Pijncentrum Perifere zenuwbehandeling
Inleiding Op het pijncentrum is met u besproken dat u een behandeling krijgt van de perifere zenuw (= aan de buitenzijde van het lichaam, ver weg van het centrale zenuwstelsel), vanwege uw pijnklachten. In deze folder willen wij u graag informeren over deze behandeling. Indicatie Een behandeling van één of meerdere zenuwen kan voor velerlei doeleinden worden uitgevoerd; hieronder worden enkele redenen opgesomd: Operatieve ingrepen worden meer en meer uitgevoerd onder gedeeltelijke (= locoregionale) anesthesie, waarbij er naar wordt gestreefd alleen dat gedeelte van het lichaam te verdoven wat daadwerkelijk geopereerd gaat worden; Veel pijnklachten komen voor in een beperkt gebied van het lichaam; het behandelen van een bepaalde zenuw kan in veel gevallen deze pijnklachten verminderen dan wel wegnemen; Indien onduidelijk is waar de pijnklachten zich bevinden dan wel hoe zij getransporteerd worden naar het centraal zenuwstelsel toe kan een kortwerkende behandeling worden verricht van een kleine of grotere perifere zenuw. Bij positief resultaat (= pijnklachten verdwijnen) kan vervolgens een langwerkende behandeling van de pijngeleiding worden uitgevoerd; hiervoor zijn dan één of meerdere vervolgbehandelingen noodzakelijk. 1
Ligging In de volgende figuren (de eerste figuur toont u de bezenuwing naar de arm, de twee volgende figuren de bezenuwing naar de benen) ziet u dat het lichaam beschikt over vele zenuwen, welke het gehele lichaam voorzien en vanuit het centraal zenuwstelsel uitwaaieren naar armen, benen, rug, borst en buik. Daarenboven merkt u dat de bezenuwing van het lichaam een complex geheel is en de pijnklachten op diverse wijzen naar het centraal zenuwstelsel getransporteerd kunnen worden. 2
Als voorbeeld van één zenuw in het been Voorbereiding Er wordt met u een datum en tijdstip afgesproken waarop de behandeling plaats zal vinden. 3
Medicijnen Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dan kan het zijn dat u voor de behandeling tijdelijk moet stoppen met deze medicijnen. Het volgende is met u besproken: NSAID Ascal / Acetylsalicylzuur Plavix Acenocoumarol Marcoumar dagen voor de behandeling stoppen met de aangekruiste medicijnen. doorgaan met de aangekruiste medicijnen. De dag na de behandeling kunt u weer met de bloedverdunners beginnen, tenzij uw arts anders voorschrijft. Zwangerschap Wanneer u zwanger bent raden wij u aan om contact op te nemen met het pijncentrum. U hoort dan of de behandeling door kan gaan. Allergie Bent u allergisch voor bepaalde voedingsmiddelen, medicijnen, contrastvloeistof of huidontsmettingsmiddelen, bijvoorbeeld jodium? Waarschuw ons dan. 4
Nuchter zijn Wordt de behandeling toegepast vanwege een operatie dan dient u nuchter te zijn. Wordt de behandeling van een bepaalde zenuw toegepast vanwege pijnklachten dan hoeft u voor deze behandeling niet nuchter te zijn. Wel raden wij u aan s ochtends een licht verteerbaar ontbijt te nuttigen en niet te zwaar of te uitgebreid te ontbijten. De opname U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de met u afgesproken afdeling. De behandeling kan plaats vinden op de behandelkamer van het pijncentrum of op het operatiecomplex. De opname zal dan verlopen via de dagbehandeling. Wanneer de behandeling plaats vindt op de behandelkamer van het pijncentrum zal de assistente u begeleiden naar de behandelkamer en bij u blijven gedurende de gehele behandeling. Kleding ter hoogte van het te behandelen gebied mag u uitdoen en u mag plaats nemen op de behandeltafel. Aan het einde van de behandeling wordt u door de assistente begeleidt naar de rustkamer. Vindt de behandeling plaats op het operatiecomplex dan wordt u opgenomen via de dagbehandeling. De verpleegkundige vraagt u een operatiejasje aan te trekken. Vervolgens wordt u naar de operatiekamer gebracht. Waar u wordt opgehaald door de pijnverpleegkundige. Tijdens de behandeling mag u geen sieraden, piercings, make-up en nagellak dragen. 5
Behandeling Tijdens de behandelprocedure ligt u meestal op uw rug of op een zijde. De huid wordt ontsmet en er worden doeken geplakt voor het creëren van een steriele omgeving. Daarna wordt de huid verdoofd. Via het verdoofde gebied wordt een speciale naald geplaatst ter hoogte van de zenuw die behandeld dient te worden. Het opsporen van de zenuw gebeurt door middel van (een combinatie van) onderstaande methoden: Stroom: door de naald wordt met behulp van speciale apparatuur een kleine stroompuls gegeven, waardoor de zenuw geactiveerd wordt en de spieren worden bewogen. Echografie: de zenuw wordt gevisualiseerd, waarna de naald bij de zenuw geplaatst kan worden. Vervolgens kan de pijngeleiding op verschillende wijze worden onderbroken, zoals met behulp van gepulseerde, radiofrequente stroom en/of verdovingsmiddel, waardoor de pijnprikkel de hersenen niet meer kan bereiken. Wanneer de zenuw wordt behandeld door middel van gepulseerde radiofrequente stroom, zal er, als de naald in de juiste positie staat, gedurende enkele minuten een stroomveld over de zenuw worden gegeven waardoor de pijngeleiding wordt onderbroken. Bij behandeling met een anestheticum (verdovingsmiddel) zijn onderstaande behandelwijzen mogelijk: 1. Een bolusinjectie (eenmalige injectie) met lokaal anestheticum. 2. Plaatsing van een dunne katheter waardoor continu een anestheticum wordt toegediend door middel van 6
een pompje. Zonodig wordt de katheter getunneld (onder de huid geplaatst) voor langdurig gebruik. Het anestheticum zorgt ervoor dat de pijnprikkel de hersenen niet meer kan bereiken. De behandeling duurt ongeveer een half uur. Bij een behandeling van een zenuw met een anestheticum ontstaat aan de behandelde zijde een motorisch blok (krachtsvermindering). Na een bolusinjectie verdwijnt dit vanzelf binnen 24 tot 36 uur. De andere zijde blijft sensorisch (gevoel) en motorisch (beweging) normaal. Deze behandeling geeft geen blaasstoornissen en dus is katheterisatie van de blaas niet nodig. Na de behandeling Indien de behandeling op de behandelkamer van het pijncentrum heeft plaatsgevonden zal u door de assistent naar de rustkamer worden gebracht. U krijgt wat te drinken aangeboden en als alles goed gaat mag u na ongeveer 1 uur het ziekenhuis verlaten. Bij opname op de dagbehandeling blijft u tot 1 uur na de behandeling ter controle op de afdeling dagbehandeling. Als alles goed gaat mag u hierna naar huis. Indien er een motorische blokkade is gegeven (beweging tijdelijk uitgeschakeld) en/of er sprake is van een hoge leeftijd of door andere omstandigheden kan het zijn dat u een nacht wordt opgenomen. Als er een dunne katheter is ingebracht voor continue toediening van anestheticum, blijft u één nacht in het ziekenhuis. Deze tijd is nodig voor het instellen van de juiste dosering pijnstilling. Indien de pijnstilling naar wens is, kunt u 7
de volgende dag naar huis. De pijnverpleegkundige komt langs op de afdeling. Voordat u naar huis gaat wordt de thuiszorg ingeschakeld. De wijkverpleegkundige biedt u ondersteuning met betrekking tot het verschonen van de infuuslijnen en het verwisselen van de medicatiecassettes. In verband met het risico op vallen mag een patiënt die een continue motorische blokkade heeft niet zonder hulp mobiliseren. De katheter blijft volgens afspraak gedurende een aantal dagen tot maanden gehandhaafd. Als alles in orde is mag u dan de volgende dag naar huis. U krijgt automatisch een controle afspraak op het pijncentrum. Na de behandeling mag u zelf niet actief deelnemen aan het verkeer. We raden u aan om al voor de behandeling voor vervoer naar huis te zorgen. Resultaat van de behandeling Het uiteindelijke resultaat van de behandeling kan enige tijd op zich laten wachten. Het is echter mogelijk dat u al snel een gunstig effect op uw pijnklachten merkt. Na de behandeling wordt een brief opgemaakt. Deze wordt door het pijncentrum naar de verwijzend specialist of huisarts gezonden. Thuis Bij aanhoudende problematiek zal naar een volgende oplossing worden gekeken. 8
Complicaties Uw anesthesioloog/pijnspecialist zal de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Beschadiging van andere organen is uiterst zeldzaam door verbeterde technieken. Toch bestaat er een geringe kans op complicaties en is het risico niet tot nul gereduceerd. Napijn: veel patiënten ervaren na de behandeling enige napijn. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen, zoals paracetamol (volgens bijsluiter) of uw eigen pijnstillende medicatie. De napijn kan enkele dagen aanhouden. Spierpijn: op de plaats waar geprikt is. Bloeduitstorting: deze kan ontstaan als een bloedvaatje is geraakt. Dit veroorzaakt een blauwe plek en soms ook napijn. Na de behandeling kan tijdelijk het gevoel in de huid in de buurt van de behandelde zenuw verminderd zijn. Het gevoel zal vanzelf langzaam terugkeren. Toename van pijnklachten: zeer zelden ontstaan er door de behandeling meer pijnklachten. Tot slot Als u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen heeft, dan kunt u op werkdagen tussen 08:00-17:00 uur bellen met het pijncentrum via telefoonnummers 0164-278697 en 0164-278698. 9 januari 2012