RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGEN

Vergelijkbare documenten
Steden, Gemeenten, OCMW's en btw 1

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten


DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

VOORAFGAANDE OPMERKING

Mijn assistent is een zelfstandige. Persoonlijke assistenten die werken als zelfstandige in het kader van PAB.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Horeca sector : btw verplichtingen vanaf 1 januari 2010

Principiële niet-belastingplicht van de openbare besturen...

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Hof van Cassatie van België

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

BTW en Advocaten. 7 onderwerpen (capita selecta) Guido De Wit. 21 Januari 2014

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

Bijlage 1: Schematisch overzicht toepassing van artikel 6 van het Wetboek. Onder bezwarende titel? Neen. Nee. Buiten de werkingssfeer

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters


- Louter toevallige onregelmatigheden: 250 EUR per aangifte. 50 EUR per betaling

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. Btw-verplichtingen voor de verlening van diensten en de verkoop van goederen op afstand *

Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Hof van Cassatie van België

De implementatie van het geregistreerd kassasysteem: definitieve regeling toegelicht in recente beslissing

De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben!

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Circulaire 2019/C/46 FAQ inzake de Btw betreffende praktische toepassingsgevallen van samenwerkingsverbanden in de (para)medische sector

Voor het deel dat niet werd opgenomen in het bedrijfsvermogen heeft hij, op definitieve wijze, geen enkel recht op aftrek.

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

Hof van Cassatie van België

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB

Subsidieregeling abortusklinieken

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Hof van Cassatie van België

Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen

Btw-administratie verduidelijkt btw-positie publiekrechtelijke lichamen in nieuwe circulaire

Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw-Wetboek door de wet van

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Uittreksel uit Belgisch staatsblad dd Verlaging BTW nieuwbouw voor facturen van tot

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Rolnummer Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Wijziging Regeling farmaceutische hulp 1996, Regeling hulpmiddelen 1996 en Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet

VR 2016 DOC.0943/1BIS


Instelling. Onderwerp. Datum

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Hof van Cassatie van België

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013;

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Hof van Cassatie van België

Datum van inontvangstneming : 11/12/2015

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

BTW en grond. Guido De Wit IFA 15 februari BTW en grond. Regeling vóór Grond

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Date de réception : 16/12/2011

Trefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen->

Rolnummer Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

Bijzondere regeling MANIFESTATIES, BEURZEN en MERCHANDISING

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Hof van Cassatie van België

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

van advocaten vanaf 1 januari Een kort overzicht van de het btw-statuut van de advocaat

nationale arbeidsraad

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 februari

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Factureringsregels van toepassing vanaf 1 januari 2013 volgend op de omzetting. in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Transcriptie:

Home > Recente wijzigingen > Beslissing Btw nr. E.T.126.564/2 dd. 23.09.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing Btw nr. E.T.126.564/2 dd. 23.09.2016 Advocaten Rechtsbijstandsverzekeringen Bepaling van de medecontractant RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGEN De administratie heeft de problematiek betreffende de bepaling van de medecontractant in het kader van rechtsbijstandsverzekeringen opnieuw onderzocht. De administratie wijzigt haar standpunt als vermeld in nrs. 140 147 van de Beslissing Btw nr. E.T.126.564 dd.18.07.2014 als volgt. 140. In het kader van de rechtsbijstandsverzekering, waar de vrije keuze van advocaat centraal staat, is de medecontractant van de advocaat (de afnemer van de dienstprestatie) de verzekerde en niet de verzekeraar. De verzekerde is immers de persoon (natuurlijke persoon of rechtspersoon) die de advocaat kiest en heeft aangesteld en die de opdracht tot de advocatenprestatie heeft gegeven (zie circulaire nr. 47/2013, randnr. 135). 141. De eerste zin van de tweede alinea van randnummer 135 van de circulaire nr. 47/2013 luidt als volgt: 'Als een advocaat wordt aangesteld door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon met een rechtsbijstandsverzekering, moet hij zijn factuur opmaken op naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die hem vrij heeft gekozen'. 142. In het geciteerde voorbeeld werd uitgegaan van een relatie met drie actoren, i.e. de advocaat, de verzekerde en de rechtsbijstandsverzekeraar. In de praktijk blijken er echter vaak vier contracterende partijen betrokken te zijn, met name de rechtsbijstandsverzekeraar, de advocaat, een persoon die de rechtsbijstandsverzekering afsluit ten voordele van zijn bestuurders of personeelsleden (vennootschap of werkgever) en tenslotte de betreffende bestuurder, werknemer of andere verzekerde die daadwerkelijk schade lijdt of aansprakelijk wordt gesteld en verzekerd is. 143. De vraag werd aan de administratie voorgelegd of, wanneer de persoon die de rechtsbijstandsverzekering sluit ten voordele van zijn bestuurders of personeelsleden, de factuur door de advocaat mag worden opgemaakt op naam van de eerstgenoemde persoon, wat hem de mogelijkheid zou kunnen bieden de in rekening gebrachte btw geheel of gedeeltelijk af te trekken volgens de normale regels. 144. Overeenkomstig artikel 53, 2 van het Btw Wetboek, is de belastingplichtige die andere leveringen van goederen of diensten verricht dan die welke krachtens artikel 44 zijn vrijgesteld en die hem geen enkel recht op aftrek verlenen, ertoe gehouden een factuur uit te reiken aan zijn medecontractant of ervoor te zorgen dat in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn medecontractant of een derde een factuur wordt uitgereikt. 145. Rekening houdend met de bepalingen inzake het beroepsgeheim van de advocaat en gelet op het arrest van 01.02.2016 van het hof van beroep te Antwerpen (rolnummer 2014/AR/1565) is de administratie van oordeel dat ook in de situatie waarbij de verzekeringsnemer een andere persoon is dan de verzekerde, laatstgenoemde de medecontractant van de advocaat is. 146. De advocaat heeft immers enkel een contractuele band met de/zijn cliënt (de verzekerde) en hij moet dus de cliënt aanspreken in betaling van zijn ereloonstaat. De omstandigheid dat een derde partij de advocaatkosten draagt of moet dragen op grond van een overeenkomst is op zich niet relevant. De verzekerde, en niet de verzekeringsnemer (bijvoorbeeld de persoon die de rechtsbijstandsverzekering afsluit ten voordele van zijn bestuurders of personeelsleden), wordt dan ook beschouwd als de medecontractant van de advocaat. 147. Gelet op de bijzondere omstandigheden aanvaardt de administratie evenwel dat de verzekeringsnemer de door de advocaat aan de verzekerde aangerekende btw volgens de normale regels geheel of gedeeltelijk in aftrek mag brengen voor zover de verzekerde niet de hoedanigheid heeft van belastingplichtige met volledig recht op aftrek. Daartoe zal de verzekerde indien aan deze voorwaarde is voldaan een afschrift van de factuur overhandigen aan de verzekeringsnemer. Om zijn recht op aftrek te kunnen uitoefenen dient de verzekeringsnemer een stuk op te

stellen met verwijzing naar deze beslissing en daaraan het afschrift vast te hechten van de originele factuur gericht aan de verzekerde. In dit stuk moet de volgende vermelding aangebracht worden: 'Recht op aftrek toegestaan aan de verzekeringsnemer. Verzekerde heeft niet de hoedanigheid van belastingplichtige met volledig recht op aftrek. Beslissing E.T.126.564/2 van 23.09.2016'. J. MARCKX Adviseur generaal

Home > Recente wijzigingen > Beslissing Btw nr. E.T.129.926 dd. 19.09.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing Btw nr. E.T.129.926 dd. 19.09.2016 Btw tarief Voorbehoedsmiddelen Anticonceptiemiddelen Condooms Anticonceptiemiddelen en voorbehoedsmiddelen kunnen het verlaagd btw tarief van 6 % genieten indien ze beoogd zijn door rubriek XVII, cijfer 1, a), of cijfer 4, van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20.07.1970 inzake btw tarieven. De administratie heeft vernomen dat er enige onduidelijkheid is over het toe te passen btw tarief op de levering van bepaalde anticonceptie en voorbehoedsmiddelen. Deze beslissing heeft bijgevolg tot doel de bestaande regelgeving betreffende de toepasbare btw tarieven op anticonceptie en voorbehoedsmiddelen te verduidelijken en te bevestigen. Overeenkomstig rubriek XVII, cijfer 1, a), van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20.07.1970 inzake btw tarieven, is elke enkelvoudige of samengestelde substantie bedoeld in artikel 1 van de wet van 25.03.1964 op de geneesmiddelen en geregistreerd als geneesmiddel door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft of waarvoor de vergunning voor het in de handel brengen bedoeld in artikel 1, 1, eerste lid, 1) van het koninklijk besluit van 03.07.1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen ter kennis is gegeven aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, onderworpen aan het verlaagd btw tarief van 6 %. Onderstaande anticonceptiemiddelen zijn, indien ze als geneesmiddel zijn geregistreerd in de zin van voornoemde rubriek XVII, cijfer 1, a), onderworpen aan het btw tarief van 6 %: oraal in te nemen hormoonhoudende anticonceptiemiddelen (de pil); hormoonhoudende anticonceptiemiddelen die worden geïnjecteerd (de prikpil); hormoonhoudende anticonceptiemiddelen die worden geïmplanteerd (het anticonceptiestaafje of hormoonimplantaat); hormoonhoudende anticonceptiemiddelen die op de huid worden aangebracht (de pleisterpil of hormoonpleister); de vaginale hormoonring; intra uterine systemen (anticonceptiemiddelen die in de baarmoeder wordt ingebracht, zoals de hormoonhoudende spiraaltjes); noodanticonceptiemiddelen (de zogenaamde 'morning after' pil). Condooms zijn onderworpen aan het verlaagd btw tarief van 6 % (rubriek XVII, cijfer 4, van tabel A, van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit). Zowel mannen als vrouwencondooms zijn bedoeld. Wanneer een anticonceptie of voorbehoedsmiddel niet wordt beoogd door rubriek XVII, cijfer 1, a), of cijfer 4, voornoemd, is het normaal btw tarief van 21 % van toepassing. Dit is bijvoorbeeld het geval voor baarmoederhalskapjes, pessaria (diafragma) en bepaalde spiraaltjes (bijvoorbeeld het koperspiraaltje). Er wordt in het bijzonder opgemerkt dat anticonceptie en voorbehoedsmiddelen niet beoogd zijn door rubriek XXIII, cijfer 2, van tabel A van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit en dit zelfs als ze worden geïmplanteerd. Het betreft immers geen 'voor het verhelpen of verlichten van gebreken of kwalen dienende apparatuur'.

J. MARCKX Adviseur generaal

Home > Recente wijzigingen > Beslissing Btw nr. E.T.130.608 dd. 23.09.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing Btw nr. E.T.130.608 dd. 23.09.2016 Belastingplicht Lokale dienstencentra Vrijstellingen Instellingen van sociale aard Maatschappelijk werk Deze beslissing voorziet in een administratieve tolerantie met betrekking tot de exploitatie van een drank of eetgelegenheid die voor iedereen toegankelijk is door een lokaal dienstencentrum. 1. INLEIDING Lokale dienstencentra hebben voornamelijk als doel ten behoeve van de lokale gemeenschap informatie en advies te verstrekken, vormings en vrijetijdsactiviteiten te organiseren en zorg op maat aan te bieden in het kader van het sociaal beleid van een gemeente of stad. De activiteiten richten zich in principe tot bijzondere doelgroepen zoals senioren of sociaal zwakkeren. Een lokaal dienstencentrum wordt opgericht door een OCMW (gemeente of stad) of kan erkend worden door de lokale overheid. De vraag wordt gesteld onder welke voorwaarden de uitbating van een drank of eetgelegenheid door een lokaal dienstencentrum wordt beoogd door artikel 44, 2, 2, van het Btw Wetboek. 2. VRIJSTELLING VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK, SOCIALE ZEKERHEID EN BESCHERMING VAN KINDEREN EN JONGEREN In dit kader moet worden onderzocht of de vrijstelling van artikel 44, 2, 2, van het Btw Wetboek kan worden toegepast op de werkzaamheden van lokale dienstencentra. Volgens deze bepaling zijn van de belasting vrijgesteld: 'de diensten en leveringen van goederen die nauw samenhangen met maatschappelijk werk, met sociale zekerheid en met de bescherming van kinderen en jongeren en die worden verricht door publiekrechtelijke lichamen of door andere organisaties die door de bevoegde overheid als instellingen van sociale aard erkend worden'. Met organisaties erkend door de bevoegde overheid worden beoogd: hetzij de instellingen die een formele erkenning genieten, in de gevallen waarin in een formele erkenning door de bevoegde federale, regionale of gewestelijke overheid wordt voorzien; hetzij de instellingen waarvan de diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen worden verricht in overeenstemming met de voor die instellingen geldende reglementering (z. gepubliceerde beslissing nr. E.T.94.156 van 25.07.2005). Een dergelijke erkenning kan bijvoorbeeld blijken uit een beslissing van de gemeentelijke overheid of van de OCMWraad van een gemeente, het feit dat een subsidie wordt toegekend, Rekening houdend met het feit dat lokale dienstencentra er onder meer op gericht zijn de sociale samenhang binnen een stad of een gemeente te bevorderen, gaat de Administratie er gelet op dit uitermate sociaal doel van uit dat de door deze lokale dienstencentra in dit kader verrichte handelingen in beginsel van de belasting over de

toegevoegde waarde zijn vrijgesteld op grond van de bepalingen van artikel 44, 2, 2, van het Btw Wetboek, voor zover voldaan is aan de voorwaarde inzake erkenning. 3. EXPLOITATIE VAN EEN DRANK OF EETGELEGENHEID DIE VOOR IEDEREEN TOEGANKELIJK IS DOOR EEN LOKAAL DIENSTENCENTRUM 3.1. Principe: geen vrijstelling Uit de praktijk is gebleken dat bepaalde lokale dienstencentra onder bezwarende titel, met of zonder winstoogmerk, een drank of eetgelegenheid exploiteren die voor iedereen toegankelijk is. Een dergelijke exploitatie is intrinsiek vreemd aan voornoemde sociale doelstelling zodat de vrijstelling van artikel 44, 2, 2, van het Btw Wetboek niet kan worden toegepast op de omzet die hierdoor wordt gerealiseerd, ongeacht of er hierbij al dan niet sprake is van concurrentieverstoring. 3.2. Administratieve tolerantie voor lokale dienstencentra De administratie gaat er bij wijze van tolerantie evenwel van uit dat de exploitatie van een dergelijke drank of eetgelegenheid door een lokaal dienstencentrum deze sociale doelstelling niet schendt en aldus geen belemmering vormt voor de toepassing van de vrijstelling van voornoemd artikel 44, 2, 2, van het Btw Wetboek wanneer de door het lokaal dienstencentrum gerealiseerde jaarlijkse omzet in het kader van de exploitatie van een dergelijke drank of eetgelegenheid niet meer bedraagt dan 80.000 euro. Deze drempel wordt beoordeeld per vestigingseenheid. Indien dit drempelbedrag in de loop van een kalenderjaar wordt overschreden, zal het betrokken lokaal dienstencentrum gehouden zijn de door hem verrichte handelingen in het kader van de exploitatie van een drankof eetgelegenheid aan de belasting te onderwerpen met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar en dit voor zover betreffende overschrijding niet als toevallig kan worden aangemerkt. De eerste keer dat moet worden nagegaan of het drempelbedrag van 80.000 euro is overschreden, heeft betrekking op de omzet gerealiseerd in het kalenderjaar 2016. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat elke administratieve commentaar (circulaires, beslissingen, antwoorden op parlementaire vragen, ) die strijdig is met de in deze beslissing opgenomen bepalingen wordt opgeheven. Jozef MARCKX Adviseur generaal