DIABETES MELLITUS BIJ KINDEREN EN JONGEREN. Kinderdiabetes team Universitair kinderziekenhuis Brussel

Vergelijkbare documenten
Hypoglycemie. < 60 mg/dl = hypo Symptomen: Beven Zweten Duizelig Vlekken zien Honger Hoofdpijn, moeheid Bleek zien Karakterveranderingen.

Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus

28/01/2019. Werking kinderdiabetesteam Brugge. Hoe verloopt de normale insulinesecretie. De behandeling van diabetes type 1.

EDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE 1 BIJ KINDEREN

Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling

Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends

Eerste hulp bij ketonen

Hypo? De behandeling van hypoglycemie 28/01/2019. Hyperglycemie > 150 mg/dl. Hypoglycemie < 70 mg/dl

Diabetes en ziekte cortico sondevoeding

Kinderen met diabetes, hoe ga je ermee om?

PATIËNTEN INFORMATIE. Opstart INSULINE

Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen 28/01/2019

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Informatie diabetes bij kinderen. Afdeling Kindergeneeskunde

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE

Diabetes of suikerziekte

SCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I. Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden.

Mucoviscidose en diabetes. informatie voor patiënten

Glucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding

Kampboekje. Insulinepomptherapie

RICHTLIJNEN VOOR DIABETESBELEID IN RUSTHUIZEN. Door diabetescentrum AZ Sint-Blasius en de coördinerende en raadgevende artsen Vehamed

Geschreven door Diernet Team maandag, 24 januari :02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november :17

Eerste hulp bij afvalgifstoffen/ ketonen

Jaarbilan. Overzicht jaarbilan programma

Met diabetes naar school

Schoolboekje. Insulinepomptherapie

Insulinepomptherapie: werking en gebruik van de pomp

Lichaamsbeweging en sport

VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime

Wat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13

Insulinepomptherapie Adviezen bij ontregeling

Voedingsadviezen bij vier maal daags insulinegebruik

Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport

Hyperglycemie Keto-acidose

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Diabetes mellitus. Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis

RICHTLIJNEN VOOR DIABETESBELEID IN RUSTHUIZEN. Door diabetescentrum AZ Sint-Blasius en de coördinerende en raadgevende artsen Vehamed

EEN GEZONDE LEVENSSTIJL AANNEMEN

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp

Diabetes Mellitus. Definities. Definities. Polyurie: veel moeten urineren Polydipsie: veel moeten drinken Ischemie: zuurstoftekort

Bij type 1 diabetes verbetert. Lichaamsbeweging draagt bij aan goede regulatie type 2 diabetes

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

Diabetes bij de geriatrische zorgvrager medicamenteuze aanpak

Diabetes mel itus i n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Praktische gids diabetes: insuline analogen

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime

De poliklinische instelling van de insulinepomp

PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE

Een kind met diabetes in de klas

Beweging en diabetes. Informatiebrochure Beweging en Diabetes

VERSIE DIABETESPROGRAMMA MIDDEN-BRABANT

DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:

Diabetes en bewegen. Esther Pekel, diabetes diëtist Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabetes

STELLING. Soorten koolhydraten. Koolhydraten en glucose. Voeding en glycemische regulatie: het advies aan de patient PROGRAMMA:

Voeding en glycemische regulatie: het advies aan de patient

Protocol Ontregelde Diabetes Mellitus Patiënt

Voedingsadviezen bij tablet-gereguleerde diabetes mellitus

Sportief bewegen en diabetes mellitus. Het effect van bewegen bij diabetes. Insulinegevoeligheid. Inactiviteit bevolking

Aandachtspunten bij pompgebruik.

Praktische gids diabetes: type 2

Interne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen

Wat is een zorgtraject diabetes?

Informatieboekje Openluchtklassen Op kamp

DM T1 preconceptioneel Sara, Ellen en Geert

Mijn diabetes behandelen met Flash Glucose Monitoring

Type 1 diabetes bij kinderen. informatie voor patiënten

VOEDING. Trainingsadvies Transplantoux Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme ALGEMEEN: Gewicht ~ prestatie

Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie

Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime

SPREEKBEURT INFORMATIEPAKKET

Patiënteninformatie. Alcohol drinken in combinatie met insulinegebruik

Diabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

FreeStyle InsuLinx Handleiding voor or de gebruiker

6,4. Werkstuk door een scholier 2154 woorden 1 december keer beoordeeld

Met diabetes naar school

sportmedische voorlichtingsavond

OMGAAN MET DIABETES MELLITUS OF SUIKERZIEKTE

FoodSteps - diabetes in beweging 28/10/2013

PRAKTISCHE GIDS DIABETES

Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen

Zwangerschapsdiabetes EEN BEKNOPT OVERZICHT VOOR PATIËNTEN

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders

Aanpassen van insuline: moeilijke situaties

Beweegprogramma diabetes mellitus

CASUÏSTIEK BESPREKING OVER DIABETESZORG IN DE PALLIATIEVE FASE

FreeStyle InsuLinx Handleiding voor de gebruiker

Transcriptie:

DIABETES MELLITUS BIJ KINDEREN EN JONGEREN Kinderdiabetes team Universitair kinderziekenhuis Brussel

Kinderdiabetesteam UZ Brussel Multidisciplinair Artsen Educatoren Verpleegkundigen diëtisten Psychologe secretaresse 2

Wat is diabetes? Overzicht Type 1 2 - diabetes bij kind en adolescent Diabetes mellitus type 1: Kliniek Diagnose Behandeling Complicaties 3

Wat is diabetes? Suikerziekte. Chronische hyperglycemie tgv absoluut en/of relatief tekort aan insuline Oorzaak en behandeling variabel naargelang vorm. Differentieel diagnose: Stress hyperglycemie Labofout Dehydratatie 4

Wat is diabetes? Insulinetekort Hyperglycemie 5

Wat is insuline? polypeptide hormoon, molecuulformule: C 254 H 377 N 65 O 75 S 6. Twee polypeptiden ketens verbonden door twee zwavelbruggen Aangemaakt door bétacellen in eilandjes van Langerhans - pancreas Stimulatie opname suiker uit de bloedbaan Stimuleert synthese van glycogeen, vetzuren en eiwitten 6

Insulinewerking BLOEDBAAN CELLEN Suiker Suiker Suiker Suiker Suiker insulin insulin insulin insulin insulin 7

Oorzaken insulinetekort Type 1 Type 2 Β cel destructie Verminderde gevoeligheid insuline Insulinetekort 8

Gevolgen insulinetekort Insulinetekort Hoog suiker in bloed Suiker (energie) tekort in cellen 9

Insulinetekort: hoge bloedsuiker Veel plassen Veel drinken Uitdroging 10

Insulinetekort: suikertekort intracellulair Vermoeidheid Energie-aanvoer vanuit vetten Vermagering Productie ketonen Misselijkheid buikpijn braken Keto-acidose 11

Verschillende vormen van diabetes bij kinderen en adolescenten Type 1 diabetes > 95% Andere: - Type 2 diabetes ( < 2%) - Monogenetische diabetes of MODY (1-8) - Mucoviscidose gerelateerde diabetes - Mitochondriale cytopathie - Medicatie gerelateerde diabetes (Asparaginase/Corticoïden) - Genetische syndromen - Neonatale diabetes 12

Pathofysiologie van diabetes mellitus type 1 Β-cel destructie Irreversiebel progressief Auto-immune ziekte Infiltratie met lymfocyten Circulerende specifieke auto-antistoffen High-risk HLA genotypen Latente pre-klinische fase Positieve auto-antistoffen Normale glycemie Geen klachten Symptomatische klinische fase Positieve auto-antistoffen Hyperglycemie Specifieke klachten 13

Voorkomen diabetes mellitus type 1 1/ 700 jongeren < 18 jaar België: kinderen 0-18 jaar: geschat op 3000, met jaarlijkse incidentie van 15,3/100 000 jongens = meisjes piek 4-6 jaar en 10-14 jaar Toename laatste 10 jaar (stijging 3%/jaar): voornamelijk <5 jaar en bij jongens In 10% familiale geschiedenis van type 1 diabetes 14

Diabetes mellitus type 2 bij kinderen Veel minder frequent dat type 1 Risicofactoren Meisjes Obesitas Mediterraanse origine Familiale antecedenten Behandeling Aanpak overgewicht Orale medicatie Insuline injecties Preventie Risico screening Doorverwijzing overgewicht, acanthosis nigricans 15

Verschillen tussen type 1 en type 2 diabetes 16

Twee meest frequente soorten diabetes bij kinderen Diabetes type 1 - meestal op jongere leeftijd < 40 jaar - 10% van de diabetici - veel drinken, plassen - Bètacellen van de pancreas maken geen insuline meer aan Hyperglycemie in bloed - Ontwikkelt zich over korte periode, snelle metabole ontsporing Diabetes type 2 - meestal op oudere leeftijd >40 jaar - 90% van de diabetici, ~ de helft weet het niet gevaar - Insulineproductie initieel aanwezig, maar onvoldoende werking thv de cellen - Ontwikkeling meestal traag 17

Ontstaan en preventie Type 1 diabetes antilichamen in bloed, gericht tegen onderdelen van de bètacellen van de alvleesklier Erfelijk voorbeschikt Geen preventie mogelijk Type 2 diabetes duidelijk verband met zwaarlijvigheid en tekort aan lichaamsbeweging manifeste erfelijke factor Preventie mogelijk: gezonde levensstijl bij vroegtijdige detectie risico patiënt 18

Diagnose diabetes mellitus Hyperglycemie Glucosurie Ketonurie Vermagering Polyurie-polydipsie 19

Behandeling van diabetes mellitus type 1 INSULINE EDUCATIE ZELFCONTROLE VOEDING BEWEGING 20

Insuline IV insuline igv keto-acidose SC insuline igv goede algemene status: basaal bolus systeem met minimum 4 injecties (ultra)snelwerkend analoog insuline bij maaltijd/snack langwerkend analoog bij slapengaan continu insuline subcutaan via insuline pomp: ultrasnelwerkend 21

SOORTEN INSULINES 22

Kinderen < 6 jaar Novorapid continu sc via pomp Variabele koolhydraatporties - grammen Flexibiliteit voedingsinname 23

Wat is een insulinepomp? Een klein apparaatje dat bestaat uit: Een computer, beeldscherm en bedieningstoetsen Een batterij, motor en aandrijfas Insulinereservoir, verbonden met lichaam door infusieset De infusieset geeft insuline af aan het onderhuidse weefsel 24

Wat doet een insulinepomp? Continue Subcutane Insuline Infusie: 1. Basale toediening: continue afgifte gedurende 24 uur van snelwerkende insuline ( E/uur ) 2. Bolus toediening: insuline dosis gegeven door gebruiker voor koolhydraten van de maaltijd of voor een hoge bloedsuiker 25

Insuline: pomp 26

Soorten insulinepompen Paradigm Veo 85% Accu-Chek Spirit Combo 15 % Connectie 3 meters Boluswizard in pomp Basaal 0,025 E /u CGM & laag pompstop Analyse gegevens: Carelink Personal Connectie 1 meter Meter = afstandsbediening Boluswizard in meter Advies sport, Analyse gegevens:meter 27

Voordelen van pomptherapie Gebruiksgemak: Infusieset slechts om de 2 tot 3 dagen vervangen, geen 4 of meer inspuitingen/ dag Smartpomp: boluscalculator voor berekenen correctie- en maaltijdbolus Betere metabole controle lager HbA1c Minder (nachtelijke) hypoglycemies Door continue toediening van insuline, betere opname, minder schommelingen in glycemie. Bij recente diagnose en kleine kinderen mogelijkheid voor geven van heel kleine dosissen insuline (0,025 0,05 IE) Alleen gebruik van ultra- snelwerkende insuline: snel en kort effect van interventies. Periodes van stress, ziekte, onregelmatige uren zijn beter op te vangen Flexibiliteit: eten waneer, wat en hoe vaak u wilt en niet omdat u moet eten Uitslapen is mogelijk, de pomp voorziet u 24u van insuline 28

Nadelen pomptherapie Risico op keto-acidose Mechanische problemen Lokale problemen thv injectie site Psychologische problemen Zichbaarheid Continue confrontatie Intensievere therapie: nadenken, tellen kostprijs 29

Kinderen 6-12 jaar Actrapid - Levemir Vaste koolhydraatporties 3 hoofdmaaltijden 3 tussendoortjes 30

Kinderen 6-12 jaar 31

Voorbeeld voedingsschema bij Actrapid 8u: 3 sneden brood + choco + melk 10u: fruit of koekje of yoghurt met suiker (1KH portie) 12u: warme maaltijd met vaste portie koolhydraten + yoghurt natuur zonder suiker 14 u: fruit of koekje of yoghurt met suiker (1KH portie) 17u: 3 sneden brood + kaas of charcuterie + fruit + melk 19 u: fruit of koekje of yoghurt met suiker (1KH portie) Levemir 32

Kinderen > 12 jaar Novorapid Levemir Apidra - Lantus Variabele koolhydraatporties 3 hoofdmaaltijden geen tussendoortjes (tenzij bijspuiten) 33

Kinderen > 12 jaar 34

Voorbeeld voedingsschema bij Novorapid/Apidra/Humalog 8u: keuze aantal sneden brood en beleg en drank 12u: warme maaltijd variabele portie, keuze dessert 17u: keuze aantal sneden brood en beleg en drank Bij elke snack: EXTRA inspuiting noodzakelijk!! Levemir/Lantus 35

Voeding Gezonde voeding volwassenen = gezonde voeding kinderen aangepast aan de leeftijd (zowel voor diabeten als niet-diabeten) 36

2 soorten koolhydraten Snelle suikers = zoete suikers Trage suikers = niet zoete suikers 37

Beweging Door fysische inspanning veranderingen in het metabolisme van de dwarsgestreepte spieren, waardoor vanuit spierglycogeen glucose wordt vrijgesteld. De spieren verbruiken hierna glucose uit het bloed. De glucose-uptake uit het bloed door de spier wordt vergemakkelijkt door up-regulatie GLUT 4 glucose transporter thv celmembraan via stimulatie van AMP-activated proteïne kinase De daling van glycemie verlaagt de insuline productie en verhoogt de vrijstelling van catecholamines en glucagon. 38

Beweging Door deze hormonale veranderingen stimulatie glycogenolyse en neoglucogenese ter hoogte van de lever, waardoor bloedsuikerwaarde stabiel kan blijven Bij verder doorgedreven fysische inspanning zorgen catecholamines, glucagon, cortisol en groeihormoon voor lipolyse, vrijstelling van vrije vetzuren en ketogenese. Na de fysische inspanning wordt spierglycogeen reserve opnieuw opgebouwd. 39

Beweging bij diabetes: hypo- risico Door sporten verhoogde doorbloeding van de spieren van het gebruikte lidmaat, hierdoor betere resorptie van insuline vanuit injectie site Door aanwezigheid van insuline onderdukken glycogenolyse en neoglucogenese thv lever Verminderd hypogevoel na sportinspanning (hypo-awareness) Afhankelijk van Laatste insuline-injectie: welke insuline, tijdstip injectie, dosis insuline, locatie van injectie Laatste inname van koolhydraten Timing, intensiteit en duur van de sport aktiviteit Fysieke conditie van de persoon Buitentemperatuur 40

Voordelen beweging bij diabetes Sport geeft betere metabole controle van diabetes, essentieel onderdeel van de behandeling van diabetes mellitus bij het kind. Lagere HbA1c waarden Lagere insuline behoefte Psychosociale voordelen Meer zelfvertrouwen Sociaal integratie bij leeftijdsgenoten als sporten in groep Verbeteren van zelfbeeld, indruk van fysische fitheid Vermindering van gevoelens van angst en depressiviteit Acceptatie van de chronische ziekte 41

Beweging Insuline niet injecteren in lichaamsdeel waarvan spieren intensief zullen gebruikt worden tijdens sport inspanning Bij hyperglycemie met ketose niet sporten Bij hyperglycemie voor sport eventueel voorzichtige correctie Aanpassen (vermindering) insuline dosis snelwerkend insuline voor laatste/volgende maaltijd langwerkend insuline voor de nacht Aanpassen koolhydraat inname bij laatste maaltijd voor/tijdens/na sport aktiviteit Voldoende vochtinname voor/tijdens/na sportinspanning 42

Aanpassen insuline dosis ultrasnelwerkend insuline: dosis verminderen met 20-50% als sport aktiviteit binnen de drie uur na spuit en maaltijd snelwerkend insuline: dosis verminderen met 30-50%, zelfs voor sportinspanningen meer dan drie uur na insuline injectie eventueel verminderen met 10% van dosis lang- of ultralangwerkend insuline voor het slapengaan als langdurige sportinspanning 43

Aanpassen insuline dosis insuline pomp: maaltijdbolus 30 50 % bij vorige en/of volgende maaltijd tijdelijk basaal insuline verminderen met 20 80 % gedurende langere tijd (tijdens en na sport) Pomp stoppen maximum 2 uur, bij contactsporten, bij watersporten. Als sport inspanning langer duurt, bolus insuline als depot voor afschakelen. 44

Aanpassen koolhydraat inname inname extra koolhydraten (10 15 gram koolhydraten, best snel opneembare suikers) voor sport als glycemie te laag (< 100 mg/dl) reken op ongeveer 10 15 gram koolhydraten extra per half uur sport (tijdens sport gemakkelijks te nemen als vloeibare suikers) neem helft als snelle en helft als trage suikers 45

zelfcontrole BGM: glucometer CGM: continue monitoring FGM: Flash 46

Zelfcontrole Voor elke maaltijd en voor het slapengaan Bij twijfel over hypo- of hyperglycemie Voor en na sportactiviteit Bij gebruik van snelwerkend analoog twee uur na de maaltijd Twee uur na extra insuline injectie ter correctie van hyperglycemie Twee uur na uitgebreide maaltijd Bij hoge ochtendwaarden: om O2u en/of 05u Extra controles bij ziekte 47

BGM: Soorten glucose-meters Losse strips Cassette van 50 strips Boluscalculator Aangesloten op I- phone Ketonen meter Communicatie met insuline pomp 48

BGM: glucometer Was en droog de handen Voer de teststrip in de meter Duw stevig met het priktoestel tegen de zijkant van de vingertop en druk op de vrijgaveknop Houd de tip van de strip in de bloeddruppel. Na5 seconden wordt de bloedsuikerwaarde weergegeven. Elke dag wordt een nieuw De prikdiepte wordt aangepast aan de dikte van de huid 33G= fijnste lancet 49

CGM: continue glucose monitoring Elke 5 min ontvangt insulinepomp of ontvanger een Real-time weefselglucosewaarde via zender, gemeten door onderhuidse sensor Correcte kalibratie, op moment van stabiele bloedsuikerwaarde is vereist Alarmen wanneer ingestelde waarden worden overschreden Automatische pompstop closed loop 50

Nadelen CGM Verstorende alarmen Achterlopen interstitiële glucose waarde Kostprijs geen terugbetaling Kalibratie vingerprik twee maal daags nodig 51

Flash glucose monitoring Interstitiële glucose waarde Geen calibratie nodig Geheugen van 8 uur in sensor Geen alarmen Geen connectie met pomp Sinds augustus 2016 terugbetaald 52

Verschillende stappen in behandeling Glucose waarde meten Insuline dosis bepalen Timing tov maaltijd Injectieplaats injectietechniek 53

Ernstige acute complicatie HYPOGLYCEMIE HYPERGLYCEMIE 54

Ernstige hyperglycemie Glycemie > 250 mg/dl Aanwezigheid van ketonen en acidose => risico keto-acidose en coma Bij elke patiënt met diabetes mellitus type 1 op elk moment mogelijk 55

Ernstige hyperglycemie 56

Oorzaken hyperglycemie Te weinig insuline Te veel suiker Stress 57

Wat te doen bij hyperglycemie? Glycemie > 250 mg/dl Ketonen meten Ketonen negatief: oorzaak hoge waarde opzoeken eventueel insuline bijspuiten controle dex na 2 uur vochtintake Ketonen positief: Steeds insuline bijspuiten Overleg met behandelend arts 58

Behandeling hyperglycemie Insuline Sc: bijspuitschema, 10 20% van totale dagdosis extra Iv: 0.05 0.1 IE/kg/u Vocht Po: water drinken Iv: 100 ml/kg/u Ketonen testen Urine bloed 59

Ernstige hypoglycemie Glycemie < 60 mg/dl Risico op syncope convulsies Bij elke patiënt met diabetes mellitus type 1 op elk moment mogelijk 60

Ernstige hypoglycemie 61

Oorzaken hypoglycemie Te veel insuline Te weinig suiker sporten 62

Wat te doen bij hypoglycemie? Glycemie < 60 mg/dl Snelle suikers: 1 dextro / 10 kg lichaamsgewicht 30 ml cola / 10 kg lichaamsgewicht Controle dex na 10 minuten < 60 mg/dl: Herhaal snelle suiker Stop insuline pomp (tijdelijk) > 60 mg/dl: Trage suiker (1 koolhydraatportie) als volgende maaltijd > 30 minuten en geen pomp 63

Behandeling van hypoglycemie Snelle suiker Glycemie controle Eventueel koolhydraten Bij verminderd bewustzijn Frisdrank met rietje Honing/confituur in mond Hypofit Glucagen 64

Ernstige hypoglycemie Bewustzijnsverlies < 12 jaar: 0.5 mg IM (1/2 ampoulle) > 12 jaar: 1 mg IM (1 ampoulle) 65

Vragen? 66