Les in Flash nr. 1: Afbeeldingen in een vorm gieten en laten bewegen 1. Open een nieuw Flash document en klik op frame 1 van laag 1 zodat deze geselecteerd is. 2. Pak het gereedschap Ovaal en teken in de stage een cirkel. ( Ovaal zit in Flash CS3 onder Vierkant en selecteer je door 2 seconden het Vierkant gereedschap ingedrukt te houden)
3. Selecteer met het selectiegereedschap (zwarte pijl) de cirkel op de stage door een ruim vierkant om de cirkel te trekken en druk vervolgens op F8 (met deze bewerking converteer je de cirkel naar een symbool waardoor je deze later kunt laten bewegen). 4. Klik in het Converteer naar symbool menu op Afbeelding en vervolgens op OK. Je hebt nu van losse pixels in de vorm van een cirkel een symbool gemaakt.
5. De volgende stap is de kleur van de cirkel vervangen door een afbeelding. Dubbelklik 2 of 3 keer op de cirkel totdat de cirkel gevuld is met spikkels. (Deze bewerking zorgt ervoor dat je de inhoud van het symbool kunt wijzigen) 6. Zorg dat het gereedschap Emmer geselecteerd is, klik op Type en selecteer Bitmap. Kies vervolgens een afbeelding en klik op Openen.
7. Je ziet dat de cirkel gevuld is met de door jou geselecteerde afbeelding. Om terug te keren en de volgende bewerking uit te voeren klik je op de blauwe pijl tot deze verdwenen is. Je bent nu weer terug in het normale Flashmenu. 8. Klik nu op de knop Nieuwe laag invoegen en selecteer het eerste frame van de tweede laag.
9. Teken nu een tweede cirkel in de stage en voer stap 3 t/m 6 uit (converteren naar symbool, symbool bewerkingsmenu openen, type Bitmap selecteren en afbeelding selecteren). Je ziet nu twee afbeeldingen en klik met het pipet eerst op de eerste afbeelding en vervolgens op de tweede afbeelding. Je ziet nu de inhoud van de tweede afbeelding veranderen. Klik om terug te keren weer op de blauwe pijl. 10. Je hebt nu op laag 1 en op laag 2 een gevulde cirkel staan. Klik nu in laag 1 met je rechtermuisknop op frame 30 en selecteer Nieuw hoofdframe invoegen.
11. Je ziet dat alleen de cirkel uit laag 1 nog zichtbaar is. Pak deze cirkel op met het zwarte selectiegereedschap en verplaats deze naar een andere hoek. 12. Voer nu stap 10 en 11 nogmaals uit in laag 1 op frame 60, frame 90 en frame 120. Zorg dat bij frame 120 de cirkel bijna in het midden van de stage staat.
13. Selecteer nu laag 2 en voer stap 10, 11 en 12 nogmaals uit. Het resultaat ziet er als volgt uit: 14. Je hebt nu op laag 1 en op laag 2 hoofdframes gemaakt en de cirkels op de verschillende hoofdframes verplaatst. Een hoofdframe geeft voor het programma Flash aan dat op dat punt in de tijdlijn een verandering plaatsvindt; namelijk de cirkel is verplaatst van punt A naar punt B. De volgende stap is de cirkels laten bewegen. Dit doe je door op laag 1 te klikken (wordt blauw geselecteerd) en vervolgens in het eigenschappenmenu bij Tweenen op Beweging te klikken. Doe hetzelfde voor laag 2.
15. Je ziet dat de frames op de tijdlijn van laag 1 en laag 2 gevuld zijn met pijlen. Dit betekent dat Flash de symbolen laat bewegen. Om de laatste effecten toe te voegen klik op laag 1 op het laatste frame (120). Klik vervolgens met je rechtermuisknop op de cirkel van die laag en kies tijdlijn effecten, effecten, exploderen. 16. Een nieuw scherm opent zich. Kies bij de duur van het effect 30 frames. Kies vervolgens de richting en klik op OK. Van laag 1 zijn nu de frames 120 t/m 150 gevuld met stippels. Voer deze stap samen met stap 15 ook uit voor laag 2.
17. Het filmpje is nu klaar. Klik om het te bekijken op Ctrl+Enter. Een nieuw scherm opent zich en je ziet het resultaat van jouw bewerkingen. 18. Om het filmpje op te slaan kies je Bestand en Opslaan als. Klik vervolgens met het zwarte selectiegereedschap op het grijze gedeelte en daarna op Publiceren. Klik in dit menu op Publiceren en vervolgens op OK.
19. In de map waar je het filmpje hebt opgeslagen staan nu drie bestanden: a. Rood: Bewerkbare versie van het filmpje b. Wit: Filmpje afspelen in Flash player c. Internet: Filmpje afspelen op internet Jouw eerste Flash filmpje is nu een feit. Gefeliciteerd!