Middelengebruik in beeld gemeente Hardenberg Taskforce. Hieronder volgt eerst een schets van wat we nu weten over de jongeren in de gemeente Hardenberg. Uiteraard voor zover dit bekend is uit onderzoek of mogelijk af te leiden uit bijvoorbeeld landelijk onderzoek. Deze onderzoeken zijn vooral gericht op scholieren en geven een beeld van jongeren die naar school gaan en tussen de 12 en 16 jaar oud zijn. Bronnen. De informatie is gebaseerd op de jongerenmonitor 2014-2015 van gemeente Hardenberg en de regio gemaakt door de GGD. De landelijke gegevens zijn gebaseerd op het peilstation onderzoek 2014-2015 van het Trimbos-instituut (2016) waar andere bronnen zijn gebruikt wordt dit vermeld. Deze aanvullende gegevens zijn hieronder ingesprongen weergegeven. De percentages zijn omgezet naar het niveau van een klas 4 met 25 leerlingen (leeftijd 15-16 jaar). Algemeen. In een gemiddelde klas 4 zitten 2 leerlingen die leven in een eenouder gezin. In een van de drie klassen zit een allochtoon. De klas zou theoretisch bestaan uit 16 leerlingen op VMBO niveau en 9 leerlingen op HAVO/VWO niveau. 9 leerlingen hebben een chronische aandoening en 5 hiervan worden hierdoor belemmerd in hun dagelijkse bezigheden. Bijna 3 jongeren waren de afgelopen maand minstens 3 dagen ziek thuis 5 jongeren zijn te zwaar voor hun leeftijd en lengte en 6 jongeren hebben een negatieve mening over hun gewicht. 21 jongeren zijn tevreden over hun gezondheid en 23 jongeren zijn ook in sociaal opzicht tevreden. De ontevreden jongeren zijn misschien wel de 3 jongeren die gepest zijn de afgelopen maand. Misschien pesten ze zelf ook, maar ten minste 3 jongeren doen aan pesten. 2 jongeren hebben wel eens aan zelfmoord gedacht. (misschien zit daar iemand bij van de jongeren die geestelijk of lichamelijk is mishandeld (respectievelijk 1 en 2 op de 100 jongeren). (klein uitstapje en aanvulling uit ander onderzoek: 2 leerlingen in de klas doen aan zelfverwonding. 1 leerling doet dat regelmatig (bron: http://www.nji.nl/nl/databank/cijfers-over-jeugd-en-opvoeding/cijfers-per-onderwerp- Zelfbeschadiging) 21 jongeren gaan s ochtends naar school met een ontbijt achter hun kiezen. 7 jongeren eten elke dag wat fruit en groente (maar wie eet er nu wel elke dag fruit en groente?). Toch nog 16 jongeren zijn lid van een sportclub. Hetzelfde aantal jongeren beweegt 7 uur of meer per week (actief). Ongeveer 5 leerlingen hebben geslachtsgemeenschap gehad, de helft ook zonder condoom. In de klas zit iemand met ervaring met ongewenste seks. Dus in elke klas zit een jongere die is verkracht. 12 tot 15 leerlingen hebben moeite met homoseksualiteit en ten minste een leerling kent iemand die omgaat met een loverboy. Tactus Verslavingszorg september 2016 1
Sociale media & Gamen. Slechts 10 jongeren zitten langer dan 2 uur achter de tv of computer. Hoe zit het met gebruik van smartphone en tablet? Aanvulling uit het peilstation onderzoek: 2 meisjes en 1 jongen (1 op de 10 meisjes en de helft jongens) is voldoet aan de criteria van riskant gebruik van sociale media (huiswerk afraffelen, niet goed slapen, irritatie, onrust of stress als er geen internet gebruikt kan worden, moeite om te stoppen, gebruik van internet als je je rot voelt en liever internet gebruiken dan tijd doorbrengen met anderen (vrienden, ouders). In een klas zit minstens 1 jongen die riskant gamet tegenover 1 meisje in vier klassen. (6% jongens versus 1% meiden). Bij VMBO scholieren komt het 2 keer vaker voor dan bij HAVO/VWO scholieren. Gamen hoeft an sich niet gepaard te gaan met andere psychosociale problemen (bijv. depressie, sociale angst) en slechtere schoolprestaties, maar er zijn aanwijzingen dat dit voor (hoog) problematische gamers wel zo is (Van Rooij et al., 2014 in het peilstation onderzoek). In internationaal longitudinaal onderzoek blijkt excessief internetgebruik school burnout te voorspellen, maar de omgekeerde relatie werd ook gevonden (Samela-Aro et al., 2016). Recente onderzoeken wijzen ook op een relatie tussen screen time en slaapstoornissen in adolescenten (Hale & Guan, 2015), reden te meer voor ouders om ook voor het gebruik van internet regels te gaan stellen. Roken. 9 jongeren hebben wel eens gerookt en 5 jongeren roken minstens 1 keer per week. Dit komt overeen met landelijke bevindingen. Een opvallende bevinding uit het peilstation onderzoek is dat méér scholieren van 12 t/m 16 jaar weleens een elektronische sigaret hebben gebruikt (34%) dan een gewone sigaret (23%). Ofwel 8 versus 6 leerlingen in de klas. 10 jongeren (40%) uit een landelijke klas hebben ervaring met de waterpijp. Ongeveer 4 jongeren (14-16%) hebben de afgelopen maand gebruikt. Of dit dezelfde jongeren zijn die ook ervaring hebben met roken is niet duidelijk. Alcohol. 19 (76%) jongeren hebben wel eens alcohol gebruikt (8 jongens en 7 meisjes = samen 15?). 14 jongeren drinken regelmatig alcohol. 10 van deze jongeren zijn ooit dronken geweest. Waarvan 6 de afgelopen maand. 9 (52%) van deze jongeren is Binge drinker (4 glazen of meer bij een gelegenheid gedronken). Ooit gebruik is iets lager dan landelijk Cannabis. 2 jongeren geven aan wel een cannabis (hasj/wiet) te hebben gebruikt. In elke 2 klassen zit wel een jongere die regelmatig (afgelopen maand) blowt. In de rest van het land is het ooit gebruik twee keer zo groot. De trend landelijk is dat het gebruik daalt. Overige drugs. Druggebruik (GHB, XTC, Cocaïne, Amfetamine, Heroïne en LSD) komt nauwelijks voor. Hooguit 1 leerlingen op vier klassen gebruikt regelmatig (afgelopen maand) drugs. Tactus Verslavingszorg september 2016 2
Lachgas. Een nieuw middel op de markt is lachgas. Niet helemaal nieuw natuurlijk maar het wordt nu meegenomen in de landelijke peiling. 4 jongeren (16 jaar, 16%) in een landelijke klas hebben ervaring met het middel. Energy drankjes. Een wat vertrouwder middel is het energy drankje. In 2011 nog voor het eerst gepeild op 61% maandelijks gebruik (12-16 jarigen). In 2015 ligt het gebruik op 38% (net geen halvering). In iedere klas zitten ongeveer 10 jongeren die regelmatig energy drankjes gebruiken. 2 van deze jongeren gebruiken op 3 of meer dagen per week. De hoeveelheid die gedronken wordt is niet gemeten. Gezondheidsrisico s lijken vooral samen te hangen met de hoge doseringen cafeïne: slaapproblemen, concentratiestoornissen, hartkloppingen, hoge bloeddruk, misselijkheid en braken, nierfalen en spierspanningen, en op termijn gewenning. Het Voedingscentrum adviseert jongeren tussen de 13 en 18 jaar daarom om niet meer dan één blikje energydrank per dag te drinken (www.voedingscentrum.nl). De (populaire) combinatie met alcohol is nog riskanter. Gebruikers voelen zich minder dronken en blijven langer doordrinken; er zijn grotere risico s op binge drinken, verkeersongevallen, seksueel risicogedrag en verslaving dan voor alcohol alleen (Marczinski & Fillmore, 2014 in het peilstation onderzoek). Hoeveel jongeren problemen krijgen vanwege het gebruik van energy drankjes is niet bekend. Het NVIC registreert jaarlijks naar schatting enkele tientallen informatieverzoeken van artsen vanwege intoxicaties, veelal tieners en twintigers die zich na het drinken van te veel energydrank melden bij een huisarts(enpost) of een spoedeisende hulp. Zij hebben dan in het algemeen last van misselijkheid, braken, onrust, hoofdpijn en tremoren en in sommige gevallen van ernstigere effecten zoals duizeligheid, hypertensie en hartkloppingen. Algemene conclusies uit het Trimbos peilstation onderzoek. Sekseverschillen Jongens en meisjes verschillen enerzijds opmerkelijk als het gaat om middelengebruik, maar anderzijds zijn er grote overeenkomsten. Voor de meer sociaal geaccepteerde middelen (alcohol en tabak) zijn er nagenoeg geen verschillen in het gebruik tussen jongens en meisjes. Wel zien we het verwachte patroon voor het gebruik van cannabis, energiedrankjes, de e-sigaret en de waterpijp waar meer jongens dan meisjes ervaring mee hebben. Voor harddrugs liggen de prevalenties onder jongens iets hoger, maar verschillen zijn niet significant. Voorts zijn meisjes vaker riskant gebruiker van sociale media en jongens zijn vaker riskant gamer. Schoolniveau. Het schoolniveau van scholieren is al jaren een krachtige voorspeller van middelengebruik. We vinden voor nagenoeg alle indicatoren en middelen een toename in het gebruik met het dalen van het schoolniveau. Alleen het percentage scholieren dat ooit of in de afgelopen maand alcohol heeft gedronken is niet verschillend tussen schoolniveaus. Echter, als het gaat om zwaar drinken dan spannen jongeren van het VMBO (vooral de beroepsgerichte leerweg) de kroon. Voor cannabis werd een sekse-gebonden effect gevonden: opvallend veel mee Tactus Verslavingszorg september 2016 3
Landelijke cijfers vergeleken met de regio: Eten minder jongeren in 4 dagelijks fruit en groente (1 leerling) en in klas 2 is dat verschil ook voor fruit te zien (2 leerling). Zijn in klas 2 zijn meer jongeren lid van een sportclub (2 (1,5) leerlingen). Roken in klas 4 meer jongeren wekelijks (1 jongere meer). Hebben in klas 2 jongeren die weleens alcohol gedronken hebben vaker in de afgelopen 4 weken gedronken (het gaat om 1 jongeren meer). In klas 2 zijn de jongeren minder vaak ooit wel eens dronken geweest (het gaat om 1 leerling). Zijn in klas 4 meer jongeren negatief tav homoseksualiteit (1 jongere meer). Zij geven ook minder vaak aan dat ze op school uit zouden kunnen komen voor homoseksualiteit (1 leerling meer). Tactus Verslavingszorg september 2016 4
Extra informatie uit het Peilstationonderzoek. In juli 2016 heeft het Trimbos dit rapport uitgebracht met gegevens uit het peilstationsonderzoek Scholieren Jeugd en Riskant gedrag 2015. Conclusies zijn o.a.: Tussen 2011 en 2015 is het percentage scholieren van 12 tot en met 16 jaar dat ooit alcohol of tabak heeft gebruikt fors gedaald. In 2015 daalde het aantal scholieren dat ervaring heeft met roken van 33% naar 23% en halveerde het percentage dagelijks rokers van 6% naar 3%. Het gebruik van alcohol onder jongeren in de afgelopen maand daalde van 38% in 2011 naar 26% in 2015. Voor het eerst is er ook bij 16-jarigen sprake van minder alcoholgebruik, dronkenschap en binge drinken. Het aantal jongeren dat tabak rookt is in de afgelopen 12 jaar sterk afgenomen. Hoewel het bij de meesten beperkt bleef tot eenmalig gebruik, is het opvallend en reden tot alertheid dat in 2015 méér scholieren van 12 t/m 16 jaar weleens een e-sigaret of shisha pen hebben gebruikt (34%) dan een gewone sigaret (23%). Op de basisschool heeft één op de tien scholieren ervaring met een e-sigaret. Ook de waterpijp is populair, bijna een kwart van de middelbare scholieren heeft hier ervaring mee en 7% gebruikte de waterpijp nog in de afgelopen maand. Opvallend is de wijze waarop jongeren aan alcohol komen. Eén op tien drinkende scholieren zegt de alcohol meestal zelf te kopen en 17% laat het door een ander kopen. Ruim twee derde van de jongeren krijgt de alcohol van vrienden, broers en zussen of ouders. Dit benadrukt het belang van goede voorlichting gericht op de sociale omgeving van jongeren. Hoewel er minder jongeren drinken, is de hoeveelheid alcohol die jongeren drinken fors. In dit patroon is geen verandering zichtbaar. Van de jongeren die drinken heeft 70% de afgelopen maand op een avond vijf of meer glazen gedronken (bingen) en ruim 20% van hen drinkt in het weekend meer dan 10 glazen. Het cannabisgebruik ooit in het leven is tussen 2011 en 2015 gedaald van 14% naar 10%. De helft van de jongeren die cannabis gebruiken rookt minder dan één joint per keer, 20% van hen rookt meer dan 2 joints. XTC is net als voorgaande jaren de meest gebruikte harddrug. Het gebruik hiervan schommelt al jaren rond de twee procent. Met het gebruik van andere harddrugs zoals cocaïne en amfetamine heeft 1% of minder van de jongeren ervaring. Opvallend is het hoge percentage jongeren dat ooit (8%) of in de afgelopen maand (2%) lachgas gebruikte. Lachgas wordt door jongeren nauwelijks als drug gezien maar eerder als een onschuldig middel. De kennis ontbreekt echter over de gevolgen van herhaaldelijk kortdurend zuurstofgebrek op jonge leeftijd, vandaar dat het toch om alertheid en meer onderzoek vraagt. Online gokken: De meeste jongeren spelen niet voor geld; een kwart van hen speelde het afgelopen half jaar een online gokspel en vijf procent speelde ook echt voor geld. Hierbij zijn online sportweddenschappen bij jongens het meest populair. Tactus Verslavingszorg september 2016 5
In het onderzoek is ook aandacht voor problemen ten gevolge van gamen en het gebruik van sociale media. Hoewel de overgrote meerderheid van de jongeren online actief is, is er bij een beperkte groep sprake van risicovol gedrag. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om sociale problemen, het afraffelen van huiswerk of om slaaptekort. 3% van de jongeren rapporteert veel problemen als gevolg van gamen en 8% als gevolg van intensief gebruik van sociale media. Tactus Verslavingszorg september 2016 6