Evaluatie Premie beleid

Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 9 Datum :

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

rv 183 Premieverordening Wet werk en bijstand. Inleiding Huidige situatie (tot 1 januari 2004) Nieuwe situatie (per 1 januari 2004)

Situatie voor 1 januari 2009

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid, 17 en 27 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010;

Beleidsregels arrangement alleenstaande ouders

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

Premieverordening Wet werk en bijstand

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 13 Datum :

Gemeenteraad 28 maart 2002

Premieverordening 2012

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

BUS-H Samenloop werk en bijstand

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

voor de dienstbetrekking of arbeidsovereenkomst.

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Beleidsregels uit beleidsplan re-integratie en voorzieningen. I. Doelgroepen

Life event: Een nieuwe baan

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Jaar: 2007 Nummer: 57 Besluit: B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad WIJZIGING WWB W011 LOONKOSTENSUBSIDIE. Het college van burgemeester en wethouders,

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011;

Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers. Tekst Marlijn Migchels April 2016

Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz

Voorstel van het college inzake wijziging van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand.

Uitvoeringsregels premiebeleid WWB maart 2010

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

B&W 20 december 2011 Gemeenteblad

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2015 BESLUIT

Arbeidsdeelname van paren

22 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN EN JONGEREN OP GEZOND GEWICHT

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Uitvoeringsbesluit reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente

Ontwerpbesluit van, houdende vaststelling van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Re-integratieverordening Gemeente Eemsmond

Correctieverzoeken onbeantwoord Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen - Martkplein Centrum - Dienstencentrum Juridische Zaken

Financiële opvoeding. September 2007

Op pagina 2 beginnen

VanAnaarBeter Praatpalen (S12)

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, (t.a.v. F. Tinselboer)

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2017 BESLUIT

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

Hoe en waarom controleert de afdeling Werk, inkomen en zorg uw gegevens?

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin)

Wijziging van de verordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Aan de leden van de gemeenteraad

Uitstroom naar Werk. Centrum voor Beleidsstatistiek Dennis Lanjouw, Frank van der Linden, May Hua Oei, Mathilda Copinga

gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel c van de Participatiewet en artikel 7 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling 2010 ISD Noordoost;

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

B&W d.d. 11 februari 2014

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

/ bbô~d22j42ja ~9 _/ 12J 513 gemeente werkendam

Aanvraagformulier minima-voorzieningen gemeente Tholen

Feitenkaart Mantelzorgers

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Beleidsregels Vrijlatingsfaciliteit en overgangsbepaling WWB

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

Premiekorting voor jongere werknemer

Ingekomen stuk D3. Ons kenmerk L400/ Aantal bijlagen 1

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Directie Concern Ingekomen stuk D2 (PA 14 juli 2010) Begroten en Verantwoorden. Datum uw brief

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Monitor Beleving Publiekscommunicatie

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht,

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Welke van de volgende uitspraken zijn het meest op u van toepassing?

Verordening individuele studietoeslag gemeente Peel en Maas ( )

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

Transcriptie:

RIS127253_29-APR-2005 Evaluatie Premie beleid Maart 2005 Ybeltje Nieuwenhout

Inhoud Samenvatting...3 1 Inleiding...5 2 De klant aan het woord...6 2.1 De communicatie...6 2.1.1 Bekendheid...7 2.1.2 De bekendheid met de voorwaarden...7 2.2 Waardering voor de beloning voor een nieuwe baan...8 2.2.1 Waardering voor de hoogte van de beloning en de gestelde eisen...9 2.2.2 De bestemming van de beloning...10 3 Bestandsanalyse...11 3.1 Uitstroom uit de bijstand zonder...11 3.2 Uitstroom uit de bijstand met...12 3.3 Uitstroom uit gesubsidieerde arbeid...13 Bijlage 1 Verantwoording telefonisch onderzoek...14 2

Samenvatting De klant aan het woord Uit het onderzoek onder de klanten blijkt dat een ruime helft van de ondervraagde klanten weten dat er recht bestaat op een bij het uitstromen naar een betaalde baan. Hiervan zeggen de meeste te zijn geïnformeerd door de brief die men thuis kreeg, de folder of door de consulent. Door de keuze voor het sturen van de brieven aan de personen die na 1 maart 2004 langer dan 6 maanden gebruik maken van de bijstand, heeft een deel van de klanten die al langer gebruik maken van de bijstand de brief niet ontvangen. Deze groep is daarmee afhankelijk geworden van de frequentie van de gesprekken met de consulent en de alertheid van de consulent om te wijzen op het bestaan van de. Een klein deel van alle ondervraagden is op de hoogte van de voorwaarden en een even groot deel weet hoe hoog de is. De hoogte van de en de voorwaarden vindt men redelijk. De wordt vooral voor de dagelijkse boodschappen gebruikt. Bijna alle ondervraagden vinden het belangrijk dat de gemeente mensen stimuleert om een baan te vinden. Ook vindt men dat een daarbij kan helpen. Maar bij het al dan niet accepteren van een (voltijd) baan laten de ondervraagden zelf de geen rol spelen. Ook bij het accepteren van een baan die niet aan de voorwaarden voldoet lijkt de geen belemmerende rol te spelen. Bovendien is het belonen voor een nieuwe baan niet het belangrijkste, de beschikbaarheid van banen, de mogelijkheid tot omscholing en hulp bij het zoeken naar een baan spelen een belangrijke rol volgens de klanten. Alle werknemers die uit een gesubsidieerde baan zijn gestroomd en een hebben ontvangen hebben deze voor een fulltime dienst verband ontvangen. Opvallend hierbij is de doorstroom van het aantal vrouwen van een ID baan naar een regulier dienstverband. Conclusie Bij voortzetting van een dergelijk beleid is het noodzakelijke om zwaarder in te zetten op de bekendheid van de. Het heeft immers alleen een stimulerend effect wanneer men vooraf op de hoogte is van de beloning en van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Uit het onderzoek blijkt dat niet iedereen evengoed geïnformeerd is. De vraag is dan ook in hoeverre een bredere (betere) voorlichting tot een groter effect van s leidt. Ook het verband tussen het aanvaarden van werk en de beloning kan helderder; de helft van de ondervraagden die een heeft ontvangt wist niet dat er iets bestond als een beloning voor een nieuwe baan. Een verklaring hiervoor kan zijn dat men het geldbedrag ontvangt bij de afrekening/verrekening van de bijstand, waardoor men zich niet realiseert waar het bedrag voor bedoeld is. De hoogte van het bedrag wijzigen lijkt geen invloed te hebben op het effect van de ; slechts een vijfde van de ondervraagden weet hoe hoog het bedrag is, dit is inclusief de ondervraagden die de hebben ontvangen. 3

Het verstrekken van een bij werkaanvaarding wordt gewaardeerd door de klanten van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten. De is niet een overtuigende stimulans om de uitstroom uit de bijstand te vergroten. 4

1 Inleiding Onder de WWB mogen geen periodieke s meer worden verstrekt, per kalenderjaar mag nog wel een eenmalige worden verstrekt. Gezien deze ontwikkeling, de wijzigingen in de financiering van de bijstand en de veranderende economische omstandigheden is besloten om de uitstroom weer in te voeren. De betekent dat sinds 1 januari 2004 aan klanten die werk aanvaarden waarmee ze tenminste 6 maanden in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, een eenmalige wordt toegekend van 500,-. Ook de werknemers die vanuit een WIW dienstverband of een I/D baan werk aanvaarden waarmee ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien hebben recht op deze. Klanten die een deeltijd baan aanvaarden vanuit een uitkeringssituatie ontvangen een van 250,-. Het doel hiervan is het belang van werkaanvaarding te onderstrepen. Om aanspraak te kunnen maken op een zogenaamde voltijd of deeltijd moet de klant tenminste 6 maanden aaneengesloten een uitkering hebben ontvangen, vooraf gegaan aan de aanvaarding van het werk. Het hier beschreven beleid is vastgelegd in een verordening. Om inzicht te krijgen in het effect van het beleid heeft de raadscommissie om een evaluatie gevraagd. Het voorliggende rapport betreft de resultaten van de evaluatie. Deze evaluatie heeft eind 2004 plaats gevonden, bijna een jaar na de invoering van het beleid onder de WWB. De onderzochte periode loopt van 1 januari 2004 tot 17 november 2004. De hoofdvraag in de evaluatie is: Heeft het eenmalig verstrekken van de bij werkaanvaarding invloed op de uitstroom uit de bijstand? In dit rapport wordt een beeld gegeven van het oordeel van de klant over het beleid. In het laatste deel wordt aan de hand van de gegevens van de dienst SZW een aantal feiten gegeven die betrekking hebben op de klanten die een hebben ontvangen. 5

2 De klant aan het woord In de december 2004 is een aantal klanten van de dienst SZW telefonisch geïnterviewd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. In het onderzoek zijn 253 klanten en ex-klanten van de gemeente Den Haag ondervraagd. Hiervan hebben 46 een voor een voltijdbaan ontvangen, 51 een voor een deeltijdbaan en 22 voor doorstroom van een gesubsidieerde baan naar een reguliere baan. Daarnaast zijn er twee controle groepen samengesteld op basis van het profiel van de ondervraagden die een voltijd of deeltijd hebben ontvangen. In de controlegroep voor de deeltijd zijn 51 klanten ondervraagd en in de controlegroep voor voltijd zijn 83 klanten ondervraagd. In onderstaande tabellen is een overzicht gegeven van de leeftijd en het geslacht van de ondervraagden per groep. Tabel 2.1 Leeftijd Voltijd Deeltijd Controle grp Deeltijd Controlegrp Voltijd Gesubsidieerde banen Totaal 18-24 jr 3 6,5% 0,0% 3 5,9% 15 18,1% 6 27,3% 27 10,7% 25-34 jr 18 39,1% 7 13,7% 12 23,5% 26 31,3% 2 9,1% 65 25,7% 35-44 jr 14 30,4% 21 41,2% 15 29,4% 27 32,5% 5 22,7% 82 32,4% 45-54 jr 7 15,2% 14 27,5% 14 27,5% 6 7,2% 5 22,7% 46 18,2% 55+ 4 8,7% 8 15,7% 7 13,7% 8 9,6% 4 18,2% 31 12,3% geen antwoord 0,0% 1 2,0% 0,0% 1 1,2% 0,0% 2,8% Totaal 46 100% 51 100% 51 100% 83 100% 22 100% 253 100% Tabel 2.2 Geslacht Voltijd Deeltijd Controle grp Deeltijd Controle grp Voltijd Gesubsidieerde banen Totaal Man 23 50,0% 19 37,3% 14 27,5% 53 63,9% 12 54,5% 121 47,8% Vrouw 23 50,0% 32 62,7% 37 72,5% 30 36,1% 10 45,5% 132 52,2% Totaal 46 100% 51 100% 51 100% 83 100% 22 100% 253 100% 2.1 De communicatie Om een effectief te laten zijn is goede communicatie voorwaarde. De is immers bedoeld om klanten te stimuleren een baan te accepteren, het stimulerende effect wordt alleen bereikt als de klant ook op de hoogte is van het bestaan van een dergelijke. De klant kan op verschillende manieren geïnformeerd zijn over het bestaan van een. Ten eerste is naar de een deel van de klanten een brief gestuurd zodra zij 6 maanden gebruik maken van de bijstand, waarin de klanten worden geïnformeerd over de beloning voor een nieuwe baan. Ten tweede heeft de consulent, indien relevant, de klant op de hoogte gesteld van de beloning voor een nieuwe baan en de voorwaarden die daarbij horen. Hierbij heeft de 6

consulent de mogelijkheid om de folder mee te geven aan de klanten. Tot slot zijn op een aantal locaties de folders beschikbaar in de rekken. Door de keuze voor het sturen van de brieven aan de personen die na 1 maart 2004 langer dan 6 maanden gebruik maken van de bijstand, heeft een groot deel van de klanten die al langer gebruik maken van de bijstand de brief niet ontvangen. Deze groep is daarmee afhankelijk geworden van de frequentie van de gesprekken met de consulent en de alertheid van de consulent om te wijzen op het bestaan van de. 2.1.1 Bekendheid Van alle (ex) klanten die zijn ondervraagd wisten 39% (n=100) niet dat er iets als een beloning voor een nieuwe baan bestaat. Een deel hiervan (43%) heeft zelfs een ontvangen, maar men heeft dit blijkbaar niet als zodanig herkend. 134 respondenten waren wel op de hoogte van de, 63% hiervan geeft aan via de brief die men thuis gestuurd kreeg of via de folder geïnformeerd te zijn, 20% heeft via de consulent gehoord van de beloning. Drie klanten geven aan pas achter het bestaan van de beloning te zijn gekomen nadat deze op de rekening gestort is. Daarnaast worden bronnen zoals het reïntegratiebedrijf, de werkgever (in het geval van gesubsidieerde arbeid) en Internet genoemd. Een aantal zegt het gehoord te hebben op de tv of er over te hebben gelezen in de krant of op teletekst. Tabel 2.3. Heeft gehoord van de beloning voor een nieuwe baan Niet van gehoord Gehoord van beloning Geen antwoord Premie ontvangen 43 69 7 Controle groep 57 65 7 Totaal 100 134 14 In het begin van het interview is gevraagd hoe men op de hoogte was van de beloning, 84 ondervraagden geven spontaan aan via de brief en de folder van de beloning te weten. Aan het einde van het interview is aan alle respondenten gevraagd of men de brief en de folder thuis heeft ontvangen. Opmerkelijk is dat van de ondervraagde klanten slechts 65 aangeven de brief te hebben ontvangen, in plaats van de hiervoor genoemde 84. Hiervan hebben 54 ondervraagden de brief ook gelezen, zij geven bijna allemaal aan dat uit de brief duidelijk bleek wanneer het recht op de beloning voor een nieuwe baan ontstaat. 2.1.2 De bekendheid met de voorwaarden Van de 134 ondervraagden die gehoord hebben van de beloning weet 42% een of meerdere voorwaarden te noemen. In tabel 3.4 is een overzicht gegeven van de voorwaarden die de ondervraagden weten te noemen. 7

Tabel 2.4. Spontaan genoemde voorwaarden voor de beloning van een nieuwe baan genoemd % Langer dan 6 maanden een 13 23% uitkering hebben ontvangen Vooraf contract van 6 maanden 13 23% kunnen laten zien Contract van 6 maanden 14 25% kunnen laten zien Moet fulltime dienstverband 12 21% Mag Deeltijd dienstverband 2 4% Anders 15 26% Totaal 57 100% De voorwaarden die genoemd worden door de ondervraagden komen grotendeels overeen met de voorwaarden die gesteld worden aan het verstrekken van de. Bijna een kwart stelt dat het dan wel een fulltime dienstverband moet zijn. Ook denken 12 ondervraagden dat de verstrekt wordt wanneer je zelf een baan vindt, zonder dat de gemeente helpt. De hoogte van de beloning is maar bij een deel bekend. Minder dan de helft (n=65) van de ondervraagden die op de hoogte was van de beloning, denkt te weten hoe hoog deze is. Hiervan noemen 49 personen het juiste bedrag voor een fulltime baan en 10 personen het juiste bedrag voor een deeltijd baan. 2.2 Waardering voor de beloning voor een nieuwe baan Bijna alle ondervraagden vinden dat het belangrijk dat de gemeente probeert om mensen te stimuleren een baan te vinden, slechts 12 ondervraagden vinden dit niet belangrijk of hebben geen mening. Ruim tweederde vindt dat een beloning voor een nieuwe baan daarbij helpt. Toch geeft van de 80 ondervraagden, die in aanmerking komen voor de beloning, slechts 14% aan dat dit een rol heeft gespeeld bij de acceptatie van de baan, bovendien zou men de baan ook hebben geaccepteerd zonder de beloning. Uit de opmerkingen die de ondervraagden maken komt naar voren dat het alleen belonen bij een nieuwe baan niet voldoende is, de beschikbaarheid van banen, de mogelijkheid van omscholing en hulp bij het zoeken naar een baan worden genoemd. Een ondervraagde merkt op dat een crimineel verleden een belangrijke afwijzingsfactor is. Een aantal ondervraagden geeft aan dat als mensen willen werken ze dit toch wel doen en een beloning speelt dan niet een grote rol. De ondervraagden ervaren de beloning als een extraatje, met ziet het als een leuke stimulans waar iets extra s mee gedaan kan worden. Een nadeel vindt men dat het mensen kan stimuleren om er misbruik van te maken bijvoorbeeld om korte termijn banen aan te nemen zodat de geïncasseerd kan worden, om na een korte tijd weer te stoppen met het werk. Aan de ondervraagden met een deeltijdbaan is gevraagd of men in de toekomst meer uren wil gaan werken. Meer dan de helft van deze ondervraagden geeft aan dat wel te willen. Voor nog geen derde hiervan speelt het recht op de beloning hierbij een rol. 8

2.2.1 Waardering voor de hoogte van de beloning en de gestelde eisen Bijna een kwart vindt het bedrag dat verstrekt wordt bij een fulltime baan een ruim bedrag, bijna de helft vindt het precies goed en iets minder dan een vijfde vindt het aan de lage kant. Het bedrag dat verstrekt wordt bij een deeltijdbaan vindt 16% een ruim bedrag, bijna de helft vindt het precies goed en een kwart vindt het aan de lage kant. In onderstaande tabel is het oordeel van de ondervraagden over de voorwaarden weergegeven. Tabel 2.5. Oordeel over de voorwaarden Tenminste 6 maanden een Een contract van tenminste 6 maanden uitkering Redelijk 165 71% 195 77% Te kort 20 9% 13 5% Iedereen heeft evenveel recht 28 12% 14 6% Anders 18 8% 31 12% Totaal 231 100% 253 100% Bijna driekwart vindt de termijn van tenminste 6 maanden een uitkering hebben gehad een redelijke termijn. Ook de eis van een contract van tenminste 6 maanden vindt ruim driekwart redelijk. Aan de ondervraagden is gevraagd of zij ook een contract van 4 maanden zouden accepteren, ook al zou dat betekenen dat men geen recht heeft op de. In onderstaande tabel is de reactie van de ondervraagden weergegeven. Tabel 2.6. Accepteren baan voor 4 maanden n % Zeker accepteren 92 50 Waarschijnlijk accepteren 46 25 Waarschijnlijk niet accepteren 24 13 Zeker niet accepteren 23 12 Totaal 185 100 Bij de interpretatie van de antwoorden dient rekening te worden gehouden met de sociaal wenselijkheid van de antwoorden. Desondanks geeft toch 25% (n=47) van de ondervraagden die de vraag beantwoord hebben aan deze baan (waarschijnlijk) niet te accepteren als deze niet aan de vereiste 6 maanden voldoet. 9

2.2.2 De bestemming van de beloning In de volgende figuur is weergegeven waar men de beloning aan besteedt/ zal besteden. bestemming beloning weet nog niet andere uitgaven 9% 9% schulden afbetalen 13% spaargeld 15% dagelijkse uitgaven 54% De meeste ondervraagden hebben de gebruikt voor dagelijkse uitgaven, een deel heeft het gebruikt voor het af betalen van de schulden of heeft het op de bank gezet. Andere bestemmingen die worden genoemd zijn schoolgeld, kleding of huishoudelijke apparatuur. Zeven personen weten nog niet waar ze het geld aan zullen besteden. Van de 80 ondervraagde die in aanmerking komen of kwamen voor een beloning geeft 21% aan dat zij door het accepteren van de baan voordelen kwijt zijn geraakt zoals huursubsidie en de ooievaarspas. 10

3 Bestandsanalyse Het doel van de bestandsanalyse is meer inzicht te geven in de achtergrond van de klanten en in de verhoudingen tussen de klanten die wel een ontvangen en de klanten die geen ontvangen. In de analyses is onderscheid gemaakt tussen de klanten die een hebben ontvangen voor een voltijdbaan (voltijd) en de klanten die een hebben ontvangen voor een deeltijdbaan (deeltijd). In de bestandsanalyse is gebruik gemaakt van de gegevens die vastgelegd zijn in de clientvolgsystemen van de bijstand (Socrates), van Werkkompas (TAS/ RLS) en de registratie van ID medewerkers voor de verstrekking van de van Werkbij. De bestanden die zijn gebruikt voor de analyses bevatten de gegevens van de klanten die een hebben ontvangen in de periode 1 januari 17 november 2004. Het bestand van de klanten die uit de bijstand zijn gestroomd betreft de periode 1 januari 2004 tot 1 december 2004. 3.1 Uitstroom uit de bijstand zonder Volgens de administratie van de bijstand is in de periode 1 januari 2004 tot 1 december 2005 bij 475 klanten de uitkering beëindigd omdat er sprake is van inkomsten uit een dienstverband. Deze 475 klanten maakten langer dan 6 maanden gebruik van de bijstand, maar zij hebben geen ontvangen. Aangenomen kan worden dat zij niet hebben voldaan aan de voorwaarde, namelijk het kunnen aantonen dat zij een contract hebben voor 6 maanden of langer. Uit de gegevens van de bijstand is geen volledig beeld te krijgen van de totale uitstroom naar werk omdat niet iedere klant deze informatie doorgeeft bij het beëindigen van de uitkering. Ook is niet eenduidig uit het bestand af te leiden hoeveel klanten in dezelfde periode een reguliere deeltijdbaan hebben gevonden, zonder dat de uitkering is beëindigd. Van deze 475 ex-klanten is ruim de helft man en het zijn voornamelijk alleenstaanden. In de onderstaande tabellen is een overzicht gegeven. Tabel 3.2. Geslacht Uitstroom zonder Man 296 Vrouw 179 Totaal 475 Tabel 3.3. Leefvorm Uitstroom zonder Alleen staand 337 Alleenstaande ouder 93 Gezin 47 Niet bekend 0 Totaal 475 11

Tabel 3.4. Leeftijd Uitstroom zonder 23 of jonger 103 24 tot 45 jaar 310 Ouder dan 45 jaar 62 Totaal 475 3.2 Uitstroom uit de bijstand met In totaal zijn er van 1 januari 2004 tot en met 17 november 2004 volgens de gegevens van de dienst SZW hebben 469 de uitkering beëindigd en een ontvangen. Hiervan hebben 281 een voor een voltijdbaan ontvangen en 188 een voor een deeltijdbaan. Zoals verwacht zijn er meer vrouwen die uitstromen naar een deeltijdbaan dan mannen. Opmerkelijk is het aantal alleenstaanden dat uitstroomt met een voltijd. Tabel 3.5 Geslacht Premie ontvangen Voltijd Deeltijd Totaal Mannen 168 71 239 Vrouwen 113 117 230 Totaal 281 188 469 Tabel 3.6. Leefvorm Premie ontvangen Voltijd Deeltijd Totaal Alleen staand 168 57 225 Alleenstaande ouder 63 78 141 Gezin 49 52 101 Niet bekend 1 1 2 Totaal 281 188 469 Tabel 3.7 Leeftijd Voltijd Deeltijd Totaal 23 of jonger 29 3 32 24 tot 45 jaar 200 111 311 Ouder dan 45 jaar 52 74 126 Totaal 281 188 469 Van de klanten die een hebben ontvangen toen ze een reguliere baan aanvaarden hebben 37 een brief gehad waarin de is uitgelegd. De brieven zijn vanaf 1 maart 2004 iedere maand verzonden aan klanten die op dat moment 6 maanden gebruik maken van de bijstand. Klanten die voor 1 maart 2004 6 maanden of langer in de bijstand zaten hebben dus geen brief ontvangen. Wel is het mogelijk dat deze klanten vooraf geïnformeerd zijn door de contactpersoon van de gemeente, bijvoorbeeld de consulent van Werkkompas of de bijstand. 12

Langdurigheidstoeslag Van alle klanten die een hebben ontvangen in de onderzochte periode hadden 7 een langdurigheidstoeslag. Het gaat hier om alleenstaanden en alleenstaande ouders, 6 vrouwen en 1 man. Zij hebben alle 7 de deeltijd ontvangen. 3.3 Uitstroom uit gesubsidieerde arbeid Zowel de klanten die uitstromen uit een WIW baan een ID baan of uit een Werkervaringsplaats hebben recht op de zodra zij regulier betaald werk vinden. In onderstaand overzicht is het aantal van 1 januari 2004 tot half december 2004 weergegeven. Alle klanten die uit een gesubsidieerde arbeidsplaats zijn gestroomd en een hebben ontvangen hebben de voor een fulltime dienst verband ontvangen. Tabel 3.8. Uitstroom met uit gesubsidieerde arbeid Uitstroom uit: Mannen Vrouwen Totaal Een WIW dienstbetrekking 49 34 83 Een ID baan 40 65 105 Een WEP ervaringsplaats 8 4 12 Totaal 97 103 200 Opvallend is de doorstroom van het aantal vrouwen van een ID baan naar een regulier dienstverband. Zowel bij de uitstroom uit de WIW dienstbetrekkingen als de uitstroom uit de Wep ervaringsplaatsen zijn de mannen in de meerderheid, bij de uitstroom uit ID banen is dit net anders om. Van de 83 klanten die uit een WIW dienstbetrekking zijn gestroomd, zijn 27 jonger dan 23 jaar op het moment van uitstromen. 13

Bijlage 1 Verantwoording telefonisch onderzoek Om de klanten voor te bereiden is een brief gestuurd waarin de klanten op de hoogte zijn gesteld van het onderzoek en ze uitgenodigd worden om mee te werken. Het telefonische interview duurde circa 5 minuten de volgende vraagpunten zijn aan de orde geweest: Op de hoogte van (allen) Op de hoogte van omvang (allen) Op de hoogte van voorwaarden (allen) Informatie bron (allen) Bekendheid met folder (allen) Gelezen folder (bekend met folder) Begrepen folder (bekend met folder) Waardering van (allen) Waardering hoogte en voorwaarden (allen) Beleving van de (cadeau, nieuwe kleding, inkomenscompensatie) Reden acceptatie baan ( voltijd en deeltijd) Rol bij acceptatie baan (allen) Rol voorwaarden bij acceptatie baan (allen) Invloed van herhalen ( deeltijd) armoedeval Indien brief verzonden Heeft men de brief ontvangen (allen) Gelezen (allen) Begrepen (allen) Response verantwoording De namen en adressen van de (ex) klanten zijn deels aangeleverd door de afdeling Planning en Control van de dszw. Het betrof de doelgroepen A (voltijd ontvangen) B (deeltijd ontvangen) en C (de controle groepen). Bij de afdeling Planning en Control zijn niet van alle klanten de telefoonnummers bekend; de communicatie tussen de consulent van de Bijstand en de klant verloopt altijd per brief en zeer zelden via de telefoon. Dit betekende dat de adressen bestanden verrijkt moesten worden met telefoonnummers. Problemen die daarbij ondervonden zijn zijn: de mobiele nummers, deze zijn lastig te achterhalen, met name wanneer het om pre-paid telefoonnummers gaat. Maar ook meerdere namen op 1 adres, geheime nummers, etc. spelen een rol bij de kwaliteit van de verrijking. Het bellen naar de beschikbare nummers bleek eveneens lastig omdat er in de doelgroep veel gewisseld wordt van telefoonabonnement (vast naar mobiel en switchen tussen providers), maar ook kwam men veel afgesloten telefoonnummers tegen of klanten die alweer verhuisd waren (met name onder de jongeren). Daarnaast maakt de doelgroep veel gebruik van de voice-mail. 14

Tabel: Response verantwoording TOTAAL Doelgroepen ABC Doelgroep D Bruto bestand 628 564 64 Fout nummer/onbekend nummer/woont er niet (meer) - 183-163 - 20 Minimaal 5x niet thuis/voicemail - 92-89 - 13 Netto bestand 343 312 31 Doet mee 253 73,7% 231 74% 22 71% Doet niet mee 88 26,3% 79 26% 9 29% Tabel: Type nummers in bestand Vaste aansluitingen 324 52% Mobiele nummers 304 48% 628 100% 15