Terneuzen Oostelijke Kanaaloever BEHEERSVERORDENING 1 E WIJZIGING

Vergelijkbare documenten
Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Beheersverordening Oostelijke Kanaaloever, 1 ste wijziging, Paragraaf Archeologie

KOEWACHT-OVERSLAG-ZUIDDORPE. 1e wijziging

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Archeologie en cultuurhistorie

Bijlage 7 Model-planregels

Bestemmingsplan Dow /Mosselbanken Paragraaf Archeologie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bestemmingsplan Terneuzen Kennedylaan-West

TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen-midden, 1e wijziging. Verlengde van Steenbergenlaan 18 te Terneuzen. Gemeente Terneuzen

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Bestemmingsplan Archeologie

Terneuzen Oostelijke Kanaaloever BEHEERSVERORDENING 2 E WIJZIGING

VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG

Bestemmingsplan Kom Schore Gemeente Kapelle

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN

Bijlage 2: Bestemmingen

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Evaluatie Archeologiebeleid. Gemeente Dalfsen

Bestemmingsplan 1 e herziening Noorderpolder II Regels, 16 oktober 2009

Heesch - Beellandstraat

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Artikel 5 Bedrijventerrein

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Regels. Artikel 1 In artikel 1 wordt lid 14 vervangen door een nieuw lid 14, luidende:

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Kom Eersel, eerste herziening, wijziging 6

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Waarde Maastrichts erfgoed

Toelichting 3. Regels 9

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Archeologische Quickscan

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

urn i min min uig SC Artikel 21 Waarde - Archeologie 2 de griffier, ivbťnn bij hot besluit ļ \ ;«i i de raad van O /l l ' I

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

o wonen $ max. hoogte D bouwvlak ~ max. goothoogte 1:",,:i:i::iro"1 tuin ~ waarde - archeologie

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Bijlage 3 Voorbeeld planregels

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Toelichting archeologie BP Maasdijk Tuindersweg 38. Aardwetenschappelijke, historische en archeologische gegevens

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

wijzigingsplan Zijldijk 32a

bestemmingsplan Asten Archeologie 2012

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

WIJZIGINGEN ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Nr. Element Werkzaamheden Bestemmingsplan Bestemming Beoordeling

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

The Missing Link Notitie TML263. Ontwerp bestemmingsplan Bedrijventerrein Trade Port Noord Gemeente Venlo, conditie archeologie

Bestemmingsplan Madestein - Vroondaal, 1e herziening. Vastgesteld

1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO bpMaas met de bijbehorende regels.

Buitengebied Doorn Regels. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels. Artikel 8 Kantoor. Plan: Buitengebied Doorn NL.IMRO.1581.bpDOObuitengebied-va02

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

aanlegvergunningenstelsel bestemmingsplan buitengebied Borne

REGELS Inhoudsopgave

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

Artikel 25 Wonen 25.1 Bestemmingsomschrijving 25.2 Bouwregels

Kadastrale kaart met omgevingskaart

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Blad 2. Beoordeling verzoek

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Mariahoeve, 1e herziening (Loolaan)

Inpassingsplan Kantoren Ontwerp

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Purmerweg 35/35a

INPASSINGSPLAN RANDSTAD 380 KV VERBINDING BEVERWIJK - ZOE- TERMEER (BLEISWIJK) INHOUDSOPGAVE

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

4 Archeologisch onderzoek

Inhoudsopgave. Regels 3

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Bestemmingsplan. Veegplan kernen vastgesteld

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Inhoud van de toelichting

Ontwerp Raadsbesluit Ontwerp Verklaring van geen bedenkingen

Quickscan Archeologie

Archeologische waarden Hoogezand-Sappemeer

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

QUICKSCAN NOORDELIJKE RANDWEG ZEVENBERGEN, GEMEENTE MOERDIJK Archeologisch Rapport MEI 2016

Transcriptie:

Terneuzen Oostelijke Kanaaloever BEHEERSVERORDENING 1 E WIJZIGING

Beheersverordening Oostelijke Kanaaloever Terneuzen 1 e wijziging identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0715.BVOKO02-VG99 17-03-2015 concept 09-04-2015 ontwerp projectnummer: 04-06-2015 vastgesteld 0716.00917300 opdrachtleider: ir C.A. Louws

Rho Adviseurs bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rho Adviseurs bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.

3 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding en doel wijziging 7 1.2 Verordeningsgebied 7 Hoofdstuk 2 Toelichting op de aanpassingen 9 2.1 Aanpassingen Handelspoort Zuid 9 2.2 Aanpassing regeling detailhandel 9 2.3 Aanpassing regelingen bouwhoogte 10 2.4 Aanpassing regeling ligplaatsen 10 2.5 Aanpassing regeling archeologie 10 Bijlage bij de toelichting 11 Bijlage 1 Toelichting op het aspect archeologie 13 Regels 15 Hoofdstuk 1 Regels 17 Artikel 1 Bestaande regels van toepassing 17 Artikel 2 Wijziging 'Begrippen' 18 Artikel 3 Wijziging 'Bedrijventerrein - A' 19 Artikel 4 Wijziging 'Bedrijventerrein - B' 20 Artikel 5 Wijziging 'Verkeer' 21 Artikel 6 Wijziging 'Water - Haven' 22 Artikel 7 Wijziging in verband met aanpassing regeling archeologie 23 Artikel 8 Aanvulling Bijlage 1 bestaande bedrijfswoningen 32 Artikel 9 Toevoeging Bijlage 6 Vrijstellingenkaart Terneuzen 33 Artikel 10 Slotregel 34 Bijlage bij de regels 1e wijziging 35 Bijlage 1 'Bijlage 6 Vrijstellingenkaart Terneuzen' 37 Vaststellingsbesluit 39 Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

4 Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

toelichting

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijziging Door de gemeenteraad Terneuzen is op 26 juni 2013 de beheersverordening 'Oostelijke Kanaaloever' vastgesteld. Bij het gebruik van de beheersverordening in de praktijk is gebleken dat deze op een aantal punten aanpassing behoeft. Daarnaast wordt in deze 1e wijziging het gebied verkleind waarvoor een regeling geldt ter bescherming van archeologische waarden in de bodem en wordt de regeling zelf ook op een onderdeel aangepast. Tot slot wordt in deze wijzing een omissie in een bouwregel gecorrigeerd. 1.2 Verordeningsgebied In deze eerste wijziging van de Beheersverordening 'Oostelijke Kanaaloever' is de kaart bij de verordening integraal vervangen. Hiermee is voor de gebruiker direct duidelijk wat ter plaatse is geregeld. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

8 Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

9 Hoofdstuk 2 Toelichting op de aanpassingen 2.1 Aanpassingen Handelspoort Zuid Bedrijfsmogelijkheden Informaticastraat/Guido Gezellestraat In 2003 is een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO gevoerd ten behoeve van Handelspoort Zuid. De vrijstelling had betrekking op het gebied dat ligt parallel aan de N61 en een strook grond parallel aan de Informaticastraat/Guido Gezellestraat. Op beide stroken zouden bedrijven mogelijk moeten zijn van categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zich mogen vestigen. Voor de strook grond parallel aan de Informaticastraat/Guido Gezellestraat heeft tot op heden alleen Woongoed Zeeuws-Vlaanderen hiervan gebruik gemaakt. Hierdoor resteert hier een uit te geven gebied voor bedrijven van ongeveer 7.000 m 2. De strook parallel aan de Informaticastraat/Guido Gezellestraat heeft in de vastgestelde beheersverordening Oostelijke Kanaaloever echter per abuis het Besluitvlak 'Groen' gekregen. Dit is in onderhavige 1 e wijziging van de beheersverordening hersteld. Het gebied is nu voorzien van het Besluitvlak Bedrijventerrein - A (BT-A) en het besluitsubvlak 'Bedrijventerrein - A van categorie 1-3.1': (bt-a=1-3.1). Door het op deze locatie medewerking verlenen aan een bedrijventerreintje kan, afhankelijk van de uitstraling, een mooi overloopgebiedje ontstaan richting de woonwijk St. Annapolder. Vastleggen rooilijn Uit ruimtelijk-stedenbouwkundig oogpunt is het niet gewenst om op de percelen die liggen op het bedrijventerrein Handelspoort Zuid en langs de N61 vóór de bestaande gebouwen te bouwen. Dit is in deze 1 e wijziging van de beheersverordening geregeld in de bouwregels van het besluitvlak 'Bedrijventerrein - B'. 2.2 Aanpassing regeling detailhandel In het gebied Handelspoort, dat in de geldende beheersverordening is voorzien van het Besluitvlak Bedrijventerrein - A, zijn in de huidige situatie verschillende autobedrijven gevestigd. Omdat het gaat om bestaande bedrijven is deze vorm van volumineuze detailhandel volgens de beheersverordening zonder meer toegestaan. Het bedrijventerrein Handelspoort is echter een bedrijventerrein waar ook andere nieuwe zogenoemde ABC-bedrijven (auto's, boten, caravans) zich zouden moeten kunnen vestigen. Er is ook een initiatief hiervoor. Om de vestiging weer mogelijk te maken, is in deze 1 e wijziging van de beheersverordening voor nagenoeg het gehele bedrijventerrein (namelijk vrijwel het gehele gebied dat is voorzien van het Besluitvlak Bedrijventerrein - A) het besluitsubvlak 'detailhandel volumineus' opgenomen en is in artikel 4, lid 4.2. van de regels een sublid 4.2.2. opgenomen. In het plangebied kan alleen volumineuze detailhandel worden toegestaan en geen andere vormen van detailhandel. Om deze reden is de begripsbepaling detailhandel in volumineuze goederen aangepast en is in artikel 5 Bedrijventerrein - B de vestiging beperkt tot alleen detailhandel in volumineuze goederen. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

10 2.3 Aanpassing regelingen bouwhoogte In artikel 5 Bedrijventerrein - B, lid 5.3.1. van de verordening is bepaald dat de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan (..) 4 m meer dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte. Bedoeld werd echter '4 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte'. In deze 1e wijziging is dit aangepast. Daarnaast zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in artikel 16 Verkeer, lid 16.3, sublid 16.3.1. a. Onder a stond 'gebouwen, nutsvoorzieningen', maar bedoeld was dat alleen gebouwen voor nutsvoorzieningen kunnen worden gebouwd. Dit is gecorrigeerd. b. De bepaling onder b inzake de bouwhoogte van gebouwen wordt introkken omdat de hoogte van de gebouwen voor nutsvoorzieningen al is geregeld in de laatste bepaling van het betreffende sublid. c. Aan lid c is een hoogteregeling opgenomen voor reclamemasten, een niet ongebruikelijk bouwwerk op een bedrijventerrein 2.4 Aanpassing regeling ligplaatsen In de verordening is het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart in zijkanaal A vastgelegd op ten hoogste 18. Deze bepaling is bij nader inzien niet nodig en niet meer gewenst. Bovendien stemt de regeling niet overeen met de werkelijkheid. In deze 1e wijziging van de verordening is daarom de betreffende bepaling (in artikel 19.2.2 onder a) geschrapt. 2.5 Aanpassing regeling archeologie In de geldende beheersverordening is een omvangrijke archeologische aanduiding opgenomen in de vorm van een besluitvlak 'Waarde - Archeologie'. Uit het archeologisch onderzoek dat nadien (in 2014) voor de gehele gemeente is uitgevoerd (bekend onder ' Verruiming vrijstellingsdiepte gemeente Terneuzen') is gebleken dat voor een groot deel van het gebied geen bodemlagen aanwezig zijn waarin archeologische waarden worden verwacht. Het gemeentebestuur acht het gewenst dat de regeling in de ruimtelijke plannen, waaronder voorliggende beheersverordening, wordt afgestemd op de werkelijke archeologische verwachtingswaarden. Hiermee wordt zo veel mogelijk voorkomen dat de archeologische regeling een belemmering vormt bij vestiging van nieuwe bedrijven of uitbreiding van bestaande bedrijven. In bijlage 1 van deze toelichting is een uitgebreide archeologieparagraaf opgenomen. Hieruit blijkt onder andere dat voor het kanaal van Gent naar Terneuzen en de haveninsteken geen archeologische bescherming meer nodig is. Voor een heel klein deel langs de Hoofdweg/Communicatielaan kan worden uitgegaan van een lagere verwachtingswaarde. Nabij de kruising van de Rooseveltlaan en de Mr. F.J. Haarmanweg, waar het verdronken dorp Hugersluis was gelegen, is sprake van een relatief hogere verwachtingswaarde. In deze 1 e wijziging van de beheersverordening zijn het Besluitvlak Waarde - Archeologie en de daarbij behorende regels gesplitst in 3 besluitvlakken (Waarde - Archeologie -1, Waarde - Archeologie -2 en Waarde - Archeologie -3). Het onderscheid is de oppervlakte waaronder in geval van (bouw)werkzaamheden geen of wel archeologisch onderzoek nodig is: 100 m 2, 500 m 2 of 1.000 m 2. In de aangepaste regeling is een koppeling gelegd met de Vrijstellingenkaart Terneuzen (behorende bij het nieuwe beleid 'Verruiming vrijstellingsdiepte gemeente Terneuzen'). Het oppervlaktecriterium wordt dus geregeld met de verschillende besluitvlakken en het dieptecriterium dus met de vrijstellingenkaart, waarvan een fragment is opgenomen in de bijlage bij de regels van onderhavige 1 e wijziging. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

bijlage bij de toelichting

13 Bijlage 1 Toelichting op het aspect archeologie Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

14 Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

Beheersverordening Oostelijke Kanaaloever, 1 ste wijziging, Paragraaf Archeologie Beleid archeologie Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld (zie http://www.terneuzen.nl/onze_organisatie/beleid_verordeningen/beleid). De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke plannen. In een cyclus van 10 jaar zullen alle ruimtelijke plannen aangepast worden, waarbij archeologie in de plannen zal worden ingebracht of geactualiseerd aan de hand van het dan geldende beleid. Als vangnet fungeert de Erfgoedverordening Terneuzen 2011. Deze verordening is geactualiseerd en is in samenhang met het archeologiebeleid opnieuw vastgesteld. In lijn met de intentie van de wetgever wordt een algemene vrijstelling voor archeologie verleend tot 100 m 2 voor de zogenaamde kruimelgevallen. De achterliggende gedachte van het archeologiebeleid is het in beeld brengen van de gebieden in de gemeente Terneuzen met een archeologische verwachtingswaarde. Deze verwachtingswaarde kan per gebied en per geologische laag verschillen. De insteek is daarbij soepel waar het kan en streng waar nodig. Voor een aantal gebieden is de huidige kennis ontoereikend. Deze leemten worden in de toekomst ingevuld. Aan de hand van de archeologische verwachtingswaarde wordt per deelgebied een grens gesteld waarboven archeologisch onderzoek verplicht is en waaronder vrijstelling wordt verleend. Een en ander is uitgewerkt in een stroomschema in bijlage 1 van De onderste steen boven? Interim-beleid archeologie gemeente Terneuzen. Wanneer archeologisch onderzoek verplicht is, dient de archeologische monumentenzorg cyclus (AMZ-cyclus) te worden doorlopen. Deze cyclus is er op gericht om te beoordelen of verdergaand onderzoek of behoud noodzakelijk is. Voor de uitvoering en de beoordeling van de onderzoeken wordt aangesloten bij de landelijke en provinciale regelgeving. Door deze cyclus op een goede manier te doorlopen kan een gedegen afweging gemaakt worden waar behoud ter plaatse (in situ) of een opgraving (ex situ) noodzakelijk is of achterwege kan blijven. Procedure Procedures bij de advisering in het kader van ruimtelijke plannen en de toetsing van volgens de gemeentelijke Erfgoedverordening vergunningspichtige gevallen, zullen gebaseerd zijn op een door de gemeente uit te voeren toets. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan beheersverordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen, bodemsanering en civiele werken. De verantwoording voor het aanvragen van (archeologie)vergunningen en het naleven daarvan ligt bij de initiatiefnemer, dat kan ook de gemeente zijn. Daarnaast heeft de gemeente een toetsende en handhavende rol. De toetsingscriteria Om inzicht te krijgen in de archeologische verwachtingswaarde van een gebied of locatie dient aan vijf criteria te worden getoetst. Daarnaast dient de vrijstellingenkaart archeologie van de gemeente geraadpleegd te worden. 1. De Archeologische Monumentenkaart (AMK). Deze kaart geeft de wettelijk beschermde archeologische monumenten weer, waarvoor het Rijk bevoegd gezag is. In onze gemeente zijn dat restanten van kastelen in Axel en Zaamslag (Torenberg). Daarnaast bevat de kaart de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) gewaardeerde gebieden met een (hoge) archeologische waarde. Dit betreft vele oude dorps- en stadskernen zoals Axel, de oude kern van Terneuzen en Zaamslag. 2. De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Deze kaart geeft de trefkans weer op het aantreffen van archeologische vindplaatsen binnen de bovenste 1,20 meter van de bodem. Deze kaart is gebaseerd op de Geomorfologische en Geologische kaart van Nederland. Bij een hoge trefkans wordt aangesloten bij de wettelijke vrijstelling van 100 m 2. Voor een middelhoge trefkans kan een ruimere norm gelden. Deze wordt arbitrair vastgelegd op 500 m 2. 3. Archis (Archeologisch Informatie Systeem). Dit is de landelijke database waarin alle (recent uitgevoerde) archeologische onderzoeken en vondsten worden opgeslagen. Deze database geeft een indicatie van de vondsten die gedaan zijn. Veel of belangrijke vondsten kunnen een hogere archeologische verwachtingswaarde geven aan een gebied. 4. Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA). In dit archief berusten de verslagen van alle in het verleden in Zeeland uitgevoerde archeologische onderzoeken, gegevens over losse vondsten en dergelijke. Dit archief geeft een indicatie van de vondsten die in het verleden gedaan zijn. Veel of belangrijke vondsten kunnen een hogere archeologische verwachtingswaarde geven aan een gebied. In de praktijk wordt de toets op Archis en ZAA gecombineerd, of in het kader van het bureauonderzoek uitgevoerd. 1

5. De bodemopbouw. Aan de hand van de Geologische kaart van Nederland kan nagegaan worden welke geologische, voor de archeologie relevante, bodemlagen aanwezig zijn. o Pleistoceen dekzand: vanaf de Steentijd o Hollandveen: vanaf de IJzertijd en Romeinse tijd o Duinkerke II, inclusief oudere afzettingen van Duinkerke : vanaf de middeleeuwen o Duinkerke IIIa/b: vanaf de Nieuwe Tijd In de loop van 2014 werd door de gemeente de vrijstellingenkaart opgesteld. Op deze kaart is aangegeven waar en met welke diepte de vrijstellingsdiepte verruimd kan worden. In voorliggende beheersverordening werd deze systematiek reeds toegepast. Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel van de ruimtelijke planvorming. Sinds het in werking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) op 1 september 2007 dienen alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen voorzien te zijn van een archeologische paragraaf, waarin is opgenomen hoe wordt omgegaan met bekende en te verwachten archeologische waarden. Korte historie Plangebied Oostelijke Kanaaloever Het plangebied omvat het Kanaal van Gent naar Terneuzen vanaf het sluizencomplex in het noorden tot aan de Koegorspolder in het zuiden van het plangebied (zie Afbeelding 1, rood omlijnd). Ter plaatse van de toekomstige Sluiskiltunnel geldt het Bestemmingsplan Sluiskiltunnel N62 en valt deze zone buiten de grenzen van voorliggende beheersverordening. Binnen het plangebied ligt het kanaal, de sluizencomplexen, de oostelijke havens met industrieterreinen. Het gebied ten westen van de F.J. Haarmanweg is grotendeels opgehoogd in het verleden (zie Afbeelding 7, groene zone). De bedrijventerreinen gelegen in het oosten van het plangebied zijn ook opgehoogd (zie Afbeelding 7, oranje zone). Voor de uitbreiding van de haven - West buitenhaven is een deel van de oorspronkelijke Nieuw Neuzenpolder vergraven voor de aanleg van deze nieuwe haven. Het Kanaal van Gent naar Terneuzen is gegraven In 1823 nam koning Willem I het besluit om de Sassevaart te verlengen naar Terneuzen. Het traject liep van Gent naar Sas van Gent, voornamelijk in de oude bedding van de Sassevaart. Van Sas van Gent naar Terneuzen liep de vaart door een schorrengebied (De Braeckmaninham, Sassegat en Axelse Gat). In Terneuzen werden twee sluizen gebouwd. In 1827 werd het kanaal geopend. Vanaf 1870 werd het kanaal van Gent naar Terneuzen verdiept en verbreed aan Vlaamse zijde en in 1881 werd begonnen met de verbreding en verdieping van het kanaal in Nederland. In Sas van Gent werd een derde kanaalarm gegraven met een nieuwe sluis, die werd afgewerkt op 1 september 1885. Het kanaal was op dat moment 6,50 meter diep, 17 meter breed op de bodem en 68 meter breed aan de waterspiegel. In het Nederlands-Belgisch traktaat van 20 juni 1960 werden opnieuw afspraken gemaakt ten aanzien van verbreding en verdieping van het kanaal. Een deel van het dorp Sluiskil zou hierbij plaatsmaken voor het kanaal. In 1963 werden twee nieuwe sluizen in Terneuzen gegraven; één voor de binnenvaart en één voor de zeevaart. De oude sluis bij Sas van Gent werd gedempt en maakte plaats voor de oprit van de nieuwe brug en het Keizer Karelplein. Op 19 december 1968 werd het vernieuwde kanaal in gebruik genomen. Op 19 maart 2012 ondertekenden Nederland en Vlaanderen een akkoord over een nieuwe grote zeesluis bij Terneuzen. Door de aanleg van deze grote zeesluis wordt de haven van Gent bereikbaar voor de grootste zeeschepen. De sluis wordt namelijk 427 meter lang en 55 meter breed. De sluis zal rond 2021 gereed moeten zijn 1. Binnen het plangebied zijn resten terug te vinden vanaf de Steentijd. Deze resten bevinden zich doorgaans op de pleistocene dekzandruggen die gevormd zijn in het Weichselien. Het landschap binnen het plangebied kenmerkt zich als zijnde grotendeels een oud verdronken landschap waar de invloed van de zee merkbaar parten heeft gespeeld in de geschiedenis. Er werden hier in het verleden restanten van een groot oerbos uit de Late prehistorie aangetroffen bij het verbreden van het kanaal. Er is binnen het plangebied tevens sprake van een zeer goed bewaard middeleeuws landschap waarin verdronken dorpen gelegen zijn. Het landschap wordt doorsneden door oudere en meer recente krekenstelsels die op hun beurt een deel van het oudere landschap hebben weggevaagd. Binnen het plangebied betreft dit het 1 w w w.w ikipedia.nl 2

verdronken dorp Hughersluis. Dit plaatsje, gelegen ten zuiden van het huidige stadscentrum van Terneuzen wordt in 1291 vermeld als één van de kleinste steden. Het was dus een stad met een eigen schepenbank. De stichter was Hugo van Steenland, die een sluis liet bouwen ten westen van de Blide waar om heen het stadje ontwikkelde. In 1236 wordt de sluis reeds vermeld. Het stadje was een echte handelsplaats. In 1385 werd het stadje platgebrand door de Fransen, die in conflict waren met Gent. Hugersluis overleefde alles maar het betekende wel een einde van haar bloeiperiode omdat de marktfunctie reeds overgenomen was door andere plaatsen. In 1434 besloot Filips de Goede dat de stad weer moest floreren en zo gebeurde het. Echter in 1488 kreeg het zwaar te verduren tijdens de stormvloed en in 1492 verging het. Het stadje was gelegen aan de Hogendijk, de westelijke dijk van de Blide, die nu nog goed zichtbaar is in de topografie van het plangebied. Dit is één van de oudste dijken in de gemeente Terneuzen. De Blide loopt verder naar het zuiden en is ook bekend op oude kaarten en archiefstukken onder de namen de Gentse Vaart en Axelse Vaart. Uitkomsten archeologische toets Binnen de grenzen van de beheersverordening Oostelijke Kanaaloever bevinden zich volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) geen terreinen met een vastgestelde archeologische waarde. Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is het plangebied gelegen in een zone die wordt gekenmerkt door een lage en zeer lage archeologische trefkans op het aantreffen van archeologische waarden. In Archis 2, de nationale database voor vindplaatsen in Nederland, worden binnen het plangebied vier waarnemingen vermeld (zie Afbeelding 1, blauwe stippen). Waarnemingsnummer 45093 betreft een losse vondst van een Romeinse scherf (ca. 2 de- 3 de eeuw na Christus) in het veen en Waarnemingsnummer 45094 is een melding van een stenen bijl uit de Nieuwe Steentijd die bij het graven van de sluis in 1903 zou zijn gevonden (zie Afbeelding 2). Waarnemingsnummer 2112 betreft de vondst van grondsporen uit de Nieuwe tijd. De coördinaten van deze waarneming zijn echter maar nauwkeurig op 1 kilometer. Waarnemingsnummer 411031 betreft de vondst van resten van het oerbos. Hierin werden geen archeologische vondsten gedaan. Net buiten het plangebied zijn nog een aantal waarnemingen gelegen. Waarnemingsnummer 37789 betreft de resten van schans Zevenaar uit de Tachtigjarige Oorlog. De resten bevinden zich buiten het plangebied. In kader van het onderzoek naar de Sluiskiltunnel werden vuurstenen vondsten en verbrand bot en houtskool aangetroffen bij het vooronderzoek in de top van het dekzand. Dit betreffen Waarnemingsnummers 426937 en 438318. Bij de definitieve onderzoeken werd weliswaar een intact landschap aangetroffen maar vindplaatsen werden niet ontdekt. Ten oosten van het plangebied ligt een vindplaats betreffende het verdronken dorp Triniteit. Het dorp was er reeds in de 13 e eeuw. De polder Triniteit werd drooggelegd met geld van Maria van Artois die er een hospitaal en kerk liet bouwen. In 1574 werd het katholieke dorp verwoest door de Watergeuzen. In 1582 bestond het nog en werd het protestants van leer. Maar in 1584 al ging het ten onder door overstromingen. De begraafplaats bleef echter in gebruik tot 1850. Tijdens graafwerkzaamheden komen soms skeletten aan het licht (Afbeelding 1, Waarnemingsnummer 52292 en paarse vlek Triniteit). In het oostelijk deel van het plangebied is het verdronken stadje Hugersluis gelegen (paarse cirkel Hugersluis). De locatie is in Gottschalk niet goed weergegeven en de ligging is op basis van kennis binnen de gemeente Terneuzen op de juiste locatie geprojecteerd op Afbeelding 1. Er heeft in het (recent) verleden veel archeologisch onderzoek plaatsgevonden binnen het plangebied en net daarbuiten. In de wijdere omgeving werd in 1996 archeologisch onderzoek uitgevoerd in kader van ruimtelijke ontwikkelingen (Schute, I.A.1997. Landinrichtingsgebieden Hoek en Philippine. Archeologische inventarisatie en advieskaart (RAAP-rapport 235). Onderzoeksmeldingsnummer 60412 betreft het onderzoek naar de verruiming van vrijstellingsdiepten in de gemeente Terneuzen. Het resultaat is weergegeven in Afbeelding 7 en van toepassing op het plangebied. 3

Afbeelding 1. Kaart met daarop alle archeologische waarden. Het plangebied is roodomlijnd. Onderzoeksmeldingsnummer 57851 in het noorden van het plangebied.betreft een Bureauonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het rijksinpassingsplan De Grote Zeesluis. 4

In het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) te Middelburg zijn geen aanvullende archeologische gegevens bekend. Afbeelding 2. Vondst van een stenen bijl uit het Neolithicum (Archis-Waarnemingsnummer 45094). De vondst werd aangetroffen binnen het plangebied bij het graven van de sluiswerken in 1903. In deze beheersverordening zijn niet alle vondsten die in het plangebied gevonden zijn, opgenomen. Er w erd een studie en analyse gemaakt van alle archeologische w aarden en vondsten die op de IKAW, AMK, Archis2, het Zeeuw s Archeologisch Archief (ZAA) en uit de literatuur bekend zijn. Deze w aarden zijn omgezet in zones Waarde-Archeologie die op de plankaart w eergegeven zijn. De toekenning van w aarden is in grote lijnen niet gebaseerd op de IKAW omdat deze voor het grondgebied van de gemeente Terneuzen niet toereikend is. De IKAW brengt de w aarden in kaart tot een diepte van 1.20 meter beneden maaiveld. Het landschap in de gemeente is een gestapeld landschap. Dat betekent dat op een diepte beneden 1.20 meter beneden maaiveld intacte bodemlagen aanw ezig kunnen zijn (zoals het Hollandveen en pleistoceen dekzand) die archeologische w aarden kunnen bevatten. Om die reden is voor het toekennen van w aarden uitgegaan van de Geologische Kaart van Nederland en is de kaart verder verfijnd met archeologische informatie uit ARCHIS (AMK, w aarnemingen, onderzoeksmeldingen) en het ZAA. Door de bekende vindplaatsen individueel te beoordelen op hun w aarde voor een planologische bescherming, w ordt een selectie gemaakt voor opname op de plankaart. De op de plankaart (Afbeelding 6, rode zone) geselecteerde vindplaats komt in aanmerking voor nader archeologisch onderzoek ten einde tot een w aardering te komen en verdient om die reden een planologische bescherming. Indien echter uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat een vindplaats niet behoudensw aardig is, kan deze altijd afgevoerd w orden, zoals ook een al gew aardeerde (behoudensw aardige) vindplaats afgevoerd kan w orden zodra deze is opgegraven en dus ex situ w ordt behouden. Hierbij dient vermeld te w orden dat van rijksw ege beschermde archeologische monumenten niet op de plankaart zijn opgenomen omdat deze reeds beschermd zijn. Voor deze beheersverordening is dat niet aan de orde omdat geen beschermde monumenten in het plangebied gelegen zijn. Afbeelding 3 (pagina 6). Ligging van de zone waarbinnen resten kunnen voorkomen van het verdronken stadje Hugersluis (vindplaats). Deze zone is op de plankaart opgenomen als Waarde-Archeologie 1 (Afbeelding 6). (De)selectiecriteria archeologische vindplaatsen 5

De toekenning van een zone of terrein tot archeologische vindplaats en de begrenzing ervan is tot stand gekomen op basis van de volgende criteria: De selectie van vindplaatsen is tot stand gekomen vanuit de volgende selectiecriteria: Waarnemingen en vondstmeldingen met een datering tot 1950 opgenomen in Archis2 (en ZAA) tot 22 april 2014; Waarnemingen en vondstmeldingen, w aarvan daadw erkelijk archeologisch vondstmateriaal bekend is of w aarvan de locatie van de vindplaats bekend is; Waarnemingen en vondstmeldingen gelegen buiten terreinen van archeologische w aarde op de AMK en stads- en dorpskernen conform het onderhavige archeologiebeleid; Waarnemingen en vondstmeldingen die cultuurhistorische elementen betreffen en door eventuele bodemverstoring bedreigd kunnen w orden. Hiervoor geldt dat vestingw erken voor zover deze niet jonger zijn dan 1650 als vindplaats in aanmerking komen. Dit zelfde geldt indien de vestingw erken jonger zijn maar teruggaan op een ouder vestingw erk dat dateert van voor 1650; Waarnemingen en vondstmeldingen die geen losse vondsten, oppervlaktevondsten of metaaldetectorvondsten betreffen, tenzij sprake is van een vondstcluster; Waarnemingen en vondstmeldingen resulterend uit archeologisch onderzoek die (deels) in situ behouden zijn gebleven; Waarnemingen en vondstmeldingen die niet (deels) verstoord zijn. De geselecteerde vindplaatsen w orden begrensd met een straal van 25, 50, 100 of 200 meter (of anders indien dit uit onderzoeksresultaten/rapportage blijkt) afhankelijk van de aard van de vindplaats. Dit is bijvoorbeeld het geval w anneer sprake is van een cluster van w aarnemingen die toegeschreven kan w orden aan een vindplaats ter plaatse. De motivatie van de begrenzing hangt samen met het complextype en is voor deze gevallen opgenomen in de catalogus. Het resultaat van de analyse van w aarnemingen en vondstmeldingen betreft één bekende vindplaats, het verdronken stadje Hugersluis.(zie Afbeelding 3). 6

In de afzettingen van Duinkerke II kunnen vindplaatsen voorkomen uit de late middeleeuwen zoals de verdronken dorpen. Deze kleiige afzetting is grotendeels goed afgedekt door afzettingen van Duinkerke III. Onder de afzettingen van Duinkerke komt, met uitzonderling van het Kanaal en de gele zone in het zuidoosten, het veen voor. Op plaatsen waar het veen intact is (buiten de geulen), kunnen resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd worden aangetroffen. Onder het (restant van) het veenpakket ligt het pleistocene dekzand. Zoals ook op andere plaatsen in de gemeente Terneuzen kunnen op en in de top van het pleistocene dekzand vondsten uit het vroeg-neolithicum/ mesolithicum en laat-paleolithicum worden gedaan. Door de afdekking met veen en de geleidelijke vernatting van het prehistorische landschap, kunnen eventuele vindplaatsen gaaf zijn bewaard en kan de conservering van resten zeer goed zijn. Het veenpakket kan sterk in dikte verschillen van plaats tot plaats. Op de overgang van het veen naar het dekzand komen in het plangebied de restanten van een prehistorisch oerbos voor dat zich uitstrekt ver buiten het plangebied. De archeologische w aarden in het plangebied zijn ter plaatse van de Duinkerke III afzettingen verstoord door verspoeling van de afzettingen die daar eerst gelegen w aren. In het overige deel van het plangebied met uitzondering van de zone met Code DPO3b kunnen archeologische w aarden in het middeleeuw s kleipakket voorkomen. In dit kleipakket is het verdronken stadje Hugersluis gelegen (zie Afbeelding 3, Vindplaats). Voor het plangebied geldt tevens dat ter plaatse van de Duinkerke III afzettingen archeologische w aarden volledig verstoord zullen zijn door verspoeling van de afzettingen die daar eerst gelegen w aren. Daarna w erd het terrein opgehoogd en w erd het in gebruik genomen als industrieterrein. De kans op het voorkomen van archeologische w aarden is om deze reden vrijw el nihil. Op basis van luchtfoto-onderzoek zijn binnen het plangebied geen aanwijzingen aangetroffen die wijzen op het voorkomen van archeologische vindplaatsen in de ondergrond. Op Afbeelding 5 is goed te zien dat het plangebied voor een groot deel bestaat uit het Kanaal van Gent naar Terneuzen, havens, industrieterreinen en infrastructuur om het gebied te ontsluiten. In het zuiden van het plangebied ligt de Koegorspolder. Afbeelding 4 (pagina 8). Ligging van het plangebied op een uitsnede van de Geologische kaart van Nederland (Van Rummelen 1977). In het grootste deel van het plangebied komen Duinkerke IIIbafzettingen op oudere afzettingen van Duinkerke IIIa op Duinkerke II, op Hollandveen op Pleistoceen (olijfgroene gebied (code Fo.3 b ) met wybertjes) voor. In het noordelijk deel van het plangebied ligt een groene zone met code DO.3b betreffende kreekafzettingen van Duinkerke IIIb. In het noorden ligt een zone met Duinkerke II afzettingen op Hollandveen op Pleistoceen dekzand (code FO.2). In het zuidelijk deel komen afzettingen van Duinkerke IIIa voor op afzettingen van DII (Code DO3a met wybertjes). In het oostelijk deel komen afzettingen van Duinkerke IIIa op Oudere afzettingen van Duinkerke op DII op Hollandveen op Pleistoceen (Code FO3a). In het uiterste zuiden van het oostelijk deel komt een kleine zone voor met Code DPO3b. Hier komen afzettingen van Duinkerke IIIb voor op zwak geërodeerd Pleistoceen dekzand. Het Kanaal is op deze Kaart weergegeven maar niet uitgesneden als water. 7

8

Afbeelding 5. Het plangebied (zwart omlijnd) geprojecteerd op een recente luchtfoto. Met uitzondering van het zuidelijk deel van het plangebied is de kanaalzone grotendeels bebouwd, opgehoogd en ingericht met industrieterreinen, havengebied en infrastructuur. 9

De kwaliteit van het bodemarchief van de beheersverordening Oostelijke Kanaaloever Volgens de archeologische toets uit het interim-beleid archeologie van de gemeente Terneuzen zou een ondergrens gelden van 100 m 2. Hiervan wordt beargumenteerd afgeweken in bepaalde zones. Over de conservering van eventueel aanwezige archeologische resten is niets bekend. Wel kan worden aangenomen dat in zuurstofarme contexten zoals in het Hollandveen en goed afgedekte bodemlagen in de klei vondsten goed bewaard gebleven zullen zijn. Uitkomsten archeologische toets beheersverordening Oostelijke Kanaaloever Conform het beleid is het stroomdiagram gevolgd: Afwijkingen beschrijven en deze motiveren. Op basis van een combinatie van de bekende archeologische gegevens en analyse van bodemkundige gegevens en luchtfoto s, zijn drie verschillende waarden archeologie toegekend binnen de grenzen van de beheersverordening, met bijbehorende onderzoeksverplichtingen of vrijstellingen. 1. Archeologie Waarde-1. 2. Archeologie Waarde-2. 3. Archeologie Waarde-3. In 2014 heeft de gemeente Terneuzen een vrijstellingenkaart Archeologie samengesteld met daarop aangegeven in w elke zones binnen de gemeente Terneuzen een vrijstelling geldt van 0,50 meter (conform gemeentelijk archeologiebeleid) en in w elke zones een ruimere vrijstelling in de diepte geldt (zie Afbeelding 7). Binnen het plangebied komt een grote zone voor w aar Waarde-Archeologie 2 geldt maar w aar op de vrijstellingenkaart een vrijst elling in de diepte geldt van 3,00 meter mv (groene zone) en een zone w aar een vrijstelling in de diepte geldt van 1,5 0 meter mv (oranje zone). Onderzoeksverplichtingen/ vrijstellingen Voor de gebieden met een Waarde Archeologie-1 geldt een onderzoeksplicht bij een te verstoren oppervlak >100 m², mits de bodemingrepen dieper reiken dan de vrijstellingsdiepte. Voor de gebieden met een Waarde Archeologie-2 geldt een onderzoeksplicht bij een te verstoren oppervlak >500 m², mits de bodemingrepen dieper reiken dan de vrijstellingsdiepte. Voor de gebieden met een Waarde Archeologie-3 geldt een onderzoeksplicht bij een te verstoren oppervlak >1000 m², mits de bodemingrepen dieper reiken dan de vrijstellingsdiepte. Behalve door nieuwbouwprojecten, kunnen ook bij rioleringswerken en andere civieltechnische bodemingrepen de archeologische resten verstoord worden. Ondanks een geldende vrijstelling van onderzoeksplicht en het feit dat de reguliere archeologische monumentenzorg cyclus (AMZ-cyclus) vaak lastig kan worden doorlopen bij kleinere civiele werkzaamheden, geldt dat ook bij kleine bodemingrepen men er op alert moet zijn dat waardevolle resten tevoorschijn kunnen komen. Door gelegenheid te bieden waarnemingen te verrichten kan in de meeste gevallen zonder al te veel oponthoud of hoge kosten nog waardevolle informatie worden vastgelegd. Bij bodemverstoringen waarvoor vrijstellingen gelden, kunnen desondanks archeologische sporen en vondsten gedaan worden. Voor dergelijke vondsten bestaat de wettelijke meldingsplicht ex. artikel 53 van de Monumentenwet. Deze paragraaf archeologie is tot stand gekomen door medewerking van de gemeente Terneuzen. Een nadere specificering van de verschillende archeologische waardezones tot een gedetailleerde archeologische waardenkaart is nog niet mogelijk, omdat de gegevens daarvoor vooralsnog ontbreken. Zo is nog niet voldoende bekend waar vanaf welke diepte bodemlagen en archeologische waarden daadwerkelijk aanwezig zijn. Door gericht archeologisch onderzoek vanuit specifieke vraagstellingen zal de waarde van de zonering duidelijker worden, alsook het belang van een goede planologische bescherming. 10

Het plangebied bestaat uit veel infrastructurele w erken zoals het kanaal, de sluizencomplexen, de w egen, de bedrijventerreinen. Deze w erken zullen op de ondergrond verstoring met zich meegebracht hebben. In het geval van het kanaal zelf is de ondergrond volledig verstoord en is er geen verw achting op archeologische w aarden. In het overig deel van het plangebied, met uitzondering van de geulafzettingen van Duinkerke III, zal de mate van verstoring door deze w erken tot uiting komen bij het bureauonderzoek in kader van een vergunningaanvraag. Afbeelding 6. (pagina 12). Kaart met daarop de zones waarin archeologische waarden aanwezig kunnen zijn en de daarbij behorende vrijstellingsoppervlakten. In de rode zone geldt een vrijstellingsoppervlakte van 100 m2. In de oranje zone is dat 500 m2 en de gele zone 1.000 m2. Het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de havens bevatten geen archeologische waarden meer. Hier zijn de waarden volledig verstoord door het kanaal. 11

12

Afbeelding 7. Uitsnede van de vrijstellingenkaart archeologie in diepte gemeente Terneuzen. (Bron: Kerckhaert, 2014, Bijlage 10). Literatuurlijst 13

Boer, E.A.M., de, 2013. Terneuzen. Plangebied De Grote Zeesluis. Archeologisch Bureauonderzoek. BAAC-V.0172, s-hertogenbosch. Brijker, J.M., Bos, J.A.A., Gerrets, D.A., Opbroek, M. 2013 Tunnel door verdronken landschappen; Kanaalkruising Sluiskil. Zone 3; Terneuzen. Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van zeefvakken., in: ADC-rapport 3445 Decavele, J., Herdt, Rene de, 1976. - Gent op de wateren en naar de zee. Antwerpen. Decavele, J.,1977. Hondervijftig jaar Kanaal Gent-Terneuzen. Gent. Empel M. van, Pieters H. Zeeland door de eeuwen heen. Eerste deel, Middelburg 1935. Tweede deel, Middelburg 1959. Gottschalk, M.K.E.-De oudste kartografische weergave van een deel van Zeeuwsch VIaanderen. AZG, 1948. Gottschalk, M.K.E., 1971-1977. Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland. Drie delen, voor 1400, 1400-1600, 1600-1700. Assen/Amsterdam. Gottschalk, M.K.E., 1983. Historische geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen. Deel 1. Tot de Sint- Eiisabethsvloed van 1404. 2e druk Dieren. Gottschalk, M.K.E., 1983. Historische geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen. Deel 2. Van het begin der 15e eeuw tot de inundaties tijdens de tachtigjarige oorlog. 2e druk Dieren,. Gottschalk, M.K. E., 1984. De Vier Ambachten en het Land van Saaftinge in de Middeleeuwen. Een historisch-geografisch onderzoek betreffende Oost-Zeeuws-Vlaanderen c.a. Assen. Gottschalk, M.K.E., Unger, W.S., 1950. De oudste kaarten der waterwegen tussen Brabant, Vlaanderen en Zeeland. TKNAG, 2e reeks, LXVII. Hamelink, E. 2002. Verdronken dorpen op het grondgebied van de gemeente Terneuzen. Jongepier, J., 1995. Zeeland in de Prehistorie. Provincie Zeeland. Kerckhaert, K.J.R., 2014. Handleiding Vrijstellingenkaart archeologie Gemeente Terneuzen. Kruijf T. de e.a., 2004. Atlas van historische vestingwerken in Nederland Zeeland. Utrecht. Kuipers, J.J.B. & R.J. Swiers, 2005. Het verhaal van Zeeland, Hilversum. Kuipers, J.J.B. et al..,2004. Sluimerend in slik. Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Lases, W.B.P.M. en A.M.J. de Kraker. 2009. 'De Westerschelde, natuurlijk? Verdieping van en ontpoldering langs de Westerschelde in historisch perspectief geplaatst', Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 18(12-2009) 2, 25-39. Louwe Kooijmans, L.P., P.W. van den Broeke, H. Fokkens & A. van Gijn (red.). 2005. Nederland in de Prehistorie. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam. Munaut A.V.- Etude paléo-écologique d'un gisement tourbeux situé à Terneuzen (Pays Bas). In: Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, jaargang 17, 1967, p: 7-27. Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten, - Jaarboeken, diverse jaargangen. Hulst, 1929- heden. Platteeuw, J. 1967. Hoek en Omgeving van vroeger tot nu. Hoek I Kloosterzande. Rummelen F.F.F.E. van,1977. Toelichtingen bij de geologische kaart van Nederland 1:50.000 Bladen Zeeuwsch-Vlaanderen West en Oost. Tweede druk, Haarlem. Stulp, B., 2011. Verdwenen dorpen in Nederland. Deel 5. Zeeland, Alkmaar. Verhulst, A I Gottschalk, M.K.E., 1980. Transgressies en occupatiegeschiedenis in de kustgebieden van Nederland en België. Gent. 14

Visser, N.J.G. de, & R. Emaus, 2014. Project Leemten in Kennis. Gemeente Terneuzen. Buitengebied en Bedrijventerreinen. ARTEFACT! RAPPORT 26 (in voorbereiding). Wesseling, J., 1958. De geschiedenis van Terneuzen. Terneuzen. Wilderom, M.H. Tussen Afsluitdammen en Deltadijken, 4, Zeeuwsch Vlaanderen. Vlissingen, 1973. Websites www.terneuzen.nl www.zeeland.nl/chs Actueel Hoogtebestand Nederland, www.ahn.nl Centraal Archeologisch Archief CAA, via Archis2: www.archis2.archis.nl Centraal Monumenten Archief CMA, via Archis2: www.archis2.archis.nl Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) via Geoloket Provincie Zeeland: zldags.zeeland.nl/geo/ Historische luchtfoto s via Geoloket Provincie Zeeland: zldags.zeeland.nl/geo/ Oude kaarten via Het Geheugen van Nederland: www.geheugenvannederland.nl Info en oude kaarten via wikipedia: www.wikipedia.nl Oude kaarten via WatWasWaar: www.watwaswaar.nl Oude kaarten via Zeeuws Archief: www.zeeuwsarchief.nl Topografische Dienst 2014 via: www.kadaster.nl 15

regels

17 Hoofdstuk 1 Regels Artikel 1 Bestaande regels van toepassing De regels die deel uitmaken van de beheersverordening Oostelijke Kanaaloever zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie GML-bestanden NL.IMRO.0715.BVOKO-VG99 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) zijn, onverkort van toepassing met inachtneming van de wijzigingen die zijn aangegeven in Artikel 2 Wijziging 'Begrippen', Artikel 3 Wijziging 'Bedrijventerrein - A', Artikel 4 Wijziging 'Bedrijventerrein - B', Artikel 5 Wijziging 'Verkeer', Artikel 6 Wijziging 'Water - Haven' en Artikel 7 Wijziging in verband met aanpassing regeling archeologie. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

18 Artikel 2 Wijziging 'Begrippen' 2.1 Wijziging begripsbepaling 'verordening' Van artikel 1 Begrippen worden de leden 1.1. en 1.31 ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt: "1.1 verordening de Beheersverordening Oostelijke Kanaaloever van de gemeente Terneuzen overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in de GML-bestanden NL.IMRO.0715.BVOKO-VG99 en NL.IMRO.0715.BVOKO02-VG99 met bijbehorende bestanden." '1.31 detailhandel in volumineuze goederen a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen.' 2.2 Intrekking begripsbepaling 'grootschalige detailhandel' De begripsbepaling 'grootschalige detailhandel (lid 1.38 ) wordt ingetrokken. 2.3 Toevoeging begrippen Aan artikel 1 Begrippen worden vier nieuwe begrippen toegevoegd, luidende als volgt: 1.38 opgraving De ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA). 1.70 archeologisch onderzoek Onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en dat uitgevoerd volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). 1.71 archeologische waarde De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten. 1.72 deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het bevoegd gezag aangewezen deskundige op het gebied van archeologie. 1.73 vrijstellingsdiepte de in 'Bijlage 6 Vrijstellingenkaart Terneuzen', de voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

19 Artikel 3 Wijziging 'Bedrijventerrein - A' De wijziging onder a is toegelicht in paragraaf 2.1 en de wijziging onder b in paragraaf 2.2. a. Aan artikel 4.2.1 onder a wordt een nieuwe bepaling toegevoegd, luidende als volgt: '4. ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijventerrein - A van categorie 1-3.1': bedrijven uit categorie 1 tot en met categorie 3.1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein;' b. Aan artikel 4 Bedrijventerrein - A, lid 4.2. wordt een sublid 4.2.2 toegevoegd, luidende als volgt: '4.2.2 Besluitsubvlak 'detailhandel volumineus' In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor: a. ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijventerrein - A van categorie 2': bedrijven uit categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'; b. ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijventerrein - A van categorie 2-3.1': bedrijven uit categorie 2 tot en met categorie 3.1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'; c. ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijventerrein - A van categorie 2-3.2': bedrijven uit categorie 2 tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'; d. detailhandel in volumineuze goederen; e. bij deze functie behorende voorzieningen, zoals: 1. nutsvoorzieningen; 2. geluidwerende voorzieningen; 3. groenvoorzieningen; 4. ontsluitingswegen; 5. parkeervoorzieningen; 6. spoor- en railverbindingen; 7. water en waterhuishoudkundige voorzieningen. met dien verstande dat niet zijn toegestaan: 1. bedrijfswoningen; 2. risicovolle inrichtingen; 3. kwetsbare objecten met uitzondering van bestaande kwetsbare objecten; 4. Wgh-inrichtingen.' Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

20 Artikel 4 Wijziging 'Bedrijventerrein - B' De wijziging onder a is toegelicht in paragraaf 2.2 onder c in paragraaf 2.3. de wijziging onder b in paragraaf 2.1 en de wijziging a. Van artikel 5 Bedrijventerrein - B, lid 5.2, sublid 5.2.2. onder b wordt de zinsnede 'en grootschalige detailhandel' ingetrokken. b. Van artikel 5 Bedrijventerrein - B, lid 5.3. sublid 5.3.1 wordt de bepaling onder d ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt: 'd. ter plaatse van de volgende aanduidingen geldt het volgende: 1. Op het voorerf zijn geen aan-, uit-, en bijgebouwen en overkappingen toegestaan. 2. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'gebouwen en overkappingen uitgesloten' zijn vóór de bestaande gebouwen geen gebouwen en overkappingen toegestaan.' c. Van artikel 5 Bedrijventerrein - B, lid 5.3, sublid 5.3.1 onder f sub 1 wordt het woord 'bouwhoogte' ingetrokken. In plaats daarvan wordt het woord 'goothoogte' vastgesteld. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

21 Artikel 5 Wijziging 'Verkeer' Deze wijziging is toegelicht in paragraaf 2.3 Van artikel 16 Verkeer, lid 16.3 wordt sublid 16.3.1. als volgt gewijzigd: a. In de aanhef wordt de komma tussen 'gebouwen, nutsvoorzieningen' vervangen door 'voor'. b. De bepaling onder a wordt ingetrokken. c. Van de bepaling onder c wordt de zinsnede 'licht- en vlaggenmasten' gewijzigd in 'licht-, reclame en vlaggenmasten'. d. De bepalingen b tot en met e worden vernummerd in a tot en met d. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

22 Artikel 6 Wijziging 'Water - Haven' Deze wijziging is toegelicht in paragraaf 2.4 Van artikel 19 Water - Haven, lid 19.2, sublid 19.2.2. wordt de bepaling onder a ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt: 'a. uitsluitend ter plaatse van het besluitsubvlak 'ligplaats' zijn ligplaatsen voor de beroeps- en pleziervaart toegestaan;' Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

23 Artikel 7 Wijziging in verband met aanpassing regeling archeologie Deze wijziging is toegelicht in paragraaf 2.5 De artikelen 23 Waarde - Beschermde Dijken tot en met 29 Slotregel worden vernummerd in 25 tot en met 30 waarbij ook de onderlinge verwijzingen worden aangepast. 7.1 Aanpassing artikel 22 Waarde - Archeologie Artikel 22 Waarde - Archeologie wordt ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt: Artikel 22 Waarde - Archeologie - 1 22.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. De in het besluitvlak Waarde - Archeologie - 1 gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik. b. Bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie. 22.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK 22.2.1 Besluitvlak Waarde - Archeologie De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende besluitvlakken, mede aangewezen voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. 22.3 Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN In aanvulling op het bepaalde in lid 22.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen waarbij de volgende bepalingen gelden. 22.3.1 Bouwwerken ten behoeve van het besluitvlak a. Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het besluitvlak worden gebouwd. b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3,5 m. 22.3.2 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van overige aldaar geldende besluit(sub)vlakken a. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende besluit(sub)vlakken mag niet worden gebouwd, indien het te verstoren oppervlak van het plangebied groter is dan 100 m² en waarbij bovendien grond-of graafwerkzaamheden dieper gaan dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 22.4 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN 22.4.1 Algemene afwijking Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder sublid 22.3.2. onder a ten behoeve van het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 100 m² en dieper dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veilig gesteld. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241

24 22.4.2 Voorwaarden voor omgevingsvergunning Indien uit het in sublid 22.4.1. genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties. 22.4.3. Advies Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 22.4.1 vraagt het bevoegd gezag aan de archeologische deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven. 22.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.5.1 Omgevingsvergunningsvereiste Het is verboden op of in de gronden met het besluitvlak Waarde - Archeologie - 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 sub b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage; b. het ophogen van de bodem met meer dan 2 m en waartoe ook wordt gerekend het aanleggen van tijdelijke gronddepots; c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer bedraagt dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld; e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld; f. het verlagen of het verhogen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld. 22.5.2 Uitzonderingsregel Het in artikel 22.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 100 m²; b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Rho adviseurs voor leefruimte 0715.00919241