Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Vergelijkbare documenten
Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu gemeente Bladel

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 2. Artikel 1 Begripsbepaling 2

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels voor het intrekken van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels intrekken bouwvergunningen. Afdeling B&M Mei 2009 BELEIDSREGELS INTREKKEN BOUWVERGUNNINGEN

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

1. Inleiding Doelstelling Begripsbepaling 2

MAASDRIEL. Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, slopen of aanleggen.

Beleidsregels Intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. gemeente Bergen (L)

Ontwerp Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen gemeente Oldambt

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen gemeente Oldambt 2016

GEMEENTE OLDEBROEK. Beleidsregels intrekken en actualisatie vergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning gemeente Utrecht. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht;

Gelet op artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Deurne 2010

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 29 maart 2013.

BELEIDSREGEL INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING MET ACTIVITEIT BOUWEN HELMOND 2012

BELEID VOOR HET INTREKKEN VAN ONGEBRUIKTE OMGEVINGSVERGUNNINGEN GEMEENTE ENSCHEDE

BELEIDSREGEL INTREKKEN VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN EN BOUWCOMPONENT OMGEVINGSVERGUNNING HELMOND 2010

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (incl. wijzigingen Invoeringswet)

GEMEENTEBESTUUR van VAALS

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

BESCHIKKING. Milieuneutrale Omgevingsvergunning

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo);

1.2 Kennisgeving activiteit 1 Milieu

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

NEMO Science Museum T.a.v. Dhr. J. Struikmans Postbus AK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Atletiek Vereniging Haarlemmermeer de heer C.J. de Boer Graan voor Visch EE HOOFDDORP. Betreft: Omgevingsvergunning

Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Intrekking omgevingsvergunning bouwen Medwaste Control Benelux B.V.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Postbus AA Enschede. Hengelosestraat 51

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk

B E S C H I K K I N G Milieuneutrale omgevingsvergunning

* *

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Intrekking omgevingsvergunning Medwaste Control Benelux B.V.

Ontwerpbeschikking Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Kringloopbedrijf Hart in Friesland aan De Roef 8a, Smallingerland.

Ontwerp Omgevingsvergunning

C2 Vastgoed B.V. De heer V. in 't Ven H.J.E. Wenckebachweg AS Amsterdam. Betreft: Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

* *

Omgevingsvergunning fase 1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de derde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1

Dit besluit is voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure)

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Publiek. - Bouwen (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) - Strijdig gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo).

BELEIDSREGELS INTREKKING BOUWVERGUNNING. Onderwerp: Beleid en procedure intrekken van bouwvergunningen

ONTWERP-BESLUIT TOT INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Gemeente Smallingerland t.a.v. de heer T. Mosselaar Postbus HA DRACHTEN

* *

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer J. Diepersloot Weesperplein XA Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

VOF Gateway to Fashion Dhr. Y. Chang Van Mourik Broekmanstr 14 I 1065 EX Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning

Timmerfabriek Haarlemmermeer bv R.O. Bakker J.C. Beetslaan 163 C 2131 AL Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Verordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

VERORDENING Leges omgevingsvergunning 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; eerste wijziging van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010.

Publiek. - Bouwen (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) - Strijdig gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo).

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk onderw erp ontw erpbeschikking omgevingsvergunning

Publicatie ontwerpbeschikking uitgebreide procedure

BELEIDSREGELS INTREKKEN BOUWVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wijziging tarieventabel leges

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Dit besluit is genomen op basis van de artikelen 2.1 en 2.2 en paragraaf 2.3 van de Wabo.

Besluit. (gedeeltelijke) INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING. GemHG/UIT/48430 Zaaknummer: O 2017/169 Bagid.:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsvergunning UV/

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 06 augustus 2013

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak

Joure, 25 april 2014 Ons kenmerk : OV / Verzonden: Uw kenmerk : In behandeling bij : de heer R. Kluiwstra Bijlage(n) : 0

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk B / onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning

Transcriptie:

Opmerkingen m.b.t. de regeling De Wabo geeft de mogelijkheid om omgevingsvergunningen waarvan geen of niet langer gebruik wordt gemaakt, in te trekken. In de beleidsregel wordt omschreven hoe de gemeente van deze intrekkingsbevoegdheid gebruik gaat maken, inzake bouwen. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd 1. Awb, artikel 1:3, lid 4 2. Awb, artikelen 4:84 tot en met 4:84 3. Invoeringswet Wabo, artikel 1.2 4. Wabo, artikel 2.33, lid 2, sub a en c Tekst van de regeling Intitulé Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug. Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepaling Artikel 2 Intrekkingsregeling bij uitblijven aanvang bouw Artikel 3 Intrekkingsregeling bij stilliggen bouwwerkzaamheden Artikel 4 Gunnen ruimere termijn voor start of herstart bouwwerkzaamheden Artikel 5 Intrekken na toekenning ruimere termijn Artikel 6 Procedure tot intrekking van de vergunning Artikel 7 Uitsluiting overige intrekkingsgronden Artikel 8 Hardheidsclausule Artikel 9 Citeertitel Artikel 10 Inwerkingtreding Bijlage I Artikel 2: 33 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bijlage II Artikelsgewijze toelichting Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en milieu

Gelet op het bepaalde in artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 4:81 tot en met 4:84 Awb, artikel 1.2 van de Invoeringswet Wabo, artikel 2.33 lid 2 onder a en c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hebben wij beleidsregels vastgesteld voor het intrekken van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Artikel 1 Begripsbepaling In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. Omgevingsvergunning: vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk; c. Intrekken: het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen op grond van artikel 2:33 lid 2 onder a van de Wabo. Artikel 2 Intrekkingsregeling bij uitblijven aanvang bouw a. Volgens artikel 2.33, lid 2 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk in te trekken als niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning een begin is gemaakt met het bouwen. b. Alleen als er urgente en/of zwaarwegende planologische belangen zijn wordt van deze bevoegdheid na 26 weken actief gebruik gemaakt. Doen zich geen urgente en zwaarwegende planologische belangen voor dan wordt na 104 weken na het onherroepelijk worden van de verleende vergunning gebruik gemaakt van deze bevoegdheid. c. Er zijn urgente en zwaarwegende planologische belangen als voor het gebied waarbinnen het vergunde object is gesitueerd een bestemmingsplan in voorbereiding is en het vergunde object het toekomstig planologisch kader frustreert. Hierbij moet ten minste sprake zijn van het nemen van een gepubliceerd voorbereidingsbesluit op grond van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) of van een ontwerpbestemmingsplan dat op grond van artikel 3.8 van de Wro ter inzage is gelegd en is gepubliceerd. d. Als niet tijdig met de uitvoering van het werk is begonnen wordt aan de vergunninghouder een voornemen van het intrekken van de omgevingsvergunning bekend gemaakt volgens artikel 6 van deze beleidsregels. e. Als een zienswijze is ingediend wordt bekeken of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een ruimere termijn waarbinnen met het bouwen een begin moet zijn gemaakt. f. De termijn bedoeld onder e wordt naar redelijkheid en in het licht van het concrete geval bepaald, maar bedraagt nooit meer dan 156 weken na het onherroepelijk worden van de verleende omgevingsvergunning. Artikel 3 Intrekkingsregeling bij stilliggen bouwwerkzaamheden

a. Volgens artikel 2.33, lid 2 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om een omgevingsvergunning in te trekken als het bouwen langer dan 26 weken heeft stilgelegen. b. Van deze bevoegdheid wordt actief gebruik gemaakt. Dat betekent dat als het bouwen 26 weken stilligt de omgevingsvergunning wordt ingetrokken. c. Als het werk 26 weken heeft stilgelegen wordt aan de vergunninghouder het voornemen van het intrekken van de vergunning bekendgemaakt volgens artikel 7 van deze beleidsregels. d. Als een zienswijze is ingediend wordt bekeken of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een ruimere termijn waarbinnen weer gestart moet worden met het bouwen. e. De termijn bedoeld onder d wordt naar redelijkheid en in het licht van het concrete geval bepaald, maar bedraagt nooit meer dan 52 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning. Artikel 4 Gunnen ruimere termijn voor start of herstart bouwwerkzaamheden In de volgende situaties is sprake van een concreet geval waarvoor een ruimere termijn kan worden gegund zoals bedoeld in artikel 2 onder e en artikel 3, onder d van deze beleidsregels. a. De vergunninghouder kan met concrete documenten (geaccepteerde offerte van een bouwondernemer, facturen van bestelde bouwmaterialen en/of hiermee gelijk te stellen documenten) zijn intentie tot het starten met het bouwen aantonen. b. De vergunninghouder kan persoonlijke omstandigheden opvoeren. Bijvoorbeeld een sterfgeval of ziekte in de familie, die aantoonbaar tot uitstel van het bouwen hebben geleid. Een ruimere termijn wordt alleen gegund als de persoonlijke omstandigheid zich niet meer dan 26 weken voor de start van de intrekkingsprocedure heeft voorgedaan of deze op dat moment nog voortduurt. Artikel 5 Intrekken na toekenning ruimere termijn Als binnen de in artikel 2 onder e en artikel 3, onder d van deze beleidsregels gestelde ruimere termijn geen begin is gemaakt met het bouwen wordt de verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen zonder voorafgaande aankondiging ingetrokken. Artikel 6 Procedure tot intrekking van de vergunning Als de omgevingsvergunning tot stand is gekomen met de reguliere voorbereidingsprocedure of de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verleend is voor 1 oktober 2010: a. krijgen belanghebbenden voordat een omgevingsvergunning wordt ingetrokken de gelegenheid om hierover binnen een termijn van twee weken een mondelinge of schriftelijke zienswijze naar voren te brengen (artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht). b. de gemeente neemt binnen 6 weken na de ontvangst van de zienswijze een besluit over het intrekken van de omgevingsvergunning volgens deze beleidsregels. c. het eventuele besluit om de omgevingsvergunning in te trekken wordt bekendgemaakt aan vergunninghouder en eventuele derdebelanghebbenden en wordt gepubliceerd in de Kaap.

Artikel 7 Uitsluiting overige intrekkingsgronden Deze beleidsregels sluiten beslissingen over de overige in artikel 2.33 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht opgenomen intrekkingsgronden niet uit. Artikel 8 Hardheidsclausule Er wordt volgens deze beleidsregels gehandeld tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen hebben die door bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Artikel 9 Citeertitel Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking één dag na publicatie van het besluit in De Kaap. Bijlage 1: Artikel 2:33 Wabo Lid 1 Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, voor zover: a. de uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie dat vereist; b. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, indien door toepassing van artikel 2.31, eerste lid, aanhef en onder b, redelijkerwijs niet kan worden bereikt dat in de inrichting of het mijnbouwwerk ten minste de voor de inrichting of het mijnbouwwerk in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast; c. dat nodig is ter uitvoering van een verzoek als bedoeld in artikel 2.29, eerste lid, tweede volzin, onder a, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid; d. de inrichting of het mijnbouwwerk ontoelaatbaar nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt en toepassing van artikel 2.31 daarvoor redelijkerwijs geen oplossing biedt; e. deze van rechtswege is verleend, indien deze betrekking heeft op een activiteit die ontoelaatbaar ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving heeft of dreigt te hebben en toepassing van artikel 2.31, eerste lid, aanhef en onder c, daarvoor redelijkerwijs geen oplossing biedt; f. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, indien de inrichting een stortplaats als bedoeld in artikel 8.47 van de Wet milieubeheer of een afvalvoorziening

als bedoeld in artikel 1.1 van die wet is: indien de stortplaats of afvalvoorziening krachtens paragraaf 8.2 van die wet voor gesloten is verklaard; g. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.19, in gevallen die in het betrokken wettelijk voorschrift zijn aangegeven. Lid 2 Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk intrekken, voor zover: a. gedurende drie jaar, dan wel indien de vergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a onderscheidenlijk b of g, gedurende 26 weken onderscheidenlijk de in de vergunning bepaalde termijn, geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning; b. de vergunninghouder daarom heeft verzocht; c. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, indien dit in het belang van de brandveiligheid nodig is met het oog op het voorziene gebruik van het bouwwerk, en het niet mogelijk blijkt door toepassing van artikel 2.31, tweede lid, onder a, dat belang voldoende te beschermen; d. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, indien: 1. dit in het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen nodig is; 2. de inrichting of het mijnbouwwerk geheel of gedeeltelijk is verwoest; e. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, indien de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zodanig zijn gewijzigd dat het belang van de monumentenzorg zwaarder moet wegen; f. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken algemene maatregel van bestuur; g. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening; h. deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.19, op de gronden die zijn aangegeven in het betrokken wettelijk voorschrift. Bijlage II: Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen. Artikel 2 Dit artikel bepaalt dat, als er geen urgente en zwaarwegende planologische belangen zijn, een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten waarvan geen gebruik is gemaakt na 104 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning, wordt ingetrokken. Met een termijn van 104

weken is rekening gehouden met diverse aspecten die invloed kunnen hebben op het bouwproces. Hierbij kan worden gedacht aan: a. De planning van de bouw (moment vergunningverlening, aanvraag offertes, de keuze van en de planning van de aannemer); b. Vertragende omstandigheden als het weer en persoonlijke gebeurtenissen; c. Daarnaast leert de ervaring dat bij grote projecten meestal wordt gestart met de bouw na 1 tot 2 jaar en bij kleine projecten na ½ tot 1 jaar. Ook gelet op de snelheid waarmee wijzigingen zich opvolgen in de regelgeving en de overgangstermijnen is een termijn van 104 weken goed werkbaar. Sub e en f van dit artikel bieden de mogelijkheid om in concrete gevallen een ruimere termijn te bieden met een maximum van 156 weken. Artikel 3 Dit artikel bepaalt dat een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waarbij het bouwen 26 weken aaneengesloten heeft stilgelegen, wordt ingetrokken. De termijn start op het moment van de constatering dat het bouwen stilligt. De termijn die hier wordt gehanteerd is aanzienlijk korter dan bij het uitblijven van de aanvang van de bouw omdat op het moment van constatering dat de bouw stilligt er wellicht al een aanzienlijke periode is verstreken vanaf het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning. Daarnaast zijn niet voltooide gebouwen bouwkundig en ruimtelijk ongewenst. Het komt de bouw en het bouwwerk niet ten goede wanneer de constructie en bouwelementen langdurig in weer en wind liggen. Voor het straatbeeld is een gebouw dat lang in aanbouw is niet wenselijk. In een nieuwbouwwijk kan dit tevens ongewenste gevolgen hebben op de fasering en inrichting van het openbaar terrein zoals de straatinrichting. Sub d en e van dit artikel bieden de mogelijkheid om in concrete gevallen een ruimere termijn te bieden met een maximum van 52 weken. Artikel 4 In dit artikel worden concrete situaties omschreven waarvoor een ruimere termijn als bedoeld in artikel 2 en 3 gehanteerd kan worden. Artikel 5 Hierin is opgenomen dat als de toegekende ruimere termijn voor de start of herstart van het bouwen is verstreken en start of herstart van de bouw is uitgebleven de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen alsnog wordt ingetrokken. Artikel 6 In dit artikel staat de procedure voor het intrekken van een omgevingsvergunning. De procedure maakt verschil in omgevingsvergunningen die tot stand zijn gekomen met de reguliere en met de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Vergunningen die verleend zijn voor de inwerkingtreding van de Wabo worden onder de eerste categorie gerekend. Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen naar voren te brengen. Deze worden vervolgens meegenomen in de overwegingen om de vergunning in te trekken. Als een omgevingsvergunning is ingetrokken publiceren wij dit in de Kaap.

Artikel 7 Met dit artikel wordt aangegeven dat deze beleidsregels de overige in artikel 2.33 Wabo aangegeven situaties waarin een omgevingsvergunning ingetrokken kan worden onbelemmerd laten. Artikel 8 Als het intrekkingsbesluit onevenredige gevolgen heeft voor het doel dat wordt nagestreefd, geeft dit artikel de mogelijkheid daar van af te zien. Artikel 9 Dit artikel geeft de citeertitel van deze beleidsregels weer. Artikel 10 Dit artikel geeft de inwerkingtreding van de beleidsregels aan.