De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel GILENYA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie deel uitmaakt, is een maatregel genomen om een veilig en doeltreffend gebruik van GILENYA te waarborgen (RMA gewijzigde versie 05/2016). NIET gebruiken tijdens de zwangerschap (zie SKP) (+ geen borstvoeding geven) - vóór start van behandeling: zwangerschapstest moet negatief zijn - tijdens de behandeling en ten minste 2 maanden na stoppen van de behandeling: vrouwen mogen NIET zwanger worden + effectieve anticonceptie - als vrouw zwanger wordt tijdens gebruik: GILENYA stoppen wordt aanbevolen + GILENYA-zwangerschapsregister GILENYA (fingolimod als hydrochloride) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring Checklist voor de arts voorafgaand aan het voorschrijven van GILENYA Patiënten die in aanmerking komen - Therapeutische indicaties Gilenya is geïndiceerd als enkelvoudige ziektemodificerende therapie bij zeer actieve RRMS in de volgende volwassen patiëntengroepen: - Patiënten met zeer actieve ziekte ondanks een volledige en adequate behandeling met ten minste één ziektemodificerend middel (voor uitzonderingen en informatie over de wash-outperioden zie rubrieken 4.4 en 5.1 van SKP). of - Patiënten met zich snel ontwikkelende ernstige RRMS, gedefinieerd door 2 of meer invaliderende schubs in één jaar en met 1 of meer gadolinium aankleurende laesies op de hersen-mri of een significant toename van de lading van T2-laesies in vergelijking met een eerdere recente MRI. Overwegingen voor aanvang van de behandeling Het initiëren van een behandeling met Gilenya resulteert in een tijdelijke afname van de hartslag en kan tevens geassocieerd worden met een vertraging van de atrioventriculaire geleiding. Alle patiënten dienen gedurende een periode van minimum 6 uur te worden gemonitord bij de start van de behandeling. Op de volgende pagina een kort overzicht van de monitoring aanbevelingen. Voor verdere informatie zie pag 4. De behandeling dient te worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring op het gebied van multiple sclerose. Dit materiaal bevat niet alle informatie. Voor de volledige informatie: Lees aandachtig de SKP vooraleer Gilenya voor te schrijven (en/of te gebruiken en/of af te leveren). De volledige en geactualiseerde tekst van deze SKP is beschikbaar op de website www.fagg.be, rubriek BIJSLUITER en SKP van een geneesmiddel. BExxxxxxxxxx - xx/xx/2016 RRMS: relapsing-remitting multiple sclerose; MRI: magnetic resonance imaging
Contra-indicaties 1) Bekend immunodeficiëntiesyndroom; 2) Patiënten met een verhoogd risico op opportunistische infecties, waaronder immuno-gecompromitteerde patiënten (waaronder degenen die momenteel immunosuppressieve behandeling krijgen of degenen die immuno-gecompromitteerd zijn door eerdere behandelingen); 3) Ernstige actieve infecties, actieve chronische infecties (hepatitis, tuberculose); 4) Bekende actieve maligniteiten; 5) Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C); 6) Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de hulpstoffen. Volgende patiënten dienen niet behandeld te worden met Gilenya - Zwangere vrouwen - Patiënten die klasse IA of klasse III anti-aritmische geneesmiddelen gebruiken Niet aanbevolen - Overweeg een behandeling met Gilenya enkel na het uitvoeren van een risico / baten-analyse en raadpleging van een cardioloog Raadpleeg cardioloog voor meest geschikte eerstedosismonitoring Patiënten met bradyaritmie, significante cardiovasculaire ziekte #, significante QTc-verlenging **, ongecontroleerde hypertensie, cerebrovasculaire ziekte, ernstige slaapapneu, of terugkerende syncope Verlengde monitoring gedurende ten minste de nacht wordt aanbevolen Raadpleeg cardioloog betreffende de mogelijkheid op overschakelen naar geneesmiddelen die de hartslag niet verlagen Patiënten die bètablokkers, hartslagverlagende calciumantagonisten (bvb. verapamil, diltiazem of ivabradine) of andere stoffen die de hartslag kunnen verlagen (bvb. digoxine, anticholinesterasen of pilocarpine) innemen Als de hartslagverlagende medicatie niet kan worden gestopt, verleng monitoring gedurende ten minste de nacht Bradyaritmie houdt het volgende in: tweedegraads Mobitz Type II of hoger AV-blok, sicksinussyndroom of sinoatriaal blok, een ziektegeschiedenis met symptomatische bradycardie of terugkerende syncope. # Significante cardiovasculaire ziekte houdt het volgende in: bekende ischemische hartziekte (inclusief angina pectoris), voorgeschiedenis van myocardinfarct, congestief hartfalen, voorgeschiedenis van hartstilstand. ** QTc-verlenging >470 msec (vrouwen) of >450 msec (mannen)
Vóór de start van de behandeling (zie ook contra-indicaties in SKP) Gilenya wordt niet aanbevolen bij patiënten die klasse IA (zoals disopyramide, kinidine) of klasse III (zoals amiodarone, sotalol) anti-aritmische geneesmiddelen (gerelateerd aan gevallen van torsade de pointes bij patiënten met bradycardie) gebruiken. Neem een uitgangswaarde-ecg af en meet de bloeddruk. Gilenya wordt niet aanbevolen bij volgende patiënten tenzij de verwachte voordelen opwegen tegen de mogelijke risico s: Patiënten met bradyaritmie, significante cardiovasculaire ziekte #, significante QTc-verlenging**, ongecontroleerde hypertensie, cerebrovasculaire ziekte, ernstige slaapapneu, of terugkerende syncope. Als de behandeling wordt overwogen, dient advies van een cardioloog te worden gezocht voor de start van de behandeling om de meest geschikte monitoring vast te stellen; verlengde monitoring gedurende ten minste de nacht wordt aanbevolen voor het starten van de behandeling (zie ook SKP rubriek 4.4). Patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die bekend staan om verlaging van de hartslag, zoals bètablokkers, hartslagverlagende calciumantagonisten (bvb. verapamil, diltiazem of ivabradine) of andere stoffen die de hartslag kunnen verlagen (bvb. digoxine, anticholinesterasen of pilocarpine). Als behandeling wordt overwogen, dient voor de start van de behandeling advies van een cardioloog te worden gezocht betreffende het overschakelen naar geneesmiddelen die de hartslag niet verlagen. Als de hartslagverlagende medicatie niet kan worden gestopt, dient advies van een cardioloog te worden gezocht om de geschikte eerstedosismonitoring vast te stellen; verlengde monitoring gedurende ten minste de nacht wordt aanbevolen (zie ook SKP rubriek 4.5). Antineoplastische, immunomodulerende of immunosuppressieve behandelingen dienen niet gelijktijdig gebruikt te worden vanwege het risico op additieve effecten op het immuunsysteem. Om dezelfde reden moet een besluit tot langdurige, gelijktijdige behandeling met corticosteroïden na zorgvuldige overweging worden genomen. Recente (d.w.z. van de laatste 6 maanden) leverfunctietest: transaminase- en bilirubinewaarden dienen beschikbaar te zijn. Gilenya verlaagt het aantal lymfocyten in het perifere bloed. Controle van het aantal lymfocyten in het perifere bloed (CBC) van de patiënt voorafgaand aan de start van de behandeling (een recent compleet bloedbeeld van de laatste 6 maanden of na het stopzetten van een eerdere behandeling). Teratogene risico: Vóór aanvang van de behandeling met Gilenya moeten vrouwen in de vruchtbare leeftijd voorgelicht worden over de mogelijkheid van ernstig risico voor de foetus en de noodzaak van effectieve anticonceptie tijdens de behandeling met Gilenya en tot ten minste 2 maanden na het stoppen van de behandeling. Vóór aanvang van de behandeling van vrouwen in de vruchtbare leeftijd moet een negatief zwangerschapstestresultaat beschikbaar zijn. Dit moet met passende tussenpozen worden herhaald. Gilenya kan het risico op infecties verhogen. Start van de behandeling bij patiënten met een ernstige actieve infectie dient te worden uitgesteld totdat de infectie is verdwenen. Patiënten zonder voorgeschiedenis van waterpokken of zonder vaccinatie tegen het varicellazostervirus (VZV) moeten voor de start van een behandeling met Gilenya getest worden op VZV-antilichamen. VZVvaccinatie van antilichaam-negatieve patiënten dient te worden overwogen voor aanvang van de behandeling, waarna start van de behandeling met 1 maand uitgesteld dient te worden om een volledig effect van de vaccinatie te verzekeren. Bij patiënten met diabetes mellitus of met een voorgeschiedenis van uveïtis dient voorafgaand aan de start van de behandeling een oogheelkundige beoordeling te gebeuren. Medische beoordeling van de huid aanbevolen voor aanvang van de behandeling. MRI van de uitgangssituatie moet beschikbaar zijn (meestal binnen 3 maanden). Patiënten dienen te worden voorzien van een herinneringskaart voor de patiënt (zie bijlage). Bradyaritmie houdt het volgende in: tweedegraads Mobitz Type II of hoger AV-blok, sicksinussyndroom of sinoatriaal blok, een ziektegeschiedenis met symptomatische bradycardie of terugkerende syncope. # Significante cardiovasculaire ziekte houdt het volgende in: bekende ischemische hartziekte (inclusief angina pectoris), voorgeschiedenis van myocardinfarct, congestief hartfalen, voorgeschiedenis van hartstilstand. ** QTc-verlenging >470 msec (vrouwen) of >450 msec (mannen)
Start van de behandeling Alle patiënten dienen gedurende een periode van minimum 6 uur te worden gemonitord, zoals hieronder beschreven. Verlengde monitoring, inclusief een overnachting, is ook aanbevolen bij patiënten met specifieke cardiale aandoeningen of co-medicaties (zie sectie voor de start van de behandeling ). Monitor voor minimum 6 uur Het is noodzakelijk om een ECG af te nemen en de BD te meten voor de eerste dosis. Alle patiënten dienen gedurende een periode van 6 uur te worden gemonitord, met om het uur meting van HS en BD, op verschijnselen en klachten van bradycardie. Continue (real time) ECG-monitoring wordt aanbevolen tijdens deze periode van 6 uur. Het is noodzakelijk om een ECG af te nemen na 6 uur. Is er een farmacologische interventie nodig geweest tijdens de monitoring? Verlengde monitoring van de HS gedurende ten minste een nacht in het ziekenhuis. De eerstedosismonitoring dient herhaald te worden na de tweede dosis van Gilenya. Deed er zich een derde-graads AV-blok voor op enig moment tijdens de monitoring? Waren één van volgende criteria van toepassing op het einde van de monitoringsperiode? Een HS < 45 slagen per minuut Het ECG vertoont een nieuw tweedegraads of hoger AV-blok of een QTc-interval 500 ms Verlengde monitoring van de HS gedurende ten minste een nacht in het ziekenhuis en tot het verdwijnen van de bevindingen. Was de HS op de laagste waarde op het einde van de monitoringsperiode? Verleng de monitoring ten minste 2 uur totdat de HS weer toeneemt. De eerstedosismonitoring is compleet. ECG: elektrocardiogram; BD: bloeddruk; HS: hartslag Dezelfde eerstedosismonitoring als voor het begin van de behandeling wordt aanbevolen bij: onderbreking van de behandeling voor één dag of meer gedurende de eerste 2 weken van de behandeling. onderbreking van de behandeling gedurende meer dan 7 dagen in weken 3 en 4 van de behandeling. onderbreking van de behandeling gedurende meer dan 2 weken na ten minste 1 maand behandeling.
Tijdens de behandeling Een volledige oogheelkundige beoordeling dient te gebeuren 3-4 maanden na aanvang van de therapie. Bij patiënten met diabetes mellitus of met een voorgeschiedenis van uveïtis dient er periodiek een oogheelkundige beoordeling te gebeuren (follow-up). De patiënt adviseren om onmiddellijk verschijnselen van een verminderd gezichtsvermogen aan de behandelaar te melden. Evalueer de fundus, inclusief de macula, en onderbreek de behandeling indien maculair oedeem bevestigd wordt. Instrueer patiënten om onmiddellijk verschijnselen en klachten van infecties te melden aan hun behandelaar tijdens en tot 2 maanden na de behandeling met Gilenya. Bij vermoeden van infectie is het nodig een gepaste antimicrobiële behandeling op te starten. Voer onmiddellijk diagnostisch onderzoek uit bij patiënten met klachten en verschijnselen die passen bij cryptococcen meningitis. Als cryptococcen meningitis wordt vastgesteld, moet de behandeling met Gilenya gestaakt worden en een gepaste behandeling opgestart worden. Wees waakzaam voor klinische symptomen of MRI bevindingen die op PML kunnen wijzen. Een MRI-scan kan worden overwogen als onderdeel van een verhoogde waakzaamheid bij patiënten met een verhoogd risico op PML. Als er verdenking is op PML, dan moet er direct een MRI worden gemaakt om de diagnose te kunnen stellen en de behandeling met Gilenya dient te worden gestopt totdat PML is uitgesloten. Onderbreking van de behandeling moet worden overwogen als een patiënt een ernstige infectie ontwikkelt en de afweging van de voor- en nadelen zal gemaakt moeten worden voor het opnieuw starten met de behandeling. Check het aantal perifere lymfocyten (CBC) tijdens de behandeling (op maand 3 en minstens jaarlijks daarna, en in geval van verschijnselen van infectie). Als het absolute aantal lymfocyten <0,2x10 9 /l, moet de behandeling worden onderbroken tot herstel. Check de leverfunctietest op maand 1, 3, 6, 9 en 12 tijdens therapie en daarna periodiek, of op eender welk moment als er zich tekenen of symptomen van een gestoorde leverfunctie voordoen. Symptomen die duiden op een gestoorde leverfunctie: onverklaarbare misselijkheid, braken, buikpijn, vermoeidheid, anorexie of geelzucht en/of donkere urine. Bij levertransaminasen boven 5 maal de ULN, moet frequentere controle worden ingesteld, inclusief serum bilirubine en alkalische fosfatase (AF) meting. Bij herhaalde bevestiging van levertransaminasen 5 maal boven de ULN, dient de behandeling te worden onderbroken en alleen opnieuw te worden gestart indien de levertransaminasewaarden zijn genormaliseerd. Gedurende de behandeling en tot 2 maanden na stopzetting: Een vaccinatie kan minder effectief zijn. Het gebruik van een levend verzwakt vaccin kan een risico op infecties opleveren en dient daarom vermeden te worden. (vb. levende verzwakte vaccins: tegen varicella, tegen mazelen/bof/rubella, tegen gele koorts en tegen TBC (BCG)). Zwangerschapstests moeten met passende tussenpozen herhaald worden. Als een vrouw zwanger wordt tijdens gebruik wordt aanbevolen de behandeling te stoppen en deze patiënte te registreren in het Gilenya zwangerschapsregister. Waakzaamheid voor basaalcelcarcinoom is geboden en een medische beoordeling van de huid wordt aanbevolen na ten minste 1 jaar behandeling en daarna ten minste eenmaal per jaar. De patiënt moet worden doorverwezen naar een dermatoloog bij het ontdekken van verdachte laesies. PML: progressieve multifocale leuko-encefalopathie
Na de behandeling (stopzetting of onderbreking) Aanbeveling voor het opnieuw starten van de behandeling met Gilenya na onderbreking van de behandeling. De effecten op de hartslag en atrioventriculaire geleiding kunnen weer optreden bij het opnieuw beginnen van de Gilenya behandeling afhankelijk van de duur van de onderbreking en de tijd sinds de start van de behandeling met Gilenya. Herhaal dezelfde eerstedosismonitoring als bij het begin van de behandeling indien: onderbreking van de behandeling voor een dag of meer gedurende de eerste 2 weken van de behandeling. onderbreking van de behandeling gedurende meer dan 7 dagen in weken 3 en 4 van de behandeling. onderbreking van de behandeling gedurende meer dan 2 weken na ten minste 1 maand behandeling. Als de onderbreking van de behandeling van kortere duur is dan het bovenstaande moet de behandeling worden voortgezet met de volgende dosis zoals gepland. Tot minstens 2 maanden na het stoppen van de behandeling met Gilenya: Patiënten voorlichten om onmiddellijk verschijnselen en klachten van infecties (en van een verminderd gezichtsvermogen) te melden tot 2 maanden na het staken van de behandeling. Bij vermoeden van infectie een gepaste antimicrobiele behandeling opstarten! Teratogene risico: Vrouw van vruchtbare leeftijd adviseren over het ernstig risico voor de foetus en het belang van gebruik van effectieve anticonceptie tot ten minste 2 maanden na het stoppen van de behandeling. Tot 2 maanden na de behandeling met Gilenya kan vaccinatie minder effectief zijn. Vermijd het gebruik van een levend verzwakt vaccin tot 2 maanden na de behandeling met Gilenya, want dit vaccin kan een risico op infecties opleveren. Waakzaamheid voor basaalcelcarcinoom is geboden en een medische beoordeling van de huid wordt ten minste eenmaal per jaar aanbevolen. De patiënt moet worden doorverwezen naar een dermatoloog bij het ontdekken van verdachte laesies. Melden van bijwerkingen Melden van bijwerkingen De gezondheidszorgbeoefenaars worden verzocht de bijwerkingen geassocieerd met het gebruik van Gilenya te melden aan de afdeling vigilantie van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Het melden kan online gebeuren via www.gelefiche.be of via de papieren gele fiche beschikbaar via het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium en via de Folia Pharmacotherapeutica. De gele fiche kan worden verzonden per post naar het adres FAGG afdeling Vigilantie Eurostation II Victor Hortaplein 40/40 1060 Brussel, per fax op het nummer 02/528.40.01, of per mail naar: adversedrugreactions@fagg-afmps.be. Bijwerkingen dienen eveneens te worden gemeld aan Novartis per fax op het nummer 02/246.17.00 of per e-mail op: drug.safety_belgium@novartis.com of via de groene lijn: 0800/94.368. Voor de gerapporteerde bijwerkingen zie SKP rubriek 4.8 Bijwerkingen. RMA materiaal bijbestellen Het RMA materiaal in zijn volledige vorm (checklist arts, brief van neuroloog aan huistarts, herinneringskaart voor de patiënt en informatie over het fingolimod zwangerschap blootstellingsregister) kan teruggevonden worden op de webpagina van het FAGG met betrekking tot additionele risicobeperkende activiteiten: www.fagg.be kader onderaan Links naar nuttige pagina s en documenten voor de gezondheidszorgbeoefenaars RMA-Materialen (Risk Minimisation Activities) Het RMA materiaal kan bijbesteld worden: - Via het telefoonnummer 0800 94 368 - Per email: belgium.infogate@novartis.com