Ontstapeling van veiligheden bij gebruik van trillingspredicties en de SBR richtlijn B

Vergelijkbare documenten
Belastingproeven PVC stellingkasten

De warmteverliescoëfficiënt van een begane grondvloer bij toepassing van Drowa chips als bodemisolatie in kruipruimtes bij een tussenwoning

TPG locatie Nijmegen; verkennend trillingsonderzoek. Datum 19 november 2010 Referentie

MEETRAPPORT. Meting trillingen vanwege railverkeer bij woningbouwlocatie Knopenfabriek aan de Wallerstraat te Nijkerk

De warmteweerstand van De Hoop Reno systeemvloer volgens NEN 1068:2012

Zuidradiaal Z80. Trillingsonderzoek (stap 3) Detailanalyse. 4 juni Versie 1.0

Nieuwbouw appartementen "Het Bruningmeyer" te Enschede. Reusltaten trillingsmetingen met betrekking tot hinder

Energetische besparing zonneboiler DSS ZB 120 TX 2,37

Trillingshinder voor en na het vervangen van de spoorbrug over de Linge

Onderzoek Nefit Topline CV-ketels

HOV Van Zijstweg. Aspect trillingen. 16 oktober Versie 1.0

Bepaling R bf en R bw volgens NEN 1068:2012 bij toepassing kruipruimte isolatie (Drowa chips en EPS-platen)

Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies. Datum : Paraaf :

Reinaerdt deuren BV Postbus AA Haaksbergen

Supplement op rapport regionale studie aardwarmtepotentie provincie Limburg

Geachte heer Jabben, Met vriendelijke groet, Henk. RIVM T.a.v. de heer ir. J. Jabben Postbus BA BILTHOVEN 1111i1~ Iiiililil

Cumulatie-effecten HOV en treinverkeer

Beoordeling Legionellaveiligheid StatiqCooling dauwpuntskoeler

Trillingsonderzoek Thamerweg 3 te Uithoorn; schade

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies

Trillingsmeting HSL-zuid bij Thalys passages en V250 test passages in 3 woningen in Breda Zuid-Oost

TNO-rapport WATERSTOFDIFFUSIE IN EEN CONSTRUCTIEDETAIL VAN STAAL VOORZIEN VAN EEN ZINKLAAG

Modelleren van onzekerheid, met zekerheid!

Hoofdg roep Maatschappelijke voortoegepast ' TechnologieTNO natdurwetenschappelijk 13. APR, onderzoek. Nederlandse organisatie. o. LI ,,.

Onderzoek naar de geluidbelasting ten gevolge van de HSL-Zuid op de meetlocatie Boskade te Hoogmade

Plangebied Campinaast te Woerden. Onderzoek naar trillingen door treinpassages

Bouwbesluit: Regeling formaldehyde voor alle gebouwen Hoofdstuk: Eisen en bepalingsmethoden voor formaldehyde ten gevolge van bouwmaterialen

Woningen Thorbeckerstraat - Weth. Mooringstraat Zaltbommel Trillingsonderzoek SBR A en B

Allochtone kinderen geboren in ingeburgerd nestje.

VleuGel/RSS Utrecht-Houten

Meerjaren Speurwerkprogramma Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design

Het Zwevende Bord. TNO-rapport TNO 2012 R Van Mourik Broekmanweg XE Delft Postbus AA Delft.

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?

AANVULLEND ADVIES TRILLINGEN DOOR VERKEER OVER EEN VERKEERSDREMPEL.

Validatie CO2-reductiemodel Nuon warmtenetten Publieke samenvatting. TNO-rapport TNO 2018 R10435

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

NOTITIE. Ten behoeve van: Mobilis b.v. Ter attentie van: de heer M. Buijsrogge

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Postbus CB Rijswijk Lange Kleiweg GH Rijswijk

Efectis Nederland BV. DL Chemicals Roterijstraat B-8793 Waregem België. Efectis Nederland-rapport Efectis-R0111

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

Rapportage trillingsmetingen

Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof

Trillingsonderzoek Utrecht Centraal - Leidsche Rijn

Holland Railconsult. modellering trillingsemissie van Japanse boortunnel ten behoeve van benchmarkstudie. HSL-Zuid Boortunnel ir. P.

Trillingsonderzoek conform SBR A ter plaatse van een woning gelegen aan de Postbaan 7 te Putte

Bijlagen bij: Rapportage over meting 1 tot en met 6 van de Monitor Gezond Gewicht

Geprojecteerde woningbouw Stekeldijk te Purmerend. Trillingen ten gevolge van railverkeer

Enige prognoses betreffende dementie in de jaren 2007 tot 2030 in Amsterdam

Stochastische grafen in alledaagse modellen

Meetrapport. Adres : Postcode/Plaats : : Contact persoon : Locatie van meting ( adres ) : Postcode/Plaats : : Datum Meting : Meting uitgevoerd door :

Trillingsonderzoek railverkeer nieuwbouw Polderweg 1 Prognose trillingssterkte SBR Richtlijn B. Datum 21 februari 2017 Referentie

Tentamen Kansrekening en Statistiek (2WS04), woensdag 30 juni 2010, van uur.

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

bosch gbh 2-23 rea combihamer voor sds-plus met geïntegreerd stofafzuigsysteem

Schoorsteentechniek Brummen BV Dhr. E. Kurble Postbus AA BRUMMEN

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2

TRILLINGSMETINGEN WIJNSTRAAT TE DORDRECHT

Advies wegverharding Het onderzoek en advies is uitgevoerd door het Wegenbouwlab te Heerhugowaard.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Wiskunde project Trillingen

Bij optredend stoorlawaai is de betreffende geluidmeting onderbroken c.q. overgedaan.

BOSCH STOFZUIGER GAS 35 M AFC IN COMBINATIE MET 125 MM HAAKSE SLIJPER EN TNO/DUSTTOOL AFZUIGKAP

Stabiliteit land- en waterbodems in Groot Mijdrecht

Veld 15 - Schuytgraaf, Arnhem. Haalbaarheidsonderzoek aspect trillingen nieuw te realiseren woontoren op veld 15

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Beoordeling van de doorbrandtijd van Xella gipsvezelplaten van 12,5 en 15 mm dik

Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten

Opbrengstverklaringen Zonneboilers

Datum: 12 juli 2017 Ons kenmerk: THU17012 Fietsenstalling KJ-plein Betreft: Trillingsdata week 27, periode 3 t/m 7 juli 2017

Berekeningsmethodiek NHC in de Care

Trillingsonderzoek Utrecht Centraal - Leidsche Rijn

Onderwerp Relatie tussen PGA waarden en kans op schade voor geïnduceerde aardbevingen in Groningen

Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies. Datum : 20 maart Paraaf :

Beoordeling van de brandwerendheid in de zin van NEN 6069:2005 van een stalen dubbelvleugelige draaideur, bestaande uit een loop- en standdeur

Onzekerheid en variabiliteit bij het beoordelen van chemische blootstelling op de werkplek

Handreiking 'Randvoorwaarden voor de invoering van de JGZ-richtlijn Zindelijkheid voor de JGZorganisaties'

Verwachtingswaarde, Variantie en Standaarddeviatie

Campie BV, Haagweg 7-11 Breda

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Trillingen in woningen. normeringen grenzen en ambities

Kans op sehade aan bouwwerken door trillingen

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen

Aspects of the transition from NEDC to WLTP - aanvullend rapport: CO2 waarden van plug-in voertuigen

Classificatie van de brandwerendheid volgens EN :2007+A1:2009 van lineaire voegen afgedicht met Würth Purplus Fireblock brandwerend PU schuim

Reinaerdt deuren BV Postbus AA Haaksbergen. Projectnaam brandwerendheid RF-HS70 en RF-HR90 deur-/kozijnconstructies Projectnummers

Datum: 20 februari 2017 Ons kenmerk: AK16046 Fietsenstalling KJ-plein Betreft: Trillingsdsta week 7, periode 13 t/m 17 februari 2017

Data analyse Inleiding statistiek

Trillingsgevoeligheid Middelland

met TE-YD 28/59 holle boor en VC 20-U-Y stofzuiger

Revisie SBR richtlijn A

Bepaling van het energetische rendement van het warmteterugwinapparaat EuroAir 400 Meetbrief volgens NBN EN 308

Emissie en luchtkwaliteit van NO 2 en fijn stof tengevolge van het scheepvaartverkeer bij Nijmegen

Beoordeling van de brandwerendheid in de zin van Bijlage A van NEN 6069:2005 van deur-/kozijnconstructies voorzien van houten deurbladen, type HW50

Digitale Platforms: een analytisch kader voor het identificeren en evalueren van beleidsopties

Geluidbelasting railverkeer. woningen Houtakkerweg/ Wildekampsweg te Wezep

Hilti plunjerschiethamer DX 460

Figuur 1: doorsneden inpassing rioolgemaal in nieuwbouw

Transcriptie:

TNO-rapport TNO-034-DTM-2009-02107 Ontstapeling van veiligheden bij gebruik van trillingspredicties en de SBR richtlijn B Bouw Van Mourik Broekmanweg 6 Postbus 49 2600 AA Delft www.tno.nl T +31 15 276 30 00 F +31 15 276 30 10 info-beno@tno.nl Datum 25 mei 2009 Auteur(s) ir D.J. Molenaar Opdrachtgever Projectnummer 034.87187/01.02 Rubricering rapport Titel Samenvatting Rapporttekst Bijlagen Aantal pagina's Aantal bijlagen 15 (incl. bijlagen) Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. 2009 TNO

2 / 15 Inhoudsopgave 1 Inleiding...1 2 Streefwaarden in SBR-B...2 2.1 Inleiding...2 2.2 Conservativiteit SBR B...3 2.3 Conclusies...5 3 Probabilistische aanpak...6 3.1 Inleiding...6 3.2 Probabilistische aanpak bij trillingshinder...7 3.3 Bepaling kans op hinder...9 4 Conclusies...12 5 Referenties...13

1/13 1 Inleiding Om te bepalen of bij trillingsveroorzakende activiteiten hinder van personen optreedt, wordt, bij het ontbreken van een wettelijk kader, over het algemeen gebruik gemaakt van SBR richtlijn B [6]. In SBR B worden streefwaarden en dus geen grenswaarden gegeven, waarbij redelijkerwijs mag worden aangenomen dat normaal gesproken geen hinder optreedt. SBR richtlijn B bevat streefwaarden die erop zijn gebaseerd dat bij trillingen van die sterkte een klein percentage van de mensen hinder zal ondervinden. Anders gezegd: een groot percentage van de mensen zal geen hinder ondervinden. De streefwaarden worden vergeleken met waarden die daadwerkelijk worden gemeten. Bij overschrijding van de streefwaarden is er volgens SBR B sprake van hinder. In de praktijk zal vaak een trillingspredictie worden uitgevoerd, om te bepalen hoe sterk de trillingen in de toekomst zullen worden. De uitkomsten van die trillingspredictie worden meestal vergeleken met de streefwaarden van SBR B. Trillingspredicties hebben echter een beperkte betrouwbaarheid, zoals in DC1 is vastgesteld, referentie [4] en referentie [5]. Daarom wordt over het algemeen bij trillingspredicties een veilige marge aangenomen. Het is de vraag of zo n bovengrens wel de goede maat is om te vergelijken met de streefwaarde. Vooral als de spreiding van de predictiemethode groot is, zal de streefwaarde snel worden bereikt, wat leidt tot een conservatieve benadering. Zowel aan de kant van de streefwaarden in de SBR richtlijn als aan de kant van de prognose is veiligheid ingebouwd. Dit wordt ook wel stapeling van veiligheden genoemd. In dit rapport wordt gezocht naar een manier om hiermee om te gaan en te voorkomen dat er sprake is van stapeling van veiligheid op veiligheid.

2/13 2 Streefwaarden in SBR-B 2.1 Inleiding De streefwaarden in SBR B worden streefwaarden genoemd en geen grenswaarden, omdat hinder een subjectief begrip is, dat voor iedereen anders is. De streefwaarden zijn dusdanig gekozen dat bij het bereiken van de streefwaarden slechts een klein percentage mensen hinder zal ondervinden. Grafisch weergegeven: 100 % Percentage gehinderden 5 % Streefwaarde SBR trillingssterkte Figuur 1 Percentage gehinderden uitgezet tegen de trillingssterkte Aan de andere kant wordt bij prognoses ook een veiligheidsmarge aangenomen. Aangezien prognoses een bepaalde mate van onzekerheid hebben, wordt als prognosewaarde vaak een 95 % bovengrens genomen: die waarde waar voor 95 % van de gevallen de werkelijke trillingssterkte onder zal liggen, zie Figuur 2. Kansdichtheid Predictie trillingssterkte 95 % bovengrens Trillingssterkte Figuur 2 Kansdichtheid van het resultaat van een trillingspredictie als functie van de trillingssterkte.

3/13 2.2 Conservativiteit SBR B In SBR richtlijn B staat een vrij uitgebreide beschouwing over de complexiteit van hinder door trillingen. De hinder is afhankelijk van onder andere: - de gevoeligheid van mensen - de omstandigheden (bijvoorbeeld slapen of werken) - de tijdsduur - het type trilling en - gewenning. Om te bepalen hoe conservatief SBR richtlijn B is, is eerst gekeken naar de herkomst van de streefwaarden. Er wordt in SBR B verwezen naar de eerste versie, richtlijn 2, en naar buitenlandse normen, waaronder DIN 4150-2, referentie [1], en NS 8176, referentie [2]. In Figuur 1 staat het percentage mensen dat gehinderd is als functie van de trillingssterkte. De trillingen zijn hierbij afkomstig van verkeerspassages. Figuur 3 Exposure-effect curve voor trillingen van verkeer. Bron: referentie [2] en referentie [3]. De rode lijn is afkomstig uit referentie [3]. Hierbij is sprake van railpassages. Uit Figuur 3 volgt dat: - de gevoelsdrempel bij 0,1 mm/s ligt: onder deze waarde wordt de grafiek niet doorgetrokken. Het is echter onwaarschijnlijk dat de gevoelsdrempel voor iedereen gelijk is. Hierover is echter weinig bekend. In [7] staat wel iets over de frequentieafhankelijkheid, maar niet iets over de spreiding over groepen personen. - bij 0,1 mm/s 30 % van de mensen trillingen voelt - vanaf de gevoelsdrempel van 0,1 mm/s er al een percentage mensen is dat highly annoyed is, ongeveer 4 % Naast deze DIN, zijn er data bekend afkomstig van railpassages van een hogesnelheidslijn in Japan, zie Figuur 4.

4/13 Figuur 4 Respons van personen in woningen die zijn blootgesteld aan trillingen afkomstig van 4 tot 15 trein passages per uur. De doorgetrokken lijn geeft het percentage gehinderde mensen door een hoge snelheidstrein in Japan weer en de losse punten geven de gekwalificeerde mate van hinder door omwonenden en onderzoekers voor meerdere verkeersprojecten. Bij de Japanse data zijn de trillingssterktes opgegeven in VdB. In Figuur 1 is aangenomen dat trillingsniveaus worden bedoeld, die in Vibration db s zijn uitgedrukt. Dan geldt: A 1 L db = 20log (1) A0 Waarbij: L db = trillingssterkte in db A 1 = gemeten amplitude A 0 = referentie amplitude Anders geschreven: L db 20 A 1 10 A0 = (2) Volgens het as-bijschrift in Figuur 4 is de referentiewaarde (dus A 0 ) 1 micro in./sec, dus 1*10-3 *25,4 mm/s. Als de lijn uit Figuur 4 volgens vergelijking 2 wordt omgerekend, ontstaat de lijn die is weergegeven in Figuur 5. Opmerkelijk is dat de Japanse data slecht overeenkomen met die van de NS 8176. Hiervoor is geen verklaring gevonden. De Japanse gegevens wijzen erop dat het percentage gehinderden bij railpassages groter is dan bij verkeerspassages. Het kan echter ook zo zijn dat Japanners een lagere hinderdrempel hebben dan de personen uit het onderzoek van Figuur 3, dat bij de NS 8176 behoort. De data van de deze norm zijn afkomstig van referentie [8].

5/13 Japanse data Noorse norm fit: lognormaalverdeling 100 Percentage gehinderden [%] 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0.0 0.0 0.1 1.0 10.0 100.0 1000.0 V [mm/s] Figuur 5 Percentage gehinderden als functie van de trillingssnelheid, volgens verschillende literatuurbronnen. 2.3 Conclusies Uit de resultaten in dit hoofdstuk kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Bij 0,1 mm/s ligt de grens voor mensen voor het voelen van trillingen. Vanaf de gevoelsdrempel is er al een percentage mensen dat hinder ondervindt. Bij 1 mm/s, dus 10 maal de gevoelsdrempel, ondervindt slechts iets meer dan 50 % van de mensen hinder van de trillingen.

6/13 3 Probabilistische aanpak 3.1 Inleiding In de civiele techniek wordt vaak gebruik gemaakt van probabilistische technieken. In de meeste gevallen wordt de faalkans van bijvoorbeeld een constructie bepaald. Daartoe wordt de sterkte, R, met een bepaalde onzekerheid vergeleken met de belasting, S, zie Figuur 6. De sterkte en de belasting zijn stochastische variabelen. onzekerheid rekenwaarde R d sterkte R rekenwaarde S d belasting S Figuur 6 Schematische weergave van de sterkte van een belasting op een constructie en de onzekerheid. Deze waarden kunnen ook in één grafiek worden weergegeven, zie Figuur 7. belasting S sterkte R faalkans Figuur 7 Grafische weergave van de kans dat de constructie bezwijkt, als S>R. Falen treedt op als S>R. De faalkans wordt beschreven met de Z-functie: Z = R S (3) Z is een gezamenlijke kansverdeling voor de faalkans, zie Figuur 8.

7/13 80 70 60 50 R (kn) 40 30 20 10 Z>0 falen: Z<0 0 0 20 40 60 80 S (kn) volume = faalkans = fr,s falen ( r,s) dr ds Figuur 8 Gezamenlijke kansfunctie Z voor de bepaling van de faalkans. Het volume onder de grafiek geeft de faalkans aan. De faalkans is onder andere te bepalen met behulp van Monte Carlo simulaties. 3.2 Probabilistische aanpak bij trillingshinder Op een vergelijkbare wijze als in de vorige paragraaf beschreven, kan een aanpak worden gekozen bij trillingshinder: ook hier moeten twee begrippen met een bepaalde onzekerheid met elkaar worden vergeleken. Enerzijds is dit de waarde voor de trillingspredictie, anderzijds heeft niet iedereen de zelfde hindertolerantie. Hindertolerantie is de trillingssterkte waarboven iemand hinder ondervindt. Er is sprake van falen als de trillingspredictie (de S in de Z-functie) groter is dan de hindertolerantie (de R in de Z-functie). Voor de hindertolerantie kan curve 2 worden genomen uit Figuur 3. Deze lijn kan worden beschreven met een log-normaalverdeling. Als we hindertolerantie en de predictiewaarden uitdrukken in niveaus krijgen we: Z = L h L p (4) met L h =niveau hindertolerantie L p =niveau predictie waarin L x = 10 * log(v x ) [referentie snelheid = 1 mm/s] log g = log v m log v p (5) log g is normaal verdeeld L = 10* log (6) p v p

8/13 L p = 10*(log v log g) (7) m ofwel L p = 10*log v 10 * log g (8) m L p = L L (9) m g log g is normaal verdeeld, L m is constant dus L p is ook normaal verdeeld. Voor het gemak stellen wij dat L m =E(L p ) (de verwachtingswaarde van L p ) en E(log g) = 0. σ *log /1,64 (10) L = 10 g 95/ 50 g L h kan worden beschreven met een gemiddelde van 1 db en een standaarddeviatie van 13 db. 100% 90% Percentage gehinderden [%] 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 V [mm/s] fit DIN Figuur 9 Percentage gehinderden als functie van de trillingssnelheid. De blokjes zijn de data afgelezen uit de grafiek in de Noorse norm. De fit heeft als parameters een gemiddelde van 1 db en een standaarddeviatie van 13 db. Omgerekend naar db ziet de grafiek er uit als in Figuur 10.

9/13 100% 90% 80% Percentage gehinderden [%] 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% -40.0-30.0-20.0-10.0 0.0 10.0 20.0 30.0 40.0 L [db] Figuur 10 Percentage gehinderden als functie van de trillingssnelheid. De blokjes zijn de data afgelezen uit de grafiek in de Noorse norm. De fit heeft als parameters een gemiddelde van 1 db en een standaarddeviatie van 13 db. Voor de spreiding van de trillingspredicties geldt ook dat deze met een lognormaalverdeling kan worden beschreven: uit referentie [5] bleek dat voor FEM modelleringen g 95/50 gemiddeld genomen een factor 10 is. Hierbij zijn geen predicties van railverkeertrillingen uitgevoerd, dus de waarde voor railverkeer van g 95/50 is niet bekend. In dit rapport wordt daarom voor verschillende waarden van g 95/50 en voor verschillende predictiewaarden bepaald wat de verwachting is voor het optreden van trillingshinder. 3.3 Bepaling kans op hinder Zoals uit de vorige paragraaf is gebleken, treedt hinder op als Z < 0. Dit is gedaan door met behulp van Matlab het volume onder de grafiek te bepalen, zoals is aangegeven in Figuur 8. De invoerwaarden van de stochasten zijn samengevat in Tabel 1. Tabel 1 Invoerwaarden van de stochasten. Parameter Verdeling µ σ [db] [db] L h normaal 1 13 L p normaal * * * Deze waarden zijn gevarieerd. Voor het gemiddelde zijn waarden tussen -30 en 0 db genomen (overeenkomend met respectievelijk 0,001 en 1 mm/s). Voor de spreiding zijn waarden genomen van 0 tot 8 db (overeenkomend met waarden van g 95/50 tussen 1 en 20). De resultaten van de berekeningen zijn samengevat in Figuur 11.

10/13 0.5 0.45 0.4 0.35 Kans op hinder voor verschillende gemiddelde predictie waarden 0.001 0.0032 0.01 0.032 0.1 0.32 1 0.3 Hinderkans 0.25 0.2 0.15 0.1 0.05 0 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 g 95/50 Figuur 11 Kans op hinder als functie van g 95/50 voor verschillende predictiewaarden. Hinderperceptie gebaseerd op data van de NS 8176. Opmerkingen: - Opmerkelijk in Figuur 11 is dat de waarde van g 95/50 vrijwel geen invloed heeft op de kans op hinder. - De predictiewaarde heeft een veel groter effect op de kans op hinder dan de spreiding (de betrouwbaarheid) van de gebruikte methode. Om aannemelijk te maken dat het klopt dat g 95/50 zo n kleine invloed heeft op de kans op hinder, is de kansdichtheid grafisch weergegeven in Figuur 12 als functie van het trillingsniveau. Uit deze grafiek blijkt dat de spreiding in de hindertolerantie relatief groot is ten opzichte van de verwachte spreiding van trillingspredicties (zelfs als deze een factor 10 is. Dit komt overeen met sigma=7,9 db). De breedte van de verdeling in de hindertolerantie zorgt ervoor dat de breedte van de verdeling (de spreiding) bij de predictie niet zo veel uitmaakt.

11/13 25% 20% Hindertolerantie Hindertolerantie predictie sigma=6,1 db predictie sigma= 4,3 db predictie sigma = 1,8 db Kansdichtheid hinder 15% 10% 5% 0% -60,0-40,0-20,0 0,0 20,0 40,0 L [db] Figuur 12 Kansdichtheid hinder als functie van het trillingsniveau Uit Figuur 12 blijkt dat de breedte van de verdeling van de trillingshinder de oorzaak is dat de kans op hinder zo ongevoelig is voor de predictienauwkeurigheid. Daarom is ook gekeken hoe de kans op hinder is bij gebruik van de Japanse data (Figuur 4). Bij toepassing van deze data ontstaat een grafiek als in Figuur 13. Deze grafiek is duidelijk veranderd ten opzichte van Figuur 11. Er is een veel sterkere relatie tussen de betrouwbaarheid van de trillingspredictie en de kans op hinder. De vraag is nu echter welke data de waarheid zijn. Een nader onderzoek naar hinderperceptie van personen zou hierin duidelijkheid kunnen scheppen. 1 0.9 0.8 0.7 Kans op hinder voor verschillende gemiddelde predictie waarden 0.001 0.0032 0.01 0.032 0.1 0.32 1 0.6 Hinderkans 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 g 95/50 Figuur 13 Kans op hinder als functie van g 95/50 voor verschillende predictiewaarden. Hinderperceptie gebaseerd op Japanse data (referentie [3]).

12/13 4 Conclusies In dit rapport is gekeken naar de ontstapeling van veiligheden. SBR richtlijn B bevat streefwaarden die erop zijn gebaseerd dat bij trillingen van die sterkte slechts ongeveer 5% van de mensen hinder ondervinden. Daarmee is de SBR B dus conservatief: 95 % van de mensen zal geen hinder ondervinden. In de praktijk zal vaak een trillingspredictie worden uitgevoerd, om te bepalen of die streefwaarden niet worden overschreden. Trillingspredicties hebben een beperkte betrouwbaarheid. Daarom wordt over het algemeen bij trillingspredicties een veilige marge aangenomen, bijvoorbeeld de 95 % bovengrens. Dit betekent dat zowel aan de kant van de streefwaarden in de SBR richtlijn als aan de kant van de prognose een veiligheid wordt ingebouwd. Dit wordt ook wel stapeling van veiligheden genoemd. In dit rapport is gezocht naar een manier om hiermee om te gaan. Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: In dit rapport is een probabilistische aanpak beschreven om de kans op het optreden van hinder te bepalen. Bij 0,1 mm/s ligt bij de meeste mensen de grens voor het voelen van trillingen. Vanaf de gevoelsdrempel is er al een percentage mensen dat hinder ondervindt. Volgens sommige onderzoeken is de hinderbeleving van mensen zeer verschillend: Bij 1 mm/s, dus 10 maal de gevoelsdrempel, ondervindt slechts iets meer dan 50 % van de mensen hinder van de trillingen. Er is echter ook data voorhanden die een heel andere verdeling laat zien. De betrouwbaarheid van de predictiemethode is van grotere invloed als de verdelingsfunctie van de hinder van personen smaller is. In de literatuur zijn zeer verschillende data hierover te vinden. Het is niet duidelijk welke data de juiste zijn. Daarom is in dit rapport uitsluitend de methodiek beschreven om de kans op hinder te berekenen. Zonder nader onderzoek naar de hinderbeleving van personen is het niet mogelijk om de kans op het optreden van hinder te bepalen.

13/13 5 Referenties [1] DIN 4150-2:1999-06 [2] NS 8176:1999 [3] Hanson, C.E. en Towers, D.A. en Meister, L.D.: Transit noise and vibration impact assessment, Federal transit administration, department of transportation USA, Mei 2006 [4] Hölscher, Waarts, Reliability of vibration predictions and reducing measures, Final report on the project, DC report 01.05.02-20, juni 2003 [5] De Wit, Galanti, Reliability of vibration predictions and reducing measures, Synthesis of predictions and measurements, DC report DC1.152.13, September 2003 [6] SBR-richtlijn-B, Hinder voor personen in gebouwen, meet- en beoordelingsrichtlijn,. SBR. Herdruk 2003. [7] Griffin, PREDICTING THE FEELING OF VIBRATION IN BUILDINGS, Proceedings of the Institute of Acoustics, Vol. 29. Pt.2 2007 [8] Klæboe, Turunen-Rise, Harvik, Madshus, Vibration in dwellings from road and rail traffic Part II: exposure effect relationships based on ordinal logit and logistic regression models, Applied Acoustics 64 (2003) 89 109.