SAMENVATTING KENNISPILOT WINDTURBINES IN HET ROBBENOORDBOS INLEIDING

Vergelijkbare documenten
Staatsbosbeheer & Windenergie

B-121 Green Deal Windplan Wieringermeer

Ontwerp wijziging PRVS

Beleidskader windenergie

Windplan Wieringermeer onder de Omgevingswet

t)k1 Bosch &van Rijn )

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Vogels en Vleermuizen

WINDTURBINES IN HET ROBBENOORDBOS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ruim baan voor windenergie in het leefgebied van vleermuizen. De optimale bescherming van vleermuizen rond windturbines. Bat Protection System

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht

Univé Rechtshulp Windmolenpark

Achtergrond en doel presentatie

Windpark Wieringermeer

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

In het antwoord op vraag 3 stelt de provincie Noord-Holland "Het blad is overigens toen naast en niet op de weg gevallen."

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar MW in 2023;

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Antwoordnota fase 3 Windpark Wieringermeer

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind

30 januari e bijeenkomst klankbordgroep

Notitie flora en fauna

Provinciale Staten van Noord-Holland; Besluiten:

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 2 maart 2015, tot wijziging van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 in verband met Wind op Land

Opschalen, saneren of vervangen

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

Een park van molens in een bos van bomen. Realisatie & beheer nieuwe bossen

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27

Provinciaal blad van Noord-Brabant


Windpark Wieringermeer

Notitie. 1 Aanleiding

Wûrksjop Vleermuiskasten in de Kop van Noord Holland 31 augustus t/m 2 september 2012

Beleidsnotitie participatie Windplan Wieringermeer. 7 juli 2011

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Spiekbriefje Frisse Wind

WINDPARK KOUDUM EEN VERKENNING VAN DE MOGELIJKHEDEN

Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

c. de wieklengte van een windturbine : de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf.

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk hoe is het nu en hoe wordt het straks?

Ontwerp Beleidskader Wind op Land

Windturbines en vogels: een obstakel?

Waarom windenergie? Wind is (relatief) goedkope techniek

NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk. Anne Reichgelt en Evelien Verbij

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

5.4.3 EFFECTBEOORDELING

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

*Z7348DBDA7D* raadsvoorstel. Onderwerp. Uitgangspunten windenergie. Voorstel

Samenvatting. Inleiding

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Leeswijzer Windpark Wieringermeer MER en ontwerp inpassingsplan

Stichting Windmolenklachten

Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Openbaarheid Bijlagen. Openbaar Naam bijlage: edocs Openbaar in de zin nummer: van de WOB Portefeuillehouder (ja/nee aangeven)

L.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP

Gedeputeerde Staten HR Haarlem. Betreft: Samenwerkingsovereenkomsten Afsluitdijk. Geachte leden,

Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten

Geachte heer/mevrouw,

Windpark Fryslân Nieuwsflits is een digitale nieuwsbrief met korte berichten over ontwikkelingen rond Windpark Fryslân

Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder

Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan Windpark Groote Molenbeek

Voor- of tegenwind? Drenthe Molenvrij?

Intentieovereenkomst Windpark Zeewolde

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep.

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 11 augustus 2015 Nummer voorstel: 2015/61

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Overzicht onderzoeken

Onderzoek flora en fauna

Daarom zal ik mij beperken tot de grote denkfout: de Kleefse Waard. Koningspleij-Noord

Aan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

PROVINCIAAL BLAD. maken bekend dat door Provinciale Staten in hun vergadering van 29 januari 2014, nr. A.2, is vastgesteld hetgeen volgt:

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Programma vanavond.

Vragen nr Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 29 november Onderwerp: vragen van de heer G.A.L.

Transcriptie:

SAMENVATTING KENNISPILOT WINDTURBINES IN HET ROBBENOORDBOS INLEIDING De rapportage Windturbines in het Robbenoordbos 1 onderzoekt de mogelijkheden van de combinatie bos en windenergie. Doel van deze kennispilot is meer inzicht te verschaffen in de effecten van plaatsing en exploitatie van windmolens op boslocaties in Nederland en in het Robbenoordbos (gemeente Hollands Kroon in de provincie Noord-Holland) in het bijzonder. In opdracht van Agentschap NL (nu: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) zijn vijf thema s onderzocht door verschillende bureaus. Het eindrapport van 13 maart 2013 geeft inzage in de aspecten: draagvlak, civiele aanleg, ecologie, economische en juridische aspecten. Aanleiding Aanleiding voor deze kennispilot zijn de doelstellingen op het gebied van duurzame energie van zowel Rijk als provincie en het feit dat er in Nederland nog niet eerder windmolens in het bos zijn geplaatst. Binnen de gemeente bestond de behoefte windenergie in de polder verder te ontwikkelen door toenemende druk vanuit de markt. Toenemende druk vanuit de omgeving maakte herstructurering van bestaande solitaire windmolens en opschaling van bestaande lijnopstellingen noodzakelijk. Het kabinet Rutte II heeft de afspraken met Europa over 14 procent hernieuwbare energie in 2020 aangescherpt tot 16 procent en streeft naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050 2. Windenergie op land zal daarvan een substantieel onderdeel zijn: 6.000MW windenergievermogen in 2020. De regering wil het plaatsingstempo van windmolens in Nederland daarom verhogen. Ook de provincie Noord-Holland heeft een ambitie op het gebied van windenergie. Bij besluit op 17 december 2012 heeft zij haar nieuwe windbeleid vastgesteld: een doorgroei van het windvermogen van 300MW naar 580 MW 3. Dit wil de provincie bereiken met onder meer het windplan in de polder Wieringermeer. In Nederland lag tot nu toe de nadruk op half open tot zeer open gebieden bij verkenningen naar mogelijkheden voor de realisatie van windturbines op land. Met deze kennispilot komt ook de plaatsing van windturbines in bossen in beeld. Stakeholders In de gemeentelijke Structuurvisie Windplan Wieringermeer is ruimte geboden voor circa vier windmolens in het Robbenoordbos die deel uitmaken van een grotere lijnopstelling. Met de ondertekening van de Green Deal op 14 juni 2012 hebben Rijk, provincie en samenwerkingsverband Windkracht Wieringermeer (ECN, Windcollectief Wieringermeer en NUON) zich geconformeerd aan de ruimtelijke kaders van deze structuurvisie. Ook de inspanningsverplichtingen voor de organisatie, voorbereiding en realisatie van project Windplan Wieringermeer zijn daarin vastgelegd. Naast genoemde stakeholders heeft Staatsbosbeheer als grondeigenaar en beheerder deelgenomen in de projectgroep van de kennispilot. Het onderzoek biedt de natuurbeheerder de kans om meer zicht te krijgen op de effecten van windenergie in het bos, met name op de flora en fauna. 1 John Dekker Advies & Ondersteuning in opdracht van Agentschap NL (nu: RVO.nl), 13 maart 2013. 2 Binnen het kader van het Energieakkoord voor duurzame groei (september 2013) zetten partijen zich in voor een toename van het aandeel hernieuwbare energieopwekking naar 14% in 2020 en een verdere stijging daarvan naar 16% in 2023. 3 Binnen het kader van de afspraken tussen het Rijk en het IPO over de doelstelling van 6.000 MW wind op land is dit later verhoogd naar 685,5 MW in 2020.

DRAAGVLAK EN OMGEVING Een van de onderzoeksvragen binnen de kennispilot gaat over het huidige draagvlak en de manier waarop het draagvlak kan worden vergroot. Om het draagvlak in beeld te brengen zijn gesprekken gevoerd met enkele vertegenwoordigers van stakeholders. Conclusie is dat het draagvlak in het bos niet eenduidig is. Belanghebbenden in het gebied zien op voorhand geen directe koppeling tussen windenergie en de versterking van het toeristisch en recreatief product van het Robbenoordbos en omgeving. Windturbines worden eerder als bedreiging gezien. De onderzoekers concluderen dat het nodig is om aandacht te besteden aan de vraag hoe de verschillende initiatieven en activiteiten in het bos elkaar kunnen versterken. De mogelijke komst van windmolens kan worden gezien als impuls voor de instandhouding en versterking van de kwaliteit van het gebied als geheel. Ook biedt het de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te gaan over de inrichting van het gebied en daarin meer samen te werken. ECONOMISCHE ASPECTEN Ook economische aspecten spelen een rol bij de plaatsing van windmolens in het bos. Een van de onderzoeksvragen is in hoeverre de plaatsing van windmolens in economische zin kan bijdragen aan de natuur. De aanzienlijke bezuinigingen op rijksmiddelen voor natuur, die zullen doorwerken in de beschikbare bijdragen op provinciaal niveau, hebben ingrijpende gevolgen voor de financiële positie van Staatsbosbeheer. Alleen door het verwerven van inkomsten en het verbreden van de financieringsbasis kan de natuurbeheerder de kwaliteit van de dienstverlening aan de samenleving op niveau houden. Multifunctioneel bos Van alle soorten bossen komen multifunctionele bossen volgens de onderzoekers waarschijnlijk het meest in aanmerking voor eventuele bouw van windmolens. Het Robbenoordbos bestaat voor het grootste deel uit multifunctioneel bos. Hoewel er geen eenduidige en objectieve wetenschappelijke kennis voorhanden is over het gedrag van wind boven bos, is de normale windsnelheid boven het Robbenoordbos gunstig, en daarmee de windopbrengst/productie, in vergelijking met andere boslocaties in Nederland. Aandachtspunt is de interferentie met vogels en vleermuizen in het gebied (zie H5: ecologische aspecten). Exploitatieresultaat De eigenaar van de grond waarop een windmolen wordt geplaatst, ontvangt doorgaans een vergoeding voor het gebruik van de grond. Staatsbosbeheer is grondeigenaar van het Robbenoordbos. De natuurbeheerder wil de opbrengst benutten voor het duurzaam beheren van natuurgebieden en recreatievoorzieningen. De onderzoekers adviseren een deel van de eventuele windopbrengsten aan te wenden voor het verbeteren van de kwaliteit van de directe leefomgeving van de windmolens in het Robbenoordbos. Op basis van gangbare grondvergoedingen trekken de onderzoekers de voorzichtige conclusie dat windenergie in potentie een belangrijke bijdrage kan leveren aan het exploitatieresultaat van het bos.

CIVIELE AANLEG De kennispilot geeft ook antwoord op de vraag wat civiele aanleg betekent voor het Robbenoordbos, op welke manier de minste schade ontstaat en welke innovatieve of schadebeperkende maatregelen er mogelijk zijn. Aan- en afvoerwegen Vooral de aan- en afvoerwegen in het werkgebied zijn belangrijk voor het realiseren en exploiteren van windmolens. Het Robbenoordbos heeft een gunstige locatie: het ligt vlak bij een afslag van de A7. Bovendien behoeft de Robbenoordweg geen aanpassingen en voldoet de weg door het Robbenoordbos grotendeels: er is alleen een verbreding nodig van drie naar vier meter. Kostentechnisch nadeel van dit werkgebied is dat de brug over de Hooge Kwelvaart versterkt of vervangen moet worden. Omdat de gemeente Hollandse Kroon voornemens is de bruggen in dit gebied te vervangen of groot onderhoud toe te passen, kan een gezamenlijk aanpassen van de betreffende brug in de Robbenoordweg tot vermindering van de kosten leiden. Boskap Voor het bouwproces is tevens onderzocht op welke manier de logistiek en aanvoer voor de minste schade zorgt. Om schade aan het bos te beperken is het van belang om de onderdelen van de windturbine rechtstreeks van de oplegger af te monteren. Ook gebruik van bestaande infrastructuur voorkomt schade. Voor de aanleg van de windmolens zal circa 6700 tot 7400 m2 bos moeten worden gekapt. Als alternatief voor verharding voor de opstelplaats kan worden gekozen voor grondstabilisatie. ECOLOGISCHE ASPECTEN Wat is het effect van windenergieontwikkeling op flora en fauna in het Robbenoordbos? Wat zijn de te verwachten effecten op specifieke flora- en faunasoorten en hoe kan dit worden geminimaliseerd of hersteld? Uit eerder onderzoek blijkt dat eventuele knelpunten bij plaatsing van windmolens in Nederlandse bos- en natuurgebieden vooral zijn te verwachten bij vogels en vleermuizen. Aanvaringsrisico vogels Aanvaringsrisico van standvogels geldt met name voor de ruimte tussen de boomtoppen en het onderste rotorblad. In het Robbenoordbos is deze afstand circa 30 tot 40 m. Dit is naar verwachting voldoende om significante aantallen slachtoffers standvogels te voorkomen. Onder trekvogels verwachten de onderzoekers enkele tientallen aanvaringsslachtoffers per jaar. Het gaat hierbij uitsluitend om grote (internationale) populaties. Nader onderzoek naar aantallen vogelslachtoffers na plaatsing van de windmolens is wenselijk. Ruige dwergvleermuis Voor de ruige dwergvleermuis is het plaatsen van windmolens in het Robbenoordbos risicovol. Sinds zestig jaar is het bos een knooppunt in de trekbaan, waardoor de soort op deze plek jaarrond in grote aantallen aanwezig is, met pieken in het voor- en najaar. Onderzoek op de Afsluitdijk in 2012 leidde tot een schatting van circa 30.000 langstrekkende ruige dwergvleermuizen in het najaar. De kans op slachtoffers is daardoor groter. Bovendien blijkt uit onderzoek op de radiomast in het Robbenoordbos dat ook op 118 m geregeld ruige dwergvleermuizen vliegen. De activiteit is wel veel lager dan op lage hoogte. Verwacht wordt dat ook windmolens met een ashoogte van 120 m een risico is. Aanbevolen wordt om het onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen in het bereik van de rotoren uit te breiden om vast te stellen of het op specifieke momenten stilzetten van de windmolens voldoende effectief schade beperkend is. Hoewel het bos en de omgeving een belangrijke rol spelen in de uitbreiding van de populatie, wordt verwacht dat de instandhouding van de soort niet in het geding is. De populatie in Noordwest-Europa is immers zeer groot, namelijk meer dan één miljoen.

JURIDISCHE ASPECTEN Welke wetten gelden er voor plaatsing van windmolens in het Robbenoordbos? En wat is op basis van het ecologisch onderzoek juridisch de beste strategie voor het verkrijgen van de benodigde natuurvergunningen en ontheffingen? Wat zijn risicofactoren en hoe kunnen belemmeringen worden weggenomen? Tijdens de kennispilot zijn zowel de verwachte problemen als mogelijke oplossingen onderzocht. Pluspunten locatie Robbenoordbos als locatie heeft een aantal pluspunten. Het bos ligt dicht bij Natura 2000-gebieden (IJsselmeer, Waddenzee), maar is zelf geen Natura 2000-gebied. Bovendien heeft Staatsbosbeheer als eigenaar van het bos een algemene ontheffing van de meldings- en herplantplicht in het kader van de Boswet 4. Ten slotte kan aan een lijnopstellingsvereiste van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland worden voldaan door de aanwezige infrastructuur. Geldende wetten Voorts concluderen de onderzoekers dat het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) hoogstwaarschijnlijk niet van toepassing is als gekozen wordt voor een Rijksinpassing (RIP). Daarmee vervalt ook de bescherming van de ecologische hoofdstructuur (EHS-regime). Bovendien kan een RIP ook de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) van Noord-Holland overrulen. Ten slotte: het Gebiedsontwikkelingsplan (GOP) kan alleen in stedelijke gebieden de Natuurbeschermingswet (Nbw) en Flora- en faunawet (Ffw) tijdelijk terzijde schuiven, dus dat is in het Robbenoordbos niet aan de orde. 4 Beschikking ontheffingen aan Staatsbosbeheer, Stcrt. 2000, 40 en de Beschikking ontheffing Rijkswaterstaat Boswet, Stcrt. 1999, 143. Er is een ontheffing voor Staatsbosbeheer van de meldingen herplantplicht. Wel zijn er nog voorwaarden in artikel 3 van deze ontheffing opgenomen: melding achteraf en herplantplicht in bepaalde situaties.

CONCLUSIE Samenvattend is er een aantal conclusies te trekken. Op basis van de verkregen kennis op de vijf thema s in deze kennispilot lijken er op voorhand geen onoverkomelijke belemmeringen voor windmolens in het Robbenoordbos te zijn. De locatie biedt zelfs enkele gunstige perspectieven. De aanwezige werkweg op de locatie is een uitkomst: omdat het over de gehele lengte in de juiste (wind)richting ligt, beperkt het zowel de kosten als de houtkap. Ecologisch aspect De meest kwetsbare belemmering is het ecologische aspect. Dit komt met name door de massale aanwezigheid van de ruige dwergvleermuis. Een schadebeperkende maatregel is de windmolens beneden een bepaalde windsnelheid in een bepaalde periode van het jaar en van de nacht stil te zetten. Economisch lijkt deze inkomstenderving een beperkt effect te hebben. In juridisch opzicht zijn dergelijke schadebeperkende maatregelen noodzakelijk om te voldoen aan de voorwaarden van noodzakelijke vergunningen. Inzicht boslocaties Mocht het tot realisatie en exploitatie komen, dan kan het als projectpilot een belangrijke onderzoeksbijdrage leveren aan de bouw en exploitatie van windmolens in andere bosgebieden in Nederland. Is de casus/locatie Robbenoordbos vergelijkbaar met mogelijke andere boslocaties in Nederland? De relatie tussen draagvlak en een blijvend zichtbare kwaliteitsimpuls voor het gebied kan zeker worden doorvertaald naar andere boslocaties. Ook de informatie over civiele aanleg en juridische aspecten is goed toe te passen en vergelijkbaar met andere boslocaties in Nederland. Op veel aspecten is het echter lastig om de situatie in het Robbenoordbos te vergelijken met andere bosgebieden. Dit laat onverlet dat deze kennispilot ook voor andere bosgebieden inzichten oplevert.