INSPECTIEDOCUMENT PROGRAMMA VAN EISEN VISUELE INSPECTIE REGIONALE WATERKERINGEN Groningen, november 2004
1. Inleiding De gebeurtenissen in Wilnis en Rotterdam in de zomer van 2003, waarbij wateroverlast is ontstaan doordat boezemkaden (regionale waterkeringen) zijn bezweken als gevolg etreme droogte, zijn voor de provincie Groningen aanleiding geweest om op een gestructureerde wijze en meer pro-actief toezicht uit te gaan oefenen op de regionale waterkeringen. Als inzicht wordt verkregen in de mogelijke tekortkomingen in de fysieke van de regionale waterkeringen, kan beter inhoud worden gegeven aan de provinciale verantwoordelijkheid met betrekking tot de regionale waterkeringen. Dit betekent concreet dat de provincie inzage krijgt in de uitkomsten van de jaarlijkse inspecties die door de waterschappen worden uitgevoerd. Het programma van eisen voor inspectie van de regionale waterkeringen, zoals door de provincie Groningen is opgesteld komt overeen met hetgeen door de verschillende waterschappen al enige tijd jaarlijks wordt verricht. De inspecties worden door de voorgestane besluitvorming gestructureerd. Op hoofdlijnen is het voor de uitoefening van het toezicht voor de provincie noodzakelijk dat zij wordt geïnformeerd over: de inspectieprogramma's voor de regionale waterkeringen van de waterschappen; de resultaten van de uitgevoerde inspecties, en de werkzaamheden die naar aanleiding van de inspecties zijn/ worden uitgevoerd. Om een inspectie- en rapportagesystematiek te laten ontstaan die werkbaar is en in de bedrijfsvoering van de waterschappen is in te passen, zijn in overleg met de waterschappen de bovengenoemde hoofdlijnen als volgt uitgewerkt. 2. Algemene uitgangspunten voor de inspectie Voor zolang er nog geen Voorschrift toetsen op van de regionale waterkeringen beschikbaar is, kan de rapportage van de waterschappen gebaseerd worden op een visuele beoordeling van de algehele actuele stoestand van de regionale waterkeringen. Na de inwerkingtreding van een Voorschrift toetsen op kan de visuele beoordeling als beheerdersoordeel worden opgenomen in de dan te verstrekken toetsingsrapportage. Als basis voor de inspecties en de beoordeling van de actuele stoestand dient het door Royal Haskoning in opdracht van de provincie Groningen opgestelde format voor de inspectie van de regionale waterkeringen, dat onderdeel uitmaakt van dit inspectiedocument (bijlage 1). In eerste aanleg worden de regionale waterkeringen echter jaarlijks geïnspecteerd aan de hand van de in bijlage 2 aangegeven trefwoorden. Daar waar een schadebeeld op een kadevak is geconstateerd wordt een gedetailleerde inspectie uitgevoerd aan de hand van het in bijlage 1 opgenomen format. Voor de beoordeling worden de regionale waterkeringen ingedeeld in kleidijken, veendijken en dijken met een veenondergrond. De regionale waterkeringen waarover aan de provincie gerapporteerd moet worden zijn aangegeven op de bij dit document behorende kaarten. Op basis van onderlinge overeenstemming kan wijziging worden aangebracht in de regionale waterkeringen waarover gerapporteerd dient te worden. De regionale waterkeringen waarover gerapporteerd dient te worden, zijn op basis van de volgende criteria geselecteerd: gevolgen voor het functioneren van de boezem; gevolgen bij bezwijken (schade/ slachtoffers); invloed van bezwijken op de publieke opinie. 3. Frequentie van inspectie De regionale waterkeringen moeten onder normale omstandigheden minimaal één keer per jaar geïnspecteerd worden. Over de inspectieronde in de periode tussen 1 november en 1 april moet aan de provincie gerapporteerd worden. Deze periode is gekozen om de volgende redenen: de te inspecteren verschijnselen zoals kwel zijn beter zichtbaar in de natte periode; de te nemen maatregelen kunnen bij zwakke plekken aansluitend in de droge periode worden uitgevoerd; beschadigingen zijn vanwege de wintersituatie van de begroeiing (kort gemaaid gras en bladvrije vegetatie) in de winterperiode beter zichtbaar. 2
4. Inspectie bij verhoogde waakzaamheid Als een situatie van verhoogde waakzaamheid wordt aangemerkt hetgeen in de calamiteitenplannen van de waterschappen staat aangeduid als "fase 3". Hierbij valt te denken aan perioden van hoog water op de verschillende boezems, lange droogte perioden, waarbij o.a. risico's kunnen ontstaan met betrekking tot kaden gelegen op veenondergrond, en incidentele calamiteiten waardoor dijkdoorbraak kan ontstaan. In fase 3 van een calamiteit komt het crisisteam van het waterschap bijeen en wordt als één van de acties de provincie geïnformeerd. Indien een calamiteit langere periode omvat wordt de provincie regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken. 5. Rapportage over inspectie en -resultaten In de rapportage van de waterschappen dienen de volgende onderwerpen aan de orde te komen. De wijze waarop de inspecties zijn uitgevoerd; De resultaten van de inspectie en eventueel voorgenomen maatregelen; De uitvoering van de maatregelen. De rapportage van de waterschappen over de wijze waarop de inspecties zijn uitgevoerd, dient de volgende elementen te bevatten: Het inspectieprogramma. waarin de door de provincie gestelde eisen aan de inspecties zijn opgenomen; Een overzichtskaart van de regionale waterkeringen, waarvoor het waterschap verantwoordelijk is. De rapportage van de waterschappen over de actuele stoestand van de waterkeringen dient de volgende elementen te bevatten: De rapportage van de inspectie moet worden ondersteund door een overzichtskaart waarop de actuele stoestand van de regionale waterkeringen is aangegeven; De regionale waterkeringen waaraan gebreken zijn geconstateerd worden op de overzichtskaart onderscheidend aangegeven + de datum van inspectie; De gebreken die aan de regionale waterkeringen zijn geconstateerd; Beschrijving van de maatregelen die getroffen zijn of worden getroffen; De termijn van uitvoering Uiterlijk voor de volgende inspectieronde geeft het waterschap aan of de voorgenomen maatregelen zijn uitgevoerd. De waterschappen maken onderling afspraken over een uniforme rapportagesystematiek. 6. Frequentie van verslaglegging Het verslag van de jaarlijkse inspectie dient voor 1 juni van datzelfde jaar door de waterschappen aan de provincie te worden aangeboden. Het eerste inspectierapport dient voor 1 juni 2005 aan de provincie te worden aangeboden. Uiteraard wordt na een situatie van verhoogde waakzaamheid conform de calamiteitenregeling over het verloop en de afhandeling van de calamiteit gerapporteerd. 7. Evaluatie In het najaar van 2005 wordt de eerste, op basis van dit inspectiedocument uitgevoerde inspectie en de rapportage over deze inspectie, geëvalueerd. 3
Bijlage 1. Inspectiebeoordelingscriteria Kade onderdeel Waarneming Urgentie t.a.v. waakzaamheid Mogelijk invloed op Actie zanddijk klei-/veendijk op dik pakket met klei/veenlagen geen in gesloten zandlagen! Voorland schade door dieren (holen en gaten) Laag zandmeevoerende wellen, waterstand in dijk herstel valt binnen regulier ontgrondingskuil door Middel omgewaaide bomen waterstand in dijk, stabiliteit ontwortelde bomen Middel waterstand in dijk, stabiliteit schade beschoeiing Laag erosie herstel valt binnen regulier Buitentalud beschadigde grasmat (gaten in grasmat, uitspoeling zand) Middel erosie onderzoeken gevolgen voor schade door dieren Middel erosie onderzoeken gevolgen voor afkalving vooroever Hoog erosie onderzoeken oorzaak en gevolgen voor ; te nemen / genomen schade steenzetting (grote Middel erosie onderzoeken gevolgen voor spleten, loszittende stenen, lokale verzakking) schade asfaltbekleding Middel erosie onderzoeken gevolgen voor (scheuren, verzakking) stortsteen (verzakking, deels Middel erosie onderzoeken gevolgen voor verdwenen) verweking van kleibekleding Middel afschuivingen onderzoeken gevolgen voor vervorming van het buitentalud (bijv. lokale opbolling of verzakking) zichtbare scheuren in vorming van geultjes / erosie in richting van talud (loodrecht op dijkas) Middel afschuivingen onderzoeken gevolgen voor Hoog erosie buitentalud, afschuivingen regulier meten en onderzoeken oorzaak en gevolgen voor Middel erosie buitentalud onderzoeken gevolgen voor Kruin Kruinlijn loopt niet recht Middel afschuivingen onderzoeken oorzaak en gevolgen voor Lokale verzakkingen Middel afschuivingen, overloop/overslag regulier meten en onderzoeken oorzaak en gevolgen voor Langs- of dwarsscheuren in Hoog afschuivingen regulier meten en onderzoeken oorzaak en gevolgen voor Langs- of dwarsscheuren in Hoog afschuivingen regulier meten en onderzoeken asfalt (wegdek) oorzaak en gevolgen voor Kleine dwarsscheuren in Middel afschuivingen regulier meten en onderzoeken asfalt oorzaak en gevolgen voor Grote dwarsscheuren in Hoog afschuivingen regulier meten en onderzoeken asfalt (wegdek) eventueel in oorzaak en gevolgen voor combinatie met ; te nemen / genomen langsscheuren Binnentalud verweking en uittredend water / natte plekken uittredend zandmeevoerend water vervorming van het buitentalud (bijv. lokale opbolling of verzakking) zichtbare scheuren in Middel afschuivingen onderzoeken oorzaak en gevolgen voor Hoog zandmeevoerende wellen of onderzoeken oorzaak en gevolgen uitspoeling van kernmateriaal voor ; te nemen / genomen Middel afschuivingen onderzoeken gevolgen voor Hoog afschuivingen regulier meten en onderzoeken oorzaak en gevolgen voor schade door dieren Laag zandmeevoerende wellen herstel valt binnen regulier Achterland zandmeevoerende wellen Hoog zandmeevoerende wellen / piping onderzoeken oorzaak en gevolgen voor ; te nemen / genomen afkalven (kwel)sloot Middel opbarsten slootbodem, piping onderzoeken gevolgen voor sterke kwel (kwel)sloot Middel opbarsten slootbodem, piping onderzoeken gevolgen voor verweking, "drassige" bodem Middel afschuivingen (sterke toename onderzoeken gevolgen voor waterstand in dijk) onvoorziene ontgrondingen Middel (menselijke activiteit) stabiliteit ontgrondingskuil door Middel omgewaaide bomen stabiliteit 4
Bijlage 2 Trefwoorden visuele inspectie Door de waterschappen worden de kaden jaarlijks geïnspecteerd aan de hand van de volgende trefwoorden: - toestand talud landzijde, waterzijde en de kruin van de kade; - plaatselijke verzakkingen; - kwelplekken aan landzijdel; - toestand steenbestorting/ beschoeiing/ riet; - scheurvorming; - gaten door bijv. muskusratten; - aanwezigheid van mollen, weinig/ matig/ veel; - toestand grasmat; - toestand vooroever (indien aanwezig) - schade door leidingen in, op, onder of in de nabijheid van waterkeringen. Daar waar een schadebeeld op een kadevak is geconstateerd wordt een gedetailleerde inspectie uitgevoerd. Deze gedetailleerde inspectie wordt uitgevoerd aan de hand de inspectiebeoordelingscriteria zoals opgenomen in bijlage 1. Op basis van de gedetailleerde inspectie worden de benodigde herstelacties ter hand genomen. 5