Warmtepompen voor woningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Warmtepompen voor woningen"

Transcriptie

1 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Servicehandleiding DHP-A Opti DHP-C Opti DHP-C Opti W/W DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro/Opti Pro+ DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+

2 Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn geschreven in het Engels. Andere talen zijn een vertaling van de oorspronkelijke instructies. (Richtlijn 2006/42/EG) Copyright Danfoss A/S

3 Inhoudsopgave 1 Installeer accessoires/extra functies Kamersensor EVU-functie Kamerverlaging Niveauschakelaar Oplossen van storingen Alarm Meetpunten Controlepunten Bedrijfsproblemen... 9 Danfoss Heating Solutions VIGFI210 3

4 1 Installeer accessoires/extra functies Gevaar Gevaarlijke elektrische spanning! De klemmenblokken staan onder spanning en kunnen bijzonder gevaarlijk zijn vanwege het risico van elektrische schokken. Alle voedingen moeten worden onderbroken voordat met de elektrische installatie wordt begonnen. 1.1 Kamersensor In de kamersensor zit een temperatuursensor die een extra waarde geeft waarmee het regelsysteem de aanvoertemperatuur kan berekenen. De invloed van de kamersensor op de berekening kan worden ingesteld in het menu WARMSTOOKLIJN -> KAMERFACTOR. De KAMERFACTOR is af fabriek ingesteld op 2, maar kan worden ingesteld tussen 0 (geen invloed) en 4 (veel invloed). Het verschil tussen de gewenste en werkelijke binnentemperatuur wordt vermenigvuldigd met de ingestelde waarde voor KAMERFAC- TOR. De instelwaarde voor de aanvoerleiding van het verwarmingssysteem wordt verhoogd of verlaagd met het resultaat, afhankelijk van de vraag of er een tekort of overschot aan warmte is. In de onderstaande tabel ziet u voorbeelden van hoe de instelwaarde voor de aanvoerleiding wordt beïnvloed bij STOOKLIJN 40 met verschillende instellingen voor KAMERFACTOR. Bij een tekort aan warmte: KAMERFACTOR Gewenste kamertemperatuur, C Werkelijke kamertemperatuur, C Instelwaarde aanvoerleiding, C Bij een overschot aan warmte geldt het tegenovergestelde: KAMERFACTOR Gewenste kamertemperatuur, C Werkelijke kamertemperatuur, C Instelwaarde aanvoerleiding, C De kamersensor installeren N De kamersensor wordt aangesloten op een zeer lage veiligheidsspanning. 4 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

5 1. Monteer de kamersensor op een plaats in huis waar de temperatuur in de ruimte relatief constant is: Centraal in het huis Op ooghoogte Niet in direct zonlicht Niet op de tocht Niet in een kamer met andere verwarmingsbronnen 2. Onderbreek alle spanning naar de warmtepomp. 3. Demonteer de frontplaat van de warmtepomp. 4. Leid de aansluitkabel van de kamersensor door de hiervoor bedoelde opening in de bovenplaat naar het klemmenblok. 5. Sluit de kabel aan zoals hieronder beschreven. 6. Monteer de frontplaat van de warmtepomp. Schakel de spanning in. 7. Hang een thermometer naast de kamersensor. 8. Kalibreer de sensor door beide knoppen 15 seconden ingedrukt te houden, totdat de display begint te knipperen. 9. Stel de werkelijke kamertemperatuur in die de thermometer aangeeft. 10. Wacht 10 seconden totdat de display stopt met knipperen Als de display "--" weergeeft voor de binnentemperatuur, is er geen binnentemperatuur ontvangen. 1.2 EVU-functie Door klem 307 en 308 te verbinden, wordt de EVU-functie (Elektrizitäts Versorgungs Unternehmen) verkregen. Hiermee wordt voorkomen dat de warmtepomp, bijverwarming en circulatiepomp van het brinecircuit gaan werken. Alleen de circulatiepomp van het verwarmingscircuit mag lopen. Als de functie actief is, wordt de tekst EVU-STOP weergegeven op de display. 1. Onderbreek alle spanning naar de warmtepomp. 2. Demonteer de frontplaat van de warmtepomp. 3. Leid de aansluitkabel van de EVU-functie door de hiervoor bedoelde opening in de bovenplaat naar het klemmenblok. 4. Sluit de kabel aan zoals in onderstaande afbeelding. 5. Monteer de frontplaat van de warmtepomp. Schakel de spanning in Kamerverlaging Door klem 307 en 308 met 10 kω-weerstand te verbinden, wordt de functie kamerverlaging verkregen, waarmee de binnentemperatuur met vaste regelmaat tijdelijk kan worden verlaagd. De omvang van de kamerverlaging wordt ingesteld in het menu INFORMATIE -> WARMSTOOKLIJN -> DALING. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 5

6 1. Onderbreek alle spanning naar de warmtepomp. 2. Demonteer de frontplaat van de warmtepomp. 3. Leid de aansluitkabel voor de kamerverlagingsfunctie door de hiervoor bedoelde opening in de bovenplaat naar het klemmenblok. 4. Sluit de kabel aan zoals in onderstaande afbeelding. 10 kω 5. Monteer de frontplaat van de warmtepomp. Schakel de spanning in Niveauschakelaar In bepaalde landen moet de warmtepomp worden voorzien van een niveauschakelaar voor het brinesysteem. Raadpleeg altijd de lokale regels en voorschriften voordat de warmtepomp in bedrijf wordt gesteld. 1 1 Veiligheidsklep 2 Niveauschakelaar 3 Vlotter 2 3 Sluit de flowsensor aan volgens de bij het accessoire gevoegde installatiehandleiding. 6 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

7 2 Oplossen van storingen 2.1 Alarm Een alarm wordt op het displayscherm aangegeven met de tekst ALARM en een alarmmelding, zie de volgende tabel. Alarmmeldingen die niet automatisch worden gereset, moeten worden bevestigd. Bevestig het alarm door de warmtepomp in de bedrijfsmodus UIT en vervolgens weer in de gewenste bedrijfsmodus te zetten. FOUT HOGE DRUK FOUT LAGE DRUK FOUT MO- TORBEV. BRINE VAN BRINE- FLOW LAAG FOUT BIJ- VERWAR- MING BUITEN- SENSOR Overbelastingsrelais (overstroomrelais) compressor geactiveerd. Bij bepaalde modellen kunnen ook alarmen worden afgegeven vanuit de brinepomp of softstarter. Compressor gestopt. Temperatuur uitgaande brine lager dan ingestelde minimumtemperatuur. Compressor gestopt. Er vindt geen warmwaterproductie plaats. Flowsensor niet actief bij laatste start. Compressor gestopt. Er vindt geen warmwaterproductie plaats. Van toepassing op DHP-C Opti. Oververhittingsbeveiliging geactiveerd. Geen bijverwarming. Storing in buitensensor. Bij de berekening van de warmtevraag wordt nul graden gebruikt. Hogedrukschakelaar geactiveerd. Compressor gestopt. AANVOERS- ENSOR Lagedrukschakelaar geactiveerd. Compressor gestopt. RETOURSEN- SOR WARMWA- TERSENSOR KOELWATER TEMP. FOUT FASE- SEQ. HOOG RE- TOUR VXV PASSIE- VE KOELING Storing in aanvoerleidingsensor. Alles stopgezet, behalve de circulatiepomp van het verwarmingssysteem. Storing in retoursensor. Retourtemperatuur = aanvoerleiding -5 wordt gebruikt. De berekende aanvoertemperatuur wordt begrensd op maximaal 45 C. Storing in sensor voor starttemperatuur. Er vindt geen warmwaterproductie plaats. Storing in sensor. De koelfunctie wordt stopgezet. Alarm dat aangeeft dat de fasevolgorde naar de compressor onjuist is. Alleen weergave en alleen de eerste 10 minuten. Alarm dat aangeeft dat een hoge retourtemperatuur de werking van de compressor belemmert. Fout in wisselklep gedetecteerd bij opstarten. Van toepassing op DHP-C Opti W/W. Bij een alarm blijft de warmtepomp zo mogelijk verwarming leveren aan het huis. In de eerste plaats met de compressor, ten tweede met de bijverwarming. De warmwaterproductie stopt om te signaleren dat er iets is gebeurd dat aandacht vereist. 2.2 Meetpunten 1. Koppel de betreffende sensor los van de I/O-kaart / het klemmenblok. 2. Meet de weerstand van de sensor en eventuele verlengkabels. 3. Meet vervolgens alleen de sensor. Let op Bij weerstandsmeting van de sensoren moeten eerst de sensorkabels worden losgemaakt van de regelapparatuur. N Om zeker te zijn van de waarde van de sensor moet de werkelijke temperatuur worden gecontroleerd t.o.v. de gemeten weerstand. Controlemeting van sensoren bij storingzoeken C ohm, Ω buiten- en ontdooisensoren kilo-ohm, kω overige sensoren Danfoss Heating Solutions VIGFI210 7

8 C ohm, Ω buiten- en ontdooisensoren kilo-ohm, kω overige sensoren , , , , , , , , , ,1 50 8,5 55 7,1 60 6,0 65 5,0 70 4,2 75 3,7 80 3,1 85 2,7 2.3 Controlepunten Temperaturen Waarden Condensatietemperatuur 0,5-1,5 C boven aanvoerleidingtemperatuur. R410A: 0-1,5 C Verdampingstemperatuur 7-8 C lager dan ingaande brine. R410A: 5-7 C Nakoeling R404A, R407C, R410A 4-8 K Oververhitting R404A 5-8 K Oververhitting R407C 4 K ±1 K Oververhitting R410A 5 K ±1 K Radiatorcircuit Temperatuurverschil 5-10 K Brinecircuit Temperatuurverschil 2-5 K Koudemiddel Pressostaat Schakeldruk R404A (Geldt alleen voor DHP-A Opti modellen) Lagedrukpressostaat 0,08 MPa Bedrijfspressostaat A 2,65 MPa Bedrijfspressostaat B 2,85 MPa Hogedrukpressostaat 3,10 MPa R407C Lagedrukpressostaat 0,08 MPa Bedrijfspressostaat 2,85 MPa Hogedrukpressostaat 3,10 MPa R410A Lagedrukpressostaat 0,35 MPa Bedrijfspressostaat 4,00 MPa Hogedrukpressostaat 4,30 MPa 8 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

9 2.4 Bedrijfsproblemen De hierna volgende tabellen gelden voor alle verschillende soorten oplossingen met warmtepomp en collector. In de tabellen worden de meest waarschijnlijke en meest voorkomende oorzaken van het probleem eerst vermeld. Bij het oplossen van problemen begint u met de eerste oorzaak en werkt u de lijst af. Er kan ook sprake zijn van meerdere methodes voor het oplossen van een probleem. De meest waarschijnlijke oplossing wordt dan eerst aangegeven Alarm Probleem Alarm LP (lagedrukschakelaar) 1. Vuilzeef van brinecircuit verstopt. Controleer of de vuilzeef niet verstopt zit. Maak indien nodig de vuilzeef schoon. 2. Lucht in brinecircuit. Luister of er lucht zit in warmtepomp en brinecircuit. 3. Gesloten kranen, hoofdkraan of vulkraan voor brinecircuit. 4. De circulatiepomp voor het brinecircuit is defect of is vastgelopen. Controleer of de afsluitkraan of eventuele andere kranen openstaan. Controleer: of de circulatiepomp draait of de afsluitkleppen geopend zijn of de vuilzeef niet verstopt zit of er geen lucht in het verwarmingssysteem zit. Ontlucht het brinecircuit volgens de installatiehandleiding. Draai gesloten kranen open. De circulatiepomp kan zijn vastgelopen. Als dat het geval is, opent u de ontluchtingsschroef en probeert u het schoepenwiel los te krijgen met bijvoorbeeld een schroevendraaier. Zet gesloten kleppen of kranen open. Controleer de vuilzeef en maak deze indien nodig schoon. 5. Kabelbreuk of loszittende kabel naar lagedrukschakelaar. Controleer of beide kabels zijn aangesloten op de drukschakelaar. Controleer met zoemer of er sprake is van kabelbreuk. Ontkoppel hiervoor de kabels van pressostaat en printplaat. Ontlucht indien nodig het verwarmingssysteem volgens de installatiehandleiding. Als een kabel los is geraakt, sluit u deze weer aan. Als u een kabelbreuk constateert, vervangt u de kabel. 6. Lagedrukschakelaar gaat te vroeg open. Verkeerde drukschakelaar gemonteerd. Hogere schakeldruk dan beoogd. Zie markering. Storing in drukschakelaar, opent bij een hogere druk dan aangegeven (nominale druk). Controleer met manometerblok. Defecte drukschakelaar, altijd open. Als de lagedrukschakelaar te vroeg opent of altijd open is, vervangt u deze. 7. Verkeerd type antivriesmiddel, moet conform instructies zijn. 8. Onjuist gemengd antivriesmiddel, concentratie moet conform instructies zijn. Controleer of het juiste antivriesmiddel is gebruikt. Controleer het vriespunt van het mengsel met een refractometer. Als er een verkeerd antivriesmiddel wordt gebruikt, moet het hele systeem worden geleegd en gevuld met een nieuw mengsel. Indien het mengsel niet voldoet aan de instructies moet een nieuw mengsel worden gemaakt in een extern reservoir. Dit omdat de vloeistoffen zich niet goed met elkaar vermengen als één ervan rechtstreeks in het systeem wordt bijgevuld. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 9

10 9. Korte actieve collector, bijv. kort of droog boorgat, korte grondcollector. 10. Te lange collector, te grote drukval. 11. Expansieklep defect of verkeerd ingesteld. 12. Tekort aan koudemiddel, te kleine hoeveelheid koudemiddel in het systeem. Controleer de lengte van de gebruikte collector en vergelijk deze met de collectorlengte in de maatvoeringsdocumentatie. Controleer bovendien bij gebruik van een boorgat of de collector niet "in de leegte" hangt. Controleer de lengte van de gebruikte collector en of deze parallel is geschakeld (en niet in serie) als er meer dan 1 spiraal wordt gebruikt. Controleer met manometerblok en thermometer de oververhittingswaarde van de installatie. Controleer bovendien of voeler en capillairbuis onbeschadigd zijn en of de voeler correct gemonteerd is. Controleer met manometerblok en thermometer of de oververhitting van de installatie correct is voor het specifieke koudemiddel. 13. Droogfilter verstopt. Controleer het temperatuurverschil boven het droogfilter. Het verschil mag max. één graad zijn. Bij een groter verschil is het filter verstopt. Meet tijdens bedrijf. Als de actieve collector te kort is, ontvangt de warmtepomp onvoldoende energie vanuit de warmtebron, wat ertoe leidt dat bijverwarming nodig is om in de energiebehoefte te voorzien. Bij gebruik van een langere collector dan wordt aanbevolen voor de specifieke warmtepomp, moet deze worden verdeeld over meerdere parallel geschakelde spiralen. Als de oververhitting niet overeenkomt met de instructies voor het specifieke koudemiddel, stelt u de expansieklep bij tot de juiste waarde verkregen wordt. Zie afzonderlijke instructies voor koeltechniek. Als de oververhitting niet kan worden aangepast met de expansieklep of als de capillairbuis/voeler beschadigd is, vervangt u deze. Pas de juiste procedure toe (afhankelijk van type koudemiddel) voor het toevoegen van de juiste hoeveelheid koudemiddel. Als u vermoedt dat er een lek zit in het koudemiddelcircuit, moet een lekonderzoek worden uitgevoerd en moeten eventueel corrigerende maatregelen worden getroffen. Als u constateert dat het droogfilter dicht zit, vervangt u het. 14. Ventilator draait niet. Controleer of de ventilator spanning heeft. Is er geen spanning, controleer waarom en vervang kapotte onderdelen (kabels, ontdooikaart, weerstand). 10 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

11 15. Verstopte verdamper aan waterzijde. Als er geen vuilzeef in het brinecircuit zit, bestaat het gevaar dat er vuil vast komt te zitten in de verdamper, waardoor deze verstopt raakt. Helaas is er geen makkelijke manier om te controleren of de verdamper verstopt zit. Dit kan worden getest door de compressor en de circulatiepompen in bedrijf te houden. Controleer of de circulatiepompen werken (bij circulatiepompen met ontluchtingsschroef kan deze eruit worden geschroefd, waarna u met een schroevendraaier voelt of het pompwiel ronddraait). Als u vermoedt dat de verdamper verstopt is, probeert u hem door te spoelen. Als dat niet werkt, moet hij worden vervangen. Meet vervolgens de temperatuur op beide aansluitleidingen naar de verdamper: Bij een temperatuurverschil van <1 C is de verdamper waarschijnlijk verstopt. Als het temperatuurverschil 2-6 C bedraagt, is hij waarschijnlijk niet verstopt. 16. Verstopte verdamper aan koudemiddelzijde. Bij een temperatuurverschil van >6 C is de verdamper waarschijnlijk verstopt. Controleer met manometerblok en thermometer of de oververhitting van de installatie correct is voor het specifieke koudemiddel. Als u vermoedt dat de verdamper verstopt is geraakt met bijvoorbeeld olie, kunt u proberen om er stikstofgas doorheen te blazen om de olie eruit te krijgen. Als dat niet werkt, moet hij worden vervangen. Probleem Alarm HP (hogedrukschakelaar) 1. Vuilzeef van verwarmingssysteem verstopt. 2. Lucht in het verwarmingssysteem. 3. Gesloten of gedeeltelijk gesloten thermostaten/kleppen in het verwarmingssysteem. Controleer of de vuilzeef niet verstopt zit. Luister of er lucht zit in de warmtepomp of het verwarmingssysteem. Controleer of de thermostaten/kleppen van het verwarmingssysteem open zijn. Maak indien nodig de vuilzeef schoon. Ontlucht het verwarmingssysteem volgens de installatiehandleiding. Zet gesloten thermostaten/kleppen open. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 11

12 4. Circulatiepomp is defect of vastgelopen. Krijgt de circulatiepomp spanning? Controleer in het handmatige testmenu van het regelsysteem of de circulatiepomp actief is. Controleer of de circulatiepomp spanning krijgt. Als dat zo is en de circulatiepomp draait niet, is hij vastgelopen. Als dat het geval is, maakt u de ontluchtingsschroef open en probeert u het schoepenwiel met bijvoorbeeld een schroevendraaier los te krijgen (geldt niet voor warmtepompen met toerentalregeling). Als er geen spanning aanwezig is op de circulatiepomp, meet dan of er spanning aanwezig is vanaf de I/O-kaart (zie bedradingsschema). Als er spanning aanwezig is vanaf de I/O-kaart voert u een controlemeting uit van de onderdelen tussen de I/O-kaart en de circulatiepomp. 5. Hoofdkraan van verwarmingssysteem gesloten. 6. Kabelbreuk of loszittende kabel naar hogedrukschakelaar. Controleer of de hoofdkraan open is. Controleer of beide kabels zijn aangesloten op de drukschakelaar. Controleer met zoemer of er sprake is van kabelbreuk. Ontkoppel hiervoor de kabels van pressostaat en printplaat. Als er een onderdeel defect is, vervangt u dit. Draai gesloten hoofdkraan open. Als een kabel los is geraakt, sluit u deze weer aan. Als u een kabelbreuk constateert, vervangt u de kabel. 7. De hogedrukschakelaar gaat niet open. Verkeerde drukschakelaar gemonteerd. Schakeldruk even hoog of hoger dan hogedrukschakelaar. Zie markering. Storing in drukschakelaar, opent bij een hogere druk dan aangegeven (nominale druk). Controleer met manometerblok. Defecte drukschakelaar, gaat nooit open. Als de hogedrukschakelaar niet opengaat, vervangt u hem. 8. Hogedrukschakelaar gaat te vroeg open. 9. Externe systeemshunt die sluit door tijdsinstelling. 10. Verkeerd om gemonteerde terugslagklep of te hoge openingsdruk. Verkeerde drukschakelaar gemonteerd. Schakeldruk even laag als of lager dan de bedrijfspressostaat. Zie markering. Storing in drukschakelaar, opent bij een lagere druk dan aangegeven (nominale druk). Controleer met manometerblok. Defecte drukschakelaar, altijd open. Controleer of er in het systeem shunts of kleppen met timerregeling aanwezig zijn die het hele verwarmingssysteem of een te groot deel ervan uitschakelen. Controleer de stroomrichting in het systeem en controleer of de terugslagklep in de juiste richting staat. Controleer of de extern beschikbare druk van de warmtepomp groter is dan de openingsdruk van de terugslagklep. Als de hogedrukschakelaar te vroeg opengaat of altijd open is, vervangt u hem. Zorg dat er altijd voldoende watervolume voor de warmtepomp aanwezig is om zijn vermogen kwijt te kunnen, d.w.z. om zijn warmte aan af te geven. Als de terugslagklep verkeerd om staat, keert u hem om. Als de terugslagklep een te hoge openingsdruk heeft, vervangt u hem. 12 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

13 11. Grote drukval in verwarmingssysteem. Vuil in het verwarmingssysteem. Gesloten of gedeeltelijk gesloten thermostaten/kleppen in het verwarmingssysteem. Maatvoering leidingsysteem te klein. Controleer of de extern beschikbare druk van de warmtepomp groter is dan de drukval in het systeem. 12. Koudemiddelcircuit te vol. Controleer met manometerblok en thermometer of de oververhitting van de installatie correct is voor het specifieke koudemiddel. 13. Verstopte condensor aan waterzijde. Als er geen vuilzeef in het verwarmingssysteem zit, bestaat het gevaar dat er vuil vast komt te zitten in de condensor, waardoor deze verstopt raakt. Helaas is er geen makkelijke manier om te controleren of de condensor verstopt zit. Dit kan worden getest door de compressor en de circulatiepompen in bedrijf te houden en na enige tijd te controleren of de drukleiding heet wordt en of de circulatiepompen functioneren (voor circulatiepompen met ontluchtingsschroef kan deze eruit worden geschroefd, waarna u met een schroevendraaier voelt of de pomprotor ronddraait). Indien nodig het verwarmingssysteem reinigen/uitspoelen. Zet gesloten thermostaten/kleppen open. Als de druk onvoldoende wordt opgevoerd, kan het verwarmingssysteem worden aangepast m.b.v. de systeemoplossing voor een grote drukval. Pas de juiste procedure toe (afhankelijk van type koudemiddel) voor het toevoegen van de juiste hoeveelheid koudemiddel. Als u vermoedt dat er een lek zit in het koudemiddelcircuit, moet een lekonderzoek worden uitgevoerd en moeten eventueel corrigerende maatregelen worden getroffen. Als u vermoedt dat de condensor verstopt is, probeert u hem door te spoelen. Als dat niet werkt, moet hij worden vervangen. Meet vervolgens de temperatuur op beide aansluitleidingen naar de condensor: Bij een temperatuurverschil van <3 C is de condensor waarschijnlijk verstopt. Als het temperatuurverschil 3-13 C bedraagt, is hij waarschijnlijk niet verstopt. 14. Verstopte condensor aan koudemiddelzijde. Bij een temperatuurverschil van >13 C is de condensor waarschijnlijk verstopt. Controleer met manometerblok en thermometer of de oververhitting van de installatie correct is voor het specifieke koudemiddel. Als u vermoedt dat de condensor verstopt is geraakt door bijvoorbeeld olie, kunt u proberen om er stikstofgas doorheen te blazen om de olie eruit te krijgen. Als dat niet werkt, moet hij worden vervangen. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 13

14 Probleem Alarm MS (motorbeveiliging) 1. Fase-uitval of doorgeslagen zekering. 2. Defecte softstarter (driefasige warmtepomp). 3. Defecte softstarter (eenfasige warmtepomp). 4. Motorbeveiliging defect of verkeerd ingesteld. Controleer of alle fasen aanwezig zijn op het klemmenblok voor ingaande voeding. Als dat niet het geval is, controleert u de zekeringen in de kast. Controleer bovendien of de bekabeling overal goed vastzit. Bij gebruik van schroefklemmen moeten deze overal goed zijn aangedraaid. Bij gebruik van doorvoerklemmen moeten de kabels goed in het juiste gat zitten met belasting op de kabel. Voer een controlemeting uit en kijk of bij een signaal van de I/O-kaart (er moet dan spanning zijn tussen A1 & A2 op de softstarter) de softstarter alle drie de fasen doorlaat naar de compressor. Voer een controlemeting uit en kijk of bij een signaal van de I/O-kaart (er moet dan spanning zijn tussen ON & N op de softstarter) de softstarter de fasen doorlaat naar de compressor. Gebruik een stroommeettang om te bepalen wanneer de motorbeveiliging wordt geactiveerd. Controleer de instelling van de motorbeveiliging. Vergelijk met de tabel. Voor een driefasige warmtepomp moeten alle drie de fasen actief zijn. 5. Kabelbreuk Controleer de voeding van de motorbeveiliging, softstarter of compressor. 6. Defecte compressor (geldt alleen voor driefasen-warmtepompen). 7. Alarm van overbelastingsbeveiliging op brinepomp (alleen bepaalde warmtepompmodellen). 8. Alarm vanuit eenfasige softstarter. Voer een controlemeting uit van de spanning voor alle drie de fasen (steeds naar de nul) bij de compressor. Er mag geen sprake zijn van grote afwijkingen tussen de fasen. Bij controlemeting van de weerstand van de wikkelingen moet de waarde voor alle drie de wikkelingen gelijk zijn. Schakel de warmtepomp uit en weer in. Als het alarm blijft bestaan, moet u de WSK-schakelaar op de brinepomp controleren. Bepaal de oorzaak van de storing aan de hand van de LED-lampjes op de softstarter. Als een van de fasen ontbreekt, controleert u achterwaarts in de richting van de hoofdelektriciteitskast van het gebouw. Als de fasen ook daar weg zijn, neemt u contact op met de elektriciteitsaanbieder. Als de softstarter de fasen niet naar behoren doorlaat bij een signaal vanaf de I/Okaart, vervangt u hem. Als de softstarter de fasen niet naar behoren doorlaat bij een signaal vanaf de I/Okaart en niet zoals hieronder beschreven een alarm geeft, vervangt u hem. Als de motorbeveiliging defect is, vervangt u deze. Als deze verkeerd is ingesteld, stelt u hem in op de juiste waarde. Als er een kabel beschadigd is, vervangt u hem. Als de compressor defect is, vervangt u hem. Als de brinepomp defect is, vervangt u hem. Probleem Alarm sensor (alle) Sensorstoring of kabelstoring. Bij weerstandsmeting van de sensoren moeten eerst de sensorkabels worden losgemaakt van de regelapparatuur of het klemmenblok. Meet eerst de sensor inclusief kabel en controleer aan de hand van de weerstandstabel. Zie het hoofdstuk Meetpunten. Als de gemeten waarde niet overeenkomt met de tabel, meet u alleen de sensor en controleert u aan de hand van de weerstandstabel. Zie het hoofdstuk Meetpunten. Als de waarde van de sensor correct is, is de kabel defect. Als de waarde van de sensor niet correct is, is de sensor defect. 14 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

15 Probleem Onjuiste fasevolgorde De volgorde van de ingaande fasen is onjuist (geldt alleen voor driefasen-warmtepompen). Als de tekst FOUT FASESEQ. wordt weergegeven op de display wanneer de warmtepomp stroom krijgt (wordt alleen de eerste 10 minuten weergegeven) wijst dit erop dat de volgorde van de fasen onjuist is. Controleer terwijl de compressor draait de temperatuur van de drukleiding door aan de drukleiding te voelen. Als de volgorde van de fasen correct is, moet hij heet zijn (niet slechts warm), ook op grotere afstand van de compressor. Als de compressor draait met een verkeerde fasevolgorde, kan er een abnormaal (hard, rammelend) geluid hoorbaar zijn als de compressor achteruit draait. Als de volgorde van de fasen onjuist is, verwisselt u de twee ingaande fasen op het hoofdklemmenblok en controleert u opnieuw volgens het venster voor het lokaliseren van de storing. Probleem Alarm AH (bijverwarming) 1. De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. 2. Fase-uitval. Het alarm treedt op als er geen 230 V aanwezig is tussen L2 op de printplaat en N. Controleer of de oververhittingsbeveiliging geactiveerd is. Controleer of de oververhittingsbeveiliging geactiveerd is. Controleer of er bij de printplaat of de oververhittingsbeveiliging geen kabels loszitten of beschadigd zijn. Als de oververhittingsbeveiliging geactiveerd is, reset u deze. Als de oververhittingsbeveiliging geactiveerd is, reset u deze. Als de kabels loszitten of beschadigd zijn, zet u ze vast of vervangt u ze. 3. Storing in oververhittingsbeveiliging, resetten lukt niet. Druk de resetknop in, meet of er 230 V staat op inen uitgaande aansluitingen. 4. Storing in flowsensor. Controleer wat de flowsensor aangeeft. Is het een aannemelijke/correcte waarde? Meet de weerstand van de sensor en controleer aan de hand van de weerstandstabel. Zie het hoofdstuk Meetpunten. 5. Geen of onvoldoende circulatie in het verwarmingssysteem. Controleer: of de circulatiepomp draait of de afsluitkleppen geopend zijn of de vuilzeef niet verstopt zit of er geen lucht in het verwarmingssysteem zit. Als de oververhittingsbeveiliging defect is, vervangt u deze. Als de sensor defect is, vervangt u hem. De circulatiepomp kan zijn vastgelopen. Als dat het geval is, opent u de ontluchtingsschroef en probeert u het schoepenwiel los te krijgen met bijvoorbeeld een schroevendraaier. Zet gesloten kleppen of kranen open. Controleer de vuilzeef en maak deze indien nodig schoon. 6. De dompelbuis in het elektrisch verwarmingselement raakt de spiralen. Controleer wat de aanvoertemperatuur is als de oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd. Deze wordt gewoonlijk geactiveerd bij circa 95 C. Ontlucht indien nodig het verwarmingssysteem volgens de installatiehandleiding. Wellicht is het mogelijk om de dompelbuis met een schroevendraaier of iets dergelijks een stukje van de spiralen af te bewegen. De dompelbuis moet verticaal staan. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 15

16 Probleem Alarm uitgaande brine 1. Defecte sensor. Controleer wat de sensor aangeeft. Is het een aannemelijke/correcte waarde? Meet de weerstand van de sensor en controleer aan de hand van de weerstandstabel. Zie het hoofdstuk Meetpunten. 2. Te lage brinetemperatuur. Controleer de ingestelde waarde voor ALARM BRI- NE in de regelcomputer van de warmtepomp. Als de sensor defect is, vervangt u hem. Het alarm treedt op als de temperatuur van BRINE VAN even laag of lager is dan de ingestelde waarde voor ALARM BRINE. Bij de fabrieksinstelling is deze functie niet actief. Probleem Alarm lage flow brine 1. Verkeerd systeem geselecteerd in het regelsysteem. Als het systeem geen flowsensor heeft maar het regelsysteem wel is ingesteld voor een systeem met flowsensor, krijgt u dit alarm. Controleer in het menu SYSTEEM welk systeem er geselecteerd is. 2. Flow onvoldoende. Controleer of de grondwaterpomp draait. Controleer de flowsensor. Kalibratie/instelling van flowsensor. Wisselaar verstopt? Als het verkeerde systeem geselecteerd is, wijzigt u dit. De grondwaterpomp moet samen met de in de warmtepomp ingebouwde brinepomp starten en draaien. Controleer aan de hand van het bedradingsschema of de flowsensor correct is aangesloten. Controleer of de flowsensor is ingesteld voor het juiste werkbereik volgens de handleiding voor de flowsensor. Als de wisselaar verstopt is, moet deze worden schoongemaakt of vervangen. Probleem Alarm brinepomp Het ingebouwde alarm van de brinepomp is geactiveerd. (Geldt alleen voor warmtepompen met toerentalregeling.) Lucht in brinepomp? Brinepomp vastgelopen? Ontlucht het brinecircuit volgens de installatiehandleiding. Als de brinepomp is vastgelopen, is er een ingebouwde schudfunctie die max. 5 keer probeert om zichzelf los te schudden. Als dat niet lukt, treedt het alarm op. Probeer de spanning naar de warmtepomp te onderbreken om het alarm uit te schakelen en laat de brinepomp vervolgens handmatig draaien. Als het alarm terugkomt, herhaalt u de procedure enkele keren. Als dat niet helpt, vervangt u de brinepomp. 16 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

17 Probleem Alarm circulatiepomp Het ingebouwde alarm van de circulatiepomp is geactiveerd. (Geldt alleen voor warmtepompen met toerentalregeling) Lucht in de circulatiepomp? Circulatiepomp vastgelopen? Lucht in brinecircuit. Zie de installatiehandleiding voor de manier waarop u moet vullen. Als de circulatiepomp is vastgelopen, is er een ingebouwde schudfunctie die max. 5 keer probeert om zichzelf los te schudden. Als dat niet lukt, treedt het alarm op. Probeer de spanning naar de warmtepomp te onderbreken om het alarm weg te krijgen en vervolgens handmatig de circulatiepomp te laten draaien. Als het alarm terugkomt, herhaalt u de procedure enkele keren. Als dat niet helpt, vervangt u de circulatiepomp. Probleem Bedrijfspressostaat open of hoge temperatuur heet gas 1. Bedrijfspressostaat, functie. 1. Schakel de hoofdschakelaar voor de warmtepomp uit en wacht tot de compressor minimaal 15 minuten stil heeft gestaan. 2. Maak de twee kabels los van de pressostaat en controleer met een zoemer of de pressostaat gesloten is. Als de pressostaat gesloten is, moet u de pressostaatkabels tijdelijk doorverbinden en de spanning naar de warmtepomp weer inschakelen. Als op de display 0 (nul) wordt aangegeven, betekent dit dat de pressostaat storingsvrij is en dat het probleem in de bekabeling of in de printplaat zit. Als de pressostaat open is, probeert u voorzichtig met een schroevendraaier op de pressostaatkop te tikken en kijkt u met een zoemer of deze weer gesloten is. 2. Storing in sensor. Controleer wat de sensor aangeeft. Is het een aannemelijke/correcte waarde? Voer een weerstandsmeting uit voor de sensor en controleer aan de hand van de weerstandstabel in Meetpunten. 3. Te hoge heetgastemperatuur. Controleer de ingestelde waarde voor DISCH. PIPE in de regelcomputer van de warmtepomp (fabrieksinstelling 140 C). Vervang de pressostaat als deze herhaaldelijk lijkt vast te lopen. Als de sensor defect is, vervangt u hem. Het vierkantje wordt weergegeven als de drukleidingtemperatuur even hoog is als of hoger dan de ingestelde waarde voor DELI- VERY PIPE. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 17

18 4. Te hoge oververhitting. Controleer met manometerblok en thermometer de oververhittingswaarde van de installatie. Controleer bovendien of voeler en capillairbuis onbeschadigd zijn en of de voeler correct gemonteerd is. 5. Tekort aan koudemiddel, te kleine hoeveelheid koudemiddel in het systeem. Controleer met manometerblok en thermometer of de oververhitting van de installatie correct is voor het specifieke koudemiddel. Als de oververhitting niet overeenkomt met de instructies voor het specifieke koudemiddel, stelt u de expansieklep bij tot de juiste waarde verkregen wordt. Zie afzonderlijke instructies voor koeltechniek. Als de oververhitting niet kan worden aangepast met de expansieklep of als de capillairbuis/voeler beschadigd is, vervangt u deze. Pas de juiste procedure toe (afhankelijk van type koudemiddel) voor het toevoegen van de juiste hoeveelheid koudemiddel. Als u vermoedt dat er een lek zit in het koudemiddelcircuit, moet een lekonderzoek worden uitgevoerd en moeten eventueel corrigerende maatregelen worden getroffen. Als u geen lekdetector hebt, kunt u zeepwater op de verdachte plek aanbrengen en kijken of er bubbels ontstaan. U kunt ook zoeken naar olie, die mogelijk uit het koudemiddelcircuit komt Lekkage Probleem Lek aan vloeistofzijde 1. Koppelingen niet voldoende aangehaald. Kijk waar de lekkage zit. Haal de koppeling aan en controleer of deze goed afdicht. Als het nog steeds niet dicht is, vervangt u de gehele koppeling en de steunhuls (alleen bij flexibele leidingen). 2. Kapotte moer of koppeling. Kijk waar de lekkage zit. Vervang de moer of koppeling. 3. Defecte pakking of O-ring. Kijk waar de lekkage zit. Vervang de pakking of O-ring. 4. Geen overstortleiding aangesloten op veiligheidsklep(pen). 5. Vulklep tussen ingaand koud water en het verwarmingssysteem is niet gesloten of is lek. 6. Condensafvoer naar lekbak warmtepomp ontbreekt. 7. Gebrekkige condensisolatie op koudwaterleiding en/of brineleiding. Kijk welke veiligheidsklep geen overstortleiding heeft. Controleer of er voortdurend water lekt uit de veiligheidsklep bij expansievat aan de warme zijde. Controleer of de lekbak gemonteerd is en correct is aangesloten. Kijk waar de condens wordt gevormd. Monteer de overstortleiding volgens de toepasselijke normen. Probeer de vulklep te sluiten en kijk of er geen water meer uit de veiligheidsklep druppelt. Als er nog wel water uit druppelt, vervangt u de vulklep. Monteren de condensafvoer die uitkomt in een afvoerput. Een brineleiding moet altijd geïsoleerd zijn. Bij problemen met condens op koudwaterleidingen moeten deze worden geïsoleerd. Condens wordt vaak gevormd in naden en hoeken van de isolatie. Verbeter de isolatie. 8. Lekkage in soldeernaden. Kijk waar de lekkage zit. Haal de vloeistof uit het systeem en repareer het lek. Als het lek op de aansluitleiding naar de warmtewisselaar zit, moet ook de koudemiddelzijde worden leeggemaakt. 9. Lekkage bij de aftapkraan van de condensor. 1. Controleer of de klep helemaal gesloten is. 2. Controleer of de afdichtkap goed afsluit. Als de afdichtkap niet goed afsluit, vervangt u deze of de gehele aftapkraan. 18 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

19 10. Lekkage bij de ontluchtingsklep van de condensor. 11. Lekkage in soldeernaad van de boiler. 12. Verbindingslekkage bij de boiler. Controleer of deze helemaal gesloten is. Kijk waar de lekkage zit. Controleer of er voortdurend water komt uit de veiligheidsklep op het expansievat aan de warme zijde. Controleer of er voortdurend water lekt uit de veiligheidsklep aan de koude zijde. Als deze goed gesloten is en toch lekt, vervangt u hem. Bij een lekkage in een soldeernaad vervangt u de boiler. Als de boiler lekt, vervangt u deze. 13. Verbindingslekkage in de condensor. Controleer of er een tekort is aan koudemiddel in de installatie. Controleer door te ruiken bij de veiligheidsklep aan de warme zijde, open de klep en controleer. Als de condensor lekt, vervangt u deze. 14. De antivries wordt uit de veiligheidsklep van het expansievat gedrukt (brinesysteem). 's Winters kan het water rond de slangen in het boorgat bevriezen. In sommige gevallen kan het ijs de slangen een beetje dichtdrukken. Als gevolg van het kleinere volume in de slang zal het expansievat gevuld raken met antivries en zal er uiteindelijk wat vloeistof uit de veiligheidsklep worden gedrukt. Als het ijs in het boorgat vervolgens smelt en de slang uitzet naar zijn oorspronkelijke vorm, ontstaat er een onderdruk die ertoe leidt dat het niveau in het vat daalt. Omdat de veiligheidsklep geen lucht naar binnen laat, kan het expansievat door de ontstane onderdruk in elkaar worden gezogen. Om te voorkomen dat er antivries uit de veiligheidsklep wordt gedrukt, kan het bestaande expansievat worden vervangen door een gesloten drukexpansievat met een groter volume. Om te voorkomen dat het expansievat in elkaar wordt gezogen, kan er een vacuümklep in het systeem worden geïnstalleerd Geluid Probleem Geluidsprobleem in het radiatorsysteem 1. Flexibele slangen ontbreken. Er moeten flexibele slangen zijn gemonteerd volgens de instructies. 2. Onjuist gemonteerde flexibele slangen. 3. Montage/ophanging van leidingen. Er moeten flexibele slangen zijn gemonteerd volgens de instructies. Controleer of de ophangingen te stijf zijn, welke soort en welk formaat er is gebruikt en/of of ze te dicht bij elkaar gemonteerd zijn. Monteer flexibele slangen volgens de instructie. Monteer flexibele slangen volgens de instructie. Als er volgens het vak voor het lokaliseren van de storing iets niet in orde is, onderneemt u de toepasselijke actie. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 19

20 4. Tikken Kijk wanneer er sprake is van tikken, bij verwarming en/of na warmwaterproductie? Luister waar de tikken vandaan komen. 5. Circulatiegeluiden (ruisend geluid in het verwarmingssysteem). Loop het verwarmingssysteem na. Gesloten kleppen, smoorkleppen, afstelkleppen of andere plaatsen waar de stroom gesmoord wordt in het radiatorsysteem kunnen circulatiegeluiden veroorzaken. Is de flow van het verwarmingssysteem goed afgesteld? Een te grote flow in het verwarmingssysteem kan circulatiegeluiden veroorzaken. Er kan een buffervat worden geïnstalleerd op de aanvoerleiding om het warme water te vermengen met het aanwezige, iets koelere water voordat het naar de radiatoren gaat. Doorvoeren in wanden, daken en vloeren kunnen worden gesmeerd met siliconenspray. Als er een verkeerd type klep is gebruikt om de flow te smoren, vervangt u deze. Als het verwarmingssysteem niet goed is afgesteld, doet u dit alsnog. Kan het verwarmingssysteem draaien met een kleinere flow? Probleem Hard geluid van compressor 1. Fase-uitval. De compressor zal op twee fasen proberen te starten of in bedrijf zijn (geldt alleen voor driefasen-warmtepompen). 1. Controleer of er 400 V aanwezig is tussen ingaande fasen op de warmtepomp. 2. Krijgt de warmtepomp voeding? Meet de spanning voor alle elektrische onderdelen tot aan de compressor (zie bedradingsschema). Controleer waar de fase-uitval zit en verhelp deze. 2. Elkaar rakende leidingen trillingen. Kijk welke leiding(en) het probleem veroorzaakt/ veroorzaken. 3. Compressorstoring. Bepaal of de compressor abnormaal veel geluid maakt. Probeer de spanning op leidingen weg te nemen, die de trillingen veroorzaakt. Als de compressor defect is, vervangt u hem. 20 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

21 Probleem Piepend, fluitend geluid 1. Fluitende expansieklep. 1. Meet de oververhitting en stel deze af op de aanbevolen waarde. 2. Open en sluit de klep, helemaal uit en in. 3. Stel de expansieklep weer af op de aanbevolen oververhittingswaarde. 2. Geluid uit de softstarter. Voer een controlemeting uit op de ingangs- en uitgangsfase van de softstarter en het regelsignaal vanaf de I/O-kaart (zie bedradingsschema). 3. De IPR-klep van de compressor gaat open. De compressor heeft een ingebouwde IPR-klep die opent bij 28±3 bar. Als de klep opent, vindt er een drukegalisatie plaats tussen de hoge- en lagedrukzijde van de compressor en ontstaat er een sissend/fluitend geluid. Controleer of het geluid weg is. Als dat niet het geval is, gaat u verder met punt 2. Ga verder met punt 3. Als het probleem blijft bestaan, vervangt u de expansieklep. Als de softstarter defect is, vervangt u deze. Als deze bij een te lage druk opengaat, vervangt u de compressor. Om na te gaan of de klep bij de juiste druk opent, moet een manometer worden aangesloten op de hoge- en lagedrukzijde. Als de klep opent, merkt u dit doordat de druk aan de lagedrukzijde toeneemt en de druk van de hogedrukzijde nadert. Controleer bij welke druk de klep open begint te gaan. Probleem Geluid diversen 1. Trillende beschermbussen op de drukschakelaars. 2. Trillingsgeluid vanuit de elektrische installatie. 3. De warmtepomp staat niet waterpas. Kijk waar het trillende geluid wordt gevormd. Controleer of er sprake is van kabelladders of vergelijkbare voorzieningen die zijn vastgeschroefd aan de warmtepomp en op wanden. Hierdoor kunnen trillingen en geluiden ontstaan. Controleer met een waterpas of de warmtepomp waterpas staat. Controleer of de warmtepomp op alle vier de poten rust. 4. Algemene geluidsproblemen Voer preventieve maatregelen uit. Zie installatiehandleiding. Zorg er met behulp van bijvoorbeeld isolatietape voor dat de beschermbus niet kan trillen. Uitvoeren volgens de installatiehandleiding. Als de warmtepomp niet waterpas staat, stelt u de poten af. Voorbeeld: Verbeter de geluidsomgeving in ruimte waar de warmtepomp staat door akoestische panelen te plaatsen op wanden en aan het plafond. Monteer kap op de compressor (meest effectief voor hoge frequenties). Danfoss Heating Solutions VIGFI210 21

22 2.4.4 Warm water Probleem Temperatuur en/of hoeveelheid 1. Defecte motor driewegklep. Controleer de werking van de driewegklep. Kijk door handmatig proefdraaien of deze heen en weer gaat tussen de eindposities. 2. Driewegklepelement loopt aan. De klep sluit niet goed af, maar laat warm water door naar de radiatoren tijdens warmwaterproductie. 3. Lucht in TWS-spoel of buitenmantel. Maak de motor los en test of u met de hand de klep kunt sluiten en openen door de regelarm in te drukken. Tijdens warmwaterproductie: Luister of u lucht hoort. Controleer het temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourleiding. Als de motor defect is, vervangt u deze. Als het element aanloopt, verwijdert u het en maakt u het schoon of vervangt u het door een nieuw element. Ontlucht het systeem. Een groot temperatuurverschil kan wijzen op lucht in het systeem. 4. Te hoog ingestelde starttemperatuur voor warmwaterproductie. Controleer of de starttemperatuur correct is ingesteld. Mag niet worden ingesteld boven de in de fabriek ingestelde waarde. Als de startwaarde te hoog is ingesteld, verlaagt u deze naar de in de fabriek ingestelde waarde. Als u een systeem hebt met hoge brinetemperaturen (>+8 C), moet wellicht de startwaarde nog verder worden verlaagd voor een langere looptijd. 5. Sensorstoring, warmwatersensor De warmwaterproductie wordt gestart door de warmwatersensor. Controleer wat de warmwatersensor (de startsensor) aangeeft. Is het een aannemelijke/correcte waarde? Meet de weerstand van de sensor en controleer aan de hand van de weerstandstabel. Zie het hoofdstuk Meetpunten. 6. Groot afvoerdebiet (>12 l/min.). Controleer hoeveel liter warm water (circa 40 C) per minuut via de kraan wordt afgevoerd. Gebruik een klok en een emmer om het afvoerdebiet te meten. Als de sensor defect is, vervangt u hem. Als het afvoerwaterdebiet boven de 12 l/ min. ligt, kan de stratificatie in de boiler worden beïnvloed, waardoor de warmwatercapaciteit verslechtert. Mogelijke maatregelen: 7. Te kleine boiler ten opzichte van de behoefte. 8. De bedrijfspressostaat gaat te vroeg open (bij een te lage druk). De warmwaterproductie wordt beeindigd als de bedrijfspressostaat opengaat. Hoe groot is de behoefte en wat is de capaciteit van de boiler? Controleer de schakeldruk met behulp van een manometerblok. Monteer een drukverlagingsklep op de ingaande koudwaterleiding. Neem een menger met een lager debiet. Pas het afvoerdebiet van de bestaande menger aan, zet de kraan niet helemaal open. Neem een grotere boiler of plaats er een extra boiler bij. Bv. aanvullen met een DWH of een elektrische boiler. Als de pressostaat bij de verkeerde druk opent, vervangt u deze. De vervangende pressostaat kan worden gemonteerd op de service-uitgang (Schrader-klep). 22 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

23 9. Te klein uitwisselingsoppervlak om het vermogen van de warmtepomp over te brengen op de boiler. (Geldt alleen voor warmtepompen met een aparte boiler.) 10. Warmteverlies in warmwaterleiding. Is het uitwisselingsoppervlak te klein? Is de boiler afgestemd op het vermogen van de warmtepomp? Zet de warmwaterkraan open, meet de temperatuur van de uitgaande warmwaterleiding vanaf de warmtepomp en de temperatuur van het warme water. Het gemeten temperatuurverschil tussen de warmtepomp en het warme water geeft aan hoe groot het temperatuurverlies is. Voorbeelden van oorzaken voor temperatuurverliezen: Lange waterleidingen. Niet geïsoleerde warmwaterleidingen. Warmwaterleidingen die door koude ruimtes lopen. Andere factoren die van invloed kunnen zijn op de warmwatertemperatuur: Neem een boiler met een groter uitwisselingsoppervlak. Als er zich tijdens het lokaliseren van storingen een probleem voordoet volgens een van de punten, verhelpt u dit. Om snel te controleren of de warmwaterproductie van de warmtepomp naar behoren functioneert, tapt u het warme water af, zodat de warmtepomp warm water gaat produceren. Als deze klaar is, leest u de temperatuur af op de doorverwarmingssensor en de startsensor. De doorverwarmingssensor moet een temperatuur van circa C aangeven en de startsensor circa C. Als na de productie van warm water deze temperaturen zijn bereikt, betekent dit dat u de juiste temperatuur en het juiste volume warm water hebt in de boiler. Is er een mengklep geïnstalleerd in het systeem? Te lage temperatuur ingesteld op de mengklep? Lekkende mengklep? Storing in waterkraan? Lek in thermostaatmenger? Verwarmingscomfort Probleem Te koud 1. De regelcomputer van de warmtepomp is niet ingesteld/afgesteld volgens de behoeften/wensen van de klant. Controleer de instellingen voor KAMER en STOOK- LIJN en MAX. Pas onjuiste waarden in de regelcomputer van de warmtepomp aan. KAMER = gewenste binnentemperatuur STOOKLIJN = moet zijn ingesteld om de gewenste binnentemperatuur (KAMER) te handhaven, onafhankelijk van de buitentemperatuur. 2. Onjuiste bedrijfsmodus ingesteld in de regelcomputer van de warmtepomp. 3. Sensorstoring, BUITEN/KAMER/ AANV.LEIDING/RETOURLEIDING. Controleer welke bedrijfsmodus is ingesteld. Controleer wat de betreffende sensor aangeeft. Is het een aannemelijke/correcte waarde? Meet de weerstand van de sensor en controleer aan de hand van de weerstandstabel. Zie het hoofdstuk Meetpunten. MAX = hoogste instelwaarde voor de aanvoerleiding, onafhankelijk van de buitentemperatuur. Als er een onjuiste bedrijfsmodus is ingesteld, verandert u deze in de gewenste bedrijfsmodus. Als de sensor defect is, vervangt u hem. Danfoss Heating Solutions VIGFI210 23

24 4. De driewegklep is vastgelopen in de warmwatermodus. 1. Controleer de werking van de driewegklepmotor door handmatig proefdraaien. Als de motor de modus niet verandert bij handmatig proefdraaien, controleert u of de motor spanning krijgt (zie bedradingsschema). 2. Verwijder de motor en test of u met de hand de klep kunt sluiten en openen door de regelarm in te drukken. 1. Krijgt de motor in beide bedrijfsmodi spanning volgens het bedradingsschema? MANUEEL TEST VXV WARMWA- TER 0 = radiatormodus, arm van de klep af. 1 = warmwatermodus, arm richting de klep. Als de motor spanning krijgt maar de arm niet van stand verandert, vervangt u deze. 2. Aanlopend inzetelement verwijderen en reinigen of vervangen door een nieuw. 5. Defect elektrisch verwarmingselement. 6. De warmtepomp is gestopt vanwege HOOG RETOUR. 7. Warmteproductie wordt stopgezet door de functie HYSTERESIS. Gebruik een zoemer en controleer of alle spoelen in het elektrische verwarmingselement intact zijn. Controleer welke waarde is ingesteld voor MAX RETOUR in de regelcomputer van de warmtepomp. Deze moet worden afgesteld op de maximale aanvoertemperatuur van de installatie en het temperatuurverschil van het systeem, zodat er niet wordt onderbroken bij een te hoge retourtemperatuur als de hoogste aanvoertemperatuur wordt verzonden. Controleer wat de retourleidingsensor aangeeft. Is het een aannemelijke/correcte waarde? Als dat niet het geval is, voert u een weerstandsmeting uit van de sensoren en controleert u deze waarden aan de hand van de weerstandstabel in paragraaf 19.3 Meetpunten. Als de aanvoertemperatuur zo snel stijgt dat de warmteproductie wordt onderbroken door HYSTE- RESIS voordat INTEGRAAL 0 is geworden, kan er een verwarmingstekort ontstaan in het huis. Controleer of de warmteproductie wordt stopgezet omdat de hysteresewaarde te laag is ingesteld. (Zie installatiehandleiding voor fabrieksinstelling.) Controleer of de warmteproductie wordt stopgezet omdat thermostaten/kleppen in het verwarmingssysteem geheel of gedeeltelijk zijn gesloten. Controleer of de warmteproductie wordt stopgezet omdat het verwarmingssysteem een te kleine capaciteit heeft. Als het elektrische verwarmingselement defect is, vervangt u dit. Als de waarde voor MAX RETOUR niet is afgesteld op het systeem volgens het vak voor het lokaliseren van de storing, stelt u deze af. Als de sensor defect is, vervangt u hem. Probeer de hysteresewaarde te verhogen tot de warmtepomp in plaats daarvan stopt bij INTEGRAAL. Open thermostaten/kleppen in het verwarmingssysteem en controleer of de warmtepomp stopt op basis van IN- TEGRAAL. Als u constateert dat het verwarmingssysteem een te kleine capaciteit heeft, moet het systeem worden uitgebreid (door het warmteafgevende oppervlak te vergroten). 24 VIGFI210 Danfoss Heating Solutions

Warmtepompen voor woningen

Warmtepompen voor woningen MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Technische beschrijving DHP-A Opti DHP-C Opti DHP-C Opti W/W DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro/Opti Pro+ DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+ www.heating.danfoss.com Danfoss

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema DHP-L. DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema DHP-L. DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+ MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Bedradingsschema Opti Opti Pro/Opti Pro+ www.heating.danfoss.com Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd

Nadere informatie

Servicehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro

Servicehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro Servicehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro VMGFC310 Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service,

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-R Eco.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-R Eco. MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Bedradingsschema www.heating.danfoss.com Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-A Opti.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-A Opti. MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Bedradingsschema www.heating.danfoss.com Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING Danfoss warmtepomp DHP-R Eco VUIFK110 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie... 4 1.1 Veiligheidsvoorzorgen...4 1.2 Bescherming...4 2 Informatie over uw warmtepomp... 5 2.1 Productbeschrijving...5

Nadere informatie

Inbedrijfstelling van de installatie

Inbedrijfstelling van de installatie Inbedrijfstelling van de installatie excellence in hot water INHOUD. Zonnecircuit.............................. 2. Inbedrijfstelling............................. 3 3. Oplossen van eventuele pannes..............

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING DHP-H Opti Pro, DHP-H, DHP-C, DHP-L, DHP A, DHP-AL Navigeer door het menu van de regelaar met: Voor het verhogen of verlagen van de ingestelde waarden gebruikt u: Voor het bijstellen

Nadere informatie

Atec 6-18 kw 400V 3-N

Atec 6-18 kw 400V 3-N Bedradingsschema Atec 6-18 kw 400V 3-N www.thermia.com Thermia Värmepumpar is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud.

Nadere informatie

Inbedrijfstelling. Atec. www.thermia.com

Inbedrijfstelling. Atec. www.thermia.com www.thermia.com Thermia Värmepumpar is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING DHP-AL Navigeer door het menu van de regelaar met:. Voor het verhogen of verlagen van de ingestelde waarden gebruikt u: Voor het bijstellen van de kamertemperatuur: start door te

Nadere informatie

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti VMBMA70 Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service, is de aansprakelijkheid

Nadere informatie

Gebruikershandleiding DHP-S VUGFA110

Gebruikershandleiding DHP-S VUGFA110 Gebruikershandleiding DHP-S VUGFA110 Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service, is de aansprakelijkheid van Danfoss A/S krachtens de geldende garantiebepalingen niet langer bindend.

Nadere informatie

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro VMBMA1010 Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service,

Nadere informatie

Warmtepompen voor woningen

Warmtepompen voor woningen MAKIG MODER LIVIG POSSIBLE Installatiehandleiding DHP-A Opti DHP-C DHP-C Opti DHP-C Opti W/W DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro/Opti Pro+ DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+ www.heating.danfoss.com

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

Warmtepompen voor woningen

Warmtepompen voor woningen Atria Optimum Atria Duo Optimum Comfort Optimum Diplomat Diplomat Duo Diplomat Duo Optimum Diplomat Duo Optimum G2/G3 Diplomat Optimum Diplomat Optimum G2/G3 www.thermia.com De oorspronkelijke instructies

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5

Nadere informatie

Gebruikershandleiding DHP-AQ

Gebruikershandleiding DHP-AQ Gebruikershandleiding DHP-AQ VUGFB110 Danfoss A/S behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling wijzigingen aan te brengen in details en specificaties. 2010 Danfoss A/S. De originele gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro VUBMA910

Gebruikershandleiding. DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro VUBMA910 Gebruikershandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro VUBMA910 Danfoss A/S behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling

Nadere informatie

TOEPASSING. TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN

TOEPASSING. TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN 1. Externe behuizing 2. Montage plaat 3. Bevestigingsplaat 4. LED display 5. Controle paneel 6. Connectie ruimte thermostaat 7. Verwarmingsvat 8. Isolatie verwarmingsvat 9.

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 1.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Voorwoord Geachte klant, Met de Techneco warmtepompboiler heeft u een apparaat aangeschaft, waarmee u de

Nadere informatie

STORINGEN BASIS. www.vb-klimaattechniek.nl

STORINGEN BASIS. www.vb-klimaattechniek.nl STORINGEN BASIS Wanneer u bij een storing komt, overleg dan eerst met de klant en probeer de klacht zo goed mogelijk te analyseren. Vaak worden storingen veroorzaakt door verkeerd gebruik, verkeerde montage

Nadere informatie

Planningsgids. Atec.

Planningsgids. Atec. www.thermia.com Thermia Värmepumpar is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 2.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Atec. www.thermia.com

Installatiehandleiding. Atec. www.thermia.com www.thermia.com Thermia Värmepumpar is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn

Nadere informatie

1245 / Schema's

1245 / Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008

Nadere informatie

1. Onderhoud en garantie

1. Onderhoud en garantie 1. Onderhoud en garantie Voor een goede werking van het zonneboilersysteem is inspectie door een erkende installateur benodigd. De druk van het collectorsysteem en expansievat en de beschermingsgraad van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Bedradingsschema. itec.

Bedradingsschema. itec. www.thermia.com Thermia Värmepumpar is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn

Nadere informatie

code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen

code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen 2 en 3-Way systems ECOi-VRF code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen E06 Communicatie fout Buitenunit ontvangt geen communicatie signaal van de binnenunit. Controleer de voeding en stuurstroom

Nadere informatie

Thermia warmtepomp. Thermia Comfort. Installatiehandleiding. 9680-53759001 Rev. 2

Thermia warmtepomp. Thermia Comfort. Installatiehandleiding. 9680-53759001 Rev. 2 Thermia warmtepomp Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001 Rev. 2 Inhoud 1 Belangrijke informatie.......... 2 2 Plaatsing, uitpakken en installeren 3 2.1 Installatieruimte voorbereiden.........

Nadere informatie

Handleiding warmtepomp

Handleiding warmtepomp Handleiding warmtepomp Gebruiker. . Inhoudsopgave De IVT warmtepomp 3 Verwarmen en koelen 3 Hoe wordt de warmtepomp geregeld 3 Kamerthermostaat 4 Stroomstoringen 4 Bedieningspaneel van de warmtepomp 5

Nadere informatie

GEBRUIKERS- HANDLEIDING

GEBRUIKERS- HANDLEIDING GEBRUIKERS- HANDLEIDING Thermia Comfort Warmtepomp 9 6 8 0-5 6 0 8 7 0 0 1 R e v. 1 Inhoud 1 Belangrijke informatie...............................1 1.1 Veiligheidsvoorzorgen.....................................

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING DHP-AX Navigeer door het menu van de regelaar met: Voor het verhogen of verlagen van de ingestelde waarden gebruikt u: of Voor het bijstellen van de kamertemperatuur: starten met

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren

Nadere informatie

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel indicatie van binnen/buiten en eerste oordeel Bestemd voor wand model 9K en 12K Indicatie binnendeel (, 0.5s AAN, No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hoge druk Invries Systeem geblokkeerd of koelmiddel lekkage Hoge

Nadere informatie

Manual Pro-Leaf klimaatsystemen.

Manual Pro-Leaf klimaatsystemen. Manual Pro-Leaf klimaatsystemen www.pro-leaf.eu Test deze functie voor dat u de unit in gebruik neemt zie pagina 10. Waterlekkage Vervoer Als u de airco-unit vervoert is het uitermate belangrijk dat de

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP

BASISINSTELLING WARMTEPOMP BASISINSTELLING WARMTEPOMP 1 2 4 3 Onderdelen 1. GIW-box met TR-10 ruimtethermostaat en regeling aanvoertemperatuur vloerverwarming 2. Drukmeters vloerverwarming en bronnen 3. Afsluiters vloerverwarming

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

Aandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355

Aandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 andachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 1. Ontwerp, installeren en beheer van grondgebonden warmtepompen is onderhevig aan de BL 6000-21 2. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel

Nadere informatie

Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING!

Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING! Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING! Vóór het aanbrengen van wijzigingen aan het koelsysteem moet het koelsysteem leeggemaakt

Nadere informatie

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp 15-11-2016 Versie 2.0 Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp Pagina 1 van 9 blz.1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Uitvoeringen... 3 3. Installatie... 3 4. Inbedrijfstelling... 5 4.1.

Nadere informatie

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel indicatie van binnen/buiten en eerste oordeel Bestemd voor wand model 18K en 24K (, 0.5s No. 1 2 3 4 5 6 7 8 Hoge druk Invries Hoge persgas Overstroom Communicatie Hoge weerstand Interne ventilator motor

Nadere informatie

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepompen Inhoud Inleiding... 3 Veiligheid... 4 Algemeen... 4 Koudemiddel... 5 Bediening... 6 Overzicht van de Siemens thermostaat...

Nadere informatie

Byzoo Sous Vide Hippo

Byzoo Sous Vide Hippo Byzoo Sous Vide Hippo handleiding 220-240V, 50Hz 800W BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE 1 Lees alle instructies zorgvuldig voor

Nadere informatie

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8.  2 INHOUD 1. Algemene veiligheid 3 2. Kenmerken 3 3. Beperkingen 3 4. Algemene informatie 3 5. Installatie 4 6. Werking 5 7. Elektrische specificaties 6 8. Rendement 6 9. Probleemoplossing 6 10. Onderdelenlijst

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Gebruikershandleiding. DHP-H Varius Pro+ www.heating.danfoss.com

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Gebruikershandleiding. DHP-H Varius Pro+ www.heating.danfoss.com MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Gebruikershandleiding www.heating.danfoss.com De oorspronkelijke instructies zijn geschreven in het Engels. Andere talen zijn een vertaling van de oorspronkelijke instructies.

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-L DHP-L Inhoudsopgave DHP-L 4, 400V 3N...3 5 DHP-L 6, 400V 3N...6 8 DHP-L 8, 400V 3N... 9 11 DHP-L 10, 400V 3N...12 14 DHP-L 12, 400V 3N...15

Nadere informatie

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper Checklist Inspectie en Onderhoud Brine warmtepomp v2.0 Dit document in een handleiding om het eerstelijns onderhoud uit te kunnen voeren op STIEBEL ELTRON warmtepompen. Uitgaande van een vulgewicht

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht met sirene. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88

Nadere informatie

Spoel-vullen EnviLine warmtepomp

Spoel-vullen EnviLine warmtepomp Spoel-vullen EnviLine warmtepomp Inhoudsopgave Waarom dit document... 2 Vullen van de cv-installatie... 2 Monoblock Tower (Solar) met buffer... 3 Monoblock wand binnenunit all-electric met buffer... 4

Nadere informatie

Handleiding Hogedrukpan Field Koch

Handleiding Hogedrukpan Field Koch Handleiding Hogedrukpan Field Koch 118014 Belangrijke voorzorgsmaatregelen Gebruik alleen GAS als warmtebron Wees extra voorzichtig in het leslokaal Plaats de pan niet in een warme oven Zet de pan voorzichtig

Nadere informatie

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp Montagevoorschrift condenswaterpomp CEEPEE 15 K / G / M Zelfaanzuigend tot 1,5 m Opvoerhoogte 9 m / 18 m. Universeel toepasbaar Zeer laag geluidsniveau 1 Het beoogde gebruik De condenswaterpomp is bedoeld

Nadere informatie

1245PC / 1255PC - Schema's

1245PC / 1255PC - Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 12-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 12-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

Thermostaten. Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H

Thermostaten. Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H Inhoud Pagina Montage......................................................................................... 29 KP-thermostaat met luchtvoeler...............................................................

Nadere informatie

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we Type I Type II (Inclusief CO ) WERKINGSPRINCIPE CHILLER 0 www.bravilor.com Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm Company name: 70542200 (07/2013) Nefit is een merk van Bosch Thermotechniek B.V. Bosch Thermotechniek B.V.., Postbus 3, 7400 AA Deventer. DealerLine: 0570-67 85 66. Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00.

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie 1 Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie Wij willen u feliciteren met uw aankoop van één van de producten van Quality Heating. Elk product van Quality Heating is gemaakt op kwalitatief hoogstaande

Nadere informatie

3. Afleverset, eigendom en verantwoordelijkheid van Warm Hartje Eindhoven

3. Afleverset, eigendom en verantwoordelijkheid van Warm Hartje Eindhoven 3. Afleverset, eigendom en verantwoordelijkheid van Warm Hartje Eindhoven 3.1 Afleverset in uw woning In uw woning bevindt zich de afleverset van Warm Hartje Eindhoven zoals weergegeven in 3.1.a afbeelding.

Nadere informatie

2Power opslagtank. Installatie instructies

2Power opslagtank. Installatie instructies 2Power opslagtank Installatie instructies Deze installatieconstructie bevat belangrijk advies voor het hanteren, installeren en opstarten van een 2Power-zonne-installatie. Lees dit advies zorgvuldig door

Nadere informatie

SMART 1) VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN. NL-Version Lees deze handleiding alvorens het apparaat in INHOUDSOPGAVE 1) VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

SMART 1) VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN. NL-Version Lees deze handleiding alvorens het apparaat in INHOUDSOPGAVE 1) VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SMART FOR SAFE AND HEALTHY WATER Lees deze handleiding alvorens het apparaat in INHOUDSOPGAVE 1) VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2) INLEIDING 3) INBEDRIJFSTELLING 4) WERKWIJZE 5) DRANK CARTRIDGES INSTALLATIE

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht

installatiehandleiding Alarmlicht installatiehandleiding Alarmlicht INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88 E-mail WoonVeilig klantenservice@woonveilig.nl

Nadere informatie

MS Semen Storage Pro

MS Semen Storage Pro MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...

Nadere informatie

Installatie instructie

Installatie instructie LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..

Nadere informatie

PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0

PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0 PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0 Nederlandse vertaling door: noskos (BBQ-NL.com) voor probbqshop.nl 1. Kenmerken van de PartyQ! 3 2. Installatie en Bediening! 3 3. Temperatuurvoeler!

Nadere informatie

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming 4 STORINGEN 4.1 Algemeen De Remeha Avanta is uitgerust met een geavanceerde besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor, de Comfort Master, die de ketel zowel beveiligt als bestuurt.

Nadere informatie

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 Installatie & Instructie Handleiding Editie 2008 15.07.2008 Rev. 1.0 Inhoudstafel 1. Handleiding voor de installatie...3 1.1 Aansluiting...3 1.2 Installatie

Nadere informatie

Instructiehandleiding

Instructiehandleiding NL Instructiehandleiding Bedieningspaneel PU-5 Voor de luchtverwarmer PLANAR Ver.1.0.0.1/24 Inleiding. Deze handleiding is een onderdeel voor de luchtverwarmer PLANAR.deze bevat de informatie voor gebruikers

Nadere informatie

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1 Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1. Algemeen. De basis van het systeem is een 100 liter boiler met daarop gemonteerd een pompunit en een regeling. Deze

Nadere informatie

Sanifount. Elektronisch. Onderhoud/Storingen. Sanifount Sensorgestuurd

Sanifount. Elektronisch. Onderhoud/Storingen. Sanifount Sensorgestuurd Sanifount Elektronisch BELANGRIJK Na iedere herstelling of interventie dient er een reset van de microprocessor te gebeuren (knop gemonteerd in de kop). Het toestel is opnieuw operationeel na 35 sec. PROBLEEM

Nadere informatie

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

GIDS VOOR DE GEBRUIKER GIDS VOOR DE GEBRUIKER Aangekoppelde Afstandsbediening MWR-TH00 MWR-TH01 Airconditioner Ne DB98-26319A(1) Veiligheidsvoorschriften Voordat u de aangekoppelde afstandsbediening gebruikt, leest u best deze

Nadere informatie

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Wordt gebruikt om unit te starten en te stoppen. Let Op!!: Bij alleen koeling units is warmte mode niet

Nadere informatie

1145 / PC- Schema's

1145 / PC- Schema's 1145 / 1155 - - Schema's 11-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 11-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 11-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

Henks Reparatie Werkplaats - Van IJsendijkstraat 152-1442LC - Purmerend - www.hksservices.nl. Bedienings display

Henks Reparatie Werkplaats - Van IJsendijkstraat 152-1442LC - Purmerend - www.hksservices.nl. Bedienings display Bedienings display T4 koelkast storing zoeken Dit artikel omschrijft het fout zoeken en om de juiste diagnose te stellen als de koelkast problemen geeft. Het betreft de volgende modellen. Compressor type

Nadere informatie

Nefit Economy cv-boilers

Nefit Economy cv-boilers Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant

Nadere informatie

INFORMATIE WARMTE & KOELING STORING

INFORMATIE WARMTE & KOELING STORING INFORMATIE WARMTE & KOELING STORING Waar hangt het verbruik van warmte in mijn woning van af? Er zijn verschillende aspecten die invloed hebben op het verbruik van warmte in uw woning. Hieronder vindt

Nadere informatie

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS MODELLEN: ES3 ES4 ES5 ES65 Installatie- en bedieningsvoorschriften Onderhoudsinstructies Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden. 4.1.4 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Branderketel 12V DC/ 24 V DC

Branderketel 12V DC/ 24 V DC Branderketel 12V DC/ 24 V DC Inhoudsopgave: blz Technische specificaties 2 Speciale waarschuwingen 3 Branderverstuiver / elektroden 3 Brandstofpomp 4-5 Elektrisch schema 6 Printplaat 6 Probleem / oplossing

Nadere informatie

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding Inhoud 1 Boilers, type IGB 2 1.1 Beschrijving 2 1.2 Levering 2 1.3 Technische informatie 2 1.4 Toepassingsmogelijkheden 3 1.5

Nadere informatie

Augustus 2013 Pagina 1

Augustus 2013 Pagina 1 Aanvullende Installatiehandleiding t.b.v. Tzerra & Calenta koppeling met de WTW unit met ingebouwde terugslagklep en voedingsspanning aansluiting voor de ketel Inleiding Met gebalanceerde ventilatie met

Nadere informatie

AT Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat

AT Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat AT-5461 Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat Veiligheid Lees en bewaar deze instructies. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar oud en door personen met verminderde lichamelijke,

Nadere informatie

) voor verschillende systeemtypen Testen van de contactfunctie De juiste pressostaat voor uw systeem

) voor verschillende systeemtypen Testen van de contactfunctie De juiste pressostaat voor uw systeem Inhoud Pagina Montage......................................................................................... 21 Monteren van een overtollige capillaire leiding....................................................

Nadere informatie

Warmtepompen voor woningen

Warmtepompen voor woningen Atria Optimum Atria Duo Optimum Comfort Comfort Optimum Diplomat Diplomat Duo Diplomat Duo Optimum Diplomat Duo Optimum G2/G3 Diplomat Optimum Diplomat Optimum G2/G3 www.thermia.com Thermia Värmepumpar

Nadere informatie

Erratablad Comfort Classic

Erratablad Comfort Classic Erratablad Dit document is een wijziging van resp. aanvulling op de : Gebruikershandleiding (07.98.92.009.2) Installatiehandleiding (07.98.92.010.2) De Itho Daalderop cv-ketels zijn vanaf 1/8/2015 op enkele

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Gebruikershandleiding. DHP-iQ.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Gebruikershandleiding. DHP-iQ. MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Gebruikershandleiding www.heating.danfoss.com De oorspronkelijke instructies zijn geschreven in het Engels. Andere talen zijn een vertaling van de oorspronkelijke instructies.

Nadere informatie

HR-combiketel. Onderhoud / storingen

HR-combiketel. Onderhoud / storingen HR-combiketel Onderhoud / storingen Belangrijk: Controleer 1x per half jaar de waterdruk in de cv-installatie en vul zonodig bij. Schakel uw installateur in als u meer dan 4x per jaar water moet bijvullen.

Nadere informatie

installatiehandleiding Rookmelder

installatiehandleiding Rookmelder installatiehandleiding Rookmelder INSTALLATIEHANDLEIDING ROOKMELDER Gefeliciteerd met de aankoop van de WoonVeilig rookmelder. Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer informatie over de

Nadere informatie

Versie: juni installatiehandleiding. Alarmlicht LXA-8A

Versie: juni installatiehandleiding. Alarmlicht LXA-8A installatiehandleiding Alarmlicht LXA-8A INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht. Telefoonnummer WoonVeilig 088 383 88 38 E-mail WoonVeilig klantenservice@woonveilig.nl

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie