Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti VMBMA70

Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service, is de aansprakelijkheid van Danfoss A/S krachtens de geldende garantiebepalingen niet langer bindend. Danfoss A/S behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling wijzigingen aan te brengen in details en specificaties. 200 Copyright Danfoss A/S. De originele gebruiksaanwijzing is in het Zweeds opgesteld. De overige talen zijn vertalingen van de originele gebruiksaanwijzing. (Richtlijn 2006/42/EG)

Inhoudsopgave Over de handleiding... 3 0.6 Monteer brineleidingen... 67. Inleiding... 3 0.7 Vul het brinesysteem... 68.2 Symbolen... 3 0.8 Ontlucht het brinecircuit... 70.3 Terminologie... 3 0.9 Ontlucht het buitengedeelte... 70 2 Belangrijke informatie/veiligheidsvoorschriften... 4 Installeer accessoires/extra functies... 72 2. Koudemiddel... 5. Kamersensor... 72 2.2 Elektrische aansluiting... 6.2 EVU-functie... 73 2.3 Inbedrijfstelling... 7.3 Kamerverlaging... 73 3 Controle- en veiligheidsfuncties... 8.4 Flowsensor / Niveauschakelaar... 73 4 Informatie warmtepomp....5 Hogere warmwatertemperatuur... 73 4. DHP-H... 2 Menu-informatie... 75 4.2 DHP-H Opti Pro... 3 3 Menu INFORMATIE... 77 4.3 DHP-C... 5 3. Submenu BEDRIJF... 78 4.4 DHP-L, DHP-L Opti... 6 3.2 Submenu WARMSTOOKLIJN... 79 4.5 DHP-A, DHP-A Opti... 8 3.3 Submenu WARMSTOOKLIJN 2... 80 4.6 DHP-AL, DHP-AL Opti... 2 3.4 Submenu TEMPERATUUR... 80 4.7 Meegeleverd... 24 3.5 Submenu BEDRIJFSTIJD... 8 4.8 Transport van warmtepomp... 26 3.6 Submenu ONTDOOIPERIODE... 8 4.9 Benodigde ruimte... 26 3.7 Submenu TAAL... 8 4.0 Aanbevolen locatie... 27 4 Menu SERVICE... 82 4. Benodigde ruimte, buitengedeelte DHP-A, DHP-AL... 28 4. Submenu WARMWATER... 85 4.2 Aanbevolen plaatsing buitengedeelte DHP-A, DHP-AL. 28 4.2 Submenu WARMTEPOMP... 85 5 Gaten voor brineleidingen... 29 4.3 Submenu BIJVERWARM... 86 6 Uit elkaar halen van warmtepomp... 30 4.4 Submenu MANUEEL TEST... 87 7 Uitpakken en plaatsen... 33 4.5 Submenu INSTALLATIE... 89 7. Plaatsen... 33 4.6 Submenu ONTDOOIPERIODE... 9 7.2 Demonteer de frontplaat... 34 4.7 Submenu OPTIMUM... 9 7.3 Uitpakken en monteren van buitengedeelte... 34 4.8 Submenu HGW... 92 8 Installatie van leidingen... 39 5 Belangrijke parameters... 94 8. Aansluiting verwarming... 39 5. Warmteproductie - berekening... 94 8.2 Systeemoplossing... 4 5.2 STOOKLIJN... 94 8.3 Systeemoplossing 2... 44 5.3 KAMER... 95 8.4 Systeemoplossing 3... 46 5.4 WARMTESTOP... 96 8.5 Veiligheidskleppen... 49 5.5 MIN en MAX... 96 8.6 Geluidsinformatie... 50 5.6 TEMPERATUREN... 97 8.7 Sluit koud- en warmwaterleidingen aan... 5 5.7 INTEGRAAL... 97 8.8 Sluit aanvoer- en retourleidingen van verwarmingssysteem aan. 52 5.8 HYSTERESIS... 98 8.9 Vul boiler en verwarmingssysteem... 52 5.9 ONTD.CURVE... 99 8.0 Ontlucht het verwarmingssysteem... 52 6 Opstarten... 0 9 Elektrische installatie... 53 6. Checklijst installatie... 0 9. Kabelaansluiting... 53 6.2 Handmatige test... 02 9.2 Elektrische onderdelen... 54 7 Inbedrijfstelling... 05 9.3 Sluit de voeding aan... 54 7. Circulatiepompen handmatig starten... 05 9.4 Plaats buitensensor en sluit deze aan... 55 7.2 Pas aan aan verwarmingssysteem... 05 9.5 Wijzig taal in regelaar... 55 7.3 Monteer de frontplaat... 06 9.6 Keuze van systeemoplossing en inschakeling van externe bijverwarming. 557.4 Na het opstarten... 06 9.7 Wijzig het aantal bijverwarmingsstappen... 58 8 Informatie voor de klant... 07 9.8 Sluit buitengedeelte aan, DHP-A, DHP-AL... 58 9 Technische gegevens; DHP-H... 08 9.9 Sluit ontdooisensor aan, DHP-A, DHP-AL... 58 20 Technische gegevens; DHP-H Opti Pro... 0 0 Brine-installatie... 59 2 Technische gegevens; DHP-L... 2 0. Warmtebronnen... 59 22 Technische gegevens; DHP-L Opti... 4 0.2 Informatie collectorleiding... 62 23 Technische gegevens; DHP-C... 6 0.3 Aansluiting op buitengedeelte... 63 24 Technische gegevens; DHP-A... 8 0.4 Aansluiting meerdere brinespoelen... 63 0.5 Aansluitschema's... 65 25 Technische gegevens; DHP-A Opti... 20 VMBMA70

26 Technische gegevens; DHP-AL... 22 27 Technische gegevens; DHP-AL Opti... 24 2 VMBMA70

Over de handleiding. Inleiding De installatiehandleiding begint met een beschrijving van warmtepompgegevens. De installatiehandleiding bevat verderop instructies in een logische volgorde met betrekking tot het uitpakken, de installatieprocedure en het controleren van de installatie. Verwijzingen naar hoofdstukken en secties binnen de handleiding worden cursief aangegeven, bijvoorbeeld: Over de handleiding. Verwijzingen naar menu-opties in het regelsysteem van de warmtepomp worden met hoofdletters geschreven, bijvoorbeeld: INFORMATIE -> BEDRIJF -> AUTO. Alle afbeeldingen in de handleiding zijn genummerd, zodat installateurs en servicemonteurs ze makkelijk kunnen vinden..2 Symbolen De handleiding bevat verschillende waarschuwingssymbolen die samen met de tekst de lezer laten weten dat de uit te voeren handelingen gevaren met zich meebrengen. De symbolen worden links naast de tekst weergegeven en er worden drie verschillende symbolen gebruikt om de mate van gevaar aan te geven. GEVAAR! Gevaarlijke elektrische spanning!geeft een direct gevaar aan dat leidt tot levensgevaarlijk of ernstig letsel indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel!geeft een mogelijk gevaar aan dat kan leiden tot levensgevaarlijk of ernstig letsel indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Voorzichtig! Gevaar voor schade aan de installatie. Wijst op een mogelijk gevaar dat kan leiden tot productschade indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Er wordt een vierde symbool gebruikt voor praktische informatie of tips voor het uitvoeren van een procedure. Let op! Informatie met betrekking tot het vereenvoudigen van het werken met de installatie of een mogelijk operationeel technisch nadeel..3 Terminologie De handleiding bevat consequent gebruikte termen voor het aanduiden van onderdelen en functies. De tabel bevat de meest gebruikte termen in de handleiding. Tabel. Terminologie Term Verwarmingssysteem Aanvoerleiding Retourleiding Circulatiepomp Koudemiddelcircuit Koudemiddel Betekenis Het circuit dat warmte genereert voor het pand of voor de boiler. De aanvoerleiding van het verwarmingssysteem met stroomrichting vanaf de warmtepomp naar radiatoren/vloerverwarming of boiler. De retourleiding van het verwarmingssysteem met stroomrichting vanaf radiatoren/vloerverwarming of boiler naar de warmtepomp. Circulatiepomp voor verwarmingssysteem. Het energiedragende circuit tussen buitenlucht en verwarmingssysteem. Het gas/de vloeistof dat/die circuleert in het koudemiddelcircuit. Installatiehandleiding VMBMA70 3

2 Belangrijke informatie/veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Zorg ervoor dat er geen kinderen met het apparaat spelen. Waarschuwing! Aangezien de warmwatertemperatuur in de DHP-H Opti Pro zeer hoog wordt, moet er tussen de koud- en warmwaterleidingen een mengklep worden geïnstalleerd, die zorgt voor een lagere temperatuur van het warmtapwater. Waarschuwing! Danfoss SP (eenfasige) warmtepompen zijn voorzien van een af fabriek gemonteerde veiligheidsklep voor temperatuur en druk, (0 bar 90-95 C) overeenkomstig de eisen in Groot-Brittannië. Deze klep zit in de watertank en mag alleen worden gebruikt voor het aansluiten van een afvoerleiding. Vergeet ook niet dat het daarom voor warmtepomp DHP-H Opti Pro SP absoluut noodzakelijk is om de heetwatertemperatuur van de fabrieksinstelling van 95 C te wijzigingen in 85 C. Voorzichtig! De warmtepomp dient te worden geïnstalleerd door bevoegde installatietechnici en de installatie moet voldoen aan de van toepassing zijnde plaatselijke regels en voorschriften en aan deze installatiehandleiding. Voorzichtig! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrekkige ervaring en kennis, tenzij onder supervisie van of geïnformeerd over de functies van de apparatuur door een veiligheidsfunctionaris. Voorzichtig! Plaats de warmtepomp op een vorstvrije locatie! Voorzichtig! De warmtepomp moet worden geplaatst in een ruimte met een afvoerput. Voorzichtig! De warmtepomp moet op een stabiele ondergrond worden geplaatst. De ondergrond moet het totale gewicht van de warmtepomp met gevulde boiler (zie Technische gegevens) kunnen dragen. Voorzichtig! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen bij het monteren niet gespannen zijn! Voorzichtig! Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem na installatie wordt ontlucht. Voorzichtig! Waar nodig moeten ontluchtingskleppen worden gemonteerd. 4 Installatiehandleiding VMBMA70

Voorzichtig! De boiler moet worden voorzien van een goedgekeurde veiligheidsklep. Voorzichtig! Bij verwarmingssystemen met gesloten expansievaten moet ook dat systeem zijn voorzien van een goedgekeurde drukmeter en een veiligheidsklep. Voorzichtig! Koud- en warmwaterleidingen en overstortleidingen vanuit veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd uit hittebestendig en roestvrij materiaal, bijvoorbeeld koper. De overstortleidingen van de veiligheidskleppen moeten een niet-afsluitbare verbinding hebben met de afvoer. De aansluiting daarop moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden. Voorzichtig! De verbindingsleiding tussen het expansievat en de veiligheidsklep moet onafgebroken omhoog lopen. Met onafgebroken omhoog lopen wordt bedoeld dat de leiding nergens mag aflopen onder een denkbeeldige horizontale lijn. Let op! Als er bij muurdoorvoeren voor brineleidingen gevaar is voor een binnendringend grondwater moet gebruik worden gemaakt van waterdichte doorvoeren. Let op! Naast de van toepassing zijnde lokale regels en voorschriften dient de installatie zodanig plaats te vinden dat de trillingen vanuit de warmtepomp zich niet voortplanten door het huis en voor ongewenste geluiden zorgen. 2. Koudemiddel Voorzichtig! Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personen met een diploma koeltechniek. Hoewel het koelsysteem (koudemiddelcircuit) van de warmtepomp is gevuld met een chloorvrij en milieuvriendelijk koudemiddel dat geen negatieve invloed heeft op de ozonlaag, mag er alleen aan dit systeem worden gewerkt door daartoe bevoegde personen. 2.. Brandgevaar Het koudemiddel is onder normale omstandigheden niet ontvlambaar of explosief. 2..2 Giftigheid Bij normaal gebruik en onder normale omstandigheden heeft het koudemiddel een lage giftigheid. Hoewel het koudemiddel een lage giftigheid heeft, kan het toch tot letsel leiden (ook levensgevaarlijk letsel) in bijzondere omstandigheden of als het opzettelijk verkeerd wordt gebruikt. Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Ruimtes waar zich zware dampen kunnen vormen die de lucht kunnen verdringen, moeten goed worden geventileerd. Koudemiddeldamp is zwaarder dan lucht en in besloten ruimtes of in een deel van een ruimte onder het niveau van bijvoorbeeld een deur, kan in geval van lekkage de concentratie dermate toenemen dat verstikkingsgevaar door zuurstoftekort kan ontstaan. Installatiehandleiding VMBMA70 5

Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Als koudemiddel wordt blootgesteld aan een open vlam, komt er een giftig en irriterend gas vrij. Dit gas kan worden herkend aan de geur, ook bij concentraties onder de toegestane grenswaarde. Evacueer het betreffende gebied totdat het zorgvuldig geventileerd is. 2..3 Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit Voorzichtig! Bij reparatiewerkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mag er geen koudemiddel uit de warmtepomp ontsnappen. Het koudemiddel moet op geschikte wijze worden behandeld. Het aftappen en bijvullen mag alleen worden gedaan met nieuw koudemiddel (zie voor type koudemiddel en voorgeschreven hoeveelheid het machineplaatje) via servicekleppen. Voorzichtig! Alle garanties van Thermia Värme ABDanfoss A/S komen te vervallen als andere koudemiddelen worden gebruikt dan het door ThermiaDanfoss gespecificeerde koudemiddel, tenzij schriftelijk is bevestigd dat het nieuwe koudemiddel in combinatie met andere ingrepen wordt goedgekeurd. 2..4 Afvoeren Voorzichtig! Als de warmtepomp moet worden afgevoerd, moet het koudemiddel voor vernietiging worden afgetapt. Er moet worden voldaan aan de plaatselijke regels en verordeningen met betrekking tot het afvoeren van koudemiddel. 2.2 Elektrische aansluiting Voorzichtig! De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien en moet voldoen aan de toepasselijke lokale en landelijke voorschriften. Voorzichtig! Bij de elektrische installatie mogen alleen permanent aangelegde kabels worden gebruikt. De stroomtoevoer moet kunnen worden geïsoleerd met een meerpolige schakelaar (werkschakelaar) met een minimale contactopening van 3 mm. (De maximale belasting voor extern aangesloten eenheden is 2 A). GEVAAR! Gevaarlijke elektrische spanning! De klemmenstroken staan onder spanning en kunnen levensgevaarlijk zijn vanwege het gevaar voor elektrische schokken. Alle stroomtoevoeren moeten worden onderbroken voordat met de elektrische installatie kan worden begonnen. De warmtepomp is in de fabriek intern aangesloten. Daarom bestaat de elektrische installatie hoofdzakelijk uit het aansluiten van de stroomtoevoer. Let op! De kamersensor is aangesloten op een zeer lage veiligheidsspanning. Volg ook de afzonderlijke montage-instructies voor kamersensoren! 6 Installatiehandleiding VMBMA70

2.3 Inbedrijfstelling Voorzichtig! De installatie mag alleen in bedrijf worden gesteld als het verwarmingssysteem en het brinesysteem zijn gevuld en ontlucht. Anders kunnen de circulatiepompen beschadigd raken. Voorzichtig! Als de installatie tijdens het installeren alleen zal worden aangedreven door de bijverwarming, zorgt u ervoor dat het verwarmingssysteem gevuld is en dat de brinepomp en de compressor niet kunnen starten. Dit doet u door de bedrijfsmodus in te stellen op Bijverwarm. Installatiehandleiding VMBMA70 7

3 Controle- en veiligheidsfuncties De warmtepomp heeft een aantal controle- en veiligheidsfuncties om de installatie te beschermen tegen beschadiging bij abnormale bedrijfsomstandigheden. De tekening hieronder toont de drie circuits van de warmtepomp met de bijbehorende veiligheidsfuncties. Legenda 2 3 8 6 5 4 7 9 Verwarmingscircuit 2 Veiligheidsklep, verwarmingscircuit, extern gemonteerd 3 Koudemiddelcircuit 4 Bedrijfspressostaat, regulier 5 Bedrijfspressostaat, alternatief 6 Hogedrukpressostaat 7 Lagedrukpressostaat 8 Brinecircuit 9 Veiligheidsklep, brinecircuit, extern gemonteerd Afbeelding. Controle- en veiligheidsfuncties Verwarmingscircuit () Als de druk in dit circuit hoger ligt dan de openingsdruk voor de veiligheidsklep (2), zal de klep openen, de overdruk eruit laten en weer sluiten. De overstortleiding van de veiligheidsklep moet een niet-afsluitbare verbinding hebben met een afvoer. De aansluiting daarop moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden. Koudemiddelcircuit (3) Het hogedrukgedeelte van het koudemiddelcircuit is voorzien van een hogedrukpressostaat (6) en twee bedrijfspressostaten (4, 5), waarvan er slechts één is aangesloten. De aangesloten bedrijfspressostaat stopt de compressor als de werkdruk wordt bereikt waarvan sprake is als er voldoende warmte-energie geproduceerd is. Als de bedrijfspressostaat buiten werking is en de druk in het circuit blijft toenemen, wordt de hogedrukpressostaat geactiveerd als de schakeldruk wordt bereikt. Hierbij wordt de compressor gestopt en wordt de normale werking van de warmtepomp geblokkeerd. Als de hogedrukpressostaat wordt geactiveerd, knippert er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de warmtepomp en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op de display van het bedieningspaneel. De geblokkeerde warmtepomp wordt gereset door de bedrijfsmodus op UIT te zetten en daarna weer op de eerder gekozen modus (AUTO/WARMTEPOMP/BIJVERWARM./WARMWATER). De lagedrukpressostaat (7) zet de compressor stop en blokkeert de werking van de warmtepomp als de druk te laag wordt in het lagedrukgedeelte van het koelcircuit. Als de lagedrukpressostaat wordt geactiveerd, wordt de normale werking van de warmtepomp geblokkeerd, knippert er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de warmtepomp en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op de display van het bedieningspaneel. De geblokkeerde warmtepomp wordt gereset door de bedrijfsmodus op UIT te zetten en daarna weer op de eerder gekozen modus (AUTO/WARMTEPOMP/BIJVERWARM./WARM- WATER). Brinecircuit (8) Als de druk in dit circuit hoger ligt dan de openingsdruk voor de veiligheidsklep (9), zal de klep openen, de overdruk eruit laten en weer sluiten. De overstortleiding van de veiligheidsklep moet een niet-afsluitbare verbinding hebben met een afvoer. De aansluiting daarop moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden. Compressor 8 Installatiehandleiding VMBMA70

De compressor is voorzien van een thermisch overstroomrelais om hem te beschermen tegen overstroom. Legenda Thermisch overstroomrelais (F) Afbeelding 2. Het thermische overstroomrelais op het elektrische paneel Als het thermische overstroomrelais () wordt geactiveerd, wordt de normale werking van de warmtepomp geblokkeerd, knippert er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de warmtepomp en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven op de display van het bedieningspaneel. De geblokkeerde warmtepomp wordt gereset door de bedrijfsmodus op UIT te zetten en daarna weer op de eerder gekozen modus (AUTO/WARMTEPOMP/BIJVERWARM./WARMWATER). De compressor is ook voorzien van een interne beveiliging die de compressor stopzet bij gevaar voor oververhitting. De interne beveiliging kan niet handmatig worden gereset. De compressor moet eerst afkoelen voordat hij opnieuw kan worden gestart. Aan deze beveiliging is geen alarm gekoppeld. Circulatiepompen De circulatiepompen hebben interne overbelastingsbeveiligingen die na afkoeling automatisch worden gereset. De overbelastingsbeveiliging in circulatiepompen voor 0-6 kw warmtepompen (8-2 kw lucht/water-warmtepompen) activeert bovendien het alarm voor motorbeveiliging en blokkeert de normale werking van de warmtepomp. Het aangeven en het resetten gebeuren op dezelfde manier als voor de compressor. Alarmstand Bij activering van een alarm dat van invloed is op de normale werking van de warmtepomp, wordt dit aangegeven op het displayscherm. Om nog meer aandacht te vragen, zal de warmtepomp geen warm water produceren. De warmtepomp zal daarentegen in eerste instantie met de compressor voorzien in de warmtevraag. Als dat niet mogeljik is, wordt het ingebouwde elektrische verwarmingselement ingeschakeld. Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement Installatiehandleiding VMBMA70 9

Het elektrisch verwarmingselement is op de aanvoerleiding van het verwarmingssysteem gemonteerd. Het is voorzien van een oververhittingsbeveiliging die het elektrisch verwarmingselement uitschakelt als het oververhit dreigt te raken. De bedieningseenheid van de oververhittingsbeveiliging zit op het elektrische paneel. Legenda Oververhittingsbeveiliging 2 Resetknop 2 De oververhittingsbeveiliging op het elek- Afbeelding 3. trische paneel Als de oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd, knippert er een alarmindicator op het bedieningspaneel van de warmtepomp en wordt er een waarschuwingstekst weergegeven. De oververhittingsbeveiliging wordt gereset door de resetknop (2) in te drukken. Voorzichtig! De oververhittingsbeveiliging mag alleen worden gereset door bevoegd personeel. Technische gegevens Zie technische gegevens achter in dit document voor gedetailleerde technische specificaties. 0 Installatiehandleiding VMBMA70

4 Informatie warmtepomp Let op! Illustraties van producten zijn geen exacte tekeningen, maar moeten worden beschouwd als schematische afbeeldingen. Afwijkingen m.b.t. de verwerkte onderdelen zijn mogelijk. 4. DHP-H 4.. Afmetingen en aansluitingen De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. Legenda Brine in, 28 Cu 845 (±0) 528 0 440 300 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-0 kw, 28 Cu: 2-6 kw 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-0 kw, 28 Cu: 2-6 kw 5 Expansieleiding, 22 Cu 6 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Koudwaterleiding, 22 mm 455 596 40±0 4 8 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 9 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 3 9 5 6 7 8 60 80 Afmetingen en aansluitin- Afbeelding 4. gen Installatiehandleiding VMBMA70

4..2 Onderdelen De onderdelenafbeelding hieronder laat in diagramvorm zien hoe een warmtepomp er van de binnenkant uitziet. Er is sprake van verschillen tussen verschillende versies. 4 4 5 5 6 7 6 8 2 3 0 9 8 3 8 7 9 20 2 2 Afbeelding 5. Hierboven ziet u de onderdelen Legenda Boiler, 80 liter 2 Droogfilter 2 Retourleidingsensor, verwarmingssysteem 3 Expansieklep 3 Verdamper, geïsoleerd 4 Warmwatersensor (weergave van piektemp.) 4 Driewegklep 5 Bedieningspaneel voor regelapparatuur 5 Aanvoerleidingsensor 6 Elektrisch paneel 6 Circulatiepomp verwarmingssysteem 7 Compressor 7 Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement 8 Lagedrukpressostaat 8 Brine in 9 Bedrijfspressostaten 9 Aanvoerleiding verwarmingssysteem 20 Hogedrukpressostaat 0 Brine uit 2 Condensor met afvoer voor primaire zijde Brinepomp brinesysteem 2 Installatiehandleiding VMBMA70

4.2 DHP-H Opti Pro 4.2. Afmetingen en aansluitingen De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. Legenda Brine in, 28 Cu 845 (±0) 528 0 440 300 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-0 kw, 28 Cu: 2-6 kw 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-0 kw, 28 Cu: 2-6 kw 5 Expansieleiding, 22 Cu 6 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Koudwaterleiding, 22 mm 455 596 40±0 4 8 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 9 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (geldt alleen voor bepaalde modellen) 3 9 5 6 7 8 60 80 Afmetingen en aansluitin- Afbeelding 6. gen Installatiehandleiding VMBMA70 3

4.2.2 Onderdelen De onderdelenafbeelding hieronder laat in diagramvorm zien hoe een warmtepomp er van de binnenkant uitziet. Er is sprake van verschillen tussen verschillende versies. 4 5 4 5 6 7 6 2 3 8 9 0 2 8 7 9 20 22 2 23 3 Afbeelding 7. Onderdelen Legenda Boiler, 80 liter 3 Droogfilter 2 Retourleidingsensor, verwarmingssysteem 4 Warmwatersensor (weergave van piektemp.) 3 Verdamper, geïsoleerd 5 Bedieningspaneel voor regelapparatuur 4 HGW-shuntklep 6 Elektrisch paneel 5 Aanvoerleidingsensor, verwarmingssysteem 7 Compressor 6 Circulatiepomp verwarmingssysteem 8 Lagedrukpressostaat 7 Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement 9 Bedrijfspressostaten 8 Brine uit 20 Hogedrukpressostaat 9 Aanvoerleiding verwarmingssysteem 2 Condensor met afvoer voor primaire zijde 0 Brine in 22 Heetgaswisselaar Brinepomp brinesysteem 23 HGW-sensor 2 Expansieklep 4 Installatiehandleiding VMBMA70

4.3 DHP-C 4.3. Afmetingen en aansluitingen De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. Legenda Brine in, 28 Cu 845 (±0) 0 528 440 300 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu 5 Expansieleiding, 22 Cu 6 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Koudwaterleiding, 22 mm 8 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 455 596 40±0 4 3 5 67 8 80 60 Afbeelding 8. Afmetingen en aansluitingen Installatiehandleiding VMBMA70 5

4.3.2 Onderdelen De onderdelenafbeelding hieronder laat in diagramvorm zien hoe een warmtepomp er van de binnenkant uitziet. Er is sprake van verschillen tussen verschillende versies. 7 7 8 9 8 0 9 2 3 4 5 6 2 3 4 5 2 20 22 23 6 24 Afbeelding 9. Hierboven ziet u de onderdelen Legenda Boiler 80 liter 2 Retourleidingsensor, verwarmingssysteem 3 Verdamper, geïsoleerd 4 Warmtewisselaar voor koeling 5 Driewegklep koeling 6 Shunt koeling 7 Driewegklep, verwarming/warm water 8 Aanvoerleidingsensor 9 Circulatiepomp verwarmingssysteem 0 Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement Brine in 2 Aanvoerleiding verwarmingssysteem 3 Brine uit 4 Brinepomp, brinesysteem 5 Expansieklep 6 Droogfilter 7 Warmwatersensor (weergave van piektemp.) 8 Bedieningspaneel voor regelapparatuur 9 Elektrisch paneel 20 Compressor 2 Lagedrukpressostaat 22 Bedrijfspressostaat 23 Hogedrukpressostaat 24 Condensor met afvoer voor primaire zijde 4.4 DHP-L, DHP-L Opti 4.4. Afmetingen en aansluitingen De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. 6 Installatiehandleiding VMBMA70

Legenda 538 (±0) 0 528 440 300 2 Brine in, 28 Cu 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-0 kw, 28 Cu: 2-6 kw 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-0 kw, 28 Cu: 2-6 kw 5 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 455 596 40±0 690 3 4 5 60 80 4.4.2 Onderdelen De onderdelenafbeelding hieronder laat in diagramvorm zien hoe een warmtepomp er van de binnenkant uitziet. Er is sprake van verschillen tussen verschillende versies. 2 3 5 6 6 3 4 2 7 8 0 5 4 7 8 9 Afbeelding 0. Hierboven ziet u de onderdelen Legenda Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement op aanvoerleiding 0 Expansieklep 2 Retourleiding, verwarmingssysteem Bedieningspaneel voor regelapparatuur 3 Driewegklep 2 Brine in 4 Verdamper, geïsoleerd 3 Elektrisch paneel 5 Circulatiepomp verwarmingssysteem 4 Compressor 6 Aanvoerleidingsensor, verwarmingssysteem 5 Lagedrukpressostaat Installatiehandleiding VMBMA70 7

Legenda 7 Brine uit 6 Bedrijfspressostaten 8 Brinepomp brinesysteem 7 Hogedrukpressostaat 9 Droogfilter 8 Condensor met afvoer voor primaire zijde 4.5 DHP-A, DHP-A Opti 4.5. Afmetingen en aansluitingen De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. Legenda Brine in, 28 Cu 845 (±0) 455 596 300 250 40±0 5 9 0 6 78 3 4 528 258 60 80 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 4 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-0 kw, 28 Cu: 2 kw 5 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-0 kw, 28 Cu: 2 kw 6 Expansieleiding, 22 Cu 7 Warmwaterleiding, 22 mm 8 Koudwaterleiding, 22 mm 9 Expansieaansluiting brinecircuit, R25 inw. 0 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Afbeelding. Afmetingen en aansluitingen 8 Installatiehandleiding VMBMA70

4.5.2 Buitengedeelte 2 90 20 44 342 2 75 300 405 630 Afbeelding 2. Buitengedeelte, afmetingen en aansluitingen Legenda Brine in, 28 Cu 2 Brine uit, 28 Cu 2 6 3 5 4 7 8 Afbeelding 3. Buitengedeelte en aansluitingen Legenda Buitengedeelte 5 Afdekplaat 2 Deksel 6 Aansluiting, brine naar buitengedeelte 3 Frontkap 7 Aansluiting, brine vanuit buitengedeelte 4 Standaard 8 Aansluiting, afvoer lekbak Controleer of bij de levering van het buitengedeelte het volgende is meegestuurd: Het buitengedeelte Ongemonteerde standaard Benodigde schroeven, moeren en ringen Ontdooisensor Installatiehandleiding VMBMA70 9

4.5.3 Onderdelen De onderdelenafbeelding hieronder laat in diagramvorm zien hoe een warmtepomp er van de binnenkant uitziet. Er is sprake van verschillen tussen verschillende versies. 5 4 2 5 6 7 8 6 3 3 24 4 9 2 7 9 8 2 20 22 0 23 Afbeelding 4. Hierboven ziet u de onderdelen Legenda Boiler, 80 liter 3 Brine uit 2 Ontdooitank 4 Warmwatersensor (weergave van piektemp.) 3 Verdamper, geïsoleerd 5 Bedieningspaneel voor regelapparatuur 4 Driewegklep, ontdooien 6 Elektrisch paneel 5 Driewegklep, verwarmingssysteem 7 Aanvoerleiding verwarmingssysteem 6 Aanvoerleidingsensor 8 Compressor 7 Circulatiepomp verwarmingssysteem 9 Lagedrukpressostaat 8 Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement 20 Bedrijfspressostaten 9 Brinepomp brinesysteem 2 Hogedrukpressostaat 0 Brine in 22 Condensor met afvoer voor primaire zijde Droogfilter 23 Retourleidingsensor, verwarmingssysteem 2 Expansieklep 24 Brine naar ontdooitank bij ontdooien 20 Installatiehandleiding VMBMA70

4.6 DHP-AL, DHP-AL Opti 4.6. Afmetingen en aansluitingen De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. 538 (±0) 2 6 5 7 596 5 7 4 3 2 0 6 4 3 9 8 40±0 40±0 455 690 455 690 Afbeelding 5. Afmetingen en aansluitingen warmtepomp en boiler Legenda Warmtepomp Brine in, 28 Cu 5 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-0 kw, 28 Cu: 2 kw 2 Brine uit bij normaal bedrijf, 28 Cu 6 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-0 kw, 28 Cu: 2 kw 3 Brine uit bij ontdooien naar boiler pos 8, 28 Cu 7 Doorvoer stroom- en sensorkabel 4 Retourleiding vanaf boiler, pos 9, 28 Cu Legenda Boiler 8 Aansluiting voor brine uit bij ontdooien vanaf pos 3 3 Koudwaterleiding, 22 mm 9 Boiler, retourleiding naar pos 4 4 Aanvoerleiding naar boilerspiraal 0 Ontluchtingsklep, bij roestvrije boiler 5 Brine, expansieaansluiting bij hooggeplaatst buitengedeelte Brine uit bij ontdooien, 28 Cu 6 Doorvoer sensorkabel 2 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Installatiehandleiding VMBMA70 2

4.6.2 Buitengedeelte 2 90 20 44 342 2 75 300 405 630 Afbeelding 6. Buitengedeelte, afmetingen en aansluitingen Legenda Brine in, 28 Cu 2 Brine uit, 28 Cu 2 6 3 5 4 7 8 Afbeelding 7. Buitengedeelte en aansluitingen Legenda Buitengedeelte 5 Afdekplaat 2 Deksel 6 Aansluiting, brine naar buitengedeelte 3 Frontkap 7 Aansluiting, brine vanuit buitengedeelte 4 Standaard 8 Aansluiting, afvoer lekbak Controleer of bij de levering van het buitengedeelte het volgende is meegestuurd: Het buitengedeelte Ongemonteerde standaard Benodigde schroeven, moeren en ringen Ontdooisensor 22 Installatiehandleiding VMBMA70

4.6.3 Onderdelen De onderdelenafbeelding hieronder laat in diagramvorm zien hoe een warmtepomp er van de binnenkant uitziet. Er is sprake van verschillen tussen verschillende versies. 2 3 4 5 3 7 9 6 8 0 6 5 7 8 4 2 Afbeelding 8. Hierboven ziet u de onderdelen Legenda Aanvoerleiding, verwarmingssysteem 0 Droogfilter 2 Brine uit naar buitengedeelte Expansieklep 3 Retourleiding, verwarmingssysteem 2 Shuntklep ontdooien 4 Bijverwarming, elektrisch verwarmingselement 3 Brine naar ontdooitank bij ontdooien 5 Elektrisch paneel 4 Condensor 6 Circulatiepomp verwarmingssysteem 5 Compressor 7 Verdamper 6 Lagedrukpressostaat Installatiehandleiding VMBMA70 23

Legenda 8 Circulatiepomp brinesysteem 7 Bedrijfspressostaten 9 Driewegklep verwarmingssysteem 8 Hogedrukpressostaat 9 8 7 6 5 4 Legenda Ontdooitank 2 Boiler 3 TWS-spoel 3 2 4 Aansluiting, expansieleiding bij hooggeplaatst buitengedeelte 5 Aansluiting, naar TWS-spoel 6 Koudwaterleiding, 22 mm 7 Warmwaterleiding, 22 mm 0 8 Ontluchtingsklep, bij roestvrije boiler 9 Aansluiting, brine uit, bij ontdooien 0 Aansluiting, brine vanuit warmtepomp Aansluiting, retourleiding naar warmtepomp 4.7 Meegeleverd 4.7. Controle levering. Controleer of er geen schade is ontstaan tijdens het transport. De warmtepomp is verpakt in sterk golfkarton. 2. Verwijder de verpakking en controleer of de levering de volgende onderdelen bevat. 4.7.2 Maten 4 kw- 0 kw Tabel 2. Art.nr. Meegeleverd, 4-0 kw Aantal Naam 086U2369 Veiligheidsklep 9 bar /2 086U270 Buitensensor 086U0896 Veiligheidsklep,5 bar /2 086U2824 Exp.- en ontl.vat 24 Installatiehandleiding VMBMA70

Art.nr. Naam 086U0026 5 Rubbermanchet opening 22-32 mm 086U6033 2 Flex.slang R20 L=550 086U6006 Bijvulkoppeling DN25 086U3427 Vuilfilter met afsluiting DN20 4.7.3 Maten 2 kw- 6 kw Tabel 3. Meegeleverd, 2-6 kw Art.nr. Aantal Aantal Naam 086U2369 Veiligheidsklep 9 bar /2 086U270 Buitensensor 086U0896 Veiligheidsklep,5 bar /2 086U2824 Exp.- en ontl.vat 086U0026 5 Rubbermanchet opening 22-32 mm 086U6034 2 Flex.slang R25 L=550 Installatiehandleiding VMBMA70 25

Art.nr. Aantal Naam 086U6007 Bijvulkoppeling DN32 086U6005 Vuilfilter met afsluiting DN25 4.8 Transport van warmtepomp Voorzichtig! Bij het transporteren of heffen van de complete warmtepomp moet altijd de frontplaat zijn gemonteerd, omdat deze de rest van de plaatconstructie vastzet. Voorzichtig! De warmtepomp moet altijd staand en in een droge ruimte worden getransporteerd en opgeslagen. Maak de warmtepomp goed vast, zodat deze niet kan kantelen tijdens het transport. Bij transport binnenshuis naar de installatieplek kan het noodzakelijk zijn om de warmtepomp op de achterkant te leggen. Houd de tijd dat de warmtepomp liggend wordt getransporteerd zo kort mogelijk. Nadat hij weer rechtop is gezet, moet de warmtepomp minimaal één uur staan voordat hij in bedrijf wordt gesteld. 4.9 Benodigde ruimte Voorzichtig! De warmtepomp mag niet worden ingebouwd, omdat de temperatuur in de kast te hoog wordt. Om de installatie en latere controle- en onderhoudswerkzaamheden te vereenvoudigen, moet er rond de warmtepomp een ruimte vrij worden gehouden volgens de hieronder aangegeven maten: 300 mm aan iedere zijde 300 mm aan de bovenkant 600 mm aan de voorkant 26 Installatiehandleiding VMBMA70

0 mm aan de achterkant 300 mm 300 mm 300 mm 0 mm 600 mm 905 620 2 Legenda DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-C DHP-A DHP-A Opti 2 DHP-L DHP-L Opti DHP-AL DHP-AL Opti Afbeelding 9. Minimale plafondhoogte voor omhoog brengen van warmtepomp 4.0 Aanbevolen locatie Voorzichtig! Om problemen met condensvorming op de brineleidingen te vermijden, wordt geadviseerd om binnenshuis de brineleiding zo kort mogelijk te houden. De warmtepomp moet op een stabiele vloer worden geplaatst, liefst een betonnen vloer. Bij plaatsing op houten vloeren moet de vloer worden verstevigd, zodat deze het gewicht kan dragen van de warmtepomp inclusief een volle boiler (zie technische gegevens voor de betreffende warmtepomp). Een oplossing is het aanbrengen van een dikke plaat, van minimaal 6 mm, onder de warmtepomp. De plaat moet over meerdere balken liggen, zodat het gewicht van de warmtepomp over een groter oppervlak verspreid wordt. Als daarentegen de warmtepomp moet worden geïnstalleerd in een nieuwbouwwoning, is hiermee tijdens de bouw meestal rekening gehouden en zijn de balken verstevigd op de plek waar de warmtepomp moet komen. Controleer altijd of dit het geval is bij installaties in nieuwbouwwoningen. Installatiehandleiding VMBMA70 27

Plaats de warmtepomp bij voorkeur niet in een hoek, omdat de omringende muren dan het geluid van de warmtepomp kunnen versterken Het is ook belangrijk om de warmtepomp met behulp van de verstelbare poten zo af te stellen dat deze horizontaal op de ondergrond staat. 4. Benodigde ruimte, buitengedeelte DHP-A, DHP-AL Voorzichtig! Om ervoor te zorgen dat het buitengedeelte goed functioneert, moet er minimaal 300 mm vrije ruimte achter en 500 mm voor de unit zijn. Let op! Voor onderhoudswerkzaamheden moet er ca. 300 mm vrije ruimte aan de zijkanten van het buitengedeelte zijn. 300 mm 300 mm 300 mm 500 mm Afbeelding 20. Noodzakelijke ruimte voor service voor buitengedeelte. 4.2 Aanbevolen plaatsing buitengedeelte DHP-A, DHP-AL Denk bij het plaatsen van het buitengedeelte aan het volgende: Voorzichtig! Wanneer het buitengedeelte ontdooit, zal het smeltwater recht omlaag lekken onder de unit. Het gebied rond het buitengedeelte moet daarom een goede afvoer hebben, om het water te kunnen opvangen (circa 2 liter per keer ontdooien). Voorzichtig! De verstelbare poten van het buitengedeelte moeten op een stevige ondergrond worden geplaatst, zoals houten blokken, tuintegels of een gestorte fundering. Let op! Het buitengedeelte hoeft niet in een bepaalde richting te worden geplaatst. Let op! Als de ventilator draait, zal het buitengedeelte lawaai produceren. Houd hier rekening mee wanneer u de unit plaatst, om de geluidsoverlast in uw eigen huis en voor eventuele buren zoveel mogelijk te beperken. 28 Installatiehandleiding VMBMA70

5 Gaten voor brineleidingen Voorzichtig! Zorg ervoor dat u de gaten voor de doorvoerleidingen zo aanbrengt dat er ruimte is voor de overige installaties. Voorzichtig! Voor de brineleidingen zijn aparte doorvoeren door de muur vereist. Als de doorvoeren in de muur onder het hoogste grondwaterpeil liggen, moeten waterdichte doorvoeren worden gebruikt. Het traject voor de brineleidingen moet helemaal worden geïsoleerd; vanaf de warmtepomp, door muren en langs de buitenkant van het huis tot aan de collector. Dit om condensvorming te voorkomen en om warmteverliezen te vermijden. Als de brineleidingen bovengronds moeten komen, maakt u gaten in de muren voor de brineleidingen. Als de brineleidingen ondergronds moeten komen, volgt u de instructie hieronder. Legenda 3 Doorvoerleiding 2 Brineleiding 3 Specie 4 Afdichtmiddel 2 3 4 Afbeelding 2. Gaten. Maak een gat in de muur voor de doorvoerleiding () voor de brineleidingen. Volg hierbij de maatschetsen en aansluitschema's. Als er gevaar bestaat voor binnendringend grondwater, moeten er speciale waterdichte doorvoeren worden gebruikt. 2. Plaats de doorvoerleidingen () in de gaten en laat ze omlaag hellen met minimaal cm per 30 cm. Snijd ze schuin naar binnen af (zie afbeelding), zodat er geen regenwater in de leidingen kan dringen. 3. Breng de brineleidingen (2) aan door de doorvoerleidingen in de installatieruimte. 4. Werk de muur rond de leidingen af met specie (3). 5. Zorg ervoor dat de brineleidingen (2) in het midden van de doorvoerleidingen () zitten, zodat de warmteisolatie gelijk verdeeld wordt over alle zijden. 6. Dicht de doorvoerleidingen () af met een geschikt afdichtmiddel (schuimplastic) (4). Installatiehandleiding VMBMA70 29

6 Uit elkaar halen van warmtepomp Let op! Geldt niet voor DHP-L, DHP-L Opti, DHP-AL, DHP-AL Opti. Als er niet genoeg ruimte is om de warmtepomp naar de installatieplek te transporteren, kan het noodzakelijk zijn om de warmtepompeenheid en de boiler uit elkaar te halen. In de volgende instructies wordt beschreven hoe een warmtepomp uit elkaar kan worden gehaald om de afzonderlijke delen makkelijker te kunnen transporteren. Waarschuwing! Til zware apparatuur niet alleen, maar zorg ervoor dat u bij zwaar tillen altijd met zijn tweeën bent.. Verwijder de verpakking. 2. Maak de frontplaat los door de vergrendeling 90 linksom te draaien, terwijl u tegelijkertijd de frontplaat met de hand tegenhoudt. 3. Laat de frontplaat naar buiten kantelen. 4. Til de frontplaat naar boven om deze los te maken van de warmtepomp. 2 3 4 Afbeelding 22. De frontplaat 5. Trek voorzichtig het contact los van het bedieningspaneel. 6. Schroef de bovenste dwarsbalk en de bovenplaat los. 7. Trek de zijplaten naar voren en vervolgens naar boven en naar buiten om deze los te maken. 30 Installatiehandleiding VMBMA70

6 7 7 Afbeelding 23. Bovenplaat en zijplaat 8. Draai de twee schroeven los waarmee de achterplaat vastzit en verwijder deze. 9. Trek de stekkers bij de driewegklep, de circulatiepomp en de elektrische bijverwarming uit elkaar. 0. Ontkoppel de kabels voor de volgende sensoren bij het elektrische paneel: Aanvoerleiding (30, 302) Warm water (3, 32) Pieksensor (325, 326). Draai de schroeven van het elektrische paneel los. 2. Draai het elektrische paneel 80 en zet het neer vóór de warmtepomp. 2 Afbeelding 24. Elektrisch paneel 3. Ontkoppel de T-leidingkoppeling van de retourleiding onder de boiler (zie onderstaande afbeelding). Installatiehandleiding VMBMA70 3

4. Ontkoppel de flexibele slang bij de elektrische bijverwarming (zie onderstaande afbeelding). 3 4 Afbeelding 25. Koppelingen 5. Draai de vier schroeven los in de hoek waarmee de onderplaat van de boiler vastzit. Waarschuwing! Zorg ervoor dat u bij zwaar tillen altijd met zijn tweeën bent. 6. Til de eenheid eraf met boiler, leidingen en elektrische bijverwarming. 6 Afbeelding 26. Uit elkaar halen 7. Plaats de eenheid voorzichtig op een vloerbescherming. 32 Installatiehandleiding VMBMA70

7 Uitpakken en plaatsen 7. Plaatsen Let op! De warmtepomp is voorzien van verstelbare poten die kunnen worden aangepast om te compenseren voor onregelmatigheden in de ondergrond. Als de ondergrond dermate onregelmatig is dat hiervoor niet kan worden gecompenseerd met de poten, moet de installatietechnicus hiervoor maatregelen nemen. Let op! Aanbevolen wordt om een condensafvoer te monteren vanaf de afvoerleiding van de lekbak door de warmtepomp neer te leggen. De afvoerleiding komt naar buiten door een gat in de onderplaat en heeft een slangaansluiting van Ø 0 mm. Let op! Als de warmtepomp is neergelegd, wordt aanbevolen om deze minimaal één uur rechtop te laten staan voordat hij in gebruik wordt genomen.. Verplaats de warmtepomp naar de plaats van installatie. Als er te weinig ruimte is, kan de warmtepomp uit de verpakking worden gehaald en uit elkaar worden gehaald. 2. Verwijder de verpakking. Afbeelding 27. Aansluiting voor condensafvoer 3. Monteer, indien gewenst, de condensafvoer op de aansluiting in de onderplaat. 4. Zet de warmtepomp op de installatieplek. Afbeelding 28. Afstellen van de poten 5. Stel de poten zo af dat de eenheid horizontaal staat. Installatiehandleiding VMBMA70 33

7.2 Demonteer de frontplaat Voorzichtig! Let bij het wegtillen van de frontplaat op de kabels van de display! Bij installatie van de warmtepomp moet de frontplaat worden gedemonteerd. 2 3 Afbeelding 29. Frontplaat demonteren. Houd de frontplaat tegen en draai de borgring 90 linksom om de frontplaat los te maken. 2. Laat de frontplaat naar buiten kantelen. 3. Til de frontplaat naar boven om deze los te maken van de warmtepomp. 7.3 Uitpakken en monteren van buitengedeelte Let op! Geldt voor AtriamodellernaDHP-A, DHP-A Opti, DHP-AL, DHP-AL Opti. Het buitengedeelte is verpakt en wordt geleverd in een kist.. Haal eerst de eenheid uit de kist. 2. Controleer of de levering compleet is, met het buitengedeelte zelf, frontkap, deksel, afdekplaat en een ongemonteerde standaard inclusief benodigde schroeven, moeren en ringen. 7.3. Monteer de standaard. Schroef de twee horizontale steunen (2) in de twee eindstukken () zoals in de afbeelding hieronder. Gebruik 0 M6x0-schroeven. De gebogen randen van de horizontale steunen moeten naar binnen wijzen. 34 Installatiehandleiding VMBMA70

2 Legenda Eindstukken 2 Steun 3 Poten 3 Afbeelding 30. Monteer de standaard. Schroef de verstelbare poten (3) vast in de gaten onder de eindstukken. 7.3.2 Prepareer het buitengedeelte Terwijl het buitengedeelte nog op het houten pallet staat, kan dit worden geprepareerd voor plaatsing op de standaard. Dit doet u als volgt:. Aan de onderkant van het buitengedeelte zitten drie M6x20-schroeven. Draai deze eruit tot er 2-3 mm schroefdraad over is. Gebruik een torx TX25 of vergelijkbare schroevendraaier. Voorzichtig! Houd het buitengedeelte bij heffen of omhoog brengen niet vast aan de zijplaten. 2. Breng het buitengedeelte omhoog. 3. Verwijder de zijplaten. Deze zitten vast met behulp van klembevestigingen en kunnen dus los worden gemaakt door ze naar buiten te trekken. 4. Verwijder alle vier de vastgeschroefde hijsogen. Gebruik hiervoor een 3 mm steek/ring-sleutel of vergelijkbaar. Installatiehandleiding VMBMA70 35

7.3.3 Monteer het buitengedeelte op de standaard. Til het buitengedeelte op de standaard. Afbeelding 3. TIl het buitengedeelte op de standaard 2. Schroef het buitengedeelte vast op de standaard. Gebruik 4 M6x20-schroeven. Het kan nodig zijn om een beetje te drukken tegen de standaard en er een beetje aan te trekken om de schroefgaten te laten passen. Voorzichtig! Bij het bijvullen van het brinesysteem moet het buitengedeelte worden ontlucht met behulp van de ontluchtingsschroeven op de aansluitleidingen binnen de zijplaten. Ons advies is om na het bijvullen van het brinesysteem het vervolg van deze instructie er weer bij te pakken. 3. Plaats de zijplaten terug. 7.3.4 Monteer de frontplaat. Haak de onderkant van de frontplaat vast op minimaal één van de drie schroeven in de onderkant van het buitengedeelte. 2. Bevestig de bovenkant van de frontplaat tijdelijk in de middelste opening. Gebruik M6x5 torx TX25. 3. Breng alle drie schroeven aan in de onderkant. 4. Schroef de drie schroeven in de onderkant er helemaal in. Gebruik een torx TX25 of vergelijkbare schroevendraaier. 5. Bevestig de bovenkant van de frontplaat met de 2 resterende M6x5 torx TX25 (zie onderstaande afbeelding). Afbeelding 32. Bevestig het deksel 36 Installatiehandleiding VMBMA70

7.3.5 Monteer het deksel. Haak het deksel vast aan de voorkant van de frontkap. Afbeelding 33. Haak het deksel vast. Zet het deksel vast met een schroef aan beide zijden. Gebruik 2 kruiskopschroeven. Als het deksel niet tegen de afdekplaten aan de zijkanten past, moeten er mogelijk nieuwe gaten van 3 mm worden geboord: Markeer waar de nieuwe gaten moeten komen Til het deksel weg Boor de gaten Plaats het deksel en schroef het vast Afbeelding 34. Schroef het deksel vast 7.3.6 Monteer de afdekplaat. Haak de afdekplaat vast op de standaard. Afbeelding 35. Haak de afdekplaat vast op de standaard. Installatiehandleiding VMBMA70 37

7.3.7 Monteer de ontdooisensor Afbeelding 36. Haak de ontdooisensor vast. Schuif de bevestiging in de opening aan de achterkant van het buitengedeelte tot de plaat vasthaakt aan de rand. 2. Bevestig de ontdooisensor helemaal onderaan op de bevestiging met bijvoorbeeld een kabelbinder. Het buitengedeelte is nu gemonteerd en kan worden afgesteld op de plaats waar deze moet komen te staan. 7.3.7. Omrekentabel De omrekentabel voor de ontdooisensor is dezelfde die wordt gebruikt voor de sensor van het buitengedeelte (50 Ω). Let op! Bij het aflezen van de weerstand van de sensor moeten eerst de contacten van de sensor worden losgekoppeld van de regelapparatuur. Tabel 4. Omrekentabel, buitensensor/ontdooisensor Buitensensor/ontdooisensor C ohm, Ω -30 884-25 443-20 5-5 868-0 68-5 538 0 428 5 343 0 276 5 224 20 83 25 50 30 24 35 03 40 86 38 Installatiehandleiding VMBMA70

8 Installatie van leidingen Waarschuwing! Aangezien de warmwatertemperatuur in de DHP-H Opti Pro zeer hoog wordt, moet er tussen de koud- en warmwaterleidingen een mengklep worden geïnstalleerd, die zorgt voor een lagere temperatuur van het warmtapwater. Waarschuwing! Danfoss SP (eenfasige) warmtepompen zijn voorzien van een af fabriek gemonteerde veiligheidsklep voor temperatuur en druk, (0 bar 90-95 C) overeenkomstig de eisen in Groot-Brittannië. Deze klep zit in de watertank en mag alleen worden gebruikt voor het aansluiten van een afvoerleiding. Vergeet ook niet dat het daarom voor warmtepomp DHP-H Opti Pro SP absoluut noodzakelijk is om de heetwatertemperatuur van de fabrieksinstelling van 95 C te wijzigingen in 85 C. Voorzichtig! Bij de installatie van de leidingen moeten de toepasselijke plaatselijke regels en voorschriften in acht worden genomen. De boiler moet worden voorzien van een goedgekeurde veiligheidsklep. Voorzichtig! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen bij het monteren niet gespannen zijn! Voorzichtig! Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem na installatie wordt ontlucht. Waar nodig moeten ontluchtingskleppen worden gemonteerd. Let op! Zorg dat de leidingen worden geïnstalleerd volgens de maatschetsen en aansluitschema's. Let op! In het menu SERVICE\BIJVERWARM.\EXT. BIJVERWARMING wordt de warmtepomp geconfigureerd voor de gewenste systeemoplossing. 8. Aansluiting verwarming 8.. Aansluiting verwarming DHP-H, DHP-H Opti Pro, DHP-C Installatiehandleiding VMBMA70 39

De afbeelding laat het principe zien van een leidinginstallatie met alle onderdelen. 2 3 5 8 7 6 4 4 2 3 9 0 5 Afbeelding 37. Principe van een leidinginstallatie Legenda Aanvoerleiding 2 Retourleiding 3 Vulkraan 4 Flexibele slang 5 Afsluitkraan en vuilzeef 6 Flexibele slang 7 Veiligheidsklep, 9 bar koud water 8 Veiligheidsklep 9 Warm water (ww) 0 Koud water (kw) Expansie (Exp) 2 Expansievat 3 Naar afvoer 4 Manometer 5 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 8..2 Aansluiting verwarming DHP-L, DHP-L Opti De afbeelding laat het principe zien van een leidinginstallatie met alle onderdelen. 7 Principe van een leidingin- Afbeelding 38. stallatie 2 4 6 3 5 8 9 0 Legenda Aanvoerleiding 2 Retourleiding 3 Manometer 4 Veiligheidsklep 5 Afsluitkraan en vuilzeef 6 Aansluiting op eventuele boiler 7 Flexibele slang 8 Flexibele slang 9 Expansievat 0 Naar afvoer 8..3 Aansluiting verwarming DHP-A, DHP-A Opti 40 Installatiehandleiding VMBMA70

De afbeelding laat het principe zien van een leidinginstallatie met alle onderdelen. 2 3 5 4 3 4 Principe van een leidingin- Afbeelding 39. stallatie 6 7 8 9 0 6 5 7 2 Legenda Aanvoerleiding 2 Retourleiding 3 Afsluitkraan en vuilzeef 4 Flexibele slang 5 Flexibele slang 6 Vulkraan 7 Veiligheidsklep, 9 bar koud water 8 Expansievat 9 Veiligheidsklep 0 Manometer Naar afvoer 2 Expansievat 3 Warm water 4 Koud water 5 Exp 6 Exp Br 7 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 8..4 Aansluiting verwarming DHP-AL, DHP-AL Opti De afbeelding laat het principe zien van een complete leiding- en brine-installatie met alle onderdelen. 2 3 5 4 6 Legenda Afsluitkraan en vuilzeef 2 Veiligheidsklep 3 Vulkraan 4 Veiligheidsklep 9 bar 5 Ontluchtingsklep bij roestvrije boiler 6 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Afbeelding 40. brine-installatie Principe van leiding- en 8.2 Systeemoplossing Bij systeemoplossing produceert de warmtepomp zowel verwarming als warm water met de compressor en de ingebouwde elektrische bijverwarming. Verwarming en warm water kunnen niet tegelijkertijd worden geproduceerd, omdat de driewegklep voor verwarming/warm water na de elektrische bijverwarming is geplaatst. De ingebouwde elektrische bijverwarming voert doorverwarming uit (anti-legionellafunctie) in de bedrijfsmodi die bijverwarming toestaan. Installatiehandleiding VMBMA70 4

Voor systeemoplossing selecteert u in het menu SERVICE\BIJVERW.\EXT. BIJVERWARMING de fabrieksinstelling: EXT. BIJVERWARMING = 0 (uit) VXV WARMWATER = INT 8.2. Voorbeeld systeemoplossing Systeemoplossing voor DHP-H, DHP-H Opti Pro, DHP-C, DHP-A, DHP-A Opti. 0 86 87 3 89 83 80 2 9 26 83 80 96 3 Afbeelding 4. Voorbeeld systeemoplossing Legenda Warmtepomp 0 Aanvoerleiding Retourleiding 2 Koud water 3 Warm water 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 9 Vuilzeef 96 Flexibele slang 3 Expansie verwarmingssysteem 26 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 42 Installatiehandleiding VMBMA70