer kan meetellen als compensatiecijfer voor het CE( zie punt H ) B Herkansing en herexamen 1. De mogelijkheden tot herkansing zijn beperkt om onnodige toetsdruk te voorkomen. 2. Na herkansing geldt het hoogste cijfer. 3. Het recht op herkansing geldt voor elke toets lager dan een 7. 4. Het aantal herkansingen per leerstofperiode ( 1 in leerjaar 3, en 2 in leerjaar 4, zie hoofdstuk 1, B8). Dat betekent maximaal 1 toets per vak per periode. 5. Herkansingen over periode 1 kunnen uitsluitend voor de zomervakantie, voor de overgang naar klas 4 worden gemaakt. 6. Een leerling kan na de uitslag van het eerste tijdvak, als hij /zij gezakt is, voor 1 vak een herexamen doen in het tweede tijdvak. C Het sectorwerkstuk / handelingsdeel Zie bijlagen D Het PA per vak Zie bijlagen Opmerking: hoewel de programma s per vak met de grootst mogelijke zorg zijn samengesteld, kan aanpassing ervan op onderdelen in de loop van het jaar nodig blijken. De leerlingen worden hiervan tijdig op de hoogte gesteld. E Afwezigheid bij PA toetsen In het csg examenreglement staat de officiële versie van het beleid. In het algemeen gelden de volgende regels. 1.Geoorloofd afwezig 4
Zie csg examenreglement, art. 4b. Met de docent wordt een afspraak gemaakt om de toets in te halen. De inhaaltoets wordt als 1 e kans beschouwd. Bij twijfel over de aard van afwezigheid legt de docent de zaak voor aan de examencommissie. Deze oordeelt naar bevinden. 2.Ongeoorloofd afwezig Zie csg examenreglement, art. 8. F Schoolexamenopdrachten die niet met een cijfer worden beoordeeld Als leerlingen opdrachten moeten inleveren die niet met een cijfer worden beoordeeld, maar met voldoende of goed, niet op tijd inleveren wordt dit gemeld aan de teamleider 3/4 die vervolgens middels een brief de ouders / verzorgers op de hoogte stelt met daarin een datum waarop het werk in orde moet zijn. Indien er dan nog niet aan de opdracht is voldaan wordt er namens de vestigingsleider een brief gestuurd. G De rekentoets Met ingang van het schooljaar 2013-2014 is er een verplichte rekentoets voor alle middelbare scholieren. Het is een zelfstandig onderdeel van de eindexamens. Het cijfer voor deze centraal ontwikkelde rekentoets is tevens het eindcijfer. Voor het schooljaar 2016-2017 geldt dat de rekentoets niet meetelt voor de slaag-/zakregeling. Het cijfer wordt wel vermeld op de cijferlijst. De regelgeving is echter aan verandering onderhevig en de school is hiervan afhankelijk van het ministerie van OCW. Het is derhalve mogelijk dat de regelgeving in de loop van het schooljaar wordt gewijzigd. H Uitslag Centraal Examenregeling leerwegen VMBO: o 1. De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b. hij voor: het vak Nederlands ten minste een 5 heeft behaald. c. hij onverminderd onderdeel b: 1. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; of 3. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; d. hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald; en e. als het een eindexamen gemengde of theoretische leerweg betreft: hij voor het sectorwerkstuk de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald. 5
LIJS VAN BEGRIPPEN EN AFKORINGEN Centraal examen (CE) - Landelijk, schriftelijk examen aan het eind van het laatste leerjaar : zie daarnaast: schoolexamen Eindexamenbesluit Examendossier Handelingsdeel ( hd) Herkansing Herexamen Logboek Praktische Opdracht ( po) Programma van toetsing En afsluiting ( PA ) Reglement Schoolexamen ( SE ) Schriftelijke toets ( s) Sectorwerkstuk ( sws ) - Rijksregeling van de overheid voor scholen van voortgezet onderwijs - De vorm van het schoolexamen: gedocumenteerde verzameling van resultaten, behaald op de onderdelen van het schoolexamen - Deel van het schoolexamen, waarbij het accent ligt op het beheersen van vaardigheden; moet naar behoren zijn uitgevoerd en wordt niet becijferd. Beoordeling: voldoende of goed - Het opnieuw afleggen van een onderdeel van het schoolexamen - Het opnieuw afleggen van een geheel schoolexamen, bestaande uit een relevante combinatie van alle te toetsen stof - Onderdeel van het examendossier, waarin de leerling het proces van het werken aan het schoolexamen verwoordt - Onderdeel van het schoolexamen gericht op het methodisch uitwerken van een opdracht; proces en eindresultaat wegen mee in het eindcijfer - Overzicht van de eisen die de schoolexamenonderdelen aan de leerling stellen, hun beoordeling en de weging van die beoordeling - In dit geval schoolreglement : een stelsel van regels En afspraken per school die ervoor zorg dragen, dat de Eindexamens binnen het wettelijk kader correct Verlopen - Dat deel van het eindexamen, dat een eigen invulling van de school kan krijgen binnen de ruimte die het eindexamenbesluit biedt; wordt gespreid over leerjaar 3 en 4; zie daarnaast; centraal examen - Becijferbaar onderdeel van het schoolexamen naast handelingsdeel en praktische opdracht; herkansing soms mogelijk - Vakoverstijgend werkstuk in het vmbo 6
Engels Basisberoepsgericht en Kaderberoepsgericht periode manier van toetsen toetsstof exameneenheid leerjaar 3 1 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 1 (pta 2.1) K 2, 3, 7 schriftelijk Skills toets luisteren 1 (pta 3.1) K 1, 2, 3 7 2 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 2 (pta 2.2) K 2, 3, 7 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 3 (pta 4.1) K 2, 3, 7 schriftelijk Skillstoets luisteren 2 (pta 3.2) K 1, 2, 3, 7 schriftelijk Skillstoets lezen 1 (pta 1.1) K 2, 3, 4 3 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 4 (pta 4.2) K 2, 3, 7 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 5 (pta 4.3) K 2, 3, 7 schriftelijk Skillstoets lezen 2 (pta 1.2) K 2, 3, 4 schriftelijk/digitaal Skillstoets email schrijven (pta 5) k7 leerjaar 4 1 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 1 (pta 6.1) K 2, 3, 7 schriftelijk Skillstoets luisteren 1 (pta 9.1) K5 schriftelijk Skillstoets lezen 1 methodetoets (pta 8.1) K 3, 4, 7 2 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 2 (pta 6.2) K 2, 3, 7 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 3 (pta 7.1) K 2, 3, 7 schriftelijk Skillstoets luisteren 2 (pta 9.2) K5 schriftelijk Skillstoets lezen boek (pta 8.2) K 2, 3, 7 3 schriftelijk Hoofdstuktoets unit 4 (pta 7.2) K 2, 3, 7 mondeling Mondeling (pta 10) K6 cijferberekening: bijvoorbeeld toetsnr. 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8 + 9 + 10 10 7
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Basisberoepsgericht wiskunde PA manier van toetsen nr. toetsstof exameneenheid leerjaar 3 1 schriftelijk Praktische Opdracht K2,3,5,7,8, V1 2 schriftelijk Bloktoets over H2, 3 en 4 K2,3,4,6 3.1 3.2 3.3 schriftelijk schriftelijk schriftelijk Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 K1 t/m 7, V1 K1 t/m 7, V1 K1 t/m 7, V1 3.4 schriftelijk Hoofdstuk 4 K1 t/m 7, V1 3 schriftelijk gemiddelde H1 t/m 4 K1 t/m 7, V1 4 schriftelijk Bloktoets over H5 en 6 K2,3,4,6 5.1 schriftelijk Hoofdstuk 5 K1 t/m 7, V1 5.2 schriftelijk Hoofdstuk 6 K1 t/m 7, V1 5.3 schriftelijk Hoofdstuk 7 K1 t/m 7, V1 5.4 schriftelijk Hoofdstuk 8 K1 t/m 7, V1 5 schriftelijk gemiddelde H5 t/m H8 K1 t/m 7, V1 6 schriftelijk Bloktoets over H7 en 8 K2,3,4,6,7, V1 Periode 1 Periode 2 Periode 3 wiskunde Kaderberoepsgericht PA manier van toetsen nr. toetsstof exameneenheid leerjaar 3 1 schriftelijk Praktische Opdracht K2,3,5,7,8, V1 2.1 schriftelijk Hoofdstuk 1 K1 t/m 7, V1 2.2 schriftelijk Hoofdstuk 2 K1 t/m 7, V1 2.3 schriftelijk Hoofdstuk 3 K1 t/m 7, V1 2.4 schriftelijk Hoofdstuk 4 K1 t/m 7, V1 3 schriftelijk Bloktoets over H3 en 4 K2,3,4,6 4.1 schriftelijk Hoofdstuk 5 K1 t/m 7, V1 4.2 schriftelijk Hoofdstuk 6 K1 t/m 7, V1 4.3 schriftelijk Hoofdstuk 7 K1 t/m 7, V1 5 schriftelijk Bloktoets over H5 t/m 7 K2,3,4,6 6 schriftelijk Bloktoets over H8 t/m 10 K2,3,4,6,7, V1 7.1 schriftelijk Hoofdstuk 8 K1 t/m 7, V1 7.2 schriftelijk Hoofdstuk 9 K1 t/m 7, V1 7.3 schriftelijk Hoofdstuk 10 K1 t/m 7, V1 8
PA Nederlands klas 3/4 VMBO 2016 2018 Klas Omschrijving toets Deeltoets Weging Per. Kerndoel Weging Cijfer 3 deeltoets SE 1 Leesvaardigheid 1 K6 1 1-10 Leesvaardigheid 1 1 1-10 Blok 1 & 2 Leesvaardigheid 1 2 1-10 Blok 3 & 4 Leesvaardigheid 1 3 1-10 Blok 5 & 6 Proefexamen 2 3 1-10 lezen 2 Schrijfvaardigheid 1 K7 1 1-10 3 Spreekvaardigheid Oriëntatie leren/werken 4 Kijk- /luistervaardigheid Klas 4 5 Fictie/leesbevorderin g Schrijfvaardigheid 1 1 1-10 blok 1 & 2 Sollicitatiebrief 1 3 1-10 Schrijfvaardigheid 1 2 1-10 blok 5 & 6 Proefexamen schrijven 2 3 1-10 3 K1, K2 en K5 0 O/V/G 2 K4 1 1-10 3 K8 0 O/V/G 6 Leesvaardigheid K6 2 1-10 ussentijdse toets leesvaardigheid 1 1 1-10 Proefexamen lezen 2 2 1-10 7 Schrijfvaardigheid K7 2 1-10 Schrijfopdracht 1 1 1-10 Proefexamen schrijven 2 2 1-10 8 Kijk- 2 K4 1 1-10 /luistervaardigheid 9 Spreekvaardigheid 2 K5 (+K2) 0 O/V/G 10 aallogboek 3 K3 0 O/V/G Alle praktische opdrachten moeten tenminste met een V zijn afgesloten, anders wordt geen Schoolexamen-cijfer Nederlands gegeven. 9
Vak: Biologie VMBO: (Kb) Rapport Per. oets Mnd. Leerstofomschrijving kerndoel oets vorm 1. 101S1 Sep hema 1: Organen en cellen - Hele Hfdst. 102P1 Okt hema 1: Organen en cellen - Microscopie + tekeningen 104S3 Dec hema 2: Ordening. - Hele Hfdst. 2 201S1 Jan hema 3: Voortplanting en ontwikkeling - Hele Hfdst. 202S2 Feb hema : Erfelijkheid en evolutie - Hele Hfdst. 203S3 Feb Werkstuk alcohol en drugs 3 301S1 Mrt hema 4: Regeling - Hele Hfdst. 302S2 Aprl hema 5: Zintuiglijke waarneming 303S3 Mei hema 6: Stevigheid en beweging 304P1 Mei Praktijkopdracht in dierentuin Emmen oets duur K4, K5, K6, V4 Pta 1 45 min K4, K5, K6, Pract. 120 V4 Pta 1 min K4, K5, K6, Pta 2 45mi V4 n. K12 Pta 3 45 min K13 Pta 4 45 min Gewicht 1x 1x 1x 1x 1x K11,12,13, 14 Pta 5 1x K8, K11 Pta 5 45 1x min K11, V2, V4 Pta 6 45 1x min K 8 Pta 7 45 1x min K 3 Pta 7 1x 10
PA keuzevak Vormgeving en typografie, oets nr. Manier van toetsen stof Examen eenheid oet-sing Nr. 1. aug /sept startproject product Olympium -Productieproces - werkproces, - presentatie - 2D beelden Productontwikkeling. Olympium Letters/tekst. Randdecoratie Een bepaald mediaproduct vormgeven passend bij een bepaalde doelgroep. Sportfiguur gebouwen Nr. 2. Okt/nov/dec Concept: De woonwinkel. -2D beelden -werkproces Koptekst een analyse maken van de aangeleverde opdracht Een basis-layout maken voor een mediaproduct Kadering Ruimte Decoratie grijswaarden Nr. 3. jan/feb/mrt Concept: Het centrum -2d beelden -2d producten -presentatie ekens Pictogram kleuren Letters indeling met aangeleverde specificaties een lay-out maken, rekening houdend met de eisen en wensen van de opdrachtgever en de doelgroep kleur-,beeldgebruik en typografie onderzoeken, toepassen passend bij doelgroep en product. 11
Nr. 4 Juni/juli Publicatie/lande n reizen -2d producten -presentatie Land-kenmerken Stijl Historie Beeldkenmerken 1. onderzoek doen naar kleur-,beeldgebruik en typografie 2. typografie, beelden en kleuren toepassen die horen bij de Groot/klein Horizontaal/ Centraal compositie doelgroep en het product Vormgeven 1. een compositie maken passend binnen de lay-out 2. een ontwerp presentabel visualiseren Licht / donker presentatie oetsen worden integratief afgenomen met het keuzevak Vormgeven en typografie cijferberekening: Iedere toets bestaat uit 5 deeltoetsen, die elk even zwaar worden gerekend. 1= t1+dt2+d3+dt4+dt5 5 1 + 2 + 3 + 4 + 5 5 12
PA keuzevak tekenen/schilderen/illustreren oets nr. Manier van toetsen stof Examen eenheid oetsing Nr. 1. aug /sept startproject product Olympium Map DenP. Productieproces Beoordeling op werkproces, poster en presentatie Productontwikkeling. Olympium -een mediaproduct in de stijl van een bepaalde of gekozen -kunststroming vormgeven, maken en presenteren - onderzoek doen en een schetsontwerp maken. - een sfeer uitdrukken in een moodboard - een schetsontwerp maken Nr. 2. Okt/nov/dec Concept: De woonwinkel. 2D beelden Presentatie 5 deelcijfers Sfeer Inrichting Meubel Beelden Decoratie Ontwerp - een plastische weergave maken van een zelfbedachte omgeving op een 2D medium. - een concept ontwikkelen voor een mediaproduct in de stijl van een bepaalde of gekozen kunststroming. - 1. in eigen woorden de opdracht uitleggen 2. een idee ontwikkelen 3. een planning maken 4. een plan van aanpak maken 5. onderzoek doen naar de kunststroming 6. een schetsontwerp maken 7. een concept presenteren 13
Nr. 3. jan/feb/mrt Concept: Het zorgcentrum exterieur Nr. 4 Juni/juli Publicatie/lande n reizen 2d beelden 2d producten presentatie Ruimte- suggestie Diepte Licht/donker Kwaliteits- Contrast Kleuren- mengen. Schaduw. Perspectief. Folder Poster affice Land-kenmerken Stijl Historie Beeld op een 2D medium een plastische weergave maken. 1. met vluchtpunten werken 2. materialen op de juiste wijze inzetten 3. accenten aanbrengen 4. op een juiste wijze retoucheren een mediaproduct in de stijl van een bepaalde of gekozen kunststroming realiseren. 1. de realisatie voorbereiden 2. een mediaproduct maken 3. de juiste materialen en technieken inzetten Presenteren Uitleg geven een mediaproduct in de stijl van een bepaalde of gekozen kunststroming presenteren. 1. effectieve vorm en inhoud geven aan de presentatie 2. keuzes onderbouwen met argumenten 3. omgaan met reacties 4. een procesevaluatie maken oetsen worden integratief afgenomen met het keuzevak Vormgeven en typografie cijferberekening: Iedere toets bestaat uit 5 deeltoetsen, die elk even zwaar worden gerekend. 1= t1+dt2+d3+dt4+dt5 5 1 + 2 + 3 + 4 + 5 5 14
BWI - keuzevak: Bouwmethoden en bouwstijlen Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch Een schets maken van verschillende bouwmethoden. Het op papier zetten van de voor en nadelen. Een maquette maken van één gebouw. Principes, kenmerken en eigenschappen van bouwmethoden in Nederland beschrijven, uitbeelden en in een historische ontwikkeling plaatsen. 1. in een schets de kenmerken van een bepaalde bouwmethoden weergeven 2. kenmerken en werkwijze van de gangbare bouwmethoden beschrijven zoals bijvoorbeeld traditioneel, stapelbouw, gietbouw, houtskeletbouw en prefab 3. voor- en nadelen van casco, burgelijke- en utiliteitsbouw aangeven en met argumenten een keuze omschrijven 4. voor één van deze verschillende methoden een maquette op schaal met behulp van printtechnieken maken 5. voor deze verschillende methoden een planning voor een kleinschalig bouwproject maken 6. met behulp van de maquette de methode presenteren 2.1 theoretisch oets over verschillende bouwmethoden. 2.2 praktisch 2D tekening maken vanaf de schets. Verschillende bouwmethodes uitzoeken en noteren. Presenteren door middel van een powerpoint. Kenmerken van bouwstijlen en bouwkunst vanuit de oudheid tot heden herkennen, benoemen en verwerken. 1. in een schets en 2D-CAD tekening de kenmerken van een bepaalde bouwstijl weergeven 2. kenmerken en werkwijze van verschillende bouwstijlen beschrijven, zoals Griekse, Romeinse, Romaanse, Gotische, De Stijl en de Amsterdamse School 3. deze bouwstijlen en hun kenmerken presenteren Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 2 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 5 15
BWI - keuzevak: Gevelopeningen Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch Schets maken. 2D tekenen op pc, materiaal staart maken, calculeren en telt 3x planning maken. Werkwijze beschrijven. Werkzaamheden voor het maken van kozijnen en ramen en het afhangen van ramen en deuren voorbereiden volgens de Kwaliteit van immerwerk (KV) en eisen in het Bouwbesluit. 1. een schets maken in isometrische projectie 2. een 2D-CAD werktekening maken volgens de Amerikaanse projectiemethode 3. aan de hand van een werktekening een materiaalstaat in- en aanvullen 6. de werkwijze beschrijven voor het maken van houten kozijnen 7. de werkwijze beschrijven voor het plaatsen van kunststof en aluminium kozijnen 2.1 theoretisch oets over verschillende verbindingen, houtsoorten, machines en materialen. Aan de hand van een werktekening houten kozijnen en ramen maken volgens de KV. 1. alle benodigde houtbewerkingen veilig uitvoeren op alle gangbare machines 2. verbindingen aftekenen 3. een raam- en deurkozijn maken 4. spouwlatten maken 5. naar binnen en buiten draaiende ramen maken 6. glaslatten maken, bevestigen en aanbrengen 2.2 praktisch ekening lezen, materiaalkennis, veiligheidsnormen voor inbraakwerend telt 3x Beschrijven van een bestek. ramen en deuren afhangen en sluitbaar maken. 1. de nieuwste normen ten aanzien van inbraakveiligheid beschrijven en toepassen 2. aan de hand van een werktekening de juiste draairichting herkennen 3. dichtingsprofielen aanbrengen 4. in houten kozijnen ramen afhangen en sluitbaar maken Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 1 x 2.1 + 3 x 2.2 7 16
BWI - keuzevak: Gevelopeningen Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch Schets maken. 2D tekenen op pc, materiaal staart maken, calculeren en planning maken. Werkwijze beschrijven. Werkzaamheden voor het maken van kozijnen en ramen en het afhangen van ramen en deuren voorbereiden volgens de Kwaliteit van immerwerk (KV) en eisen in het Bouwbesluit. 1. een schets maken in isometrische projectie 2. een 2D-CAD werktekening maken volgens de Amerikaanse projectiemethode 3. aan de hand van een werktekening een materiaalstaat in- en aanvullen 4. aan de hand van een werktekening een materiaalstaat en een werkplanning maken 5. aan de hand van een werktekening een calculatie en een offerte maken 6. de werkwijze beschrijven voor het maken van houten kozijnen 7. de werkwijze beschrijven voor het plaatsen van kunststof en aluminium kozijnen 2.1 theoretisch oets over verschillende verbindingen, houtsoorten, machines en materialen. Aan de hand van een werktekening houten kozijnen en ramen maken volgens de KV. 1. alle benodigde houtbewerkingen veilig uitvoeren op alle gangbare machines 2. verbindingen aftekenen 3. een raam- en deurkozijn maken 4. spouwlatten maken 5. naar binnen en buiten draaiende ramen maken 6. glaslatten maken, bevestigen en aanbrengen 2.2 praktisch ekening lezen, materiaalkennis, veiligheidsnormen voor inbraakwerend Beschrijven van een bestek. ramen en deuren afhangen en sluitbaar maken. 1. de nieuwste normen ten aanzien van inbraakveiligheid beschrijven en toepassen 2. aan de hand van een werktekening de juiste draairichting herkennen 3. dichtingsprofielen aanbrengen 4. in houten kozijnen ramen afhangen en sluitbaar maken 17
Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 2 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 5 18
BWI - keuzevak: Interieurontwerp en design Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch 3D tekenen, schetsen, materiaalstaat maken, planning maken, bestek schrijven. Een interieur ontwerpen. 1. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van een interieur beschrijven 2. het ontwerp schetsen in een isometrische projectie 3. het ontwerp in een 2D- en 3D tekenprogramma uitwerken volgens de Amerikaanse projectiemethode 4. een werkplanning maken 2.1 theoretisch heorie over materiaal en gereedschappen. 2.2 praktisch Schetsen en tekenen. Materiaal staat maken. Interieurelementen in samenhang met een interieur ontwerpen en maken 1. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van interieurelementen beschrijven 2. het ontwerp in isometrische projectie schetsen 3. aan de hand van een werktekening een interieurelement maken van hout, plaatmateriaal en kunststoffen 4. de juiste materialen en gereedschappen op een veilige wijze bij de uitvoering gebruiken 3 praktisch Decoratie maken en presenteren. Kostenberekening maken. ekenen. Interieurelementen en een interieur decoreren en presenteren. 1. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van decoraties in een interieur en voor interieurelementen beschrijven 2. een interieur en bijbehorende interieurelementen decoreren 4.1 theoretisch heorie over verschillende materialen. 4.2 praktisch Eigen logo maken met software. ekenen m.b.v. de pc. ekstverwerking, kleuren, leren omgaan met softwareprogramma en plotter. Een tekst en logo opmaken in een softwareprogramma, plotten en monteren. 19
1. een inschatting van tijd en materiaal maken 2. geschikte software kiezen en het ontwerp op de juiste wijze aanleveren 3. tekst en een logo invoeren in een softwareprogramma 4. bestanden gereed maken voor verzending naar de plotter 5. bestanden op de juiste wijze archiveren 6. plotter op de juiste wijze instellen en plotten 7. halfproduct assembleren en klaar maken voor montage 8. tekst en logo monteren op een ondergrond 9. de juiste materialen en gereedschappen veilig gebruiken 10. het werkstuk opleveren Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 2 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 + 2 x 3 + 1 x 4.1 + 2 x 4.2 10 20
BWI - keuzevak: Interieurontwerp en design Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch 3D tekenen, schetsen, materiaalstaat maken, planning maken, bestek schrijven. Een interieur ontwerpen. 1. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van een interieur beschrijven 2. het ontwerp schetsen in een isometrische projectie 3. het ontwerp in een 2D- en 3D tekenprogramma uitwerken volgens de Amerikaanse projectiemethode 4. het ontwerp presenteren en motiveren aan de hand van schetsen en moodboards 5. een werkplanning en kostencalculatie maken 2.1 theoretisch heorie over materiaal en gereedschappen. 2.2 praktisch Schetsen en tekenen. Materiaal staat maken. Interieurelementen in samenhang met een interieur ontwerpen en maken 1. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van interieurelementen beschrijven 2. het ontwerp in isometrische projectie schetsen 3. het ontwerp in een 2D CAD tekening uitwerken volgens de Amerikaanse projectiemethode 4. aan de hand van een werktekening een interieurelement maken van hout, plaatmateriaal en kunststoffen 5. de juiste materialen en gereedschappen op een veilige wijze bij de uitvoering gebruiken 3 praktisch Decoratie maken en presenteren. Kostenberekening maken. ekenen. Interieurelementen en een interieur decoreren en presenteren. 1. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van decoraties in een interieur en voor interieurelementen beschrijven 2. een ontwerp voor decoratie presenteren met behulp van een presentatieprogramma en motiveren 3. een calculatie voor een interieur en decoraties maken 4. een interieur en bijbehorende interieurelementen decoreren 5. het interieur en het interieurelement opleveren door het te presenteren en de gemaakte keuzes te motiveren 21
4.1 theoretisch heorie over verschillende materialen. 4.2 praktisch Eigen logo maken met software. ekenen m.b.v. de pc. ekstverwerking, kleuren, leren omgaan met softwareprogramma en plotter. Een tekst en logo opmaken in een softwareprogramma, plotten en monteren. 1. een ontwerp maken voor een tekst en een logo 2. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van een tekst en logo uit folie beschrijven 3. een inschatting van tijd en materiaal maken 4. geschikte software kiezen en het ontwerp op de juiste wijze aanleveren 5. tekst en een logo invoeren in een softwareprogramma 6. bestanden gereed maken voor verzending naar de plotter 7. bestanden op de juiste wijze archiveren 8. plotter op de juiste wijze instellen en plotten 9. halfproduct assembleren en klaar maken voor montage 10. tekst en logo monteren op een ondergrond 11. de juiste materialen en gereedschappen veilig gebruiken 12. het werkstuk opleveren 5 praktisch Digitaal werken: ontwerp maken, eigen poster maken, voor- en nacalculatie. Een digitaal bestand opmaken, printen en monteren. 1. een ontwerp voor een print maken in een softwareprogramma 2. eigenschappen van materialen en gereedschappen voor het maken van een print beschrijven 3. inschatting van tijd en materialen maken 4. geschikte software kiezen en het ontwerp op de juiste wijze aanleveren 5. digitale bestanden invoeren in een softwareprogramma 6. bestanden op de juiste wijze archiveren 7. printer op de juiste wijze instellen en printen 8. halfproduct assembleren en klaar maken voor montage 9. monteren van de print op een ondergrond 10. de juiste materialen en gereedschappen veilig gebruiken 11. het werkstuk opleveren Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 + 2.1 + 2.2 + 3 + 4.1 + 4.2 + 5 : 7 22
BWI - keuzevak: Meubelmaken Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch Schets maken van een barkruk. 3d tekening maken van de barkruk incl. kleurenplan. 2d werktekening maken van de barkruk in CAD. Een materiaalstaat en een urenstaat maken voor de barkruk. De werkzaamheden voor het maken van meubels voorbereiden volgens gangbare eisen. 1. een 2D- en 3D-CAD werktekening van een meubelstuk maken volgens de Amerikaanse projectiemethode, met name van kleine kasten en tafels 2. een schets maken van een meubelstuk in isometrische projectie 3. werktekeningen lezen en interpreteren 4. een materiaalstaat en werkplanning maken 2.1 theoretisch heorie Materialen kennis en gereedschappen en machine kennis. 2.2 praktisch Aftekenen, maken en afwerken barkruk, evalueren. telt 3x aan de hand van een werktekening meubels maken van hout en plaatmateriaal. 1. alle benodigde bewerkingen aan hout en plaatmateriaal op een veilige wijze uitvoeren op gangbare machines, met name: zagen, schaven, steken, frezen, boren, verlijmen, schuren, monteren, behandelen en afwerken 2. eigenschappen van plaatmaterialen beschrijven en deze materialen herkennen, bv. mdf en hdf, triplex, spaanplaat, corian, HPL 3. eigenschappen van hout beschrijven en de volgende houtsoorten herkennen: grenen, eiken, beuken, mahonie, teak, noten 4. afschrijven van vormen en verbindingen 5. gangbare verbindingen toepassen 6. de volgende onderdelen van een meubel maken: poten, blad, planken, lades, deurtjes kleppen 7. de onderdelen monteren, lades plaatsen, deurtjes en kleppen plaatsen, afhangen en sluitbaar maken. 8. een meubel afwerken en kantafwerking, vul- en reparatiemiddelen toepassen 9. het werk controleren en indien nodig bijstellen Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 1 x 2.1 + 3 x 2.2 5 23
BWI - keuzevak: Meubelmaken Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1 praktisch Schets maken van een barkruk. 3d tekening maken van de barkruk incl. kleurenplan. 2d werktekening maken van de barkruk in CAD. Een materiaalstaat en een urenstaat maken voor de barkruk. De werkzaamheden voor het maken van meubels voorbereiden volgens gangbare eisen. 1. een 2D- en 3D-CAD werktekening van een meubelstuk maken volgens de Amerikaanse projectiemethode, met name van kleine kasten en tafels 2. een schets maken van een meubelstuk in isometrische projectie 3. werktekeningen lezen en interpreteren 4. een materiaalstaat en werkplanning maken 5. een calculatie maken 2.1 theoretisch heorie Materialen kennis en gereedschappen en machine kennis. 2.2 praktisch Aftekenen, maken en afwerken barkruk, evalueren. Aan de hand van een werktekening meubels maken van hout en plaatmateriaal. 1. alle benodigde bewerkingen aan hout en plaatmateriaal op een veilige wijze uitvoeren op gangbare machines, met name: zagen, schaven, steken, frezen, boren, verlijmen, schuren, monteren, behandelen en afwerken 2. eigenschappen van plaatmaterialen beschrijven en deze materialen herkennen, bv. mdf en hdf, triplex, spaanplaat, corian, HPL 3. eigenschappen van hout beschrijven en de volgende houtsoorten herkennen: grenen, eiken, beuken, mahonie, teak, noten 4. afschrijven van vormen en verbindingen 5. gangbare verbindingen toepassen 6. de volgende onderdelen van een meubel maken: poten, blad, planken, lades, deurtjes kleppen 7. de onderdelen monteren, lades plaatsen, deurtjes en kleppen plaatsen, afhangen en sluitbaar maken. 8. een meubel afwerken en kantafwerking, vul- en reparatiemiddelen toepassen 9. het werk controleren en indien nodig bijstellen Alleen de theoretische toets is herkansbaar cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 24
PIE - keuzevak: Verspaningstechnieken Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1.1 theoretisch 1.2 praktisch leerjaar 3 en 4 oets verschillende materialen en gereedschappen. Werktekening maken in een 2D en 3D CAD programma. Een materiaalstaat en calculatie maken. Met behulp van 2D en 3D CAD software een ontwerp van een draai- en freesproduct maken en de uitvoering voorbereiden. 1. een ontwerp, met behulp van CAD met name 2D en 3D, voor een draai- en freesproduct maken 2. stuklijsten en materiaalstaten maken aan de hand van tekeningen en schema s 3. aan de hand van tekeningen, stuklijsten en materiaalstaten een eenvoudige calculatie maken 2 praktisch Vanaf een werktekening een product vervaardigen op een draaibank en freesmachine Een ontworpen draai- en freesopdracht produceren. 1. werktekeningen en schema s lezen en interpreteren 2. verspanende bewerkingen m.b.v. snijsnelhedentabellen uitvoeren op een draaimachine en freesmachine Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden en houding. Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 2 x 1.2 + 2 x 2 5 25
PIE - keuzevak: Verspaningstechnieken Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1.1 theoretisch oets verschillende materialen en gereedschappen. 1.2 praktisch Onderzoek doen. Werktekening maken in een 2D en 3D CAD programma. Werkplanning en calculatie maken met behulp van 2D en 3D CAD software een ontwerp van een draai- en freesproduct maken en de uitvoering voorbereiden. 1. een ontwerpvraagstuk voor wat betreft draaien en frezen analyseren, beschrijven en het ontwerp schetsen, uitvoeren, testen en evalueren 2. een ontwerp, met behulp van CAD met name 2D en 3D, voor een draai- en freesproduct maken 3. stuklijsten en materiaalstaten maken aan de hand van tekeningen en schema s 4. aan de hand van tekeningen, stuklijsten en materiaalstaten een eenvoudige calculatie maken 5. werkvoorbereiding maken van een draai- of freesproduct 2 praktisch Vanaf een werktekening een product vervaardigen op een draaibank en freesmachine een ontworpen draai- en freesopdracht produceren. 1. werktekeningen en schema s lezen en interpreteren 2. verspanende bewerkingen met behulp van snijsnelhedentabellen uitvoeren op een draaimachine en freesmachine Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden en houding. Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 2x1.2+2x2 5 26
PIE - keuzevak: CNC technieken Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 praktisch 2.1 theoretisch 2.2 praktisch 2.3 theoretisch leerjaar 3 en 4 Een CNC programma maken voor een draai of freesproduct. Informatie over het CNC programma verzamelen en de werkzaamheden voorbereiden. 1. bestaande CNC programma s oproepen 2. een nieuw CNC programma maken, voor uitwendig, radius, conus, cylindrisch en schroefdraad 3. een CNC programma archiveren oets over materialen, gereedschappen en cnc machines. Zelf ontwerpen, programmeren en vervaardigen van een werkstuk met behulp van een cnc draaibank. Een CNC machine gebruiksklaar maken. 1. een CNC programma s installeren in de besturing van de CNC machine 2. de functie en het doel van een CNC machine benoemen 3. een CNC machine starten en het bewerkingsproces bewaken 4. veiligheidseisen toepassen die gelden voor het gebruik van deze machines en gereedschappen Een machine productie klaar maken en bedienen. 1. materiaal inzetten, stellen en spannen 2. werkstukken omspannen 3. werkstukken uitnemen 4. snijgereedschappen selecteren, spannen en wisselen 5.6. spangereedschappen selecteren en plaatsen 7. hulpgereedschappen plaatsen 8. lasten aanslaan 9. lasten transporteren 10. risico s bij het gebruik van de verschillende machines en gereedschappen inschatten Presentatie over het gemaakte ontwerp en de gebruikte materialen en gereedschappen Materialen met een CNC machine bewerken. 27
1. een tekening lezen 2. de eigenschappen van gebruikte materialen noemen 3. het verspaningsproces bewaken 4. een productie stoppen voor het uitvoeren van (tussen-) controles 5. efficiënt werken Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden en houding. Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 2 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 + 1 x 2.3 6 28
PIE - keuzevak: CNC technieken Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 praktisch leerjaar 3 en 4 Een CNC programma maken voor een draai of freesproduct. deeltaak: informatie over het CNC programma verzamelen en de werkzaamheden voorbereiden. 1. bestaande CNC programma s oproepen 2. een nieuw CNC programma maken, voor uitwendig, radius, conus, cylindrisch en schroefdraad 3. een CNC programma wijzigen 4. een CNC programma archiveren 2.1 praktisch 2.2 theoretisch 2.3 praktisch Zelf ontwerpen, programmeren en vervaardigen van een werkstuk met behulp van een cnc draaibank. oets over materialen, gereedschappen en cnc machines. Presentatie over het gemaakte ontwerp en de gebruikte materialen en gereedschappen een CNC machine gebruiksklaar maken. 1. een CNC programma s installeren in de besturing van de CNC machine 2. de functie en het doel van een CNC machine benoemen 3. een CNC machine starten en het bewerkingsproces bewaken 4. veiligheidseisen toepassen die gelden voor het gebruik van deze machines en gereedschappen een machine productie klaar maken en bedienen. 1. materiaal inzetten, stellen en spannen 2. werkstukken omspannen 3. werkstukken uitnemen 4. snijgereedschappen selecteren, spannen en wisselen 5.6. spangereedschappen selecteren en plaatsen 7. hulpgereedschappen plaatsen 8. lasten aanslaan 9. lasten transporteren 10. risico s bij het gebruik van de verschillende machines en gereedschappen inschatten 29
materialen met een CNC machine bewerken. 1. een tekening lezen 2. de eigenschappen van gebruikte materialen noemen 3. het verspaningsproces bewaken 4. een productie stoppen voor het uitvoeren van (tussen) controles 5. efficiënt werken Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden en houding. Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 2 x 1 + 2 x 2.1 + 1 x 2.2 + 1 x 2.3 6 30
PIE - keuzevak: Praktisch booglassen Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 theoretisch leerjaar 3 en 4 oets over diverse lasmethoden, materialen en gereedschappen. informatie verzamelen en werkzaamheden voorbereiden. 1. werktekeningen lezen en interpreteren 2. lasmethoden beschrijven 3. overleg voeren over de benodigde lasmethode 2.1 praktisch Basis lasoefeningen: Hechten en aflassen met Mig-mag. lasnaden van lasverbindingen voorbereiden. 1. een lasmachine instellen 2. functie en doel van de verschillende parameters van de lasmachine benoemen 2.2 praktisch 3. lasapparatuur bedienen 4. aftekenmarkeringen aanbrengen op werkstukonderdelen 5. onderdelen samenstellen en hechten 6. de veiligheidseisen die gelden voor het gebruik van lasmachines en gereedschappen toepassen Voorbereiden, aftekenen, maken en controleren van een barbecue materialen verbinden aan de hand van een werktekening volgens de gestelde eisen. 1. onderhands booglassen 2. laswerk uitvoeren aan plaat- en profielmateriaal in ongelegeerd staal 3. passende maatregelen ten aanzien van materiaalgedrag uitvoeren 4. materialen efficiënt gebruiken 5. mogelijke risico s bij het gebruik van de verschillende machines en gereedschappen inschatten. vervaardigde producten opmeten en controleren en de uitgevoerde werkzaamheden afronden. 1. gemaakte producten controleren op maatvoering en visuele aspecten 2. werkstuk opleveren en cruciale informatie voor het 31
vervolgproces verstrekken Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: 2.2 toetsnr. 1 x 1 + 2 x 2.1 + 2 x 5 32
PIE - keuzevak: Praktisch booglassen Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1.1 theoretisch leerjaar 3 en 4 oets over diverse lasmethoden, materialen en gereedschappen. 1.2 praktisch ekenen van een uitslag voor plaatmateriaal. informatie verzamelen en werkzaamheden voorbereiden. 1. werktekeningen lezen en interpreteren 2. lasmethoden beschrijven 2.1 theoretisch Basis lasoefeningen: 2.2 praktisch 3. schetsen maken ter voorbereiding van het lasproces 4. overleg voeren over de benodigde lasmethode Hechten en aflassen met Mig-mag. Voorbereiden, aftekenen, maken en controleren van een stalen barbecue. lasnaden van lasverbindingen voorbereiden. 1. een lasmachine instellen 2. functie en doel van de verschillende parameters van de lasmachine benoemen 3. lasapparatuur bedienen 4. aftekenmarkeringen aanbrengen op werkstukonderdelen 5. onderdelen samenstellen en hechten 6. de veiligheidseisen die gelden voor het gebruik van lasmachines en gereedschappen toepassen materialen verbinden aan de hand van een werktekening volgens de gestelde eisen. 1. onderhands booglassen 2. laswerk uitvoeren aan plaat- en profielmateriaal in ongelegeerd staal 3. passende maatregelen ten aanzien van materiaalgedrag uitvoeren 4. materialen efficiënt gebruiken 5. mogelijke risico s bij het gebruik van de verschillende machines en gereedschappen inschatten vervaardigde producten opmeten en controleren en de uitgevoerde werkzaamheden afronden. 33
1. gemaakte producten controleren op maatvoering en visuele aspecten 2. meetrapporten invullen en daaruit de nodige conclusies trekken 3. werkstuk opleveren en cruciale informatie voor het vervolgproces verstrekken Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1.1 + 1 x 1.2 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 5 34
PIE - keuzevak: Utiliteitsinstallaties Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 praktisch leerjaar 3 en 4 Met behulp van een werktekening een werkvoorbereiding en calculatie maken. tekeningen en schema's van utiliteitinstallaties lezen en een werkvoorbereiding maken. 1. een installatietekening voor een utiliteitinstallatie lezen en interpreteren 2. een werkvoorbereiding maken 3. een calculatie maken 2.1 theoretisch 2.2 praktisch 2.3 praktisch oets over leidingsystemen, materialen en toepassingen. Met behulp van een werktekening een elektrische installatie aanleggen, bedraden, afmonteren en testen. Met behulp van een werktekening een elektrische installatie met waterdicht schakelmateriaal en armaturen aanleggen, bedraden, afmonteren en testen. monteren en aansluiten. leidingsystemen voor een utiliteitinstallatie aanleggen, schakelmateriaal en onderdelen 1. met gangbaar gereedschap een kabelinstallatie volgens tekening aanleggen en afmonteren 2. standaardbeugels, bevestigings- en ondersteuningsvoorzieningen aanbrengen voor leidingen en apparaten 3. materialen toepassen, ten behoeve van een elektrische installatie voor de utiliteitsbouw 4. leidingsystemen bedraden, bekabelen en aflassen 5. onderdelen ten behoeve van een utiliteitsinstallatie toepassen en aansluiten onderdelen ten behoeve van een utiliteitsinstallatie monteren, aansluiten en in bedrijf stellen aan de hand van een werktekening. 1. toestellen voor utiliteitinstallaties afmonteren 2. elektrische werktuigen, verbruikstoestellen en waterdichte armaturen aansluiten met behulp van een schema en gangbaar gereedschap 3. apparaten aansluiten op de installatie, in bedrijf stellen en de werking 35
controleren volgens aanwijzingen van de fabrikant. 4. in een utiliteitsinstallatie, in spanningsloze toestand, fouten zoeken en verhelpen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden en houding. Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 + 2 x 2.3 6 36
PIE - keuzevak: Utiliteitsinstallaties basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 praktisch leerjaar 3 en 4 Met behulp van een werktekening een werkvoorbereiding en calculatie maken. tekeningen en schema's van utiliteitinstallaties lezen en een werkvoorbereiding maken. 1. een installatietekening voor een utiliteitinstallatie lezen en interpreteren 2. een werkvoorbereiding maken 3. een calculatie maken 2.1 theoretisch 2.2 praktisch 2.3 praktisch oets over leidingsystemen, materialen en toepassingen. Met behulp van een werktekening een elektrische installatie aanleggen, bedraden, afmonteren en testen. Met behulp van een werktekening een elektrische installatie met waterdicht schakelmateriaal en armaturen aanleggen, bedraden, afmonteren en testen. monteren en aansluiten. leidingsystemen voor een utiliteitinstallatie aanleggen, schakelmateriaal en onderdelen 1. met gangbaar gereedschap een kabelinstallatie volgens tekening aanleggen en afmonteren 2. standaardbeugels, bevestigings- en ondersteuningsvoorzieningen aanbrengen voor leidingen en apparaten 3. materialen toepassen, ten behoeve van een elektrische installatie voor de utiliteitsbouw 4. leidingsystemen bedraden, bekabelen en aflassen 5. onderdelen ten behoeve van een utiliteitsinstallatie toepassen en aansluiten onderdelen ten behoeve van een utiliteitsinstallatie monteren, aansluiten en in bedrijf stellen aan de hand van een werktekening. 1. toestellen voor utiliteitinstallaties afmonteren 2. elektrische werktuigen, verbruikstoestellen en waterdichte armaturen aansluiten met behulp van een schema en gangbaar gereedschap 3. apparaten aansluiten op de installatie, in bedrijf stellen en de werking 37
controleren volgens aanwijzingen van de fabrikant. 4. in een utiliteitsinstallatie, in spanningsloze toestand, fouten zoeken en verhelpen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden en houding. Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1 + 1 x 2.1 + 2 x 2.2 + 2 x 2.3 6 38
PIE - keuzevak: Woonen kantoortechnologie Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid leerjaar 3 en 4 1.1 theoretisch Met behulp van een werktekening een plan van aanpak en materialenlijst maken voor een gamekamer. 1.2 praktisch Practicum opdracht huisinstallatie. Storingen opzoeken in een practicumopdracht. tekeningen en schema s van een elektrische installatie lezen en interpreteren. 1. een installatieschema, stroomkring en bedradingsschema van een elektrische installatie lezen en een plan van aanpak maken 2. aan de hand van een installatieschema materialen uitrekenen 3. in een spanningsloze elektrische installatie storingen zoeken aan de hand van een installatieschema, stroomkring en bedradingsschema 2.1 praktisch 2.2 praktisch Aansluiten van de voorzieningen in de zelf ontworpen gamekamer. Practicum opdracht met behulp van Niko bus systeem en bijbehorende opgaven. een elektrische installatie aanleggen en monteren. 1. pvc leidingen, flexibele leidingen en kabelgoten bewerken 2. leidingsystemen bedraden, bekabelen en aflassen (CAI data-aansluitingspunten) 3. een serie, wissel, dubbelpolige en kruisschakelaar monteren en aansluiten 4. wandcontactdozen monteren en aansluiten 5. een verdeelinrichting aansluiten een elektrische installatie schakelen met domotica. 1. een elektrische installatie aanpassen voor schakelen met een bussysteem/domotica 2. een elektrische installatie opbouwen met een bussysteem/domotica 3. een elektrische installatie regelen en monitoren via wifi met behulp van tablet en smartphone 39
Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: toetsnr. 1 x 1.1 + 1 x 1.2+ 2 x 2.1 + 1 x 2.2 5 40
PIE - keuzevak: Woonen kantoortechnologie Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 theoretisch leerjaar 3 en 4 Een ontwerp maken voor een game kamer en met behulp van een werktekening een werkvoorbereiding en calculatie maken. een elektrische installatie ontwerpen, tekenen en calculeren. 1. een ontwerp maken van een elektrische installatie aan de hand van een casus of wensen van een klant 2. een installatieschema, stroomkring en bedradingsschema van een elektrische installatie schetsen op papier en tekenen in een CAD-programma 3. een calculatie maken van een elektrische installatie 2 praktisch Practicum opdracht huisinstallatie. 3.1 praktisch 3.2 praktisch Storingen opzoeken in een practicumopdracht. tekeningen en schema s van een elektrische installatie lezen en interpreteren. 1. een installatieschema, stroomkring en bedradingsschema van een elektrische installatie lezen en een plan van aanpak maken 2. aan de hand van een installatieschema materialen uitrekenen 3. in een spanningsloze elektrische installatie storingen zoeken aan de hand van een installatieschema, stroomkring en bedradingsschema Aansluiten van de voorzieningen in de zelf ontworpen gamekamer. Practicum opdracht met behulp van Niko bus systeem en bijbehorende opgaven. een elektrische installatie aanleggen en monteren. 1. pvc leidingen, flexibele leidingen en kabelgoten bewerken 2. leidingsystemen bedraden, bekabelen en aflassen (CAI data-aansluitingspunten) 3. een serie, wissel, dubbelpolige en kruisschakelaar monteren en aansluiten 4. wandcontactdozen monteren en aansluiten 5. een verdeelinrichting aansluiten 41
een elektrische installatie schakelen met domotica. 1. een elektrische installatie aanpassen voor schakelen met een bussysteem/domotica 2. een elektrische installatie opbouwen met een bussysteem/domotica 3. een elektrische installatie regelen en monitoren via wifi met behulp van tablet en smartphone Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: + 1 x 3.2 toetsnr. 2 x 1 + 1 x 2 + 2 x 3.1 6 42
PIE - keuzevak: Drinkwater en sanitair Basisberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 theoretisch 2.1 praktisch 2.2 theoretisch 3 praktisch leerjaar 3 en 4 Met behulp van een werktekening een werkvoorbereiding en materiaalstaat maken van een badkamer. tekeningen en schema s van drinkwater- en sanitaire installaties lezen en interpreteren. 1. een tekening lezen van een drinkwater- en sanitaire installatie en daar een plan van aanpak voor maken 2. een materiaalstaat maken aan de hand van een installatietekening Met behulp van een installatie tekening een drinkwater installatie aanleggen. oets over de toepassing van verschillende leiding materialen en bevestigingsmiddelen. leidingsystemen voor een drinkwater- en sanitaire installatie aanleggen. 1. standaard beugels, bevestigings- en ondersteuningsvoorzieningen voor leidingen en toestellen aanbrengen 2. kunststof leidingen voor een sanitaire installatie bewerken en verbinden 3. een koperen- en meerlagenbuis voor een drinkwaterinstallatie bewerken en verbinden Met behulp van een installatietekening een badkamer installatie aanleggen. een drinkwater- en sanitaire installatie afmonteren. 1. sanitaire- en drinkwater appendages aanbrengen en toestellen plaatsen 2. een drinkwaterinstallatie beproeven op dichtheid Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: 2.2 + 2 x 3 toetsnr. 1 x 1 + 2 x 2.1 + 1 x 6 43
PIE - keuzevak: Drinkwater en sanitair blz. 28 Kaderberoepsgericht toetsnr. toetsvorm toetsstof exameneenheid 1 theoretisch 2.1 praktisch 2.2 theoretisch 3 praktisch leerjaar 3 en 4 Met behulp van een voorbeeld een werktekening, werkvoorbereiding, materiaalstaat en calculatie maken van een badkamer. een drinkwater- en sanitaire installatie ontwerpen, tekenen en calculeren. 1. een ontwerp maken van een drinkwater- en sanitaire installatie aan de hand van een casus of wensen van een klant 2. een ontwerp van een drinkwater- en sanitaire installatie schetsen op papier en tekenen in een CAD-programma 3. een calculatie maken van een drinkwater- en sanitaire installatie voor een woning tekeningen en schema s van drinkwater- en sanitaire installaties lezen en interpreteren. 1. een tekening lezen van een drinkwater- en sanitaire installatie en daar een plan van aanpak voor maken 2. een materiaalstaat maken aan de hand van een installatietekening Met behulp van een installatie tekening een drinkwater installatie aanleggen. oets over de toepassing van verschillende leiding materialen en bevestigingsmiddelen. leidingsystemen voor een drinkwater- en sanitaire installatie aanleggen. 1. standaard beugels, bevestigings- en ondersteuningsvoorzieningen voor leidingen en toestellen aanbrengen 2. kunststof leidingen voor een sanitaire installatie bewerken en verbinden 3. een koperen- en meerlagenbuis voor een drinkwaterinstallatie bewerken en verbinden Met behulp van een installatietekening een badkamer installatie aanleggen. een drinkwater- en sanitaire installatie afmonteren. 1. sanitaire- en drinkwater appendages aanbrengen en toestellen plaatsen 2. een drinkwaterinstallatie beproeven op dichtheid 44
Alleen de theoretische toets is herkansbaar. cijferberekening: 2.2 + 2 x 3 toetsnr. 2 x 1 + 2 x 2.1 + 1 x 7 45
Economie en Ondernemen Basisberoepsgericht en Kaderberoepsgericht toetsnr. manier van toetsen toetsstof exameneenheid leerjaar 3 1 Schr./Dig Keuze: Ondernemen a. De ondernemer b. Marketingplan c. Financieelplan 2 Schr./Dig Keuze: Webshop Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Digitale opdracht Hoofdstuk 5 en 6 46
Vak: L.O Leerweg:VMBO BB KB Per oets Week Leerstof Omschrijving 1 16lo1 1 t/m 14 1 16lo2 1 t/m 14 1 16lo3 1 t/m 14 1 16lo4 1 t/m 14 1 16lo5 1 t/m 14 1 16lo6 1 t/m 14 1. urnen: aan het begin van de lessenserie zal de docent aangeven welke onderdelen worden aangeboden uit de gebieden springen,zwaaien, rollen en draaien dit uit een keuze situatie 2. Bewegen op muziek: echnieken worden aangeboden en omgezet in een dans. Er zal veel gewerkt worden op conditionele vormen van Bew. op muziek. Dit in de vorm van een circuit op muziek. 3. Spel: als aanvaller: door vrijlopen, overspelen en zelf verplaatsen met en zonder bal, (volgens de afgesproken regels) een aanval op te bouwen en op geschikte momenten een doelpoging te doen. Als verdediger: afspeellijnen afsluiten, door onderscheppen of afpakken van de bal de aanvalsopbouw storen en zo een doelpoging te voorkomen en kan het doel verdedigen. 4. Zelfverdediging: Stoeispelen en eenvoudige judo vormen ( Ne Waza) zullen aan bod komen. 5. Elke leerling vervult een functie uit het domein regelen en moet daarbij een keuze maken uit: de kijkwijzer, scheidsrechteren, coachen en lesgeven/beoordelen bij alle 6 voorgaande onderdelen 6. Atletiek: Speerwerpen, hoogspringen en sprint. Na een aantal lessen wordt er een keuze gemaakt welk Examen eenheid oets vorm oets duur Gewic ht SE Herkans baar Cijfer K 5,K3 H 90 min 1 ja O-V-G K6, K3 H 90 min 1 ja O-V-G K4, K3 H 90 min 1 ja O-V-G K8, K3 H 90 min 1 ja O-V-G K1, K9 H 90 min 1 ja O-V-G K7, K3, H 90 min 1 ja O-V-G K4 47
onderdeel mee moet tellen. (als het weer het toe laat). Conditie: De leerling moet twee van de drie volgende onderdelen voldoende afsluiten: shuttle run, coopertest en het conditiecircuit. 2 17lo8 34 t/m 10 7. Sport oriëntatie en keuze (SOK): De leerlingen krijgen in het vierde leerjaar drie verplichte onderdelen van drie weken,nl. Skiën, Fitness en outdoor activiteiten. De leerlingen moeten van deze drie onderdelen een verslag maken. De verdere weken mogen de leerlingen een keuze maken uit verschillende sporten die aangeboden worden. K1, K2,K9, K3 H 90 min 2 ja O-V-G 48
VMBO BB-, KB- regulier en L ondersteuningsgroepen Adres: Diamantlaan 14 9743 BG Groningen 050 571 85 44 E info@diamantlaan.nl W www.csgdiamantlaan.nl 49