Knieprothese. Knieprothese

Vergelijkbare documenten
Standscorrectie knie. Standscorrectie knie

Voorvoetartrodese Voorvoet- artrodese

Enkelartrodese Enkel artrodese

Enkelprothese. Enkelprothese

Het kniegewricht is een scharniergewricht. Het bestaat uit twee botdelen: het bovenbeen en het

Standscorrectie grote teen. Standscorrectie grote teen

El eboogprothese El eboog prothese

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale knieprothese

Totale knieprothese polikliniekversie Orthopedie

Heupprothese. Heupprothese

De totale knieprothese

Schouderprothese Schouder prothese

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Halve knie-prothese (hemiknie)

TOTALE KNIE OPERATIE

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Totale knieprothese Vervanging van het kniegewricht Intensief oefenprogrammabehandeling volgens Rapid Recovery

Orthopedie. Artrotische knie / correctie kniestand. Afdeling: Onderwerp:

Orthopedie. Enkelprothese

4. Totale knieprothese

Standscorrectie van de artrotische knie

De enkel is het gewricht tussen het onderbeen en de achtervoet. Dit gewricht wordt ook wel het

Standscorrectie van de versleten knie

Orthopedie. Tibiakop osteotomie / correctie van de beenstand

De schouder is het meest beweeglijke gewricht van het lichaam. Het schoudergewricht bestaat uit 3

Inleiding 3. Informatiebijeenkomst 3. App en portal Knieprothese 3. Operatie 4. Risico s van de operatie 4. Na de operatie 5.

De unicompartimentele knieprothese

TOTALE HEUP OPERATIE

Voorste kruisbandreconstructie

Een nieuwe knie (totale knieprothese) Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsdelen verwijderd en vervangen door kunstgewrichtsdelen.

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale heupprothese (nieuwe heup)

Standscorrectie van de (artrotische) knie

Maatschap Orthopedie. Voorste kruisband reconstructie

Schouderprothese. Orthopedie

De totale heupprothese

Standscorrectie van de versleten knie

Met een nieuwe knie zonder pijn en hulpmiddelen weer verder leven

Met een nieuwe knie zonder pijn en hulpmiddelen weer verder leven

Orthopedie VOORSTE KRUISBAND RECONSTRUCTIE

Schouder prothese. Orthopedie. alle aandacht

Correctie van de beenstand Tibiakop osteotomie

Kijkoperatie knie bij kinderen/jongeren

Totale heupprothese polikliniekversie

Standscorrectie artrotische knie

Voorste kruisbandreconstructie

Correctie van de kniestand. (artrotische knie)

Voorste kruisbandreconstructie

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE HEUP OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Informatie. Voorste kruisbandreconstructie

PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE

PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE

Schouderprothese. Fysiotherapie. alle aandacht

Schouderprothese wegens artrose. Poli Orthopedie

Totale heupprothese (nieuwe heup)

PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE

Schouderprothese. Orthopedie

Tuberositas transpositie

Standscorrectie bij slijtage knie mbv een plaat. Orthopedie

PATIËNTENFOLDER Orthopedie Meniscusletsel

Informatie. Knieprothese

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

Reconstructie van de voorste kruisband

Elleboogprothese Radboud universitair medisch centrum

Orthopedie. Schouderprothese

Voorste kruisbandplastiek

De totale knie-operatie (een nieuwe knie) Universitair Medisch Centrum Groningen Orthopedie

KIJKOPERATIE IN EEN GEWRICHT ARTROSCOPIE- DOOR ORTHOPEDIE

Standscorrectie knie. Tibiakoposteotomie. Orthopedie

Standscorrectie bij slijtage knie mbv een plaat

Verschijnselen en klachten Algemene informatie rondom een operatie Oorzaak Welke behandelingen zijn mogelijk? Wat is een versleten knie?

Schouderprothese Radboud universitair medisch centrum

Botbreukoperatie afdeling Chirurgie

De zorgdag De opname

Orthopedie. Voorste kruisband

Orthopedie. Enkelartrodese of triple artrodese

Operatie om stand van het been te veranderen

Inleiding Het kniegewricht

Voorste kruisband reconstructie

Gewrichtsdistractie van de Knie

KIJKOPERATIE VAN DE KNIE. (arthroscopie bij gewrichtsproblemen)

Arthroscopie (kijkoperatie) van het kniegewricht

Voorste kruisband reconstructie

De Totale Knieprothese

Vervanging van het kniegewricht

Informatie over voorbereiding, de operatie, en herstel

KIJKOPERATIE VAN DE KNIE

Schouderprothese. Orthopedie. Operatieve ingreep. Inleiding

Standsverandering been (Osteotomie)

Inleiding. Gewrichtsslijtage. Klachten

H Een nieuwe knie

Informatie. Knieprothese

Kijkoperatie van de knie

Kijkoperatie van de knie: artroscopie van de knie

Orthopedie. Voorste kruisband plastiek

Schouderprothese wegens artrose. Poli Orthopedie

Standcorrectie van het onderbeen

Voorste kruisbandreconstructie

Correctie van de kniestand

Gebroken bot (fractuur): Er kan een breuk ontstaan in de uiteinden van het boven- of onderbeen, of de knieschijf kan gebroken zijn.

H Voorste kruisband reconstructie (VKB)

Transcriptie:

Knieprothese Knieprothese

Inhoud Knieprothese, december 2014 3 Inleiding 4 De knieprothese 4 Waarom een prothese? 6 Soorten protheses 8 De operatie 8 Voorbereiden 9 De ingreep uitgelegd 10 Mogelijke complicaties 12 Het herstel 12 Herstel in het ziekenhuis 14 Weer thuis 15 Lange termijn 17 Meer informatie 17 Relevante adressen 18 Woordenlijst Inleiding U heeft veel last van uw knie. U heeft pijn en andere klachten waardoor u uw dagelijkse bezigheden niet goed meer kunt doen. Uw arts heeft voorgesteld uw kniegewricht te vervangen door een kunstgewricht: de knieprothese. Hiervoor is een operatie nodig. Misschien wilt u meer weten over deze operatie voordat u een besluit neemt. U vindt hier informatie over de knieprothese, de operatie en wat u bij het herstel kunt verwachten. Ook vindt u adressen van organisaties waar u meer informatie kunt krijgen. Houdt u er rekening mee dat de situatie voor iedereen anders is. Ook kan de precieze procedure per ziekenhuis verschillen. 2 3

De knieprothese Waarom een prothese? Artrose of een andere reumatische aandoening kan veel pijn aan uw knie veroorzaken. Een knieprothese kan de pijn wegnemen, waardoor u uw dagelijkse bezigheden weer kunt doen. Het kniegewricht Het kniegewricht is een scharniergewricht. Het bestaat uit twee botdelen: het bovenbeen en het onderbeen. De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laag kraakbeen, zodat de knie soepel kan bewegen. Dit kraakbeen is elastisch en het kan schokken en stoten opvangen. Artrotische knie De pijn in uw knie wordt veroorzaakt door artrose en het kraakbeen dat daardoor slechter is geworden. Uw knie is dan artrotisch. Artrose kan ontstaan achter uw knieschijf of aan de binnen- of buitenkant van uw knie. De pijn zit meestal op de plek waar het meeste kraakbeen weg is. Op een röntgenfoto is de schade aan uw kraakbeen te zien. De pijnklachten Een artrotische knie doet vaak pijn bij lopen, traplopen en lang staan. Fietsen geeft meestal geen of weinig klachten. Als de artrose in een vergevorderd stadium is, heeft u de hele dag pijn, vooral nadat u uw knie heeft belast. Als u s morgens of na een tijd stilzitten in beweging komt, is uw knie pijnlijk of stijf. Dat heet startpijn of startstijfheid. De pijnklachten en de stijfheid verminderen na ongeveer 10 minuten bewegen. Als u uw knie belast, Kniegewricht nemen ze juist weer toe. Ook kunt u s nachts pijn hebben. Verder kunt u een O-been of X-been ontwikkelen, waardoor uw knie instabiel aanvoelt. Oorzaken klachten Artrose van het kniegewricht kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld kraakbeen- of stofwisselingsziekten of een botbreuk. Mensen met een reumatische aandoening hebben vaak knieproblemen omdat de ontstekingen het kraakbeen aantasten. Verder heeft u meer kans op artrose wanneer in het verleden uw meniscus is verwijderd. Ook door overbelasting kan (vervroegd) artrose in uw knie ontstaan. Toch is de oorzaak meestal onduidelijk. 4 5

Vaststellen beschadiging Uw arts stelt de ernst van uw aandoening vast door middel van lichamelijk onderzoek, röntgenfoto s en eventueel een kijkoperatie. Als uw kniegewricht ernstig beschadigd is, is vervanging van het gewricht vaak de enige manier om u van uw klachten af te helpen. Soorten protheses Uw orthopedisch chirurg kiest de knieprothese die het beste bij u past. Dit kan een totale of gedeeltelijke knieprothese zijn. Als uw knieschijf ook beschadigd is, kunt u een patellaprothese krijgen. Keuze De orthopedisch chirurg geeft aan welk type prothese het beste bij u past. Ook legt hij uit hoe hij de prothese vastzet op uw bot. Dit kan met of zonder botcement. De knieprothese Een knieprothese bestaat in principe uit 3 delen: 2 van metaal en 1 van hard plastic. Uw arts zet de metalen delen vast in uw boven- en onderbeen. Het deel van plastic komt ertussenin. Dit zorgt ervoor dat uw onderbeen soepel scharniert ten opzichte van uw bovenbeen. Als slechts een deel van uw knie beschadigd is kunt u een gedeeltelijke knieprothese krijgen. Knieprothese Knieschijf vervangen Is uw knieschijf ook versleten? Dan kan uw arts deze vervangen door een onderdeel van hard plastic. Het geheel wordt een totale knie-artroplastiek of totale knieprothese genoemd. Maar meestal is het plaatsen van deze patellaprothese niet nodig (patella = knieschijf). 6 7

De operatie Voorbereiden Het is belangrijk dat u weet wat er allemaal komt kijken bij het plaatsen van een knieprothese. Uw vragen kunt u stellen aan de orthopedisch chirurg. Vraag ook om informatie over anesthesie. Blijf voor de operatie zoveel mogelijk in beweging. Blijf in beweging Blijf in de periode voor de operatie zoveel mogelijk bewegen. Probeer vooral te lopen of te fietsen, voor zover dit gaat. Beweeg liever wat vaker een klein stukje dan 1 of 2 keer per dag een lange afstand. U kunt oefeningen doen die de spieren rond uw knie zo sterk mogelijk houden. Het kost u dan na de operatie minder moeite om weer te lopen. Overleg eventueel met een fysio- of oefentherapeut welke oefeningen u het beste kunt doen. Praat met de chirurg Het is belangrijk dat u alles wat te maken heeft met de operatie goed begrijpt. Pas dan kunt u toestemming geven voor de operatie. Bespreek van tevoren uw vragen en zorgen met de orthopedisch chirurg die de operatie gaat uitvoeren. Vragen stellen U kunt de volgende vragen stellen aan de orthopedisch chirurg: Waarom is deze operatie nodig? Hoe bereid ik mij voor op de operatie? Wat wordt er tijdens de operatie gedaan? Welke problemen kunnen tijdens en na de operatie ontstaan? Wat staat mij te wachten na de operatie? Wanneer mag ik naar huis? Wat staat mij te wachten in de herstelfase direct na de operatie? Wat kan ik op langere termijn verwachten? Wat mag ik wel en wat niet na de operatie? Welk resultaat mag ik van deze operatie verwachten? Overleg met uw arts of u tijdelijk moet stoppen met bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld NSAID s, bloedverdunners of DMARD s. Meestal stopt u vlak voor de operatie met uw medicijnen. Ook op de website van het ziekenhuis kunt u informatie vinden die voor u van belang is. Folder anesthesie Vraag in het ziekenhuis naar een folder over anesthesie. Daarin staat hoe u zich voorbereidt op de operatie. U leest over onderwerpen als nuchter zijn voor de operatie (vanaf middernacht niet meer eten en drinken op de dag van de operatie), het verwijderen van make-up, sieraden en uw kunstgebit, en of u tijdelijk met medicijnen moet stoppen. Er zijn 2 mogelijkheden voor verdoving tijdens de operatie: Een ruggenprik, waarbij alleen het onderste deel van uw lichaam wordt verdoofd (vanaf uw middel) Een volledige verdoving of narcose Deze mogelijkheden worden van tevoren met u besproken. De ingreep uitgelegd De orthopedisch chirurg verwijdert de beschadigde gewrichtsvlakken. Vervolgens vervangt hij de versleten delen van uw gewricht. Daarna zet hij de onderdelen van de knieprothese vast. 8 9

Opname U wordt een dag voor de operatie opgenomen in het ziekenhuis. De operatie De orthopedisch chirurg maakt een verticale snee van ongeveer 20 cm aan de voorkant van uw knie. Tijdens de operatie verwijdert hij de beschadigde gewrichtsvlakken van uw boven- en onderbeen en eventueel van uw knieschijf. Daarna past hij de vorm van uw bot aan, zodat hij de prothese goed kan vastzetten. Vervolgens vervangt de chirurg de versleten delen van uw boven- en onderbeen door delen van metaal. Daartussen komt een hard plastic gedeelte. De chirurg kan beide onderdelen van de knieprothese met cement vastzetten. Ook kan hij kiezen voor een totale knieprothese zonder cement. In het laatste geval brengt hij de prothese klemvast aan. De bedoeling is dan dat de prothese op uw bot vastgroeit. Nadat de prothese is vastgezet, hecht de chirurg de opening dicht. Duur De operatie duurt ongeveer 1,5 uur. Mogelijke complicaties Heel soms gebeurt het dat uw knieprothese geïnfecteerd raakt en daardoor losraakt. Ook bestaat de mogelijkheid dat uw knieschijf niet goed meebeweegt of dat littekenvorming het buigen beperkt. Verder gelden dezelfde risico s als bij andere operaties. Infectie van prothese Infectie van uw prothese is een ernstige situatie. De prothese kan hierdoor losraken. U krijgt langdurig antibiotica, eerst via een infuus en later in tabletvorm. De kans bestaat dat de prothese weer verwijderd moet worden. U kunt pas weer een nieuwe prothese krijgen als de infectie volledig verdwenen is. Soms krijgt u gentakralen in het geïnfecteerde gebied. Gentakralen zijn kralen waarin een antibioticum is verwerkt. Ze worden operatief ingebracht. Kunt u wel direct een nieuwe prothese krijgen? Dan blijft u kans houden op een nieuwe infectie. In het uiterste geval krijgt u helemaal geen prothese meer. De chirurg zet uw knie dan vast. Dit heet een artrodese. U kunt dan op uw been steunen, maar u kunt uw been niet buigen. Knieschijf beweegt niet goed mee Soms glijdt uw knieschijf niet goed over de prothese. Buigen is lastig en pijnlijk. Het kan dan nodig zijn dat u een knieschijfprothese krijgt of een operatie aan uw spieren of pezen. Littekenvorming Het litteken bestaat uit bindweefsel. Dit stugge weefsel kan het buigen beperken. Om de beweeglijkheid te verbeteren buigt de orthopedisch chirurg uw knie dan onder verdoving verder door. Risico s bij elke operatie Verder gelden dezelfde risico s als bij andere operaties: Wondinfectie. De kans hierop is klein. Een wondinfectie is meestal na 5 dagen zichtbaar. De wond is dan rood en pijnlijk en uw temperatuur is verhoogd. Behandeling bestaat uit rust en antibiotica. Soms is een operatie nodig om pus te verwijderen. Dit voorkomt een infectie van uw knie. Wordt de wond roder en pijnlijker, neem dan direct contact op met uw huisarts of specialist. Lukt dit niet, dan kunt u de spoedarts van het ziekenhuis bellen. Nabloeding. De kans dat de wond nabloedt is de eerste 24 uur het grootst. Voor de eerste dagen heeft u een drukverband gekregen. Meestal is een tweede operatie niet noodzakelijk. Wel kunt u bij een nabloeding een bloedtransfusie krijgen om het bloedtekort aan te vullen. Trombose. Alle langdurige operaties verhogen de kans op trombose. Om dit te voorkomen krijgt u vanaf de dag van de operatie bloedverdunnende medicijnen in de vorm van tabletten of injecties. Het kan nodig zijn dat u deze thuis nog een aantal weken gebruikt. De trombosedienst legt u uit hoe u deze medicijnen gebruikt en welke dosering u nodig heeft. 10 11

Bewegen Op de eerste dag na de operatie begint u onder begeleiding van een fysiotherapeut met de revalidatie. In principe mag u uw knie direct volledig belasten. U krijgt aanwijzingen om goed in de stoel te zitten. Wanneer u beschikt over voldoende kracht en controle over uw bovenbeenspier mag u onder begeleiding gaan lopen. Het herstel Herstel in het ziekenhuis De eerste dagen na de operatie herstelt u in het ziekenhuis. Na een paar dagen worden het drukverband en de drain verwijderd. In principe mag u uw knieprothese direct volledig belasten. Wond De wond zit aan de voorkant van uw knie. Na de operatie heeft u drukverband gekregen. Dit wordt na een paar dagen verwijderd, waarna u een pleister op de wond krijgt. Uw hechtingen blijven 2 tot 3 weken zitten. Deze worden op de polikliniek of door uw huisarts verwijderd. Drain en katheter Bij uw wond zit een drain om bloed en wondvocht af te voeren. De drain blijft enkele dagen zitten, afhankelijk van de hoeveelheid wondvocht. Soms werkt uw blaas niet goed of moeten blaasproblemen voorkomen worden. Dan krijgt u tijdelijk een blaaskatheter. Pijn De gewrichtspijn die u voor de operatie had is voor een groot deel verdwenen. Wel kunt u nog pijn hebben aan de wond en aan uw spieren. Deze pijn verdwijnt na verloop van tijd. Pijnstilling krijgt u via het infuus. Dit kunt u zelf toedienen door op een pompje te drukken. Het is ook mogelijk dat u pijnstilling krijgt van de verpleegkundige. Medicijnen Direct na de operatie kunt u uw medicijnen weer innemen. Doe dit in overleg met uw arts. De eerste dagen na de operatie krijgt u pijnstillers. U heeft dan ook een infuus. Tegen trombose Tijdens en na de operatie krijgt u medicijnen om trombose te voorkomen. Ook krijgt u tijdens en soms na de operatie antibiotica om de kleine kans op een infectie nog meer te verkleinen. Verder krijgt u in het ziekenhuis een steunkous. Deze draagt u zolang u injecties gebruikt om trombose te voorkomen. Meestal is dat 6 weken. Verzorging Meestal kunt u de dag na de operatie al uit bed. U kunt uzelf dan wassen bij de wastafel. Zo nodig krijgt u hulp van de verpleegkundige. Een fysiotherapeut of verpleegkundige geeft u advies over het uitvoeren van uw dagelijkse bezigheden. Naar huis Meestal kunt u na 4 tot 6 dagen naar huis. In sommige gevallen vindt revalidatie plaats in een verzorgingshuis, verpleeghuis of revalidatie-instelling. Hoe de nazorg is geregeld, verschilt per ziekenhuis. Informeer bij uw behandelaar hoe het in uw situatie geregeld is. U mag naar huis als: het gips goed zit de wond goed geneest de pijnstilling effect heeft u zelfstandig naar het toilet kunt (met krukken of een looprekje) Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u mee: Een afspraak op de polikliniek Een recept voor medicijnen 12 13

Eventueel kunt u meekrijgen: Een afspraak met de trombosedienst Een recept voor verbandmiddelen Een overdracht voor de thuiszorg of het verpleeghuis Een verwijzing en overdracht voor fysiotherapie Een aanvraag voor ergotherapie Weer thuis De eerste 6 weken draagt u een steunkous. Ook loopt u dan met krukken. U kunt uw geopereerde knie gewoon gebruiken. Let er wel op dat u uw knieprothese niet te veel belast. Pas ook op met infecties in uw lichaam. Steunkous en krukken De eerste 6 weken draagt u een steunkous. Ook loopt u in die periode met 2 krukken. In principe mag u uw knie meteen al volledig belasten. Het bewegen bestaat vooral uit het buigen en strekken van de knie. Het litteken midden op uw knie kan hierbij hinderen. Let erop dat het litteken niet opengaat. Het is belangrijk om op tijd te beginnen met het buigen van uw knie. Volg hierbij de voorschriften die u in het ziekenhuis heeft gekregen. Afhankelijk van het herstel mag u overgaan op 1 kruk. Soms wordt dit zelfs overgeslagen. U loopt dan na 6 weken direct zonder krukken. Niet overbelasten U kunt uw knie in principe gewoon gebruiken. Zorg er wel voor dat u uw kunstgewricht niet te zwaar belast. Maak ook geen vreemde of onverwachte bewegingen. Kans op infectie Elk kunstgewricht kan gemakkelijk geïnfecteerd raken. De kans hierop is groter als u een wond heeft of een infectie ergens anders in uw lichaam. Neem daarom direct contact op met uw huisarts als u koorts heeft. Doe dit ook bij bijvoorbeeld een ontsteking aan uw blaas, gebit, keel of nagelriemen, wonden waar pus uit komt of steenpuisten. Bij een infectie krijgt u antibiotica. Eerst via een infuus, daarna in tabletvorm. U kunt de kans op een infectie zelf verkleinen: Meld bij elke medische ingreep dat u een prothese heeft, bijvoorbeeld ook bij een ingreep bij de tandarts Gebruik antibiotica als er kans is op infecties, bijvoorbeeld als u geopereerd moet worden Zorg voor goede hygiëne. Lichamelijke verzorging U mag douchen zonder verband om uw knie. Het is handig om na het douchen weer een verband aan te brengen of een pleister te plakken. De hechtingen blijven dan niet vastzitten aan uw kleding. Als de wond droog is, kunt u het beste geen pleisters of verband meer gebruiken. Werk U kunt weer aan het werk in overleg met uw arts of de bedrijfsarts. Let erop dat u uw knie niet overbelast. Lange termijn De kans is groot dat uw pijnklachten verdwijnen en dat u weer goed kunt bewegen als u een knieprothese heeft gekregen. Wel kunt u waarschijnlijk uw knie nog maar beperkt buigen. Een knieprothese gaat 10 tot 15 jaar mee. Vaak met succes In Nederland worden 15.000 tot 20.000 kunstknieën per jaar geplaatst. De kans op succes is groot. Bij 90% van de mensen met een knieprothese functioneert deze na 10 jaar nog steeds goed. Knieprotheses zijn tegenwoordig van hoge kwaliteit en er wordt ook voortdurend gewerkt aan kwaliteitsverbetering. 14 15

Bewegen Nadat u een knieprothese heeft gekregen is uw pijn meestal verdwenen en kunt u beter lopen. Meestal kunt u uw knie niet verder dan 90 graden buigen. Dat is een rechte hoek. Fietsen kunt u waarschijnlijk wel. Hoe goed u uw knie kunt bewegen na de operatie hangt ook af van de beweeglijkheid en spierconditie van uw knie voordat u een prothese kreeg. Wanneer deze erg beperkt was, is ook uw nieuwe knie waarschijnlijk niet helemaal beweeglijk. Levensduur Knieprotheses gaan gemiddeld 10 tot 15 jaar mee. Dit hangt echter ook af van de mate waarin u de prothese belast. Het is belangrijk dat u voorzichtig omgaat met uw prothese. Belast uw nieuwe knie niet te zwaar tijdens werk en sport. Hoe zwaarder de belasting, hoe groter de kans op beschadiging. Revisieoperatie Een knieprothese kan vervangen worden als dit nodig is. Deze operatie wordt een revisieoperatie genoemd. Uw behandelaar kan u hier meer informatie over geven. Meer informatie Relevante adressen Reumafonds Telefoon: 020 589 64 64 Website: www.reumafonds.nl Reumalijn U kunt bij de Reumalijn uw vraag stellen zoals u wilt. Bel 0900 20 30 300 (3 cent p.m.), bereikbaar op werkdagen tussen 10.00 en 14.00 uur. Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) Wetenschappelijke vereniging van orthopedisch chirurgen in Nederland. De consumentensite van de NOV is www.zorgvoorbeweging.nl. Lees hier meer over de knieprothese. Help mee Het Reumafonds is er voor mensen met reuma. Wij vinden het belangrijk om goede voorlichting te geven. Dit voorlichtingsmateriaal is mogelijk gemaakt door mensen die het Reumafonds een warm hart toedragen. Wij krijgen geen subsidie van de overheid. Wilt u ook helpen in de strijd tegen reuma? Alle giften, groot en klein, zijn welkom. Bankrekening NL 86 RABO 0123040000, Reumafonds Amsterdam. 16 17

Woordenlijst Anesthesie De manier waarop u wordt verdoofd tijdens de operatie. Die kan volledig (narcose) of plaatselijk zijn. Antibioticum Medicijn tegen bacteriën. Artrose Reumatische aandoening waarbij de kwaliteit van het kraakbeen in de gewrichten verslechtert. Botcement Wordt gebruikt als vulmiddel om een kunstgewricht mee vast te zetten. Is meestal een kunststof. DMARD Afkorting voor Disease-Modifying Anti Rheumatic Drug. Ook wel ontstekingsremmer genoemd. Dit medicijn remt chronische reumatische ontstekingen. Het helpt de schade te beperken en de pijn te verminderen. Drain Buisje waardoor (wond-)vocht, bloed of pus kan worden afgevoerd. Infectie Besmetting door bepaalde ziekteverwekkers die het lichaam binnendringen en zich vermenigvuldigen. Voorbeelden zijn bacteriën en virussen. Kraakbeen Veerkrachtig weefsel dat goed bestand is tegen druk. Kraakbeen komt niet alleen voor in gewrichten, maar ook in oorschelpen, neus en luchtpijp. Meniscus Halvemaanvormig kraakbeenstuk in de knie om schokken op te vangen. NSAID Afkorting van Non Steroidal Anti-Inflammatory Drug. Dit zijn medicijnen die de verschijnselen van een ontsteking verlichten en pijn en stijfheid verminderen. Orthopedisch chirurg Specialist die afwijkingen van het steun- en bewegingsapparaat (botten, spieren, pezen en gewrichten) behandelt. Wordt ook wel orthopeed genoemd. Pus Geelgroen vocht dat ontstaat bij ontstekingen. Het bestaat uit afgestorven cellen, bacteriën en witte bloedcellen. Röntgenfoto Een foto die gemaakt wordt met röntgenstralen en waarop compacter weefsel zoals botweefsel goed kan worden bekeken. Trombose Bloedvatverstopping veroorzaakt door een stolsel aan de wand van het bloedvat. Colofon Knieprothese, december 2014 Coördinatie Afdeling Voorlichting en Informatie, Reumafonds, Amsterdam. Tekst De teksten in deze brochure zijn tot stand gekomen onder eindverantwoordelijkheid van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie, de Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie en het Reumafonds. Bij het samenstellen van de teksten zijn diverse deskundigen (referenten) betrokken, die een ruime ervaring hebben met de behandeling en begeleiding van patiënten met reumatische aandoeningen. Ook patiënten hebben een inhoudelijke bijdrage geleverd. Productiebegeleiding pure brand productions Illustraties Paul Maasillustratie, Tilburg Deze brochure wordt uitgegeven door de Stichting Nationaal Reumafonds (afgekort tot Reumafonds). Hierin zijn vertegenwoordigd de patiëntenorganisaties en de organisaties van de behandelaars. Niets van deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de afdeling Voorlichting en Informatie van het Reumafonds in Amsterdam. 2014 Reumafonds, Amsterdam De inhoud van deze brochure kunt u ook lezen op www.reumafonds.nl/patienten. U bent dan verzekerd van de meest recente informatie. Voor vragen kunt u terecht bij de Reumalijn, T 0900 20 30 300 (3 cent p.m.). 18 19

530.dec14 Meer informatie Reumafonds Postbus 59091 1040 KB Amsterdam t 020 589 64 64 f 020 589 64 44 info@reumafonds.nl www.reumafonds.nl Reumalijn Voor al uw vragen over reuma t 0900-2030300 (3 cent p.m.), maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 14.00 uur. info@reumalijn.nl ANBI erkend