TOETSINSTRUCTIE Begrijpend Lezen WEEK 25 Schooljaar 2013 2014 Toelichting Hierbij ontvangt u de toetsinstructie behorende bij de toets van week 25. Er wordt deze week geen nieuwe strategie behandeld. U kunt ervoor kiezen om de lesstof kort in herinnering te brengen door te herhalen wat we de vorige weken hebben gedaan. U kunt de leerlingen ook laten oefenen door ze opdrachten te laten maken in de digitale leeromgeving van de afgelopen weken. Toets In het toetsboekje vindt u drie toetsen voor Begrijpend Lezen. Alle leerlingen kunnen aan de slag met een toets op eigen niveau (ABC). Hiermee wordt het voorgaande blok getoetst. De toetsen zijn methode afhankelijk, dat betekent dat de toets alleen afgenomen kan worden als alle lessen zijn gegeven. De antwoorden op de vragen zijn namelijk niet allemaal uit de tekst te halen. Er wordt gebruikgemaakt van kennis, opgedaan in de voorgaande lessen over de leesstrategieën. De toets bestaat deze keer uit tien meerkeuze en vijf open vragen. De antwoorden op de meerkeuzevragen vindt u op de volgende bladzijde. De antwoorden op de open vragen zijn ter beoordeling aan de leerkracht. De beoordeling kan een aanleiding zijn tot een diagnostisch gesprek met de betreffende leerling. Meer informatie hierover vindt u onder het tussenkopje Aanbeveling diagnostisch gesprek. Remediëren Na het afnemen van de toets en het bekijken van de antwoorden van uw leerlingen, kunt u zelf inschatten voor welke leerlingen een diagnostisch gesprek zinvol kan zijn. Daarbij is het belangrijk om goed te kijken naar de manier waarop de leerling een tekst aanpakt. In het gesprek praat u met de leerlingen over hoe hij of zij een moeilijke tekst aanpakt. Zo n gesprek kan plaats vinden aan de instructietafel terwijl de andere leerlingen aan het werk zijn. Zo n evaluatiegesprek kan tijdrovend zijn, daarom heeft deze toets maar 5 reflectieve vragen. Hierdoor heeft u meer tijd om deze gesprekken in te plannen. Op basis van dit gesprek bepaalt u als leerkracht welke vervolgstappen nodig zijn om de leerling verder te helpen bij begrijpend lezen. U kunt bijvoorbeeld besluiten meer tijd en aandacht te besteden aan het technisch lezen, en/of woordenschat met de betreffende leerling. Begrijpend lezen = woordenschat X technisch lezen X begrijpend leesstrategieën Leerlingen die slecht presteren bij de toets hebben vaak geen baat bij méér lessen begrijpend lezen. Eerst moet onderzocht worden wat de oorzaak is. Is de woordenschat ontoereikend? Is de leerling de leestechniek niet voldoende machtig? Wanneer de oorzaak bekend is, kunnen effectieve stappen worden ondernomen om de leerling op de gewenste punten bij te spijkeren. Woordenschat: Kinderen, die geen goede, gevarieerde woordenschat hebben adviseren wij extra te laten oefenen met de nieuwswoorden. Daarnaast werkt het goed om kinderen in de artikelen moeilijke woorden te laten onderstrepen. Vervolgens gaan de kinderen op zoek naar de juiste betekenis van deze woorden en schrijven ze op in hun eigen woordenboekje. Ook kun je kinderen extra laten oefenen met de digitale leeromgeving van Kidsweek in de Klas. Technisch lezen: Kinderen die uitvallen op het gebied van technisch lezen adviseren wij extra te laten lezen. Het hoeven niet altijd lange (voor hen meteen saaie) teksten te zijn, het gaat erom dat ze het spelenderwijs leren en leuk (gaan) vinden. Begin bijvoorbeeld met de korte artikelen in Kidsweek, zelfs de moppen zijn een goed begin. Meer informatie over het diagnostisch gesprek vindt u in het boek: Förrer, M en Mortel, K. van de (2010). Lezen denken begrijpen! Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies.
Normering Wij adviseren de volgende 60% normering aan te houden: Aantal vragen goed? Hoeveel procent goed? Beoordeling: 15 vragen goed 100% goed Zeer goed 14 vragen goed 93% goed Zeer goed 13 vragen goed 86% goed Goed 12 vragen goed 80% goed Goed 11 vragen goed 73% goed Ruimvoldoende 10 vragen goed 66% goed Voldoende 9 vragen goed 60% goed Voldoende 8 vragen goed 53% goed Matig 7 vragen goed 46% goed Matig 6 vragen goed 40% goed Onvoldoende 5 vragen goed 33% goed Onvoldoende 4 vragen goed 26% goed Onvoldoende 3 vragen goed 20% goed Onvoldoende 2 vragen goed 13% goed Onvoldoende 1 vraag goed 6% goed Onvoldoende Beoordeling: cijfer tussen de: Zeer goed: 10 9,0 Goed: 8,9 8,0 Ruim voldoende: 7,9 7,0 Voldoende: 6,9 6,0 Matig: 5,9 5,0 Onvoldoende: < 4,9 Desgewenst kunt u de normering aanpassen.
Antwoorden TOETS NIVEAU A 1 C 5 A 8 C 2 B 6 B 9 C 3 C 7 A 10 B 4 A 11 GROEN: Hoe groot waren de slagtanden van Satao? Waar woonde Satao? Hoe oud is Satao geworden? ROOD: Wat betekent het woord illegale? Hoeveel olifanten leven er in Kenia? 12 Ter beoordeling aan de leerkracht. Je mag bij deze vraag meerdere antwoorden goed rekenen. Hieronder de Satao dood Rouw om Satao Satao gedood door stropers 13 Ter beoordeling aan de leerkracht. Je mag bij deze vraag meerdere antwoorden goed rekenen. Hieronder de Het gaat over olifant Satao die is overleden. Het gaat over dat olifant Satao is gedood door stropers. 14 Hij verwijst naar olifant Satao. 15 Je zou verschillende dingen kunnen doen: Je kunt het aan iemand vragen. Je kunt het opzoeken in een woordenboek. Je kunt het opzoeken op internet. Je kunt het woord in stukken hakken. Je kunt de zinnen rondom het woord lezen. Je kunt kijken of er een synoniem in de tekst staat. Je kunt kijken of het woord van een werkwoord komt.
Antwoorden TOETS NIVEAU B 1 A 5 C 8 B 2 B 6 B 9 D 3 A 7 C 10 C 4 C 11 a GROEN: Waar wordt het kampioenschap gereden? Welke schaatser fietst er nog meer mee? ROOD: Hoeveel kilometer per uur rijdt Sven Kramer met zijn wielrenfiets? Hoeveel fietswedstrijden heeft Sven Kramer gewonnen? b Het Friese Ureterp. Jorrit Bergsma. 12 Ter beoordeling aan de leerkracht. Sven Kramer doet mee aan het NK wielrennen 13 De onderstaande woorden zou je in stukken kunnen hakken: clubcompetitie wielerploeg schaatskampioen 14 Zondag gaat Kramer wel op jacht naar de Nederlandse titel voor amateurs betekent dat Sven Kramer gaat proberen om NK kampioen wielrennen voor amateurs te worden. 15 kampioen: winnaar, titelhouder streep: lijn, finish
Antwoorden TOETS NIVEAU C 1 C 5 C 8 C 2 B 6 C 9 A 3 A 7 D 10 B 4 B 11 Nieuwsartikel. Kenmerken bij een nieuwsartikel zijn: feiten kop intro vaak een foto 12 Het woord ISIS rebellen betekent strijders voor Islamitische Staat in Irak en Syrië Je kunt op verschillende manieren aan dit woord komen: Je kunt het aan iemand vragen. Je kunt het opzoeken in een woordenboek. Je kunt het opzoeken op internet. Je kunt het woord in stukken hakken. Je kunt de zinnen rondom het woord lezen. Je kunt kijken of er een synoniem in de tekst staat. Je kunt kijken of het woord van een werkwoord komt. 13 wrede: gruwelijk, hard, gemeen, misdadig gevlucht: weggaan, de benen nemen, weglopen, wegrennen, ontsnappen, er vandoor gaan. experts: deskundigen, mensen die van een bepaald onderwerp veel weten 14 a b Ter beoordeling aan de leerkracht. Je mag bij deze vraag meerdere antwoorden goed rekenen. Hieronder de ISIS rebellen in Irak Veel landen maken zich zorgen om de ISIS rebellen in Irak ISIS rebellen willen van Irak en Syrië een Islamitische staat maken. Ter beoordeling aan de leerkracht. Je mag bij deze vraag meerdere antwoorden goed rekenen. Hieronder de Het is gevaarlijk er ISIS rebellen steeds meer steden veroveren in Irak Irak vecht tegen ISIS rebellen Het is goed mis in Irak door de wrede acties van de ISIS rebellen 15 Ter beoordeling aan de leerkracht. Heel veel antwoorden mogelijk.