ANCIA NL LANCIA YPSILON Instructie

Vergelijkbare documenten
F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T P U N T O NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

F I A T NL S N E L G I D S

NL Instructieboekje

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

FIAT PANDA NL INSTRUCTIEBOEK

Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:

F I A T C R O M A I N S T R U C T I E B O E K J E

ANCIA NL LANCIA MUSA Instructie

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

ANCIA NL LANCIA YPSILON Instructie

F I A T F I O R I N O NL I N S T R U C T I E B O E K J E

F I A T D O B L Ó NL I N S T R U C T I E B O E K

FIAT CROMA NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T B R A V O NL i n s t r u c t i e b o e k j e

F I A T

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

FIAT STILO NL INSTRUCTIEBOEK

G R A N D E P U N T O A B A R T H NL I N S T R U C T I E B O E K J E

FIAT STILO NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT DOBLÒ NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T Q U B O NL I N S T R U C T I E B O E K

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

ANCIA NL LANCIA PHEDRA INSTRUCTIEBOEK

FIAT MULTIPLA NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT SCUDO NL INSTRUCTIEBOEK

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

FIAT STRADA NL INSTRUCTIEBOEK

NL ESP-Systeem

COP LUM KA NL :43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

Instructieboek NL

FIAT ULYSSE NL INSTRUCTIEBOEK

NL INSTRUCTIEBOEK ALFA

WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference

Alfa NL INSTRUCTIEBOEK

Verwarming en ventilatie

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

Cop Alfa Giulietta NL:Alfa 159 cop. LUM ITA :10 Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIEBOEKJE Alfa Services

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN

GEBRUIKSAANWIJZING EN. PROJECTION ALARM CLOCK INSTRUCTION MANUAL DE. PROJEKTIONSWECKER

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN

L ANCIA L YBRA GEBRUIK EN ONDERHOUD NL

NEDERLANDS INSTRUCTIEBOEKJE. Alfa Services

FIAT SCUDO NL INSTRUCTIEBOEK

LCD scherm va LCD scherm

Verkorte gebruiksaanwijzing

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

LCD scherm ve LCD scherm

Instructieboek NL

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Ducato INSTRUCTIEBOEKJE

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide

Datum/Date: 04/2003ne Update: 07/2007 Car Access System E60, E61, E63, E64, E70, E81, E87, E90, E91, E92, E93

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

De voorkant. De zijkant. De banden

Verkorte gebruiksaanwijzing

GEBRUIKSHANDLEIDING. Art. 866 DRIVERCARD 06DE1939A - 03/04. Cobra is a registered trade mark by DELTA ELETTRONICA

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer standaard

FIAT SEICENTO NL INSTRUCTIEBOEK

RUITENWISSERS/-SPROEIERS

Bedieningen Dutch - 1

Powerpack. gebruikshandleiding

HANDLEIDING! " # $ %! & ' ' ' % $ %! & ( % ) * +, -. +/ ". +/

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina".

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Uw gebruiksaanwijzing. ALFA ROMEO 156

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

ANCIA NL LANCIA YPSILON Dual FuNction System

NL Dual FuNction System (automaat)

Automatische transmissie

Handleiding tijdklok 230V~

Praktijk Vragen over auto

Gebruikershandleiding Inhoud

INSTRUCTIEBOEKJE

INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Lampen en waarschuwingslampjes

Transcriptie:

ANCIA 603.81.117 NL LANCIA YPSILON Instructie

Geachte cliënt, Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw LANCIA volledig te benutten. U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken van uw LANCIA maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de verzorging, het onderhoud, de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud. Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de symbolen onder aan de pagina aandachtig te lezen: veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu. In de de Service- en garantiehandleiding vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud: het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden een overzicht van de speciale aanvullende service voor de cliënten van LANCIA. Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd zult raken en dat uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig tevreden zullen stellen. Veel leesplezier en goede reis! Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de LANCIA Ypsilon beschreven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.

VEILIG MILIEUBEWUST RIJD Veiligheid en respect voor het milieu zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwerpen van de LANCIA Ypsilon. Dankzij deze opvatting kon de LANCIA Ypsilon strenge veiligheidstests het hoofd bieden en goed doorstaan. De LANCIA Ypsilon voldoet aan de strengste eisen in zijn klasse. Bovendien is deze auto, naar alle waarschijnlijkheid, al voorbereid op de toekomstige normen. Daarnaast is de LANCIA Ypsilon door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende bijdragen aan het behoud van het milieu, een auto die navolging verdient. Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van het milieu, waardoor de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager is dan de nu geldende normen. Wij herinneren u er bovendien aan dat LANCIA hard heeft gewerkt een zeer ambitieus doel te bereiken: 100% recycling. Als uw LANCIA Ypsilon buiten gebruik wordt gesteld, dan kan deze vrijwel geheel worden gerecycled, omdat voldaan wordt aan de voorwaarden van het F.A.RE.-project. Dankzij dit project kunnen de LANCIA-dealers uw voertuig milieuvriendelijk (en geheel volgens de wettelijke normen) buiten gebruik stellen, als u tot de aanschaf van een nieuwe auto overgaat. Voor het milieu heeft dat grote voordelen: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn minder nieuwe grondstoffen nodig. BERMING VAN HET MILIEU Bij het ontwerp en de productie van de LANCIA Ypsilon is niet alleen rekening gehouden met traditionele aspecten, zoals prestaties en veiligheid, maar is er ook veel aandacht besteed aan de groeiende milieuproblemen. De materiaalkeuze en de technische systemen en speciale voorzieningen zijn het resultaat van inspanningen die er op gericht zijn om de vervuiling van het milieu drastisch terug te dringen. Uw auto voldoet dan ook aan de strengste internationale milieunormen.

GEBRUIK VAN MILIEUVRIDELIJKE MATERIAL Geen enkel onderdeel van de LANCIA Ypsilon bevat asbest. De vulling van de stoelen en de airconditioning bevatten geen CFK s (chloorfluorkoolwaterstoffen), het gas dat waarschijnlijk de oorzaak is van het gat in de ozonlaag. De kleurstoffen en de corrosiewerende behandeling van de bouten en moeren zijn niet schadelijk voor het milieu; ze bevatten geen lucht- en bodemverontreinigend cadmium meer. EMISSIEREDUCTIESYSTEM (benzinemotoren) Driewegkatalysator Het uitlaatsysteem is voorzien van een katalysator, die bestaat uit edelmetaallegeringen. De katalysator bevindt zich in een roestvast stalen houder, die bestand is tegen hoge bedrijfstemperaturen. De katalysator zet onverbrande koolwaterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxiden in het uitlaatgas om (ook al zijn deze dankzij het elektronische motormanagementsysteem, slechts in kleine hoeveelheden aanwezig) in niet schadelijke stoffen. Omdat tijdens de werking de katalysator zeer warm wordt, verdient het aanbeveling niet te parkeren boven brandbare materialen (papier, brandstof, gras, droge bladeren enz.). Lambdasondes De lambdasondes meten de hoeveelheid zuurstof in het uitlaatgas. De door de lambdasondes verzonden signalen worden door de regeleenheid van het motormanagementsysteem gebruikt om het lucht/brandstofmengsel te regelen. Benzinedamp-opvangsysteem Het is onmogelijk, ook bij stilstaande motor, benzinedampen te voorkomen. Daarom vangt dit systeem de dampen in een speciaal actieve-koolfilter. Als de motor draait, dan worden deze dampen afgezogen en verbrand in de motor.

EMISSIEREDUCTIESYSTEM (Multijet-motor) Oxidatiekatalysator De katalysator zet schadelijke bestanddelen in het uitlaatgas (koolmonoxide, onverbrande koolwaterstoffen en roetdeeltjes zijn de belangrijkste) om in onschadelijke stoffen, waarmee tevens de rook en de typische dieselgeur verminderd worden. De katalysator bestaat uit een roestvrijstalen huis, met daarin een honingraatvormig keramisch binnenwerk. Hierop zit edelmetaal dat voor de katalytische reactie zorgt. Uitlaatgasrecirculatie-systeem (E.G.R.) Dit systeem zorgt voor recirculatie, oftewel hergebruik, van een deel van de uitlaatgassen. Het percentage dat gerecirculeerd wordt, is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden van de motor. Het systeem beperkt zonodig de uitstoot van stikstofoxiden.

ABSOLUUT LEZ! BRANDSTOF TANK Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die K voldoet aan de Europese specificatie 228. Multijet-motoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie 590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben. MOTOR START Benzinemotoren: controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. Multijet-motoren: draai de start-/contactsleutel in stand MAR en wacht tot de waarschuwingslampjes Y en m doven; draai de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. PARKER BOV BRANDBARE MATERIAL Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de katalysator hoge temperaturen. Parkeer daarom niet boven gras, droge bladeren, dennennaalden of ander brandbaar materiaal: brandgevaar.

BERMING VAN HET MILIEU De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen. U ELEKTRI APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot de Lancia-dealer. Deze kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE-card Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card te noteren en altijd bij u te hebben, omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart. GEPROGRAMMEERD Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploitatiekosten laag. IN HET INSTRUCTIEBOEKJE... vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het onderhoud van uw auto. Let vooral op de symbolen " (veiligheid van de inzittenden) # (bescherming van het milieu) â (conditie van de auto).

... 8 INSTRUMTPANEEL... 9 SYMBOL... 10 LANCIA CODE... 11 DE SLEUTELS... 12 START-/CONTACTSLOT... 18 INSTRUMT... 19 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY... 21 ZITPLAATS... 35 HOOFDSTEUN... 38 STUURWIEL... 38 SPIEGELS... 39 KLIMAATREGELING... 41 VERWARMING VTILATIE... 42 AIRCONDITIONING, HANDBEDID... 45 AIRCONDITIONING, AUTOMA... 48 BUITVERLICHTING... 58 SSOR AUTOMAE KOPLAMP... 60 RUIT REINIG... 61 REGSSOR... 62 CRUISE-CONTROL... 64 PLAFONDVERLICHTING... 66 SORGAN... 66 INTERIEURUITRUSTING... 68 OPDAK... 70 PORTIER... 71 ELEKTRI RUIT... 72 BAGAGERUIMTE... 73 MOTORKAP... 77 ALLESDRAGERS... 78 KOPLAMP... 78 ABS... 80 ESP-SYSTEEM... 81 ASR-SYSTEEM... 82 EOBD-SYSTEEM... 83 AUTORADIO... 84 BOSE HIFI-AUDIOSYSTEEM... 84 EXTRA ACCESSOIRES... 85 ELEKTRI STUURBEKRACHTIGING DUALDRIVE... 86 PARKEERSSOR... 87 TANK MET DE LANCIA YPSILON... 88 BERMING VAN HET MILIEU... 90 START LAMPJES ZORG 7

De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsknoppen, de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering verschillen. START LANCIA ZORG LAMPJES 8 fig. 1 L0C0001m 1. Uitstroomopeningen aan zijkant - 2. Linker hendel: bediening buitenverlichting - 3. Airbag bestuurderszijde - 4. Rechter hendel: bediening ruitenwissers voor/achter en tripcomputer - 5. Uitstroomopeningen in het midden - 6. Autoradio (indien aanwezig) / Opbergvakje - 7. Instrumentenpaneel - 8. Airbag passagierszijde - 9. Schakelaar voor uitschakeling airbag voor aan passagierszijde - 10. Dashboardkastje - 11. Bedieningsknoppen verwarming, ventilatie en airconditioning - 12. Versnellingspook - 13. Schakelaarpaneel - 14. Start-/contactslot - 15. Hendel stuurwielverstelling - 16. Hendel voor bediening cruise-control (indien aanwezig) - 17. Hendel motorkapontgrendeling.

INSTRUMTPANEEL A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Toerenteller D Multifunctioneel display START fig. 2 L0C0223m LAMPJES A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D Toerenteller E Multifunctioneel display ZORG fig. 3 L0C0224m 9

START LAMPJES SYMBOL Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht, met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt. fig. 4 L0C0004m LANCIA CODE Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met een elektronische startblokkering. Het systeem schakelt automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen. In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van de Lancia CODE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt. ZORG Onder de motorkap is een plaatje aangebracht, waarop de betekenis van de symbolen wordt verklaard fig. 4. 10

WERKING Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan stuurt het Lancia CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies opheft. De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem de door de sleutel verzonden code heeft herkend. Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt de Lancia CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit. Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje Y branden. In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR te draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot de Lanciadealer. BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in de regeleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot de Lancia-dealer wenden. Als het lampje Y tijdens het rijden gaat branden Als het lampje Y gaat branden, betekent dit dat het systeem zichzelf controleert (bijv. bij een vermindering van de spanning). Als het lampje Y blijft branden, wendt u dan tot de Lancia-dealer. START LAMPJES ZORG 11

START LAMPJES MECHANI SLEUTEL fig. 6 De sleutel heeft een metalen baard A en dient voor: het start-/contactslot; de sloten van de portieren; de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde; De knop B dient voor het uitklappen van de metalen baard A. ZORG DE SLEUTELS CODE-CARD fig. 5 Bij de auto worden twee sleutels geleverd en de CODE-card waarop staan aangegeven: de elektronische code A de mechanische code van de sleutels B, die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan de Lancia-dealer moet worden medegedeeld. BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe zonnestraling worden blootgesteld. fig. 5 L0C0026m fig. 6 L0C0047m Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels en de CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe eigenaar. 12

Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep de knop B ingedrukt en draai de baard in de richting van de pijl tot de baard vastklikt. Laat hierna de knop B los. ATTTIE Druk de knop B alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt. fig. 7 Knop Ë dient voor het ontgrendelen van de portieren en de achterklep. Knop Á dient voor het vergrendelen van de portieren en de achterklep. Knop R dient voor het op afstand ontgrendelen van de achterklep. Het lampje C gaat branden als de opdracht naar de ontvanger wordt verzonden. START LAMPJES SLEUTEL MET AFSTANDSBE- DIING fig. 7 De sleutel heeft een metalen baard A en dient voor: het start-/contactslot; de sloten van de portieren; de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde. De knop B dient voor het uitklappen van de metalen baard. Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep de knop B ingedrukt en draai de baard in de richting van de pijl tot de baard vastklikt. Laat hierna de knop B los. ZORG 13

START LAMPJES ZORG Als onbedoeld het vergrendelknopje vanuit het interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat, worden uitsluitend de gebruikte portieren ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het herstellen van de centrale portiervergrendeling moet u de ver-/ontgrendelknopjes opnieuw indrukken. ATTTIE Druk de knop B alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt. Als de portieren worden ontgrendeld, wordt de interieurverlichting een bepaalde tijd ingeschakeld. BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. Portieren en achterklep ontgrendelen Druk kort op de knop Ë: de portieren en de achterklep worden ontgrendeld, de plafondverlichting wordt tijdelijk ingeschakeld en de richtingaanwijzers knipperen twee keer. Als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt, worden de portieren automatisch ontgrendeld. BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. 14

Portieren en achterklep vergrendelen Druk kort op de knop Á: de portieren en de achterklep worden op afstand vergrendeld, de plafondverlichting dooft en de richtingaanwijzers knipperen één keer. BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. Achterklep op afstand ontgrendelen/openen Druk de knop R in om op afstand de achterklep te ontgrendelen (openen). Als de achterklep wordt ontgrendeld, knipperen de richtingaanwijzers twee keer. BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. fig. 8 L0C0050m Lampje op bestuurdersportier fig. 8 Als de portieren worden vergrendeld, gaat het afschriklampje A ongeveer 3 seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie). Als u de portieren wilt vergrendelen en een of meer portieren of de achterklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het lampje en de richtingaanwijzers snel knipperen en wordt de vergrendeling niet uitgevoerd. START LAMPJES ZORG 15

START LAMPJES fig. 9 L0C0051m ZORG Batterij van de sleutel met afstandsbediening vervangen fig. 9 Als u de knopjes van de afstandsbediening indrukt en het lampje F op de sleutel knippert één keer kort, dan moet de batterij worden vervangen door een nieuw exemplaar dat normaal in de handel verkrijgbaar is. Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk: druk op de knop A en klap de metalen baard B uit; draai de schroef C los met een kleine schroevendraaier; trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E; let daarbij goed op de polariteit; plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de schroef C vast. Extra afstandsbedieningen bestellen Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, kunt u zich tot een Lancia-dealer wenden. Neem dan alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en het kentekenbewijs van de auto mee. Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze moeten in een daarvoor bestemde chemobox of afvalbak worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Lancia-dealer. Die zorgt vervolgens voor de afvoer. 16

Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening): Type sleutel Mechanische sleutel Portieren ontgrendelen Sleutel linksom draaien Portieren vergrendelen Sleutel linksom draaien Openen achterklep Sleutel met afstandsbediening Knipperen richtingaanwijzers (alleen met sleutel met afstandsbediening) Lampje bestuurdersportier Sleutel linksom draaien Knop Ë kort indrukken 2 x knipperen Doven bewakingslampje Sleutel linksom draaien Knop Á kort indrukken START LAMPJES ZORG 1 x knipperen 3 Seconden continu branden en vervolgens knipperen bewakingslampje Knop R langer dan 2 seconden indrukken 2 x knipperen Bewakingslampje 17

START LAMPJES ZORG START-/CONTACT- SLOT De sleutel kan in 3 standen worden gedraaid: STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd. Enkele elektrische installaties kunnen werken (bijv. autoradio, elektrische ruitbediening enz.). MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken. AVV: motor starten. Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten. ATTTIE Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij de Lancia-dealer. fig. 12 L0C0054m ATTTIE Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten, om onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen te voorkomen. Vergeet niet de handrem aan te trekken. Schakel de eerste versnelling in als de auto op een helling omhoog staat en de achteruit bij een helling omlaag (gezien vanuit de rijrichting). Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. ATTTIE Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot als de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch. Dit geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept wordt. STUURSLOT Inschakelen Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit het start-/contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt. Uitschakelen Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand MAR draait. 18

INSTRUMT TOERTELLER fig. 13 De toerenteller geeft het toerental per minuut van de motor aan. BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen. Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller onder bepaalde omstandigheden een geleidelijke of herhaalde toerentalstijging aangeven. Dit is een normaal verschijnsel en kan optreden als bijvoorbeeld de airconditioning of de elektroventilateur wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient een geringe toerentalstijging voor het behoud van de lading van de accu. fig. 13 0 BRANDSTOFMETER fig. 14-15 De brandstofmeter geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank aanwezig is. Het waarschuwingslampje K gaat branden als er nog ongeveer 6/7 liter brandstof aanwezig is. Rijd niet met een bijna lege brandstoftank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator beschadigen. BELANGRIJK Als de wijzernaald op 0 staat en het waarschuwingslampje K knippert, dan is er een storing in het systeem. Wendt u in dit geval tot de Lancia-dealer om het systeem te laten controleren. L0C0010m fig. 14 L0C0253m fig. 15 L0C0254m START LAMPJES ZORG 19

Als het waarschuwingslampje u gaat branden en er verschijnt een melding op het multifunctionele display, dan is de koelvloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat geval de motor uit en wendt u tot de Lanciadealer. START LAMPJES ZORG fig. 16 L0C0252m KOELVLOEISTOFTEMPERA- TUURMETER (indien aanwezig) fig. 16 De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50 C. Bij normaal gebruik van de auto kan de wijzernaald op verschillende posities in het bereik staan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto. Als de wijzernaald in het rode gebied komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt u tot de Lancia-dealer. fig. 17 L0C0190m SNELHEIDSMETER fig. 17 Geeft de snelheid van de auto aan. 20

MULTIFUNCTIO- NEEL DISPLAY (indien aanwezig) De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel display dat, afhankelijk van de instelling, nuttige informatie levert aan de gebruiker tijdens de rit. BEGINRM fig. 20 Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven: A Datum B Symbool voor kans op gladheid. C Buitentemperatuur D Weergave CITY-functie (indien ingeschakeld) E Tijd (altijd weergegeven, ook bij uitgenomen contactsleutel en gesloten voorportieren) fig. 20 L0C1158i F Afstand tot volgende servicebeurt G Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld). H Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller) OPMERKING Bij het openen van een voorportier wordt het display verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de kilometer-/mijltotaalteller weergegeven. fig. 21 L0C0225m SKNOPP fig. 21 ö Om in het scherm en de keuzemogelijkheden de volgende optie te selecteren of de weergegeven waarde te verhogen. MODE Kort indrukken voor toegang tot het menu en/of naar het volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Even ingedrukt houden om terug te keren naar het beginscherm. õ Om in het scherm en de keuzemogelijkheden de voorgaande optie te selecteren of de weergegeven waarde te verlagen. OPMERKING Bij de knoppen ö en õhangt de werking van het volgende af: START LAMPJES ZORG 21

START LAMPJES ZORG Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld). als het beginscherm wordt weergegeven, dan kunt u de hoogteverstelling van de koplampen bedienen (zie de paragraaf Koplampen in dit hoofdstuk. Setup-menu binnen het menu kunt u naar de voorgaande of volgende optie in de keuzelijst gaan; tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen. SETUP-MU fig. 22 Het menu bestaat uit een aantal functies dat cyclisch wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen ö en õ worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren. Het setup-menu kan worden geactiveerd door de knop MODE kort in te drukken. Door de knop ö of õ steeds in te drukken, kunt u de lijst van het setup-menu doorlopen. De werking is afhankelijk van het geselecteerde menupunt. OPMERKING Als de auto is uitgerust met het Connect Nav+, kunt u op het display van het instrumentenpaneel uitsluitend de volgende functies regelen/instellen: Verl., Snelh.lim., Sens. licht (indien aanwezig), Buzz. gordels en Airbag pass.. De andere functies worden weergegeven op het display van het Connect Nav+, waarmee deze functies ook kunnen worden geregeld/ingesteld. 22

Een menupunt selecteren als u de knop MODE kort indrukt, kunt u in het menu de instelling selecteren die u wilt wijzigen; met de knop ö of õ (door de knop telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd; als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar het eerder geselecteerde menupunt. Datum en Reg. Klok selecteren: als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling selecteren die u wilt wijzigen (bijv. uren /minuten of jaar /maand /dag); met de knop ö of õ (door de knop telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd; als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling opslaan en tegelijkertijd doorgaan naar het volgende menupunt. Als dit menupunt het laatste is, dan wordt teruggekeerd naar het daarvoor geselecteerde menupunt. Als u de knop MODE even ingedrukt houdt: u verlaat het setup-menu en alleen de al opgeslagen wijzigingen (bevestigd door het kort indrukken van de knop MODE) worden bewaard. Het setup-menu heeft een tijdregeling; als het menu na een bepaalde tijd verdwijnt, worden alleen de door u opgeslagen wijzigingen (bevestigd door het kort indrukken van de knop MODE) bewaard. START LAMPJES ZORG 23

START LAMPJES ZORG 24 Voorbeeld: Italiano Português MODE kort indrukken van de knop õ õ fig. 22 ö õ ö õ Deutsch Français ö AIRBAG PASS. SERVICE VOL. TOETS VOL. BUZZER VERL. MU VERLAT BUZZ. GORDELS (*) (indien aanwezig) ö õ ö õ English Español ö TAAL õ Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MODE drukken. Druk op de knop ö of õ om in het menu te navigeren. Opmerking Als de auto rijdt is om veiligheidsredenen alleen een beperkt menu (instellingen Verlichting en Snelheidslimiet ) toegankelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toegankelijk. Bij uitvoeringen die zijn uitgerust met het Connect Nav+ worden veel functies op het display van het navigatiesysteem weergegeven. ö ö õ õ ö ö SNELH. LIM. TEMP. EH. ö õ õ VERBRUIK ö SS. LICHT TRIPB ö AFST. EH. õ ö õ õ Voorbeeld: Jaar õ ö REG. KLOK MOD. KLOK INSTELL DATUM Dag ö ACHTERKLEP ONAFH. ö VERGR. PORT. õ ö õ ö Maand MODE kort indrukken van toets õ õ L0C2169i (*) Functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem door de Lancia-dealer is uitgeschakeld.

Lichtsterkte interieur regelen (Verl.) (alleen bij ingeschakelde buitenverlichting) Met deze functie kan - bij ingeschakelde buitenverlichting - de lichtsterkte (op 8 niveaus) van het instrumentenpaneel, de bediening van de autoradio en van de automatische klimaatregeling (indien aanwezig) worden geregeld. Ga voor het regelen van de lichtsterkte als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het niveau van de ingestelde gevoeligheid; druk op knop ö of õ om de lichtsterkte in te stellen; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Snelheidslimiet (Snelh. Lim.) Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt overschreden, wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie hoofdstuk Lampjes en berichten ). Ga voor het instellen van de snelheidslimiet als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display verschijnt het opschrift (Snelh. Lim.); druk op knop ö of õ om de snelheidslimiet in te schakelen (On) of uit te schakelen (Off); als de functie al was ingeschakeld (On), kan met de knop ö of õ de gewenste snelheidslimiet worden ingesteld en worden bevestigd door het indrukken van de knop MODE; Opmerking De waarde kan worden ingesteld tussen 30 en 250 km/h of tussen 20 en 155 mph, afhankelijk van de ingestelde eenheid; zie de paragraaf Meeteenheid afstand - die hierna is beschreven. Elke keer als u de knop ö / õ indrukt, wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als u de knop ö / õ ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Ga als volgt te werk als u de instelling wilt annuleren: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On); druk op de knop õ; op het display knippert (Off); druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Gevoeligheid schemersensor instellen (Sens. licht) (indien aanwezig) Met deze functie kan de gevoeligheid van de schemersensor worden ingesteld op 3 niveaus (niveau 1 = minimum niveau, niveau 2 = gemiddeld niveau, niveau 3 = maximum niveau); hoe hoger de gevoeligheid, hoe minder buitenlicht er nodig is om de verlichting in te schakelen. De gevoeligheid is standaard ingesteld op niveau 2.Ga voor de gewenste instelling als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het niveau van de ingestelde gevoeligheid; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. START LAMPJES ZORG 25

START LAMPJES ZORG Trip B (Trip B) Met deze functie kan de weergave van Trip B (dagteller) worden ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off). Zie voor meer informatie de paragraaf Trip computer. Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On) of (Off), afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Klokje instellen (Reg. klok) Met deze functie kunt u het klokje instellen. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de uren ; druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de minuten ; druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren; OPMERKING Elke keer als u de knop ö of õ indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Tijdweergave 12h/24h (Mod. Klok) Met deze functie kan de tijdweergave worden ingesteld op 12h of 24h. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert 12h of 24h, afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Datum instellen (Inst. datum) Met deze functie kan de datum worden ingesteld (jaar - maand - dag). Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het jaar ; druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE; op het display knippert de maand ; 26

druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE; op het display knippert de dag ; druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren. OPMERKING Elke keer als u de knop ö of õ indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Onafhankelijke achterklepontgrendeling (Achterklep Onafh.) Als de functie is ingeschakeld (On), wordt als het commando voor ontgrendeling van de portieren wordt gegeven, de achterklep niet ontgrendeld: de achterklep kan ontgrendeld worden door knop R op de sleutel met afstandsbediening in te drukken. Uitschakelen (Off): de achterklep wordt gelijktijdig met de portieren ontgrendeld. Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van deze functie als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On) of (Off), afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Centrale portiervergrendeling bij rijdende auto (Vergr. deuren) Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portieren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan 20 km/h. Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van deze functie als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On) of (Off), afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Meeteenheid afstand (Afst. Eenh.) Met deze functie kan de meeteenheid van de afstand (km of mijl) worden ingesteld. Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (km) of (mijl), afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. START LAMPJES ZORG 27

START LAMPJES ZORG 28 Meeteenheid verbruik (Verbruik) Met deze functie kan de eenheid van het brandstofverbruik worden ingesteld (km/l, l/100km of mpg). Deze eenheid is gekoppeld aan de geselecteerde eenheid voor de afstand (km of mijl, zie de vorige paragraaf Meeteenheid afstand ). Als de meeteenheid afstand is ingesteld op km, kan de meeteenheid verbruik worden ingesteld op km/l of l/100 km. Als de meeteenheid afstand is ingesteld op mijl, geeft het display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in mpg. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (km/l) of (l/100km), afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Meeteenheid temperatuur (Temp. Eenh.) Met deze functie kan de meeteenheid van de temperatuur ( C of F) worden ingesteld. Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert ( C) of ( F), afhankelijk van de instelling; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Taal instellen (Taal) U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Duits, Engels, Spaans, Frans en Portugees. Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert de ingestelde taal ; druk op de knop ö of õ om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Volumeregeling waarschuwingszoemer (Vol. Buzzer) Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt als er een storing of waarschuwing wordt weergegeven, kan ingesteld worden op 8 niveaus. Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het niveau van het ingestelde volume; druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om

terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Volumeregeling knoppen (Vol. toetsen) Het akoestische signaal, dat klinkt bij het indrukken van de knoppen MODE, ö of õ, kan worden ingesteld op 8 niveaus. Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het niveau van het ingestelde volume; druk op de knop ö of õ om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Herinschakeling buzzer voor melding SBR-systeem (Buzz. gordels) (indien aanwezig) De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem door de Lanciadealer is uitgeschakeld (zie de paragraaf SBR-systeem in het hoofdstuk Veiligheid ). Geprogrammeerd onderhoud (Service) Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers of dagen nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd. Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert de afstand in km of mijl, afhankelijk van de instelling (zie de paragraaf Meeteenheid afstand ); druk op de knop ö of õ voor weergave van het interval in dagen; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm. OPMERKING Het Onderhoudsschema voorziet elke 30.000 km (of het equivalent in mijl) of ieder jaar in een servicebeurt; deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of het equivalent in mijl) of 30 dagen voor de servicebeurt. De weergave wordt elke 200 km (of het equivalent in mijl) of om de drie dagen weergegeven. Onder de 200 km wordt de weergave met kleinere intervallen weergegeven. Zie voor het vervangen van het luchtfilter, de motorolie en het motoroliefilter bij de 1.3 Multijet-uitvoeringen het Onderhoudsschema in het hoofdstuk Onderhoud en zorg. De weergave is afhankelijk van de ingestelde meeteenheid in km of mijl. Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het display het opschrift Service gevolgd door het aantal kilometers/mijlen of dagen dat resteert tot de volgende servicebeurt. De informatie van het Geprogrammeerd onderhoud wordt aangegeven in kilometers (km) of mijlen (mijl) of dagen (dd), afhankelijk van de eerstvolgende servicebeurt. Wendt u tot de Lancia-dealer voor het uitvoeren van de werkzaamheden van het Onderhoudsschema of van het Jaarlijks inspectieschema, en voor het op nul zetten van deze weergave (reset). START LAMPJES ZORG 29

START LAMPJES ZORG 30 Inschakeling/Uitschakeling van de frontairbag aan passagierszijde en de zij-airbag voor de bescherming van borstkas/ bekken (sidebag)(indien aanwezig) (Airbag pass.) Met deze functie kan de airbag aan passagierszijde worden in- en uitgeschakeld. Ga als volgt te werk: druk op de knop MODE en druk, nadat op het display het bericht (Airbag pass. Off) (voor uitschakeling) of het bericht (Airbag pass. On) (voor inschakeling) is verschenen door het indrukken van de knop ö of õ, opnieuw op de knop MODE; op het display verschijnt het bericht om de instelling te bevestigen; selecteer door het indrukken van de knop ö of õ (Ja) (voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om te annuleren); druk kort op de knop MODE; er verschijnt een bevestiging van de gekozen instelling en er wordt teruggekeerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even ingedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder op te slaan. L0C2177i L0C2175i L0C2173i L0C2171i MODE ö ö õ õ MODE ö õ ö õ MODE L0C2170i L0C2178i L0C2175i L0C2174i L0C2172i

Menu verlaten Laatste functie waarmee de instellingen uit het menuscherm worden afgesloten. Druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Als u de knop õ indrukt, wordt teruggekeerd naar het eerste menupunt (Snelh. Lim). TRIP COMPUTER (indien aanwezig) Algemene aanwijzingen Met de Trip computer kan, als de contactsleutel in stand MAR staat, op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto. Deze functie bestaat uit General trip, dat betrekking heeft op de hele rit van de auto, en Trip B, dat betrekking heeft op een deeltraject. Deze laatste functie vormt een onderdeel (zoals is afgebeeld in fig. 24) van het totale traject van de auto. Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset - begin van een nieuwe rit). General Trip geeft informatie over: Autonomie (actieradius) Afgelegde afstand Gemiddeld verbruik Huidig verbruik Gemiddelde snelheid Reistijd. Trip B geeft informatie over: Afgelegde afstand B Gemiddeld verbruik B Gemiddelde snelheid B Reistijd B. OPMERKING De functie Trip B kan worden uitgeschakeld (zie de paragraaf Trip B ). De gegevens Autonomie en Huidig verbruik kunnen niet op nul worden gezet. START LAMPJES ZORG 31

START LAMPJES ZORG Weergegeven gegevens Autonomie (actieradius) Geeft het aantal kilometers aan dat nog gereden kan worden met de brandstof in de brandstoftank, waarbij ervan uit wordt gegaan dat de rijstijl niet verandert. Op het display verschijnt de indicatie - - - - als: de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl) of de brandstofvoorraad minder is dan 4 liter. de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat. Afgelegde afstand Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het begin van een nieuwe rit. Gemiddeld verbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit. Huidig verbruik Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor wordt - - - - op het display weergegeven. Gemiddelde snelheid Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit. Reistijd Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieuwe rit. 32

BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle functies op de Trip computer de aanduiding - - - - in plaats van de waarde. Wanneer de normale werking weer hersteld is, worden de waarden van de gegevens weer op normale wijze weergegeven. De waarden die voor de storing werden weergegeven, worden niet op nul gezet en er wordt geen nieuwe rit begonnen. fig. 23 L0C0027m Bedieningsknop TRIP fig. 23 Met de knop TRIP, aan het uiteinde van de rechter hendel, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toegang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te beginnen: kort indrukken voor weergave van de verschillende gegevens even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset) en het beginnen van een nieuwe rit. Nieuwe rit Begint als een reset is uitgevoerd: handmatig door de gebruiker d.m.v. het indrukken van de betreffende knop; automatisch wanneer de afgelegde afstand de waarde 9.999,9 km bereikt of wanneer de reistijd de waarde 99.59:59 (99 uur en 59 minuten) bereikt; iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest. BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm van General trip wordt weergegeven, dan worden ook de gegevens van Trip B op nul gezet, terwijl bij het op nul zetten van Trip B alleen de gegevens van Trip B op nul worden gezet. START LAMPJES ZORG 33

Procedure voor het begin van een rit Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP drukken. TRIP verlaten De functie TRIP wordt automatisch verlaten, nadat alle grootheden zijn weergegeven of als knop MODE langer dan 2 seconden is ingedrukt. START LAMPJES Reset GERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit TRIP B Reset TRIP B GERAL TRIP TRIP B Reset TRIP B Reset GERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit ZORG fig. 24 Reset TRIP B Einde deeltraject Begin nieuw deeltraject Einde deeltraject Begin nieuw deeltraject Einde deeltraject Begin nieuw deeltraject TRIP B Reset TRIP B Einde deeltraject Begin nieuw deeltraject 34

ZITPLAATS De stoffen bekleding van uw auto is langdurig bestand tegen slijtage die ontstaat bij een normaal gebruik van de auto. Hevig en/of langdurig wrijven met kledingaccessoires zoals metalen gespen, sierknopen en klittenbandsluitingen, moet echter absoluut worden vermeden omdat hierdoor grote druk ontstaat op een bepaalde plek op de bekleding, waardoor deze plek kan slijten en de bekleding beschadigd wordt. Hoogteverstelling (bestuurdersstoel) Beweeg de hendel B herhaaldelijk omhoog of omlaag totdat de gewenste zithoogte is bereikt. BELANGRIJK De hoogte kan alleen worden ingesteld als u op de bestuurdersstoel zit en de auto stilstaat. START LAMPJES VOORSTOEL fig. 25 Rugleuning naar voren klappen Trek voor toegang tot de zitplaatsen achter, aan de handgreep C, zoals op de afbeelding is aangegeven, zodat de rugleuning naar voren klapt. De stoel kan nu naar voren worden geschoven door tegen de rugleuning te duwen (easy entry). Als de rugleuning wordt teruggeklapt, dan schuift de stoel in de oorspronkelijke stand terug (geheugenmechanisme). Controleer of de stoel goed geblokkeerd is door hem naar voren en naar achteren te schuiven. fig. 25 L0C0029m Verstellen in lengterichting Trek de hendel A omhoog en schuif de stoel naar voren of naar achteren: als u rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn en de handen op de stuurwielrand steunen. Controleer of de stoel goed geblokkeerd is door hem naar voren en naar achteren te schuiven. ZORG 35

START LAMPJES Afstelling vanuit het interieur Verstellen in lengterichting Trek de hendel A omhoog, pak het middengedeelte vast en schuif de achterbank voor- of achteruit. Rugleuning verstellen Bij achterbank met ondeelbare rugleuning: trek hendel B omhoog en zet gelijktijdig met de andere hand de rugleuning in de gewenste stand. ZORG fig. 26 Verstellen van de rugleuning fig. 26 Draai de knop D. L0C0030m Lendensteunverstelling (indien aanwezig) fig. 26 Draai de knop E om het steunvlak van de rugleuning aan te passen. ATTTIE Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een stilstaande auto worden uitgevoerd. ATTTIE Laat de hendel los en controleer of de stoel goed geblokkeerd is door deze naar voren en naar achteren te schuiven. Als de zitplaats niet goed geblokkeerd is, kan deze onverwachts verschuiven, waardoor u de controle over de auto kunt verliezen. ATTTIE Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten en de gordel goed laten aansluiten op borst en bekken. VERSCHUIFBARE ACHTER- BANK (indien aanwezig) fig. 27-28 fig. 27 - Uitvoeringen met ondeelbare achterbank L0C0191m 36

ATTTIE Verstel de zitplaatsen alleen als de auto stilstaat. fig. 28 - Uitvoering met in delen neerklapbare achterbank L0C0192m fig. 29 L0C0181m Verstellen vanuit de bagageruimte fig. 29 Verstellen in lengterichting Trek de lip in het midden A omhoog en schuif de achterbank voor- of achteruit. Haak na de afstelling de lip aan het klittenband op de rugleuning van de bank. Rugleuning verstellen / neerklappen Trek aan de lippen aan de zijkant B zoals beschreven in de paragraaf Bagageruimte vergroten in dit hoofdstuk. Controleer na de afstelling of de lippen uit de groeven in de kunststof kappen steken. START LAMPJES ZORG Bij achterbank met deelbare rugleuning: trek hendel B of C omhoog om respectievelijk het rechter of het linker deel van de rugleuning te verstellen. ATTTIE De stand waarbij de rugleuning volledig is neergeklapt, mag uitsluitend bij een stilstaande auto en volledig naar voren geschoven zitplaats worden gebruikt. ATTTIE Laat de hendel los en controleer of de zitplaats goed geblokkeerd is door deze naar voren en naar achteren te schuiven. Als de zitplaats niet goed geblokkeerd is, kan deze onverwachts verschuiven. 37

START LAMPJES steunen indrukken en de hoofdsteunen uittrekken. De auto kan zijn uitgerust met 3 hoofdsteunen achter bij een achterbank met drie zitplaatsen en met twee hoofdsteunen bij een achterbank met 2 zitplaatsen. BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter gebruikt worden, moeten de hoofdsteunen altijd volledig zijn uitgetrokken. ZORG 38 HOOFDSTEUN VOOR fig. 30 Druk voor de hoogteverstelling op knop A en verplaats de hoofdsteun omhoog of omlaag totdat hij hoorbaar vergrendelt. Controleer na het loslaten van de knop of de hoofdsteun vergrendeld is. ATTTIE De hoofdsteunen moeten zo worden ingesteld dat ze het hoofd ondersteunen en niet de nek. Alleen in deze positie bieden de steunen bescherming. ATTTIE Voor een optimale bescherming moet de rugleuning zo zijn ingesteld dat u rechtop zit en dat uw hoofd zich zo dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt. ACHTER (indien aanwezig) fig. 31 Alleen aanwezig op bepaalde uitvoeringen. Om de hoofdsteunen achter te verwijderen, moet u gelijktijdig de knoppen A aan de kant van de twee fig. 30 fig. 31 L0C0031m L0C0057m STUURWIEL Het stuurwiel kan zowel in lengterichting als in hoogte worden versteld. Ga voor het instellen als volgt te werk fig. 32: ontgrendel de hendel door hem naar het stuur te trekken (stand 2); plaats het stuur in de gewenste stand; vergrendel de hendel door deze naar voren te drukken (stand 1). ATTTIE Het is streng verboden om de-/montagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van het systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en voldoet de auto niet meer aan de typegoedkeuring.