Antonio Barbaro Lance Corporal C/90149 23rd Field Company, Royal Canadian Engineers Antonio George John Barbaro werd geboren op 19 juli 1923 in 84 Norman Street, Ottawa. Zijn ouders Catherine en Pasquale Barbaro waren Italiaanse emigranten, die elkaar in Canada hadden ontmoet. Tony zoals hij werd genoemd, was de jongste in het gezin van zeven jongens en een meisje. De Barbaro broers vonden het prachtig hun moeder te vermaken met verkleedpartijen en grappen in de enorme woonkeuken die het centrum was van alle activiteiten en gezelligheid. Iedereen in de familie was gek op de Benjamin van het gezin. Hij studeerde aan de Ottawa Technical High School en blonk daar uit in basketbal, voetbal en ijshockey. Tony was zeer artistiek, sportief en muzikaal, hij speelde trompet in een band. Geliefd bij zijn vrienden en populair bij de meisjes met zijn prachtig krullend haar. Als hij bij zijn broer Mike op bezoek was reed hij graag op diens motor. Hij verwijst daar naar in een brief die hij op 14 maart 1944 vanuit Europa naar zijn broer stuurde. Fragment brief die hij aan broer Mike schreef Tony was gek op motorrijden!
Na het beëindigen van zijn studie nam hij op 3 augustus 1942 dienst bij het Canadese leger en werd ingedeeld bij de 9th Field Company van Royal Canadian Engineers (RCE). Bij het invullen van de legerdocumenten schreef hij onder ambitie : tekenaar/ontwerper. Net als de meeste van de genierekruten zou hij als sappeur worden opgeleid. Binnen een paar dagen werd hij overgeplaatst naar de 23rd Field Company en begon zijn training in Canada. Zijn vader Pasquale vocht vier jaar in het buitenland tijdens WWI. Ook Tony s broers waren hem al voorgegaan: Frank werkte in het Militair Hospitaal in Regina, William was korporaal bij het Corps of Military Staff Clerks (CMSC) in Ottawa en broer Sam diende als sergeant ook bij het CMSC, eerst in Canada en later in Londen, UK. Broer Willie en Tony tussenin zijn ouders William (Willie) en Frank Op 16 juli 1943 werd de 23rd Field Company, RCE ingescheept naar het Verenigd Koninkrijk. In Engeland vervolgden zij hun opleiding en verdere training in de aanloop naar hun inzet bij de invasie van Europa. Tijdens een verlof zocht Tony zijn broer Sam op in Londen. Don en Win, Sam s kinderen in Tony s armen Tony met hond
Op 6 juli 1944 werd hij bevorderd tot soldaat 1 e klas (Lance Corporal). De volgende dag worden de genisten verscheept naar Normandië. Hun eerste taak was het puinruimen op de wegen in Caen. Later sloegen ze op meerdere plaatsen Baileybruggen waaronder die over de rivier de Orne. Nadat ze verder door Frankrijk waren opgerukt, trokken ze door België op naar Nederland en kwamen aan in Nijmegen. Nadat Operatie Market Garden was mislukt werden op 25 september de Canadese en Britse genisten ingezet om de ingesloten luchtlandingseenheden in Oosterbeek te evacueren naar de zuidelijke oever van de Neder-Rijn. Deze operatie kreeg de codenaam: Operatie Berlin. De Canadese genisten waren, anders dan de Britse genisten, uitgerust met stormboten met buitenboordmotoren; daardoor waren zij in staat om het grootste aantal soldaten in veiligheid te brengen. Onder leiding van majoor Michael Tucker hebben de mannen een enorme prestatie geleverd. Onder constant vijandelijk vuur, in het pikkedonker en in de stromende regen voeren zij keer op keer naar de overkant. Uiteindelijk waren er aan het eind van de nacht 2.400 uitgeputte militairen gered. Bij de 23rd Field Coy vielen er zeven doden, een zware slag voor dit hechte team! Na deze operatie schreef majoor Tucker eind 1944 in de Montreal Gazette dat twee van zijn mannen zich opvallend moedig hadden gedragen. De ene was Lance Corporal Antonio Barbaro, de andere was Sapper Raymond Lebouthillier uit Ste Bernadette, Quebec. De commandant van de 23rd Field Company, majoor M. L. Tucker werd na de oorlog voor deze opmerkelijke prestatie onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Eind 1944 werden in de aanloop naar het Rijnland offensief bruggen geslagen om grote aantallen troepen en materieel naar de overkant van de rivier de Maas te kunnen verplaatsen. Direct na de jaarwisseling was het diezelfde 23rd Field Company die in Mook meewerkte aan de bouw van de Walsh Bridge, een grote baileybrug op de pijlers van de eerder door de Duitsers opgeblazen spoorbrug.
Vernielde spoorbrug over de rivier de Maas bij Mook Foto s: 23rd FC Engineer John Schaupmyer Op 15 februari om half tien s morgens stapte Tony Barbaro met twee andere genisten voor werkzaamheden aan de brug in een motorbootje. Na zware sneeuwval in januari was de waterstand van de rivier door het smeltwater extreem hoog. Een eind uit de kant werd hun boot door de zeer sterke stroming van dat moment lek geslagen tegen een pijler. Lance Corporal Barbaro gaf de twee zwemvesten die in de boot waren aan zijn kameraden en zei dat hij zou proberen het zonder zwemvest te redden. Helaas kon hij het gevecht met het wilde water niet winnen en hij verdronk, slechts 22 jaar oud. Zijn broer Sam kreeg in Londen het hartverscheurende bericht binnen. Op 22 februari 1945 ontving zijn moeder een brief van de legerpredikant, kapitein. J.M. Mongion. Zijn lichaam werd pas twee maanden later geborgen en begraven op de tijdelijke begraafplaats bij de baileybrug in Mook. In 1946 is hij herbegraven op de Canadese Begraafplaats in Groesbeek graf III. D. 10. Op 18 september 2014 is er een monument opgericht voor Lance Corporal Barbaro, vlak bij de locatie waar hij verdronk: http://nl.tracesofwar.com/artikel/72863/monument-l-cpl-antonio-barbaro.htm Verslag over Antonio Barbaro s leven opgeschreven door Alice van Bekkum. Informatie en foto s van Win MacKenzie (geboren Barbaro) en Deb Robinson (geboren Barbaro) dochters van Tony s broer Sam. Documenten: Library and Archives Canada.
Graf van Antonio Barbaro na het allereerste bezoek van zijn familie