Nota Kampeerbeleid Overbetuwe

Vergelijkbare documenten
KAMPEERBELEID WESTERKWARTIER

BELEIDSNOTA KLEINSCHALIG KAMPEREN. Gevolgen voor het kampeerbeleid na intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR)

Nota Kampeerbeleid 2011

RIS Kadernota kampeerbeleid gemeente Emmen

SLUIS Ruimtelijke kwaliteit recreatieterreinen Toetsing en inspiratie

Referentienummer Datum Kenmerk december

Ruimtelijke onderbouwing

De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 juli 2008, nr ;

Kampeerbeleid na intrekking van de WOR

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Facetbestemmingsplan Recreatie. 20 juni 2013

KADERNOTA KAMPEERTERREINEN VEERE

CVDR. Nr. CVDR457726_1. Vastgesteld door de raad op 11 oktober 2007

K A M P E E R B E L E I D

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m.

notitie Herziening verfijning verblijfsrecreatie (kampeerbeleid)

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Aanvulling op de Nota van Wijzigingen bestemmingsplan Westrand Zuid. 3 februari 2014

Bed and Breakfast 2010

K A M P E E R B E L E I D

Beleidskader Kleinschalig Kamperen bij de boer

Bestemmingsplan buitengebied

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Paraplubestemmingsplan Kleinschalig kamperen in Tiel gemeente Tiel

Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010

KAMPEERBELEID GEMEENTE NEDER-BETUWE

Beleidsregels Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard Opstellers: W. Jacobs en N. Boortman

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

KAMPEERBELEID GEMEENTE OOST GELRE. - vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2008

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.14 april 2015;

Huisvesting arbeidsmigranten

De Cocksdorp Postweg 2

Vastgesteld d.d

Huisvesting arbeidsmigranten Omschreven voorzieningen uit de "Handreiking voor het huisvesten van arbeidsmigranten op de Bevelanden"

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving

Onderbouwing. vergunning van toepassing op basis van bestemming

Nota Kleinschalig kamperen 2011

Regelgeving Agenda Toerisme

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Nota van Zienswijzen

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

BELEIDSNOTITIE BED AND BREAKFAST 2012

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

7 april 2017 ( ) Bed and breakfast voorzieningen en recreatieappartementen (2017)

BIJLAGE 2: Vormen en randvoorwaarden van verblijfsrecreatie

Concept beleidsregels

Documenttitel : Discussienota Regulering Minicampings Status : Definitieve nota Datum : 28 november 2013 Auteur : Paul van den Berg Afdeling :

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied

Beleidsregels. Bed & Breakfast en verhuur (boven)woningen in centrumgebieden voor recreatief gebruik. Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

P l a n r e g e l s vrs

Evaluatie Nota Kampeerbeleid 2008

GEMEENTE OLDEBROEK. Nota Recreatie & Toerisme. Ruimtelijke aspecten

BELEIDSNOTITIE MET BETREKKING TOT (AGRARISCH) KINDERDAGVERBLIJF EN BUITENSCHOOLSE OPVANG

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Notitie Recreatie en toerisme en bestemmingsplannen buitengebied in Noord-Brabant

Beleidsnotitie recreatief gebruik

Partiële herziening Buitengebied, verzamelplan 2016 O N T W E R P

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m.

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen)

BELEIDSNOTITIE BED & BREAKFASTVOORZIENING GEMEENTE Hulst Vastgesteld door de gemeenteraad op 25 september 2008

Nummer : 2011/60 Datum : 8 november 2011 Onderwerp : Huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging

Zienswijzen nota. Gemeente Epe. bestemmingsplan "Wissel Schaveren Correctieve Herziening" Anonieme versie

REGELGEVING AGENDA TOERISME

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

AANVRAAGFORMULIER "KAMPEREN BIJ DE BOER"

1. Inleiding. 2. Probleemstelling

Oosterhout, maart 2010

Permanente bewoning op recreatieterreinen in Peel en Maas

Bestemmingsplan Buitengebied Veegplan 2015 V A S T G E S T E L D

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

regeling ontheffing wijziging gebruik lid lid 15.5 lid 15.6

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

bestemmingsplan Buitengebied reparatie 2011 Kamperen bij de boer toelichting gemeente Gulpen-Wittem

Facetbestemmingsplan Kleinschalig Kamperen gemeente Aa en Hunze

Beleidskader huisvesting buitenlandse werknemers Noord-Limburg

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

Bestemmingsplan Buitengebied Veegplan 2015 O N T W E R P

memo Recreatiepark Mulligen, bureauonderzoek gebiedsbescherming

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 31 mei 2011 Nummer voorstel: 2011/55

Notitie beleid recreatieve appartementen in en bij woningen

Presentatie dorpsraad Lith Bestemmingsplan Buitengebied. Bestemmingsplan Buitengebied. Lith 2013

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden

December 2009 BELEIDSNOTITIE BED & BREAKFASTVOORZIENING GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Akoestisch onderzoek evenementen Landgoed kasteel de Berckt te Baarlo ten behoeve van een ruimtelijke onderbouwing

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2013

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012

Vrijgestelde evenementen

Gemeentelijk kampeerbeleid na intrekking WOR

Transcriptie:

Nota Kampeerbeleid Overbetuwe Grontmij Route IV Arnhem, juni 2008

Verantwoording Titel : Nota Kampeerbeleid Overbetuwe Projectnummer : 243385 Referentienummer : Datum : Juni 2008 Auteur(s) : drs. R.P. van Ham E-mail adres : rob.vanham@grontmij.nl Gecontroleerd door : ir. P.A.J. Bergmans Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : ing. R.H. van der Velden Paraaf goedgekeurd : Contact : Velperweg 26 6824 BJ Arnhem Postbus 485 6800 AL Arnhem T +31 26 372 26 44 F +31 26 445 92 81 info@route4.nl www.grontmij.nl Pagina 2 van 18

Inhoudsopgave 1 1.1 Inleiding... 5 Aanleiding... 5 1.2 Status van de Nota Kampeerbeleid... 5 1.3 1.4 Doel van de nota... 6 Leeswijzer... 6 2 Huidige situatie... 7 2.1 Bestaand kampeeraanbod... 7 3 3.1 Beleidskeuzen... 9 Inleiding... 9 3.2 3.3 Zonering... 9 Kampeerterreinen... 9 3.3.1 Kampeerterrein I: toeristische plaatsen... 11 3.3.2 Kampeerterrein II: stacaravans... 11 3.3.3 Kampeerterrein III: chalets... 12 3.3.4 Recreatiewoningen (valt buiten kampeerbeleid)... 12 3.4 Kleinschalig kamperen... 12 3.5 Tijdelijk kamperen... 14 3.6 Natuurkampeerterreinen... 15 3.7 Vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik... 15 4 Instrumentarium... 17 4.1 Inleiding... 17 4.2 Kampeerterreinen I, II en III... 17 4.3 Kleinschalig kamperen... 17 4.4 Tijdelijk kamperen... 17 Pagina 3 van 18

Pagina 4 van 18

Inleiding 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Per 1 januari 2008 is in het kader van het dereguleringsbeleid van het Rijk, de Wet op de Openluchtrecreatie (de WOR) vervallen. Op het gebied van kamperen is deze wet de basis voor vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen. De gemeentelijke regelgeving moet hierdoor aangepast worden. Zowel het bestemmingsplan als de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn hiervoor de geschikte instrumenten. 1.2 Status van de Nota Kampeerbeleid De nota Kampeerbeleid zal na vaststelling door de raad worden uitgewerkt in diverse bestemmingsplannen en in bijstelling van de APV. Als peildatum wordt 1 november 2008 aangehouden. Vanaf deze datum worden nieuwe aanvragen aan het nieuwe beleid getoetst. Het kampeerbeleid is niet van toepassing op bestaande situaties (overgangsrecht), of waarover reeds bestuurlijke afspraken zijn gemaakt. Gelijktijdig met het opstellen van deze nota Kampeerbeleid worden binnen de gemeente Overbetuwe ook een Landschapontwikkelingsplan (LOP) en een Toeristisch-recreatief Beleidsplan opgesteld. Aangezien deze plannen nog niet zijn vastgesteld, kunnen ze niet als beleidskader voor deze nota dienen. Wel is er rekening gehouden met de conceptversies van deze plannen bij maken van de beleidskeuzes. Er zijn in deze notitie geen uitgebreide beleidsverkenningen en onderzoeken gedaan en gekozen is om een aantal beleidsuitgangspunten voor te leggen op basis van argumenten, haalbaarheid en handhaafbaarheid. De beleidskeuzes vormen dan de grondslag en de voorwaarden waarop besluiten kunnen worden genomen bij aanvragen om ontheffingen op het gebied van kamperen. Deze notitie geeft de hoofdlijn van de voorgestelde beleidskeuzen weer voor de volgende categorieën: Kampeerterreinen: tot deze categorie behoren de veel voorkomende reguliere campings. Op deze terreinen wordt de mogelijkheid geboden van toeristisch (tent)kamperen tot aan stacaravans en chalets. Dit betekent echter wel dat er grote ruimtelijke verschillen zijn tussen campings. De beleidskeuzes in deze notitie is in de kern het vastleggen van ruimtelijke zoneringen van deze verschillen in het bestemmingsplan. Hierbij moet vermeld worden dat een terrein met recreatiewoningen geen kampeerterrein is. Kleinschalig kamperen: tot deze categorie behoren de zgn. minicampings of kamperen bij de boer. Veelal betreft het een stuk land, grenzend aan een (voormalig) landbouwbedrijf waarop maximaal 25 kampeerplaatsen mogelijk zijn. De koppeling aan het agrarisch bedrijf wordt losgelaten. Kamperen is niet toegestaan in de periode van 31 oktober tot 15 maart. Gezien de kleinschaligheid is er een duidelijk onderscheid met de zgn. reguliere campings. In het kader van deze notitie worden ook voorstellen gedaan om een duidelijk onderscheid te maken tussen beide soorten campings o.a. wat betreft het aantal kampeerplaatsen. Dit betekent o.a. dat als een aanvrager meer kampeermiddelen wenst te exploiteren dan is toegestaan, er een aanvraag voor een regulier kampeerterrein moet worden ingediend. Tijdelijk kamperen: deze categorie van kamperen is veelal gekoppeld aan evenementen en festiviteiten zoals tijdens de 4-daagse van Nijmegen en bij de Rijkerswoerdse Plassen en de plas van Slijk Ewijk. Dit tijdelijk kamperen kan ruimtelijk worden vastgelegd in het bestemmingsplan door middel van een ontheffingsbevoegdheid. Natuurkampeerterreinen: deze terreinen worden veelal door natuurorganisaties geëxploiteerd in bos-of natuurgebieden. In de beleidskeuzes wordt voorgesteld aan te sluiten bij de toelatingsvoorwaarden van de stichting Natuurkampeerterreinen. Pagina 5 van 18

Inleiding Vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik: in de beleidskeuzes wordt voorgesteld dit niet toe te staan met uitzondering van de huidige overnachtingsplaatsen voor campers aan de Boterhoeksestraat te Heteren. Deze overnachtingsplaatsen (zgn. GOP s) voor campertoeristen vormen een aanvulling op de bestaande overnachtingsplaatsen op de campings in de gemeente Overbetuwe. 1.3 Doel van de nota Doel is het opstellen van een nota kampeerbeleid, welke beleids- en toetsingskader biedt voor ontwikkelingen op het gebied van kamperen binnen de gemeente Overbetuwe en de basis vormt voor implementatie binnen bestemmingsplannen en de APV. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de huidige situatie met betrekking tot verblijfsrecreatie in de gemeente Overbetuwe. Wat is het huidige aanbod en wat zijn de kwaliteiten van dit aanbod? In hoofdstuk 3 worden de beleidskeuzes voor de verschillende vormen van kamperen benoemd en toegelicht. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het instrumentarium waarmee de beleidskeuzes worden geïmplementeerd in bestemmingsplan en APV. Pagina 6 van 18

2 Huidige situatie 2.1 Bestaand kampeeraanbod Hieronder wordt een overzicht gegeven van de bestaande kampeerterreinen, zoals opgenomen in de bestaande bestemmingsplannen van de gemeente Overbetuwe. Camping De Tobbenhof (camping is buiten gebruik) Tobbenhofsestraat 10 6661 NP Elst Bestemmingsplan: Buitengebied Dorp Elst Bestemming: Recreatieve doeleinden, Aanduiding: Camping Groenvoorziening Recreatiecentrum Overbetuwe Uilennburgsestraat 3 6666 LA Heteren Bestemmingsplan: Buitengebied 1979, nr. 2 Bestemming: Kampeercentrum Bestemmingsvlakken AI, AII en B Camping De Grote Altena Waaldijk 39 6678 MC Oosterhout Bestemmingsplan: Buitengebied Valburg 1998 Bestemming: Recreatieve voorziening (R4.2) Waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming) Waterkering en Waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming) Camping De Steenoven Waaldijk 22 6677 MB Slijk Ewijk Bestemmingsplan: Buitengebied Valburg 1998 Bestemming: Recreatieve voorzieningen (R4.1) Waterstaatsdoeleinden (dubbelsbestemming) Camping De Hooge Brug Valburgsestraat 41 6677 PC Slijk Ewijk Bestemmingsplan: Standpark Slijk Ewijk 1995 Bestemming: Verblijfsrecreatie Pagina 7 van 18

Huidige situatie Kaartbeeld: Zonering in deelgebieden op basis van concept LOP, 2 juni 2008 Pagina 8 van 18

Beleidskeuzen 3 Beleidskeuzen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de voorgestelde beleidskeuzen voor kamperen per categorie aangegeven. Deze categorieën zijn kampeerterreinen, kleinschalig kamperen, tijdelijk kamperen, natuurkampeerterreinen en vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik. 3.2 Zonering Voor de zonering is uitgegaan van een indeling in deelgebieden zoals weergegeven in onderstaand kaartbeeld. Deze gebiedsindeling is gebaseerd op een voorlopige gebiedsindeling uit het Landschapsontwikkelingsplan (LOP). In de uiterwaarden is ruimte voor natuurontwikkeling en extensieve recreatie. Hier is geen ruimte voor nieuwvestiging of uitbreiding van de bestaande (kleinschalige) kampeerterreinen (Slijk- Ewijk en Oosterhout). Wel kan als proefproject mogelijk ruimte geboden worden aan een natuurkampeerterrein in de uiterwaarden. Om de grootschalige openheid van de komgronden te behouden en versterken wordt hier geen ruimte geboden voor nieuwvestiging of uitbreiding van bestaande (kleinschalige) kampeerterreinen. Vanwege de bijzondere landschappelijk kwaliteiten is ook geen nieuwvestiging of uitbreiding van bestaande (kleinschalige) kampeerterreinen mogelijk bij de Landgoed Hemmen en Landgoed Loenen. Kleinschalige kampeerterreinen zijn in principe wel mogelijk in de overige delen van het buitengebied van de gemeente Overbetuwe. Ontwikkeling van het kleinschalig kamperen is hier mogelijk door middel van ontheffingen tot maximaal twee terreinen per deelgebied. Voor de nieuwvestiging of uitbreiding van bestaande reguliere kampeerterreinen zijn geen specifieke (ontwikkelings)gebieden aangewezen. Hiervoor zal een individuele, specifieke afweging plaatsvinden. Voor het deelgebied Park Lingezegen zullen de kampeermogelijkheden in overleg met de Stuurgroep Park Lingezegen bepaald worden. Schematisch ziet de zonering er in relatie tot de deelgebieden van het kaartbeeld als volgt uit: Kampeermogelijkheden Deelgebied Geen nieuwvestiging of uitbreiding van bestaande 1a, 2, 2a, 3, 5, 6, 13, 14, 15 (kleinschalige) kampeerterreinen Ontwikkelingsmogelijkheid kleinschalig kamperen 1, 1b, 4, 7, 8 (m.u.v. Landgoed Loenen), d.m.v. ontheffingen (max. 2 per deelgebied) 9, 9a, 10, 11 Ontwikkelingsmogelijkheid natuurkampeerterrein 14, 15 als proefproject Te bepalen in overleg met Stuurgroep Park Lingezegen 12 3.3 Kampeerterreinen De kampeerterreinen hebben betrekking op de van oudsher veel voorkomende reguliere campings. Veel campings zijn in de loop der jaren gegroeid van eenvoudige terreinen voor tenten tot in sommige gevallen recreatieparken met chalets en centrumvoorzieningen. Overigens zijn er in de praktijk situaties waarbij recreatiebedrijven zowel terreinen voor tenten aanbieden als terreinen voor bijvoorbeeld stacaravans op één en dezelfde camping. Deze diversiteit kan bijdragen aan een gezonde bedrijfsvoering. Deze paragraaf behandelt eerst de algemene be- Pagina 9 van 18

Beleidskeuzen leidskeuzen en vervolgens de beleidskeuzen behorend bij de verschillende soorten kampeerterreinen. Een regulier kampeerterrein is een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, om daarop een gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Beleidskeuze Bij reguliere kampeerterreinen vervallen alle maximale aantallen kampeer- of slaapplaatsen. In bestemmingsplannen onderscheid maken tussen verschillende soorten kampeerterreinen of onderdelen van terreinen: Recreatie kampeerterrein I: - Toeristische plaatsen: toercaravans, vouwwagens, campers, tenten en huifkarren - Toeristische plaatsen: trekkershutten (maximaal 28 m2) en tenthuisjes (maximaal 36 m2); Recreatie kampeerterrein II: - Stacaravans van maximaal 55 m2 - Aanduiding I ook toegestaan Recreatie kampeerterrein III: - Chalets van maximaal 70 m2 - Aanduiding I en II ook toegestaan Recreatie recreatiewoningen - Aanduiding I, II en III ook toegestaan. De nieuwe regeling zal zoveel mogelijk moeten aansluiten bij het bestaande gebruik en bestaande rechten. Bergingen vallen binnen de maximale oppervlakte van stacaravans of chalets. Vrijstaande bergingen zijn niet toegestaan. De oppervlakte van (voorzieningen)- gebouwen is maximaal 5% van het oppervlak van het bestemmingsvlak van het kampeerterrein. Er kan ontheffing worden verleend voor maximaal 10%. Er zijn situaties denkbaar, waar er een bouwvlak wordt aangegeven in verband met de ruimtelijke inpasbaarheid. De hoogte van (voorzieningen)gebouwen Argumenten en toelichting Het is aan de ondernemer te bepalen hoeveel kampeer- of slaapplaatsen op het eigen kampeerterrein inpasbaar zijn. In de markt is eerder behoefte aan minder standplaatsen per hectare dan aan meer. De genoemde terreinen kunnen eenduidigheid scheppen in het huidige scala aan indelingen. De verschillende soorten terreinen kunnen op de plankaart door aanduidingen binnen de bestemming Recreatie Kampeerterrein worden weergegeven. De genoemde oppervlaktematen zijn realistisch, actueel en afgestemd op de huidige praktijk. Door de indeling in terreinsoorten en deze op de plankaart aan te duiden blijft de diversiteit in kampeervormen voor de kampeerder behouden. Dit is vooral voor de categorieën I en II van belang omdat er geen onbeperkte ruimte voor (nieuwe) kampeerterreinen is. Door de indeling in terreinsoorten kan de ruimtelijke zonering per bedrijf worden vastgelegd omwille van functionele, natuur of landschappelijke redenen. Indien een gemeente bestaande ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven in een nieuw bestemmingsplan wil inperken, kan dat, maar zal rekening moeten worden gehouden met bestaande situaties. Indien hiervan wordt afgeweken voor een kampeerbedrijf in negatieve zin, is er mogelijk sprake van planschade. Aparte regelingen voor bergingen maken de regeling onnodig ingewikkeld. De tendens bij ondernemers is naar inpandige bergingen. Dit levert ook een bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van het kampeerterrein. De diversiteit van recreatiebedrijven vergt, binnen een begrenzing van het maximale oppervlak, maatwerk per bedrijf waar het gaat om bebouwingsregels. Bij kampeerterreinen zal bebouwing uiteraard ondergeschikt moeten zijn aan de functie kamperen. De bebouwing wordt aan een bouwvlak verbonden indien een goede ruimtelijke ordening dit vraagt. Gezien de over het algemeen landelijke Pagina 10 van 18

Beleidskeuzen bedraagt maximaal 4 meter. Dit geldt ook bij ontwikkelingen op bestaande of nieuwe kampeerterreinen. Afschermende beplanting, met inheemse soorten, om kampeerterreinen is verplicht. Deze beplanting dient als groen op de plankaart te worden weergegeven. Door de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij krijgen gemeenten meer ruimte om te bepalen of kampeerterreinen en andere toeristischrecreatieve voorzieningen binnen de vastgestelde afstandsnormen van veehouderijen mogen worden gevestigd of niet. omgeving waarin kampeerterreinen liggen wordt een maximale hoogte van 4 meter aangehouden, die landschappelijk en stedenbouwkundig inpasbaar is. De landschappelijke inpassing van kampeerterreinen is mede een verantwoordelijkheid van de gemeente en dient indien nodig (via overeenkomsten of voorwaarden bij planologische ontheffingen) te worden afgedwongen bij individuele grondeigenaren. Momenteel worden zowel recreatie- als agrarische bedrijven beperkt in hun uitbreidingsmogelijkheden als gevolg van de huidige hinderwetgeving. De nieuwe wet biedt mogelijkheden om hier anders mee om te gaan. Deze dienen te worden benut. 3.3.1 Kampeerterrein I: toeristische plaatsen Op deze kampeerterreinen zijn alleen toercaravans, vouwwagens, campers, tenten, trekkershutten en tenthuisjes toegestaan. Het gemeenschappelijke kenmerk van deze kampeermogelijkheden is dat het vrijwel altijd om toeristische standplaatsen gaat en meestal niet om vaste standplaatsen. Beleidskeuze We kiezen ervoor geen regels te stellen ten aanzien van het aantal plaatsen, de oppervlakte van de plaatsen of de verdeling tussen van kampeermiddelen op toeristische plaatsen. Op deze terreinen bedraagt de maximale oppervlakte van trekkershutten 28 m2 en voor tenthuisjes 36 m2 1. De maximale hoogte van trekkershutten en tenthuisjes is 3,50 meter, gemeten van de onderkant van de plek waar de grond wordt geraakt Argumenten en toelichting De ondernemer moet flexibel in kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden. De maximale oppervlakte heeft vooral tot doel om onderscheid te houden tussen de hierop volgende categorieën. De maximale hoogte heeft te maken met de landschappelijke inpasbaarheid en het behoud van deze categorie. Meestal staat de constructie op blokken of steunen. 3.3.2 Kampeerterrein II: stacaravans Beleidskeuze De maximale oppervlakte van stacaravans is 55 m2 (inclusief 6 m2 voor een berging). De stacaravan moet op het terrein als aanhanger te verplaatsen zijn. Over de weg moet de stacaravan als 1 deel te verplaatsen zijn. De maximale hoogte van stacaravans is 3,80 meter gemeten van de onderkant van de wielen. Argumenten en toelichting Het betreft hier stacaravans die niet bouwvergunningplichtig zijn. De categorie stacaravans is een duidelijk aparte categorie ten opzichte van de chalets, met een eigen doelgroep en dient ook als zodanig te worden geregeld. De maximale hoogte heeft te maken met de landschappelijke inpasbaarheid, een goede ruimtelijke ordening en het behoud 1 Een trekkershut is een houten blokhut en is ingericht voor vier tot zes personen met slaap-, kooken zitgelegenheid. Hetzelfde geldt voor een tenthuisje met dien verstande dat deze bestaat uit een lichte constructie met lichte materialen, waaronder tentdoek. Een trekkershut of tenthuisje staat altijd op een camping en dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Pagina 11 van 18

Beleidskeuzen De minimale afstand tussen stacaravans op het terrein bedraagt 3 meter, tenzij in overleg met de brandweer als gevolg van brandwerende maatregelen anders kan worden besloten door de gemeente. Dit kan met een ontheffing worden geregeld van een specifieke categorie stacaravans. Dit is in verband met brandveiligheid. 3.3.3 Kampeerterrein III: chalets Beleidskeuze Chalets worden bewust NIET als recreatiewoning of stacaravan aangemerkt, maar als aparte categorie De maximale oppervlakte van een chalet is 70 m2. De voorwaarde hierbij is dat er geen vaste verankering in de grond is, het chalet binnen 24 uur demontabel is en het materiaalgebruik hout of kunststof is. De maximale hoogte van een chalet is 3,80 meter en er is sprake van 1 bouwlaag. De minimale afstand tussen chalets op het terrein bedraagt ten minste 3 meter tenzij in overleg met de brandweer als gevolg van brandwerende maatregelen anders wordt besloten door de gemeente. Dit kan met een ontheffing worden geregeld. Argumenten en toelichting Het aanmerken en regelen van chalets als recreatiewoning bevordert, c.q. leidt tot een geleidelijke verstening van de huidige kampeerterreinen. Hierdoor verdwijnt het specifieke segment chalets uiteindelijk en is een eigen regeling noodzakelijk. De categorie chalets onderscheidt zich met deze indeling duidelijk van recreatiewoningen. De voorwaarde met betrekking tot de verankering is van belang in verband met het tegengaan van permanente funderingen De maximale hoogte is van belang in verband met de landschappelijke inpassing, een goede ruimtelijke ordening en om een duidelijk onderscheid te houden met recreatiewoningen. Dit is in verband met brandveiligheid. 3.3.4 Recreatiewoningen (valt buiten kampeerbeleid) Alle in de vorige opsommingen niet genoemde overnachtingsmogelijkheden op kampeerterreinen vallen buiten het kampeerbeleid. In de meeste gevallen is er dan sprake van recreatiewoningen. Recreatiewoningen vallen buiten het bestek van deze beleidsregels en hebben ook geen relatie met het vervallen van de Wet op de Openluchtrecreatie. Wel is bij het aanpassen van bestemmingsplannen sprake van terreinen waar momenteel recreatiewoningen zijn toegestaan. De bestaande regeling voor deze terreinen kan dan worden overgenomen, tenzij gekozen wordt voor nieuw beleid voor recreatiewoningen. 3.4 Kleinschalig kamperen Het kleinschalig kamperen is in Nederland ontstaan als kamperen bij de boer. Het gaat veelal om grasland grenzend aan een (voormalig) boerenbedrijf, waarop een beperkt aantal plaatsen zijn voor toercaravans of tenten. In de loop der jaren is het begrip kamperen bij de boer bij sommige gemeenten verruimd naar kleinschalig kamperen, aangezien op meer plaatsen dergelijke kampeermogelijkheden worden aangeboden dan alleen bij actieve boerenbedrijven. Het kleinschalig kamperen is tot op heden altijd als een aparte categorie gezien ten opzichte van de reguliere kampeerterreinen, vanwege de kleinschaligheid. Uitgangspunt hierbij is tot op heden geweest dat het gaat om neveninkomsten voor de exploitant in plaats van een hoofdberoep. Pagina 12 van 18

Beleidskeuzen Beleidskeuze Kleinschalig kamperen is onder voorwaarden bij ontheffing van het bestemmingsplan toegestaan, tenzij het bestemmingsplan zich hiertegen verzet. Dit kan bijvoorbeeld bij de bestemmingen ter bescherming van natuurgebieden, waardevolle landschappen, karakteristieke openheid of archeologie (zie paragraaf 3.2 Zonering). We maken geen onderscheid tussen burger of boer als het gaat om een terrein voor kleinschalig kamperen Wij kiezen ervoor om als bovengrens voor kleinschalig kamperen vast te houden aan 25 standplaatsen. Het plaatsen van een bijzet tent op een standplaats bij het kampeermiddel wordt geaccepteerd en gaat niet ten koste van het aantal beschikbare standplaatsen. Daarnaast willen we het aantal kleinschalige kampeerterreinen maximeren op twee terreinen per deelgebied. De afstand vanaf de perceelsgrens ten opzichte van het dichtstbijzijnde kampeerterrein of terrein voor kleinschalig kamperen is hemelsbreed minimaal 500 meter. De afstand van het kleinschalig kampeerterrein tot de erfgrens van naastgelegen woningen dient minimaal 50 meter te zijn. Het kleinschalig kampeerterrein moet grenzen aan de woning van de betreffende beheerder. Het kampeerterrein moet binnen een straal van 100 meter van het woongebouw liggen. Een ontheffing voor kleinschalig kampeerterrein is alleen mogelijk indien de totale oppervlakte van het betreffende perceel groter is dan 0,5 hectare. Het kamperen is mogelijk van 15 maart t/m 31 oktober en daarbuiten is het terrein leeg. Chalets, trekkershutten of stacaravans zijn niet toegestaan op kleinschalige kampeerterreinen. Het kleinschalig kampeerterrein moet landschappelijk zijn ingepast met inheemse soorten van het kampeerterrein maar niet verplicht stellen. Argumenten en toelichting Kleinschalig kamperen is een vorm van medegebruik en de ruimtelijke inpasbaarheid moet net als bij andere functies ruimtelijk worden getoetst. Met de afname van het aantal agrariërs en de veranderingen in grondgebruik in het landelijk gebied is ook bij inmiddels gestopte agrariërs en burgers in het landelijk gebied behoefte aan het aanbieden van kleinschalig kamperen. Om de ontwikkeling van kleinschalige recreatievoorzieningen binnen de gemeente te stimuleren wordt een bovengrens van 25 standplaatsen aangehouden, Kleinschalig kamperen is geïntroduceerd als tak voor neveninkomsten. Bij 25 standplaatsen is hiervan ook nog steeds sprake. Om eventuele wildgroei tegen te gaan wordt het aantal kleinschalige kampeerterreinen gemaximeerd op acht terreinen. De afstand is bedoeld om te voorkomen dat ongewenst, onder de noemer van kleinschaligheid, toch grotere campings ontstaan. Dit in verband met een goede ruimtelijke ordening en in het belang van naastgelegen bewoners. Dit om te voorkomen dat er in het open veld versnippering plaats gaat vinden en in verband met de bereikbaarheid. Dit is van belang in verband met de ruimtelijke inpasbaarheid van kleinschalig kamperen en het behoud van open ruimten in het landelijk gebied. Het kleinschalig kamperen is een vorm van medegebruik. Hierin past niet een jaarrond bezetting. In landschappelijk opzicht onderscheiden terreinen voor kleinschalig kamperen zich ook duidelijk met de reguliere kampeerterreinen. Dit is eveneens van belang om in landschappelijk opzicht het verschil met reguliere kampeerterreinen te versterken. Afhankelijk van de ligging, kan een open relatie met het omliggende gebied juist gewenst zijn. Beslist ongewenst is een landschappelijke inpassing met exoten als coniferen. Pagina 13 van 18

Beleidskeuzen De oppervlakte bijgebouwen is maximaal 50 m2. behalve indien gebruik wordt gemaakt van bestaande (voormalige agrarische) gebouwen. De bebouwing dient uitsluitend gebruikt te worden voor kleinschalige recreatiedoeleinden voor de eigen kampeergasten. Nieuwbouw zal voor wat betreft goot- en dakhoogten moeten zijn afgestemd en voor wat betreft ligging moeten aansluiten op bestaande bebouwing. Een oppervlakte van 50 m2 is reëel voor sanitaire en overige voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen. Het verdient de voorkeur echter om hiervoor gebruik te maken van al bestaande bebouwing. In verband met een goede ruimtelijke ordening en beeldkwaliteit zal bebouwing getoetst worden aan de welstandsnota. 3.5 Tijdelijk kamperen Tijdelijk kamperen betreft het gelegenheid geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen op eigen kampeerterrein voor organisaties met een doelstelling van sociale, sportieve, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard. Beleidskeuze Indien het gaat om een frequent gebruikt of permanent kampeerterrein van een vereniging of groep, is geen sprake van tijdelijk kamperen maar is het: of een kampeerterrein (zie 3.3) of een terrein voor kleinschalig kamperen (zie 3.4) Indien het gaat om een tijdelijk kampeerterrein voor een groep of vereniging, bekijkt de gemeente per incidentele aanvraag of een ontheffing kan worden verleend op het bestemmingsplan en een ontheffing op de APV. Bij de ontheffingen moet worden aangegeven voor welke korte aaneengesloten periode de ontheffing geldt. Voor wat betreft de maximale duur van tijdelijk kamperen wordt een duur van maximaal 10 dagen voorgesteld. Het tijdelijk kamperen is planologisch relevant indien: A. het meerdaags is (inclusief opbouw en afbraak) B. het van enige importantie is (bepaald door bezoekers en/of deelnemers) C. het met enige regelmaat plaatsheeft. In deze gevallen zal het tijdelijk gebruik bij ontheffing worden toegestaan. Argumenten en toelichting Het aantal verschillende categorieën moet worden beperkt in verband met duidelijkheid en handhaafbaarheid. Door middel van deze regeling houdt een gemeente grip op de locatie, periode en aard van het tijdelijk kampeerterrein. In sommige gevallen (als voorbeeld de 4-daagse van Nijmegen) is er een dusdanig grote aanloop van kampeerders in de directe omgeving van het evenement dat een tijdelijk kampeerterrein de enige reële mogelijkheid biedt. Het moet voor overige belanghebbenden duidelijk zijn wanneer een terrein tijdelijk gebruikt wordt als kampeerterrein. De meeste evenementen duren niet langer dan 10 dagen. Bij een langere duur ligt het voor de hand te gaan kamperen op daarvoor bestemde reguliere kampeerterreinen. Er is jurisprudentie waarin dit aan de orde is geweest (Schuttersfeest in Diepenheim, Raad van State, 13 april 2005) Pagina 14 van 18

Beleidskeuzen 3.6 Natuurkampeerterreinen Beleidskeuze Natuurkampeerterreinen kunnen in het bestemmingsplan positief worden bestemd als voldaan wordt aan de met onder andere de volgende voorwaarden van de Stichting Natuurkampeerterreinen: Het terrein is gelegen in een aaneengesloten gebied van ten minste 25 hectare, waarvan in ieder geval de helft bestaat uit bos, natuurgebied en/of waardevol cultuurlandschap; Het terrein is zodanig gelegen dat er geen geluid, stank of lichtoverlast is; Uitsluitend gebruik door toeristische (mobiele) kampeermiddelen als tent, toercaravan, camper, vouwwagen of huifkar (dus geen stacaravans of chalets); Per hectare niet meer dan 30 standplaatsen; Het streven is naar terreinen van maximaal 1 hectare; Het, al dan niet, aaneengesloten natuurkampeerterrein is niet groter dan 3 hectare met daarop maximaal 90 standplaatsen; Parkeren bij het kampeermiddel is niet toegestaan; De maximale verblijfsduur bedraagt 28 overnachtingen Argumenten en toelichting De voorwaarden van de Stichting Natuurkampeerterreinen genieten draagvlak bij de kampeeraanbieders van deze specifieke categorie. Het zou verwarrend werken om in afwijking hiervan per gemeenten eigen regels op te gaan stellen. 3.7 Vrij kamperen en kamperen voor eigen gebruik Beleidskeuze In de APV dient tevens een passage te worden opgenomen t.a.v. van het wel of niet toestaan van vrij kamperen. Het advies is om dit vrij kamperen NIET toe te staan Nachtvissen is als activiteit toegestaan. Het nachtverblijf willen we voor deze activiteit niet regelen. Het plaatsen van kampeermiddelen op eigen terrein voor gebruik door de eigenaar wordt eveneens in de APV NIET toegestaan. Voor wat betreft de Gereguleerde Overnachtings Plaatsen (GOP s) voor campers is het voorstel dit te beperken tot de (huidige) aangewezen plaats namelijk aan de Boterhoeksestraat te Heteren. Deze locatie kan worden opgenomen in het bestemmingsplan en de APV met een maximale overnachtingduur van 3 maal 24 uur gedurende de periode van 15 maart tot 31 oktober. In overige gebieden is het advies het Argumenten en toelichting Er zijn voldoende diverse en betaalbare kampeermogelijkheden op de daarvoor bestemde terreinen. Met het oog op deregulering willen we dit ook niet regelen. Bij veel gemeenten is dit ook nu niet toegestaan. De argumentatie hiervoor is dat het kamperen op eigen terrein kan leiden tot wildgroei, overlast en/of landschappelijke aantasting. De huidige GOP ligt aan de Boterhoeksestraat te Heteren op een terrein van Staatsbosbeheer en vormt daarmee een aanvulling op de bestaande camper-overnachtingsmogelijkheden op de bestaande kampeerterreinen. Pagina 15 van 18

Beleidskeuzen overnachten in campers alleen toe te staan op daarvoor bestemde kampeerterreinen en of terrein voor kleinschalig kamperen en dit vast te leggen in de APV. Pagina 16 van 18

4 Instrumentarium 4.1 Inleiding Met het vervallen van de WOR bieden het bestemmingsplan en de APV als instrumenten voldoende gelegenheid voor het opvangen van eventuele onwenselijke hiaten in regelgeving. Het bestemmingsplan zal voor alle in het vorige hoofdstuk beschreven vormen van recreatie een ruimtelijk toetsingskader kunnen bieden. De APV is aanvullend aan het bestemmingsplan waar het gaat om zaken als bijvoorbeeld openbare orde, veiligheid en zedelijkheid. Het juridisch bindende deel van een bestemmingsplan zijn de regels en de plankaart. De regels en de plankaart gaan vergezeld van een toelichting. In de toelichting kan een verwijzing, c.q. een korte samenvatting worden opgenomen naar of van het door de gemeente vastgestelde Kampeerbeleid. In de volgende paragrafen wordt per categorie beschreven op welke wijze het Bestemmingsplan, dan wel de APV, kan worden ingezet. 4.2 Kampeerterreinen I, II en III Deze terreinen kunnen in het bestemmingsplan worden bestemd op basis van de soorten kampeerterreinen zoals genoemd in vorig hoofdstuk. Hiervoor moet op zo kort mogelijke termijn een goed overzicht gemaakt worden van de bestaande terreinen en de daarvoor geldende bestemmingsplannen. Met behulp van aanduidingen kampeerterrein I, kampeerterrein II en kampeerterrein III is binnen de bestemmingsplannen onderscheid te maken tussen de voorgestelde soorten kampeerterreinen. Voor wat betreft het wel of niet bouwvergunningplichtig zijn van bijvoorbeeld een chalet, is de Woningwet richtinggevend. Bij de komende herziening van de Woningwet is de Minister van VROM voornemens kampeermiddelen niet aan te merken als bouwwerk in de zin van de Woningwet. Kampeermiddelen blijven daarmee nietbouwvergunningplichtig. 4.3 Kleinschalig kamperen Binnen een bestemmingsplan wordt het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden tot strijdig gebruik bestemd, met uitzondering van de gronden die bestemd zijn als Recreatie Kampeerterrein. Vervolgens wordt een ontheffingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleinschalig kamperen onder de voorwaarden zoals die in paragraaf 3.4 worden genoemd. De ontheffing kan niet worden verleend voor gronden met de bestemming natuur, archeologisch waardevol of behoud openheid. De al verleende ontheffingen voor kleinschalig kamperen op basis van de Wet op de Openluchtrecreatie, moeten worden voorzien van een regeling in de gebruiksregels c.q. overgangsrecht in die zin dat de terreinen waarvoor een ontheffing is verleend mogen worden gebruikt voor kleinschalig kamperen overeenkomstig de voorwaarden van de ontheffing. 4.4 Tijdelijk kamperen Bij tijdelijk kamperen kunnen in de APV criteria worden opgenomen waaraan moet worden voldaan om een ontheffing te krijgen van de gemeente. Het is de bedoeling dat in hoofdstuk 5 van de model-apv (getiteld Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente ) een regeling wordt opgenomen die betrekking heeft op het tijdelijk kamperen buiten kampeerterreinen (VNG, Groene Reeks 129, 2005). Per incidentele aanvraag kan een gemeente beoordelen of een ontheffing op de APV kan worden verleend, voor zover het bestemmingsplan zich niet verzet tegen kamperen op de betreffende locatie (denk aan bijvoorbeeld natuurgebieden). Bij de ontheffing moet worden aangegeven voor welke korte aaneengesloten periode de ontheffing geldt. Pagina 17 van 18

Instrumentarium Verder dient de aanvraag te voldoen aan de criteria zoals door de raad wordt vastgesteld. Het tijdelijk kamperen is planologisch relevant indien het meerdaags is (inclusief opbouw en afbraak), het van enige importantie is (bepaald door bezoekers en/of deelnemers) of het met enige regelmaat plaatsheeft. In deze gevallen kan voor tijdelijk gebruik ontheffing worden verleend van de gebruiksbepaling in de Regels van het Bestemmingsplan. Deze ontheffing dient te worden verleend naast de ontheffing op de APV. Zolang het bestemmingsplan nog niet is aangepast voor wat betreft de genoemde ontheffingsbevoegdheid, is het volgen van een artikel 19 WRO-procedure nodig, indien het tijdelijk kamperen kan worden aangemerkt als planologisch relevant. 3.4 Natuurkampeerterreinen Natuurkampeerterreinen kunnen positief worden bestemd als deze voldoen aan de voorwaarden van de Stichting Natuurkampeerterreinen (zie ook paragraaf 2.5). De gemeente Overbetuwe heeft momenteel geen Natuurkampeerterreinen binnen haar grenzen. 3.5 Vrij kamperen, kamperen voor eigen gebruik en GOP s Voor wat betreft het vrij kamperen en het kamperen voor eigen gebruik zal in de APV moeten worden opgenomen dat dit niet is toegestaan zonder ontheffing. Door middel van een Algemene gebruiksbepaling in de Regels van het Bestemmingsplan kan het kamperen buiten de bestemmingen Recreatie-Kampeerterrein en Recreatie-Natuurkampeerterrein worden aangeduid als strijdig gebruik. Voor wat betreft de Gereguleerde Overnachtings Plaatsen (GOP s) voor campers geldt dat deze op basis van de APV kunnen worden aangewezen, met criteria zoals die door de gemeente zijn aangegeven. Door recente jurisprudentie over evenementen en bestemmingsplannen is het reëel te veronderstellen dat het overnachten in campers op GOP s eveneens planologisch relevant is. Dit betekent dat de GOP s ofwel positief zullen moeten worden inbestemd, of dat het Bestemmingsplan voorziet in een ontheffingsbepaling. Pagina 18 van 18