Maatschap Anesthesiologie / Pijncentrum. Behandeling van de nervus occipitalis

Transcriptie

1 Maatschap Anesthesiologie / Pijncentrum Behandeling van de nervus occipitalis

2 Algemeen U heeft in overleg met uw anesthesioloog-pijnspecialist besloten om over te gaan tot behandeling van de nervus occipitalis. In deze folder vindt u informatie over de behandeling, de uiteindelijke resultaten en de mogelijke complicaties. Wat is een nervus occipitalis infiltratie? De nervus occipitalis, ook wel grote achterhoofdszenuw genoemd, bevindt zich op het achterhoofd, net onder huid. Deze zenuw kan in sommige gevallen een belangrijke oorzaak zijn van chronische hoofdpijn. Bij een proefinfiltratie wordt deze zenuw verdoofd met een lokaal verdovingsmiddel met of zonder corticoïden. Na deze proefinfiltratie gaat de arts na of uw klachten tijdelijk verminderd zijn. Het is mogelijk dat u door de werking van de corticoïden gedurende een langere tijd minder klachten heeft. Als de proefinfiltratie positief is (en dus uw pijn tijdelijk minder was), kunnen we vervolgens overgaan tot een radiofrequente stroombehandeling om de pijn gedurende een langere periode te verminderen. Voorbereiding De behandeling vindt plaats bij het pijncentrum (route 37). De behandeling wordt uitgevoerd door de pijnspecialist. Thuis hoeft u geen voorbereidingen te treffen, tenzij dit is vermeld. U hoeft op de dag van de behandeling niet nuchter te blijven. De verpleegkundige en/of de behandelend pijnspecialist brengen u naar de behandelkamer (OK). De behandeling Bij het binnengaan van de behandelruimte (operatiekamer) ontmoet u de pijnverpleegkundige en de pijnspecialist die de procedure zal uitvoeren. Voorafgaand aan de behandeling heeft u nog de mogelijkheid om vragen te stellen. Tijdens de behandeling zit u meestal op de rand van de behandeltafel of op een stoel met uw hoofd iets voorovergebogen en de kin op de borst. Er zijn drie behandelmogelijkheden: Proefbehandeling De pijnspecialist zoekt de grote achterhoofdszenuw op. Ter plaatse wordt met een naald verdovingsmiddel ingespoten. Dit verdovingsmiddel werkt kort, maximaal één uur. Deze behandeling is erop gericht om te bevestigen of deze zenuw de oorzaak is van uw pijn. Behandeling met radiofrequente stroom Afhankelijk van het resultaat van de proefinfiltratie wordt besloten of u in aanmerking komt voor een behandeling met radiofrequente stroom voor een langduriger effect. Bij deze behandeling wordt er een prikkelend, tintelend gevoel in de zenuwbanen opgewekt. Als u dit voelt, moet u dit melden aan de arts. Wacht niet tot het gevoel pijnlijk is; de minste verandering, tinteling of druk is voldoende. Zo bepalen we de afstand tot de zenuw. Als de naald op de juiste plaats zit, wordt 2

3 de zenuwbaan behandeld met radiofrequente stroom. Hiervan zult u weinig tot niets voelen. Infiltratie met een verdovingsvloeistof in combinatie met een corticosteroïd Op de juiste plaats zal een lokaal verdovingsmiddel en een corticosteroïd worden ingespoten. Het corticosteroïd werkt ontstekingsremmend wat het geïrriteerde gebied rustiger moet maken. Na de behandeling Na de behandeling verlaat u onder begeleiding van de pijnverpleegkundige de behandelkamer en verblijft u nog gedurende enige tijd in de uitslaapkamer. Voordat u naar huis gaat komt de pijnspecialist nog even bij u langs om te kijken hoe het gaat. U hoort dan gelijk binnen welke termijn uw vervolgafspraak is. Deze wordt ter plekke door de secretaresse gemaakt. Als de plaatselijke verdoving na enkele uren is uitgewerkt kan er napijn optreden omdat de behandeling plaatsvindt in al geïrriteerd weefsel. Dit kan enkele weken aanhouden, maar verdwijnt vrijwel altijd. U kunt hiertegen pijnstillers innemen. Dit kan uw eigen pijnmedicatie zijn of paracetamol volgens de dosering die op de bijsluiter staat. Het is belangrijk dat u met een begeleider naar het ziekenhuis komt, zodat deze u kan thuisbrengen. Op de dag van de behandeling mag u niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Bijwerkingen Als bijwerkingen van het corticosteroïd kunnen opvliegers optreden en kan bij vrouwen de menstruatie korte tijd worden verstoord. Patiënten met suikerziekte merken soms dat hun bloedsuikers gedurende enkele dagen verhoogd zijn. Door de oppervlakkige ligging van de grote achterhoofdszenuw zijn complicaties heel zeldzaam. Er kan een infectie of bloeduitstorting op de 3

4 plaats van de injectie optreden. De bloeddruk kan tijdelijk dalen of u kunt duizelig worden als er per ongeluk lokaal verdovingsmiddel in de bloedbaan terechtkomt. Resultaat van de proefbehandeling Óf u voelt geen verschil in de pijngewaarwording de uren na de prik (m.a.w. de pijn is nog steeds op dezelfde plaats aanwezig). Dit wordt dan verder met de pijnspecialist besproken. Óf er is wel degelijk een vermindering van de pijn van minstens 50% (meestal maar voor korte tijd). In dat geval kan er eventueel een radiofrequente stroombehandeling worden gepland. Resultaat van de radiofrequente stroombehandeling Het effect van een definitieve blokkade kan pas na enkele weken goed worden beoordeeld. Het is echter goed mogelijk dat u al eerder merkt dat de pijnklachten zijn verminderd. Zes tot acht weken na de behandeling wordt er een (telefonische) controle-afspraak voor u gepland. De pijnspecialist zal het resultaat en een mogelijke verdere behandeling met u bespreken. In een aantal gevallen is een herhaling of aanvullende behandeling nodig. Het resultaat van de inspuiting met kortwerkende verdoving en corticosteroïd Na een periode van zes tot acht weken kan het effect van deze behandeling pas goed beoordeeld worden. In eerste instantie kan er meer pijn optreden. Dit heeft te maken met het feit dat de verdovingsvloeistof na enkele uren is uitgewerkt. Het corticosteroïd heeft enkele weken nodig om goed zijn werk te kunnen doen. Let op In verband met de röntgenstraling is het belangrijk om te weten of u zwanger bent. De straling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Als u zwanger bent of vermoedt dat u zwanger bent, vertel dit dan aan de pijnspecialist of de verpleegkundige. Informeer uw pijnspecialist over de medicijnen die u gebruikt en of u allergisch bent voor medicijnen als jodium, contrastmiddel, pijnstillers en antibiotica. Indien u bloedverdunners gebruikt zoals Sintrom, Acenocoumarol, Marcoumar, of Fenprocoumon waarvoor controle bij de trombosedienst noodzakelijk is, moet u deze tijdelijk stoppen. Uw behandelend pijnspecialist informeert u hierover. Gebruikt u één van de bloedverdunners zoals Ascal, Acetylsalicylzuur of Plavix dan hoeft hier niet mee te stoppen voor de behandeling. Wanneer u meerdere van deze bloedverdunners gebruikt is het belangrijk dat u dit van te voren meld aan de pijnspecialist. U meldt zich minimaal een kwartier voor de aanvang van de behandeling bij de balie van het pijncentrum. Nogmaals: uit voorzorg is het niet toegestaan dat u zelf naar huis rijdt. 4

5 Zorg voor begeleiding! Neem contact op met uw huisarts of met de huisartsenpost als: U na de behandeling koorts krijgt (meer dan 39 ºC); Er ten gevolge van de behandeling plotseling krachtsverlies optreedt in een arm of been; U problemen krijgt met plassen. Tot slot Wij hopen dat u door het lezen van deze folder goed bent geïnformeerd. Als u nog vragen heeft, kunt u terecht bij de pijnconsulent. Zij is bereikbaar op werkdagen (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) van uur via telefoonnummer , sein Vragen en aantekeningen Pijnconsulent Telefoonnummer , sein Maatschap anesthesiologie Telefoonnummer: /707952/DIA1308 5