condizionale 7 Condizionale presente 138 Welke werkwoordsvormen staan in de condizionale presente? Welke in de futuro semplice? Zet de vormen van de condizionale presente in de juiste kolom van het schema en geef aan om welke persoon het gaat. reagiresti sentireste metterebbe succederanno venderò usciremmo risponderai preferirei suonerete cambierebbero scriveresti riceverei scriveremo porteremmo capirebbe venderemmo visiterebbe ballerò leggerete guarderei abiteremo mangerebbero leggereste piaceranno a) werkwoorden op -are b) werkwoorden op -ere c) werkwoorden op -ire 139 Schrijf de juiste vormen van de gegeven werkwoorden in de condizionale presente op. a) dare (io) b) dire (tu) c) stare (lui) d) essere (noi) e) fare (voi) f) avere (loro) Ragazzi/Ragazze wordt niet alleen gebruikt in de betekenis van jongens/meisjes. Het is ook een informele aanspreekvorm, wanneer men zich wendt tot een groep gelijkgezinden. 78
condizionale Condizionale presente 7 140 Maak van de lettergrepen werkwoordsvormen die bij de gegeven werkwoorden horen. Zet het persoonlijk voornaamwoord bij elke vorm. gioc- ve- rim- comin- vi- pa- sa- sar- -vrei -arrebbe -ei -cerebbero -gheremmo -dresti -hereste -presti a) giocare: b) essere: c) pagare: d) vivere: giochereste (voi) e) sapere: f) rimanere: g) vedere: h) cominciare: 141 Maak de zinnen beleefder. Gebruik daarvoor de condizionale presente. a) Mi puoi passare il pane? b) Ragazzi, ci potete fare un favore? c) Hai voglia di uscire stasera? d) Ti consiglio di andare dal medico. e) Mi aiuti a organizzare la festa? f) Ti va di fare una passeggiata? Mi potresti passare il pane? Gereserveerdheid en beleefdheid worden in Italië zeer gewaardeerd. Het gebruik van de presente zonder toevoeging van alstublieft/alsjeblieft (per favore of per piacere) bij het uitdrukken van een mening, verzoek of voorstel kan men beter vermijden. De volgende zinnen laten zien hoe de beleefdheid per zin toeneemt: Mi passi il pane, per favore? (Geef je me het brood even aan, alsjeblieft?), Mi puoi passare il pane, per favore? (Kun je me het brood aangeven, alsjeblieft?), Mi potresti passare il pane, per favore? (Zou je me het brood kunnen aangeven, alsjeblieft?) 79
condizionale Condizionale passato 142 Bij de volgende wensen moeten de werkwoorden nog in de juiste vorm van de condizionale presente gezet worden. a) Io e Stefano (fare) volentieri un viaggio all estero. b) A Elsa (piacere) riprendere lo studio del francese. c) Franco (imparare) volentieri a suonare il pianoforte. d) Io e Nora (venire) volentieri con voi in Inghilterra. e) Nadia e Simone (volere) abitare in centro. f) Andrea (cambiare) volentieri lavoro. g) Io (desiderare) avere più tempo libero. Condizionale passato 143 Wie kan wat gezegd hebben? Vijf zinnen kunnen twee keer ingedeeld worden. A b c d a) Avrei lavorato di meno. b) Avremmo ascoltato la radio. c) Saremmo uscite presto. d) Avremmo guardato la tivù. e) Mi sarei alzata presto. f) Sarei andata dal medico. g) Non sarei uscito. h) Avrei letto il giornale. i) Saremmo tornati tardi. j) Ti avrei ascoltato. 80
condizionale Condizionale passato 7 144 Wat zijn de onvervulde wensen van deze personen? Vul de zinnen aan met de juiste vorm van de condizionale passato. a) A me sarebbe piaciuto fare il medico. b) Mia sorella lavorat volentieri alcuni anni all estero. c) Io e mia moglie rimast volentieri a Pisa. d) Mio figlio volut imparare il russo. e) Mio padre preferit andare in pensione più tardi. f) A mia madre piaciut avere almeno quattro figli. g) Noi comprat volentieri una casa in montagna. h) I nonni preferit rimanere nella loro casa in campagna. i) Mia zia desiderat laurearsi. 145 Carlo en Giulia zijn gescheiden. Wat hadden ze anders kunnen doen? Zet de woorden in de juiste volgorde en vervoeg het werkwoord. a) me sposarsi Secondo non dovere b) lasciare Io da Carlo tempo c) mettersi non Io mai donna una come Giulia con d) separarmi io Prima di andare uno da psicologo di coppia 81
gebiedende wijs 8 Bevestigende gebiedende wijs 146 Wordt de persoon met je (tu) of u (Lei) aangesproken? Schrijf het juiste persoonlijk voornaamwoord en het bijbehorende werkwoord op. a) Scusa! tu, scusare i) Rispondi, per favore! b) Entri pure! c) Tenga pure! d) Senta! e) Apri pure! f) Vieni qua! g) Lasci stare! h) Rilassati! j) Stai tranquilla! k) Venga avanti! l) Si calmi! m) Tieni questo! n) Prenda un tè! o) Adesso però studia! p) Mi creda! 147 U zegt u tegen uw gesprekspartner. Onderstreep welke werkwoordsvorm u gebruikt bij uw dringende verzoeken. a) Sta /Stia/Stiate calmo! b) Dica/Di /Dite la verità! c) Abbi/Avete/Abbia pazienza! d) Sappiate/Sappi/Sappia che è vero! e) Faccia/Fa /Fai pure! f) Va /Vada/Vai piano! g) Lo date/da /dia a me! h) Sia/Siate/Sii ragionevole! De werkwoordsvormen sta, fa, va en da zijn verkorte vormen van de gebiedende wijs voor de 2e persoon enkelvoud (tu). Daarnaast zijn er de vormen stai, fai, vai en dai. Deze zijn gelijk aan de werkwoordsvormen van dezelfde persoon in de presente. 82
gebiedende wijs Ontkennende gebiedende wijs 8 148 De volgende verzoeken zijn gericht aan meerdere personen. Vul de zinnen aan met de juiste werkwoordsvorm. a) Emma, Rita, adesso (studiare)! b) Ragazzi, (scusare) se vi disturbo! c) Maria, Laura, (avere) pazienza! d) Ragazze, (essere) contente di poter fare una pausa! e) Signori, (sapere) che non mi offendo facilmente. f) Marco, Alessia, (cercare) di non arrivare in ritardo! Voor opdrachten, verzoeken, uitnodigingen en vragen die gericht zijn aan meerdere personen wordt de 2e persoon meervoud (voi) gebruikt. De vorm van de gebiedende wijs is gelijk aan die van de presente, behalve bij avere (abbiate!), essere (siate!) en sapere (sappiate!). Ook de 1e persoon meervoud heeft een gebiedende wijs, bijvoorbeeld Andiamo! (Laten we gaan!). Ontkennende gebiedende wijs 149 Herschrijf de verzoeken in de u-vorm. a) Non aspettare più di mezz ora! b) Non venire, per favore! c) Non dimenticare niente! d) Non fare tante storie! e) Non dire niente! f) Non mangiare tanto! g) Non uscire, per piacere! 83
gebiedende wijs Gebiedende wijs met voornaamwoorden 150 Vul de verzoeken aan met de vertaling van de woorden tussen haakjes. Alle verzoeken hebben betrekking op meerdere personen! a) (vergeet niet) di scrivere agli zii! b) (laten we niet blijven) troppo a lungo al sole! c) (kom niet) a casa troppo tardi! d) (drink niet) tanto vino! e) (laten we niet slapen) tutta la mattina! f) (rook niet) tanto! g) (laten we niet gaan) in vacanza in agosto! h) (eet niet) troppa cioccolata! Gebiedende wijs met voornaamwoorden 151 In de woordenslang staan vormen van de gebiedende wijs. Schrijf ze bij de juiste persoon op. Let op de persoonlijke voornaamwoorden. aspettamiloprendaciaiutilicompridimmeloscrivicila controllidammelimiascoltiaccomodatimuovitisirilassi scrivimelolaprenotiringrazialilospengacivadaprendine a) TU: b) LEI: 84
gebiedende wijs Gebiedende wijs met voornaamwoorden 8 152 Vul de zinnen aan met de juiste vorm van de gebiedende wijs. Vervang daarbij de vetgedrukte woorden. a) Fai tu la spesa, oggi? No, falla tu, per favore! b) Vai tu al supermercato? No, tu! c) Scrive Lei la relazione? Lei, per favore! d) Si occupa Lei della prenotazione? Per piacere, Lei! e) Lo dice Lei ai colleghi? Guardi, Lei! f) Telefoni tu alla professoressa? tu, per favore! g) Preparate voi la cena oggi? No, voi! h) Prendiamo noi i libri del nonno? D accordo, noi! De regels voor de plaats van de voornaamwoorden gelden ook voor de dubbele voornaamwoorden: Vattene! (Ga weg!), Non andartene! (Ga niet weg!), Dammelo! (Geef het me!), Me lo dia! (Geeft u het me!) 153 Vink aan bij welke zes zinnen het persoonlijk voornaamwoord op een andere plaats kan staan. Herschrijf deze zinnen. A Non ci aspettare! Non aspettarci! B Non lo fare! C Non lo dica! D Non vi alzate troppo tardi! E Non ci andiamo subito! F Non si preoccupi! G Non ti muovere! H Non lo dite! 85