De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Vergelijkbare documenten
AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Vlaamse Regering :~~.= :~ = AMV/000787/1004

AMV/ /1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

AMV/ /1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Vlaamse Regering :~~~= )~ = :n- AMV/ /1002

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Vlaamse Regering ::J..~-

::7 :.~~~ AMV/ /1027

AMV/ /1011 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/bd

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

MLVER/ /PAG/sdv

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP. ~j) .~~ AMV/ /1008

AMV/ /1006. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /RP/si

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/OOO 13008/ De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

VLAAMSE REGERING AMV/ /1025

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Besluit van de Deputatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

Besluit van de Bestendige Deputatie

.J" Vlaamse Regering ~ AMV/ /1020

Uittreksel uit de notulen van Omgevingscollege van 13 november 2018

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016

MLAV1/ /RP/bd

AMV! !1038. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

MLAV1/ /RTH/vive

Besluit van de Deputatie

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

AMV/ /1000/B

VLAAMSE REGERING. AMV/ l/l03lB

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vlaamse Regering :~~"= >.~,.n- " 't"; AMV/ /1002

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

Besluit van de Bestendige Deputatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

~~.~ AMV/ /1004

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1017

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Vlaamse Regering :~~~= t,.. AMV/ /1007

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

De melding heeft betrekking op een terrein gelegen te Hofmeierlaan Brugge, kadastraal gekend in BRUGGE 18 AFD/DEEL ST-KRUIS, sectie B, 0279H

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1001

Besluit van de Deputatie

Vlaamse Regering AMV/ /1002

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 januari 2016

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

AMV /1042. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 april 2015

VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit

Doel van het formulier

AMV/ /1006 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

VLAAMSE REGERING AMV/ /1007B

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Transcriptie:

AMV/000157012/1000 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.4.1.2, 1 en 2, van titel 11 van het VLAREM ingediend door nv Schepers Wheel Service voor een bandencentrale gelegen te 3550 Bolderberg, Sint-Jobstraat 191. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2014;

2 - Gelet op de aanvraag ingediend door de nv Schepers Wheel Service, Sint-Jobstraat 191, 3550 Bolderberg, exploitant van een bandencentrale gelegen op hetzelfde adres, op de kadastrale percelen: afdeling 4, sectie C, perceelnummers 1076c en 1077h2, tot afwijking van artikel 5.4. 1.2, 1 en 2, van titel 11 van het VLAREM, luidende: " 1. Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 5.4.1.1. te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen is: >", 2 in een gebied ander dan een industriegebied. 2. Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 5.4.1.1. te exploiteren waarvan de bedrijfsgebouwen en/of opslagruimten gelegen zijn op minder dan 50 m afstand van: 1 een woongebied;"; Gelet op het feit dat de afwijkingsaanvraag werd ontvangen op 28 februari 2014 en ontvankelijk werd verklaard op 5 maart 2014; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: af en toe worden wielvelgen hersteld en terug verfraaid (gelakt); het aantal wielvelgen per jaar wordt geschat op 500; het lakken wordt momenteel uitbesteed aan een andere firma (20 km afstand van de eigen exploitatie); wegens een te lange levertermijn zou de exploitant willen opteren om dit proces zelf uit te voeren; de exploitant heeft hiervoor de keuze tussen een natlak- en een poederlakinstallatie; het vermogen van een natlakcabine nodig voor de beoogde afwerking zou 3 kw bedragen, waardoor deze activiteit niet is ingedeeld; bij een natlakinstallatie wordt echter geurhinder verwacht voor de directe omgeving (aanwezigheid van vluchtige organische solventen (VOS)); een afwerking bestaande uit natlak is bovendien krasgevoeliger ten opzichte van poederlak, iets waar bij velgen zeker rekening mee moet worden gehouden; een poederlakinstallatie geeft geen verwachte hinder naar de omgeving toe en daarom opteert de exploitant voor een poederlakinstallatie; de poederlakcabine heeft een vermogen van 7,5 kw en valt daarom niet onder de verbodsregels waarvan afwijking wordt gevraagd; de afwijking wordt dus gevraagd voor de moffeloven met een inwendig volume van 6 m 3 en een temperatuur van 180 C; de moffeloven (een kameroven) is een gesloten procesruimte die noch in rusttoestand, noch in werking een gevaar levert voor de omgeving; de emissie van deze oven bedraagt slechts 200 m 3 /u en komt daarmee overeen met de grootteorde van een gewone huishoudbrander; de oven van een bakker, die een gelijkaardige temperatuur hanteert, is groter en wordt permanent gebruikt; de vraag tot afwijking betreft geen versoepeling van de emissiegrenswaarden;

3 - Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: de poederlakinstallatie levert geen hinder naar mens en leefmilieu; de installatie staat volledig binnen, dus er is geen geluidshinder; aangezien er niet voor een natlakinstallatie wordt gekozen, zal er geen geurhinder door VOS zijn; het poederlakproces is een zeer energiezuinig concept (hergebruik van energie), zeker indien de werkstukken in een gesloten kameroven kunnen uitmoffelen; doordat alle velgen meestal grijs worden gelakt, is hergebruik van het overtollig vernevelde poeder mogelijk; dit is niet het geval bij natlak; zodoende is dit het systeem met een minimum aan afvalstoffen; poederlak is krasbestendiger ten opzichte van natlak, wat een vereiste is voor velgen; men bereikt dus de beste eindkwaliteit; de oven is gasgestookt, de exploitant kiest daarmee voor het meest zuinige concept; er worden geen andere emissies verwacht dan de normale verbrandingsgassen; er komt geen hinderlijke schouw op het dak, alleen een rookgasbuis van 250 mm; het lakken moet niet meer worden uitbesteed, er zal dus minder transport plaatsvinden wat een vermindering betekent in uitstoot van uitlaatgassen; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Heusden-Zolder van 31 januari 2005 waarbij vergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 31 januari 2025 voor het exploiteren van een bandencentrale; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 19 mei 2014 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 27 mei 2014 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie; Gelet op de ligging van de inrichting deels in een woongebied en deels in een woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan "Hasselt-Genk", vastgesteld bij het koninklijk besluit van 3 april 1979;

4 - AMVf157012f1000 Gelet op de stukken waarbij wordt geattesteerd dat de afwijkingsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 1.2.2ter.2, 1, van titel II van het VLAREM; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat 1 bezwaarschrift werd ingediend met betrekking tot de volgende aspecten: op voorwaarde dat er geen geluidshinder of geurhinder voor de buren optreedt, dat er geen vervuiling is naar grond- of oppervlaktewater en dat er achteraf een controle wordt uitgevoerd op de emissies na de plaatsing van de oven en aanhorigheden, is er geen bezwaar tegen de uitbreiding met een poederlakinstallatie; Overwegende dat het hier een bestaande inrichting betreft voor de verkoop, de vervanging en de opslag van winter- en zomerbanden en van velgen; Overwegende dat beschadigde velgen worden hersteld in de inrichting maar momenteel in een andere inrichting worden gelakt na reparatie; dat de exploitant deze lak in de toekomst zelf wenst aan te brengen; dat de exploitant hiervoor een poederlakinstallatie wenst te installeren; dat ter voorbereiding van de nodige vergunningsvraag de exploitant vraagt te mogen afwijken van artikel 5.4.1.2, 1 en 2, van titel 11 van het VLAREM, die stellen dat het verboden is om een inrichting als bedoeld in artikel 5.4.1.1 te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied en waarvan de gebouwen enfof opslagruimten op minder dan 50 m gelegen zijn van een woongebied; Overwegende dat de inrichting is gelegen deels in woongebied en deels in woongebied met landelijk karakter; dat de gebouwen aan de noordkant gelegen zijn op de grens met de percelen ten noorden; dat de meest nabijgelegen woning op ongeveer 10 m van het gebouw gelegen is; dat 7 woningen gelegen zijn binnen een straal van 50 m van het toekomstige emissiepunt; Overwegende dat de poederlakinstallatie in de noordwestelijke hoek van het gebouw wordt ingericht, in het gedeelte gelegen in woongebied met landelijk karakter; dat de exploitant tijdens het plaatsbezoek verklaarde dat dit gedeelte van de rest van het gebouw zal worden afgesloten zodat de installatie in een apart lokaal wordt ingericht;

5 - Overwegende dat de poederlakinstallatie bestaat uit een gesloten handstraalbox, een poederlakcabine (7,5 kw) en een moffeloven (6 m 3 ); Overwegende dat het emissiepunt van de moffeloven op 6 m van de perceelgrens zal liggen; dat de hoogte van het emissiepunt gelegen moet zijn op minstens 1 m boven de nok van het dak van de omliggende woningen om te voldoen aan de bepalingen van artikel 5.4.4.2, 3, van titel II van het VLAREM; Overwegende dat het poederlakken gebeurt met VOS-vrije verven en geen geurhinder veroorzaakt; dat het gebruik van poederlak BBT is; dat de poederlakken bestaan uit thermohardende poeders; dat dit soort poederlakken een bindmiddel en een verharder bevatten; dat in de moffeloven (bij gemiddeld 180 C) een chemische reactie ontstaat tussen het bindmiddel en de verharder waardoor een harde deklaag op het metaal wordt gecreëerd; Overwegende dat de moffeloven werkt op een gasgestookte verbrandingsinstallatie; dat de emissies bijna 100% bestaan uit de normale verbrandingsgassen van aardgas afkomstig uit de stookinstallatie; dat de hete lucht in contact komt met de gepoederlakte oppervlakken; dat de exploitant stelt dat er maximaal 0, 1% van de afgassen kunnen bestaan uit korte keten koolwaterstoffen; dat op de fiches van de gebruikte poederlakken als mogelijke bijproducten koolstofmonoxide en stikstofoxiden vermeld worden; Overwegende dat moet voldaan zijn aan de emissiegrenswaarden opgelegd in artikel 5.4.4.2, 4, van titel 11 van het VLAREM; dat een controle-emissiemeting van de nieuwe installatie (uit te voeren binnen de drie maanden na het in dienst nemen van de nieuwe installatie) aangewezen is gezien de ligging in woongebied; dat dit als bijzondere voorwaarde zal worden opgelegd; Overwegende dat ter voorbereiding van het poederlakken de velgen gezandstraald worden in een gesloten handstraalbox; dat dit een 100% gesloten systeem is met een vermogen kleiner dan 10 kw; dat bij dit proces geen emissiepunt naar buiten is voorzien; Overwegende dat de poederlakcabine de volgende afmetingen heeft: 1,5 m x 1,5 m x 2,5 m; dat de voorzijde van de poederlakcabine niet is afgesloten; dat in de open voorzijde de operator staat die het poederlakpistool hanteert; dat hier een onderdruk

6 - wordt gecreëerd met een inwaartse luchtsnelheid van 0,5 mis; dat hierdoor de poeders naar binnen worden gezogen en geen onveilige situaties ontstaan (onder andere met betrekking tot het vermijden van poeders in de ademzone van de operator); Overwegende dat de poederlakcabine niet is voorzien van een emissiepunt naar buiten; dat de afgezogen lucht van de poederlakcabine wordt gezuiverd in een in de achterwand ingebouwde eindfilter (voor grove én fijne stofdeeltjes); dat de gefilterde lucht na passage via de filter in het lokaal wordt geblazen; dat het afgevangen poeder voor hergebruik in aanmerking komt aangezien de velgen voor het overgrote deel dezelfde lichtgrijze kleur hebben; dat een industriële stofzuiger is voorzien voor het reinigen van de omgeving van de poederlakcabine; Overwegende dat het lokaal voor de poederlakinstallatie geen uitgangen of openingen zal hebben die rechtstreeks naar buiten leiden met als doel het creëren van een extra toegang van buitenaf of van een verluchtingsopening; dat een eventuele nooduitgang rechtstreeks naar buiten toe niet gebruikt mag worden als extra toegang buitenom of als verluchtingsopening en alleen in het geval van calamiteit of brand geopend wordt; dat het lokaal dus alleen vanuit de rest van het gebouw toegankelijk is; dat op deze manier diffuse stofemissie en geluidshinder langs deze weg worden voorkomen; dat dit als bijzondere voorwaarde zal worden opgelegd; Overwegende dat alle installaties en de afzuigventilatoren binnenin het gebouw zijn voorzien en er geen openingen naar buiten zijn voorzien; dat de afzuiging voor de poederlakcabine zal voorzien zijn van een geluidsdemper; dat de geluidsdemper op de afzuiging van de poederlakcabine zal opgelegd worden als bijzondere voorwaarde; Overwegende dat in de poederlaklijn geen ontvlambare producten worden gebruikt; dat bij blootstelling aan open vuur er wel een zwarte rook kan ontstaan met onder andere koolstofmonoxide en stikstofoxiden; Overwegende dat de exploitant de poederlakinstallatie door de inrichting in een apart lokaal afzondert van de bandenopslag; dat de wanden van dit lokaal een brandweerstand (waarbij gekeken wordt naar de stabiliteit van de onderdelen, de vlamdichtheid en de thermische isolatiecapaciteiten) moeten hebben van tenminste 30 minuten; dat dit zal worden opgelegd als bijzondere voorwaarde;

7 - Overwegende dat in de poederlakcabine een systeem is ingebouwd dat bij afwezigheid van een inwaartse luchtdruk voorkomt dat poeders kunnen worden aangebracht; dat de poederlakcabine en de moffeloven bestaan uit onbrandbare materialen (brandklasse AD); Overwegende dat de poederlakken die worden afgescheiden via de eindfilter aan de poederlakcabine, opgevangen worden in een dichte container; dat wanneer deze container vol is, de poeders worden hergebruikt; dat nieuwe poeders (maximaal 100 kg in kleine verpakkingen van 20 kg) het beste afgezonderd van de installatie en de bandenopslag bewaard worden; dat dit zal worden opgelegd als bijzondere voorwaarde; Overwegende dat de maatregelen die door de exploitant worden voorgesteld, gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepalingen waarvan gevraagd wordl te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwijkingsaanvraag in te willigen, BESLUIT Artikel 1. De vraag van de nv Schepers Wheel Service, Sint-Jobstraat 191, 3550 Bolderberg, exploitant van een bandencentrale gelegen op hetzelfde adres, tot afwijking van artikel 5.4,1.2, 1 en 2, van titel II van het VLAREM, luidende: " 1. Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 5.4.1.1. te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen is: "" l 2 in een gebied ander dan een industriegebied. 2. Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 5.4.1.1. te exploiteren waarvan de bedrijfsgebouwen en/of opslagruimten gelegen zijn op minder dan 50 m afstand van: 1 een woongebied;", wordt ingewilligd.

8- Art. 2. De afwijking wordt verleend voor een termijn die aanvangt op datum van dit besluit en eindigt op 31 januari 2025, Art. 3. De afwijking is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden: 1 de poederlakinstallatie wordt in een apart lokaal in de inrichting geplaatst, zodat de installatie niet in contact staat met de bandenopslag; de wanden van het lokaal hebben een brandweerstand (waarbij gekeken wordt naar de stabiliteit van de onderdelen, de vlamdichtheid en de thermische isolatiecapaciteiten) van ten minste 30 minuten; 2 het lokaal voor de poederlakinstallatie heeft geen uitgangen of openingen die rechtstreeks naar buiten leiden, tenzij een nooduitgang; een eventuele nooduitgang wordt niet gebruikt als extra toegang buitenom of verluchtingsopening en wordt alleen in het geval van calamiteit of brand geopend, zodat diffuse stofemissie en geluidshinder langs deze weg worden voorkomen; 3' een controle-emissiemeting van het emissiepunt van de nieuwe moffeloven is uit te voeren binnen de drie maanden na het in dienst nemen van de nieuwe installatie; de resultaten van de controle-emissiemeting worden ter kennisgeving en ter evaluatie bezorgd aan de gemeente Heusden-Zolder; 4 de afzuiging van de poederlakcabine is voorzien van een geluidsdemper: 5 de opslag van de (nieuwe) poederlakken gebeurt afgezonderd van de poederlakinstallatie en van de bandenopslag, Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden, Brussel, // De Vlaamse minister~an)leefmilieu, Natuur en 19u')l1'ur, 1)1; { /1\ Joke s4l~l1ege 1/ \ /1 r