Kogelstoten. Notulist (naast kogelcirkel) Aantal juryleden: minimaal 3, bij voorkeur 5 maak de volgorde van deelnemers bekend

Vergelijkbare documenten
Kogelstoten. Notulist (naast kogelcirkel) Aantal juryleden: minimaal 3, bij voorkeur 5 maakt de volgorde van deelnemers bekend

Reglement: Atletiek Vijfkamp

Reglement - Atletiek Vijfkamp

14 Stap-stap-sprong. A-pupillen B-pupillen C-pupillen Mini-pupillen. In de verte In de hoogte Met een stok Meervoudig. Lopen Werpen Springen

1a Estafette Doelgroep voortgezet onderwijs Versie

1 Teamestafette Doelgroep basisonderwijs Versie

1 Teamestafette. Hindernis Estafette Sprint Duurloop. A-pupillen B-pupillen C-pupillen Mini-pupillen. Lopen Werpen Springen

Hoogspringen. Rol van de begeleider

ESTAFETTE (1) BEGELEIDING


De onderstaande regels gelden zowel voor de regionale kwalificatiewedstrijden als voor de nationale finale.

1 Teamestafette. Lopen Werpen Springen. Taak atleet Loop in estafettevorm als team zo snel mogelijk 12 ronden. Taak Starter en SR.

Algemeen reglement NK MBO atletiek 12 juni 2014

BIJSCHOLING HOOFDJURYLEDEN

Atletiek Amsterdam 13 juni 2014

Draaiboek Atletiek Sportdag 2017

Atletiekdagen 26 t/m 28 mei 2014 Terrein: AV 34 Sportpark Orderbos

1 Teamestafette. Hindernis Estafette Sprint Duurloop. A-pupillen B-pupillen C-pupillen Mini-pupillen. Lopen Werpen Springen

Atletiek Sportreglement

Regeltjes (zoals gepubliceerd in ENERGIEK)

Een atleet met het syndroom van Down bij wie sprake is van Atlanto-axiale instabiliteit mag niet deelnemen aan de vijfkamp en aan hoogspringen.

Draaiboek atletiek sportdag

Atletiek. FBK Sportpark, Almere

Pupillenwedstrijd 'Nieuwe Stijl' Voorbeeld draaiboek

KNAU Wedstrijdreglement

Sportdag 2017 Klas 1 & 2

Sportdag 2017 Klas 1 & 2

LES 2 GROEP: 3 t/m 8 ATLETIEK DOELSTELLINGEN:

OVERZICHT BENODIGDE MATERIAAL OPEN ATLETIEK DAG Behorend bij Athletics Challenge vanaf 12 jaar

Sportdag VMBO4YOU. De docenten van de VMBO4YOU begeleiden de groepen naar de onderdelen. Beste leerling uit klas 1VR, 2VR1 en 2VR2,

Richt je op 1 groep bij de finish, de plekken die overblijven zijn van de andere groep. Elke groep/leerling sprint twee keer.

PAC & JEUGDATLETIEK INFORMATIE PUPILLENWEDSTRIJDEN. De wedstrijden De sprint Verspringen Hoogspringen Balwerpen Kogelstoten Estafette Lange afstand

Werkstuk LO Atletiek. Werkstuk door een scholier 1639 woorden 14 april keer beoordeeld

Antwoordmodel Reglemententoets wedstrijdleiders / scheidsrechter Wedstrijdreglement 2016/2017

Jury-informatie. CD-jun competitie 30 juni Zevenbergen. versie D.Francois

Draaiboek baanwedstrijd wedstrijd organisatie commissie (WOC)

Richtlijnen en speerpunten

DRAAIBOEK KIDS ATHLETICS

Atletieksportdag 2014!

Naam: Naam: Vereniging: Vereniging: Gestart voor startsignaal bij de 1 e (1 start regel) of 2 e start.

VDM Nieuwe technologie in de atletiekwereld. Wouter Schoemaker

Nieuwe pupillenwedstrijden

VLAAMSE ATLETIEKLIGA VRAGENLIJST TER VOORBEREIDING TOT HET PROVINCIAAL JURYBREVET

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen

Groep 3 t/m 8. Woensdag 10 september. Toolenburgse plas

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6

Koersbal. Algemeen. Het speelmateriaal. De belijningen op de mat. (zie figuur 1.)

Bevorderingsexamen 22 februari Kandidaten voor niveau II moeten minstens 70% behalen om te slagen en 63% om recht te hebben op een 2de zittijd.

OVERZICHT BENODIGDE MATERIAAL OPEN ATLETIEK DAG Behorend bij Athletics Challenge tot 12 jaar

Programmaboekje. Zaterdag 12 juni

Sport en Spel circuit 2015

INSTRUCTIES ATHLETICS CHALLENGE

De onderdelen van de Highland Games:

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8

Reglemententoets. Wedstrijdleider / scheidsrechter

Informatiebrief Special Olympics Nationale Spelen ATLETIEK, 1-3 Juli 2016, Nijmegen

Formules & Constanten

Materialen voor uitrusting baan (algemene basis) Algemene basislijst

Informatiebrief Special Olympics Nationale Spelen ATLETIEK, 1-3 Juli 2016, Nijmegen

Bevorderingsexamen. 16 maart 2013

Minimaal twee en maximum twaalf. Er kan één tegen één of met twee teams gespeeld worden. Deze spelregels gaan uit van twee teams: team A en team B.

Rolstoelkarakteristieken

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 3 4

JUIST OF FOUT correctiemodel

Lichamelijke Opvoeding Havo/Vwo klas 3. Klas 3 Periode 1

Atletiek en onderwijs Lessenmap

VB Meerkampen 2016 Zuid-West Nederland. Zaterdag 30 april Breda Zaterdag 18 juni - Spijkenisse Zaterdag 3 september Terneuzen

De aanvangstijd van alle wedstrijden is om uur. Het eerste looponderdeel is de estafette.

DE WEK Programma Site De olympische spelen. De Olympische Spelen. Pagina 1 van 1

Technisch instapbrevet INITIATOR ATLETIEK

Richtlijnen clubrecords AV DJA

Kan de meeting beginnen?

Atletiekunie. Welkom!

Stuurgroep juryopleidingen Atletiekunie. Basis Wedstrijdofficial. Vastgesteld door: Afdeling Opleidingen Op: 5 oktober 2016 Te: Arnhem

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN REGLEMENT 3 HOOFDSTUK 2: DISKWALIFICATIES 3 HOOFDSTUK 3: DE LOOPWEDSTRIJDEN 4 HOOFDSTUK 4: DE SPRONGEN 7

Programmaboekje. Zaterdag 18 juni 2011.

Zaterdag 1 oktober Nikantes Spelregelavond

Athletics Champs. Het maken van een Athletics Champs chronoloog voor een indoorwedstrijd

Atletiekonderdelen onder en bovenbouw: 1 Sprint. 2 Stokwerpen. 3 Lange afstandsloop. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Verspringen

Goede wedstrijdmaterialen zijn essentieel voor een vlekkeloos verloop van een wedstrijd. Hieronder handvatten voor een goede voorbereiding.

Kortebaanschaatswedstrijden

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Reglement Special Olympics Belgium. Atletiek. Mei Belgium

1. Over de volgorde waarin de deelnemers aan de beurt komen wordt door loting beslist.

ALGEMENE WEDSTRIJDREGLEMENT VOOR BAANWEDSTRIJDEN VAN DE. SURINAAMSE ATLETIEK BOND (Versie 12 januari 2015)

Pupillen. Waterpolo. (waterpolo voor dummies)

NB: dit reglement is gebaseerd op shorttrack schaatsen!

Uitleg Spellen Highland Games 2013

Toetsplan wedstrijdleider

Oud Hollandse spellen

Atletiektoernooi

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Reglement pupillen competitie regio's uitgave januari 2014

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

Dit spelregelboekje is speciaal samengesteld voor het peanutbal tijdens de Veldhovense Schoolverlaters Sportdagen.

Belangrijkste wijzigingen Wedstrijd Reglement voor NK Indoor s 2018

2 Zet de pilon op 2 vingers en houd deze 5 tellen in balans. Daarna op 1 vinger.

Ethias-Jeugdproject 2015: Stap 1: Talentdetectie op clubniveau. Clubtesten: omschrijving

Transcriptie:

Kogelstoten iedereen heeft 3 pogingen, verste telt gewicht kogel afhankelijk van leeftijd en geslacht: - klas 1/2: meisjes 2 kg en jongens 3 kg - klas 3/4: meisjes 3 kg en jongens 4 kg - schoolteam: meisjes 3 kg en jongens 5 kg - stoot vanuit de cirkel en blijf achter het witte stootblok - verlaat de cirkel achter de middenlijn - stoot de kogel (bij gooien volgt een herkansing) - stoot de kogel binnen de sectorlijnen bezem meetlint ( 20 meter) sectorlinten, hamer, bevestigingsmateriaal 2 kogels per gewichtsklasse (3, 4, en 5 kg) enkele doeken (bij nat weer) evt. witte en rode vlag voor geldige/ongeldige pogingen hark voor het egaliseren van de sector Notulist (naast kogelcirkel) Aantal juryleden: minimaal 3, bij voorkeur 5 roep de volgende leerling op ( Jan, daarna Henk ) 1 jurylid meten 1 bewaak de veiligheid 1 jurylid meten 2 lees de prestatie af op het meetlint (binnenzijde evt. een extra persoon om kogel terug te rollen stootblok) en rond prestatie af op hele centimeters evt. een extra persoon om geldigheid stoten te naar beneden bepalen noteer de prestatie op het scoreformulier (noteer x indien ongeldig) Jurylid meten 1 (naast kogelcirkel) bepaal op de poging geldig is (zie regels) indien ongeldig: rode vlag opsteken of ongeldig zeggen indien geldig: trek het meetlint strak over het middelpunt van de ring (zie afbeelding) Jurylid meten 2 (aan de zijkant van de sectorlijn) kijk waar kogel neerkomt en houd het 0-punt van het meetlint bij dichtstbijzijnde indruk rol de kogel terug

Verspringen iedereen heeft 3 pogingen, verste telt afzetten voor de grijze afzetlijn buiten om de bak teruglopen meetlint (evt. met markeringspen) hark schop bezem evt. rode en witte vlag enkele aanloopmarkeringen (markeringsdopjes) rond 11-13 meter van afzetlijn plaatsen Notulist (tussen afzetplaats en wachtende lln) Aantal juryleden: minimaal 3, bij voorkeur 5 roep de volgende leerling op ( Jan, daarna Henk ) 1 jurylid meten 1 noteer de prestatie op het scoreformulier (noteer 1 jurylid meten 2 x indien ongeldig), het jurylid meten 1 geeft Evt. een extra persoon die harkt steeds de prestatie door Evt. een extra persoon die de geldigheid van de bepaalt Jurylid meten 1 (naast afzetplaats) bepaal of de poging geldig is (zie regels) indien ongeldig: rode vlag opsteken of ongeldig zeggen indien geldig: - trek het meetlint strak over de afzetbalk, meet loodrecht op de afzetbalk of zijn verlengde (zie afbeelding) - lees de prestatie af op het meetlint (voorkant afzetlijn) en rond de prestatie af op hele centimeters naar beneden - geef de prestatie door aan de notulist Jurylid meten 2 (aan zijkant verspringbak) bepaal de indruk die het dichtst bij de afzetbalk is (dit hoeven niet altijd de hakken te zijn!) en houd hier het 0-punt van het meetlint hark de bak egaal Haaks meten tot voorkant grijze afzetlijn 0-punt meetlint bij afdruk dichtst bij afzetlijn

Vortexwerpen iedereen heeft tenminste 2 pogingen (bij voldoende tijd een derde poging), verste telt. als iedereen zijn pogingen heeft gehad, worden de prestaties opgemeten er wordt geworpen met een NERF vortex van 32 cm lang - blijf achter de werplijn - werp de vortex over het hoofd (slingeren verboden) - werp de vortex zodat deze binnen de sector landt 6 vortexen (eventueel meer) meetlint van 100 meter (evt. met markeringspen) 2 sets bordjes met nummers (aantal afhankelijk van grootste groep tegelijkertijd bij dit onderdeel) evt. rode en witte vlag Notulist (tussen afwerpplaats en wachtende lln) Aantal juryleden: minimaal 4, bij voorkeur 5 nummer de leerlingen op het scoreformulier overeenkomstig met de nummers op de bordjes 1 jurylid meten 1 2 juryleden meten 2 roep de volgende leerling op ( Jan, daarna Henk ) Evt. een extra jurylid dat de vortexen terugbrengt wanneer iedereen al zijn beurten heeft gehad: lees de prestaties af op het meetlint (aan de binnenzijde van de afwerplijn), rond de prestatie af op hele centimeters naar beneden en noteer de prestaties op het scoreformulier Jurylid meten 1 (naast afwerplijn) bepaal of de poging geldig is (zie regels) indien ongeldig: rode vlag opsteken of ongeldig zeggen wanneer iedereen al zijn beurten heeft gehad worden de afstanden opgemeten: trek het meetlint over het punt waar de sectorlijnen hun snijpunt hebben (zie afbeelding) 2 Juryleden meten 2 (zijkant v/d sectorlijn in veld) kijk waar de vortex neerkomt en plaats het bordje met nummer (bordje 1 voor Jan) op de plaats van neerkomen (afdruk dichtst bij de afwerplijn) tip: plaats de bordjes zo, zodat ze vanaf de zijkant voor jou leesbaar zijn herhaal de vorige stap wanneer Jan weer aan de beurt komt:. Bepaal vervolgens of zijn tweede worp verder is. - ja: verwijder bordje van eerste worp - nee: verwijder het bordje van de tweede - twijfel: beide bordjes laten staan. wanneer iedereen al zijn beurten heeft gehad worden de afstanden opgemeten: houd het 0-punt van het meetlint bij de bordjes (zie afbeelding) een vortex

Sprint iedereen heeft recht op 1 (geklokte) poging er wordt gestart vanuit startblokken afhankelijk van leeftijd: - klas 1/2: 80 meter - klas 3/4: 100 meter - schoolteam: 100 meter - blijf in de klaarhouding met je handen achter de startlijn - start na het startsignaal: bij een valse start wordt de serie teruggefloten en volgt er een herstart. Bij een volgende valse start in de serie krijgt het team een straf van 0.5 seconde - blijf binnen de lijnen van jouw laan lopen (1 strafseconde als dit leidt tot hinder) 1 set vlaggen (rood en wit) elektronische tijdswaarneming met startpistool evt. fluitje voor terugroepen valse starten 6 startblokken (indien 6 lanen worden gebruikt) pylonen waar wachtende leerlingen achter blijven Startcommissaris Aantal juryleden: minimaal 4, bij voorkeur 5 maak baanindeling bekend bij deelnemers en stel 1 startcommissaris de teams op volgende op in lanen achter pylonen 1 starter roept op wie er aan de beurt zijn ( in laan 1: Henk, 2 leden elektronische tijdswaarneming in laan 2 Jan,... ) 1 jurylid meten 1 communiceer met juryleden aankomst 2 juryleden meten 2 (elektronische tijdswaarneming) of zij gereed zijn Evt. een extra startcommissaris voor assistentie door hand op te steken, indien witte vlag: geeft van zijn taken starter een seintje controleer (na signaal op uw plaatsen van starter) of leerlingen handen achter de startlijn hebben geplaatst in klaarhouding geef een seintje aan de starter indien startprocedure kan worden vervolgd Starter geef de startcommando s na seintje startcommissaris: op uw plaatsen, klaar?!, <startschot>. fluit of schiet nogmaals bij een valse start (zie regels) Leden elektronische tijdwaarneming controleer of deelnemers in eigen laan blijven (zie regels) zorg ervoor dat de prestaties van sprint worden verwerkt communiceer met vlaggen naar startcommissaris als je klaar bent voor de volgende serie lopers

Estafette de estafette wordt één keer gelopen door 4 leerlingen uit een team de eerste loper start vanuit startblokken afhankelijk van leeftijd: - klas 1/2: 80 meter - klas 3/4 en schoolteam: 100 meter - start na het startsignaal: bij een valse start krijgt het team een straf van 0.5 seconde - blijf binnen de lijnen van jouw laan lopen (3 strafseconden per fout) - geef de stok door binnen het wisselvak (3 strafseconden per ongeldige wissel) bij het laten vallen van de stok moet deze worden opgeraapt en mag er worden doorgerend zonder overige lopers te hinderen. 1 set vlaggen (rood en wit) elektronische tijdswaarneming met startpistool evt. fluitje voor terugroepen valse starten 6 startblokken (indien 6 lanen worden gebruikt) pylonen waar wachtende leerlingen achter blijven Startcommissaris (bij start estafette) Aantal juryleden: minimaal 6, bij voorkeur 5 maak de baanindeling bekend bij deelnemers, 1 startcommissaris geef uitleg over de wisselvakken en stuur de 2 e, 3 e 1 starter en 4 e loper naar de juiste plaats op de baan 3 wisselpuntcommissarissen roept op wie er aan de beurt zijn ( in laan 1: team 2 leden elektronische tijdswaarneming 1, in laan 2... ) een extra startcommissaris is ten zeerste aan te communiceer met de wisselpuntcommissarissen bevelen bij assistentie van zijn taken of de lopers op de wisselpunten gereed staan door 4 sets vlaggen (rood en wit) hand op te steken, indien witte vlag: geeft starter voorkeur voor 3 extra wisselpuntcommissarissen, een seintje dat er kan worden gestart zodat elk wisselpunt wordt bezet door 2 juryleden controleer (na signaal op uw plaatsen van (de één houdt het begin van de wisselpunten in de starter) of leerlingen de handen achter de startlijn gaten, de ander het einde van de wisselpunten) hebben geplaatst in de klaarhouding Starter geef de startcommando s na seintje startcommissaris: op uw plaatsen, klaar?!, <startschot>. geef evt. valse starts door aan de startcommissaris Het stokje moet binnen de haken worden overgegeven (kleur haken verschilt per baan) Wisselpuntcommissarissen (bij wisselpunten) controleert of deelnemers in eigen baan blijven controleert of stokje binnen het wisselvak wordt overgegeven (ongeldig? rode vlag opsteken, geldig? witte vlag opsteken) Leden elektronische tijdwaarneming zorg ervoor dat de prestaties van sprint worden verwerkt communiceer met startcommissaris als je klaar bent voor de volgende serie lopers Leerlingen mogen klaarstaan aan de linkerkant van het aanloopstreepje