De poliklinische instelling van de insulinepomp
|
|
- Sebastiaan Sasbrink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De poliklinische instelling van de insulinepomp Inleiding. Je hebt Diabetes mellitus en gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over de instellingsfase en de mogelijke acties bij eventuele ontregelingen. De informatie over de instellingsfase en de hypo- en hyperglycemische ontregelingen is in deze folder voor jou gebundeld. Als je ondanks de in deze folder voorgestelde maatregelen het probleem niet kunt oplossen neem je contact op met het kinderdiabetesteam. De eerste week is de kinderdiabetesverpleegkundige 24-uur per dag voor je bereikbaar op telefoonnummer. Bereikbaarheid kinderdiabetesteam na de eerste week: Voor dringende vragen kun je 24 uur per dag bellen naar het ziekenhuis: en vragen naar de dienstdoende kinderdiabetesdienst. Je wordt dan doorverbonden met de kinderdiabetesverpleegkundige of met de dienstdoende kinderarts voor diabetes. Voor niet-acute vragen kun je contact opnemen met de kinderdiabetesverpleegkundige via mail: of door te bellen: telefoon: , kinderpolikliniek, en vragen je door te verbinden met seinnummer 6249 Indien er zich technische problemen voordoen met de insulinepomp die je zelf niet kunt oplossen kun je het beste rechtstreeks contact opnemen met het alarmnummer van de leverancier van de insulinepomp. Het telefoonnummer bevindt zich bij de gebruiksaanwijzing van de insulinepomp. Streefwaarden De streefwaarden voor de bloedglucose is: Nuchter en voor de maaltijd: 4 7 mmol/l Postprandiaal (na de maaltijd): 4 9 mmol/l Voor het slapen: 6 7 mmol/l Programma instelperiode Eerste week Aansluiten pomp: start begin van de week. Glucosebepalingen: dagelijks 8-puntscurve prikken (N-NO-VM-NM-VA-NA-VS en ± 3.00 uur). De kinderdiabetesverpleegkundige heeft voor de eerste week dagelijks een half uur ingepland om curven te bespreken. In overleg kan dit telefonisch. Extra aandacht is nodig voor het uitwerkeffect van de langwerkende insuline, dit kan nog enkele dagen merkbaar zijn. Maatregelen om nachtelijke hypo s te voorkomen tijdens de instelfase: o voor de nacht < 6,0 mmol/l: 15 gr. koolhydraten eten. o voor de nacht < 4,0 mmol/l: hypoactie volgens hypoprotocol. o in de nacht indien glucose < 4: wederom actie volgens hypoprotocol. o Ben voorzichtig met (bij)eten in verband met kans op hoge nuchtere waarde. Pagina 1 van 5
2 Het is raadzaam om gedurende 1-2 weken van de instelperiode geen intensieve sport te beoefenen en om een normaal actief dagritme te hebben. Ben je gewend om dagelijks te spelen, wandelen of te fietsen, dan mag dit dus. Wat betreft de voeding is het handig om de eerste 2 weken zo min mogelijk extra koolhydraten te nuttigen om op deze manier snel een juiste basale instelling te krijgen. Daarbij kan het effect van de koolhydraatratio, die in de pomp ingevoerd is, goed gecheckt worden. Ga tijdens de instelperiode ook geen aparte dingen eten die je normaal nooit eet. Het is verstandig om tijdens de instelfase nog eens extra aandacht te besteden aan het tellen van koolhydraten. Dit levert meer stabiele glucosewaardes op. Tweede en derde week: Dagcurve als nachtwaarden goed zijn: dagelijks 7 -punts curve Minimaal wekelijks de bloedglucosewaarden bespreken met de kinderdiabetesverpleegkundige. Dan kan in overleg ook via mail of telefonisch. Vierde week: Dagelijks 4-punts curve prikken. Bij onstabiele waardes in week 2 en 3 is het raadzaam om dagelijks 7-punts curven te blijven prikken. Overlegmomenten met je kinderdiabetesverpleegkundige gebeuren wekelijks totdat de glucoseregulatie stabiel is. Deze kunnen telefonisch of per mail plaats vinden. Controle kinderarts 6-8 weken na aansluiten van de pomp kom je voor een controle bij de kinderarts. Je krijgt vooraf een pakketje mee voor het prikken van een HbA1c. Rol diëtist De diëtist vormt een belangrijk onderdeel van het kinderdiabetesteam. Samen met de diëtist zal jaarlijks onderzocht worden of de berekende insuline-koolhydraatratio nog correct is. Zodoende is het mogelijk veranderingen in de insulinebehoefte te vertalen naar de juiste basaalstanden en/of het bolusschema. Hyperglycemische (keto-acidotische) ontregeling Oorzaak traceren o Pomp - Motor/batterijen onvoldoende werking - Insulineampul leeg, lucht in de ampul of defect - Katheter losgeraakt, leeg, grote luchtbellen, verstopt of niet ontlucht na loskoppelen - Naald los, infiltraat insteekplaats, oppervlakkig ingebracht of verstopt - Systeem te lang afgekoppeld of niet voldoende rekening gehouden met bolus vooraf o Overigen - Foutieve aanpassing basaal/bolus - Voedingsfouten - Lichaamsbeweging - Hormonaal (menstruatie-cyclus, pilgebruik of zwangerschap) - Medicamenten - Ziekte - Stress - Wisselende insulineresorptie Houdbaarheid insuline (Te warm geworden? Bevroren geweest?) Pagina 2 van 5
3 Maatregelen: o Als eerste naald en systeem vervangen o Eventueel vervangen reservoir en/of batterij o Extra insuline met pompbolussen volgens het advies van de bolusberekening van de insulinepomp/pdm. Extra water drinken indien niet misselijk. Bij misselijkheid eventueel Domperidon zetpil gebruiken of andere voorgeschreven medicatie tegen de misselijkheid. - Om de 1,5-2 uur glucose bepalen. - Ketonen meten wanneer de glucose > 15 mmol/l is, bij ziek voelen (misselijk/kortademig) of bij onvoldoende resultaat op correctiebolus. - Bij ketonen < 1,5 nogmaals correctiebolus geven (maximaal 1x herhalen om stapeling van insuline te voorkomen) - Bij ketonen > 1,5 correctiebolus geven: 1,5 2 x het correctieadvies + contact zoeken met kinderdiabetesteam. - Wanneer er ondanks systeem/canule wissel twijfel bestaat of de insuline goed opgenomen wordt, dan het correctieadvies spuiten met de insulinepen. Denk aan systeem vervangen indien dit nog niet gebeurd is! o Blijf iedere 2 uur de glucose bepalen tot een stabiele situatie bereikt is (glucose 11). o Bij geen effect bellen: binnen kantoortijden met de kinderdiabetesverpleegkundige of kinderarts van het Elkerliek ziekenhuis, buiten kantoortijden met de kinderdiabetesdienst. BIJ BRAKEN = ALTIJD BELLEN!! Zo nodig in overleg met kinderarts of kinderdiabetesverpleegkundige insuline in bovenarm (laten) spuiten, eventueel met een langere naald zodat insuline in de spier terecht komt en sneller opgenomen wordt. Zorg voor regelmatig telefonisch overleg. Hypoglycemische ontregeling Oorzaak traceren o Pomp - Pomp zelf - Te hoge basaalsnelheid - Te grote bolus o Overigen - Voedingsfouten (alcohol!) - Medicatie - Lichamelijke inspanning - Emoties/spanningen - Wisselende insulineresorptie - Tijd tussen bolus en maaltijd Pagina 3 van 5
4 Maatregelen: o Bij bloedglucose < 3,9 onderneem je actie volgens onderstaand hypoprotocol: SCHEMA Geschatte stijging van de bloedglucose bij inname snelwerkende koolhydraten lichaamsgewicht stijging van de bloedglucose in kg: 2 mmol/l 4 mmol/l 10 ½ tablet 1 tabletten 20 1 tablet 2 tabletten 30 1½ tablet 3 tabletten 40 2 tabletten 4 tabletten 50 2½ tabletten 5 tabletten 60 3 tabletten 6 tabletten 70 3½ tabletten 7 tabletten 1 tablet Dextro Energy is 3 gram snelwerkende koolhydraten. 1 eetlepel 'gewone' limonadesiroop is 9 gram koolhydraten. glucose < 3,9 mmol/l glucose < 3,9 mmol/l direct voor de maaltijd: Neem snelwerkende koolhydraten volgens schema Controleer bloedglucose na 15 minuten. Indien glucose nog steeds < 3,9 mmol/l, neem nogmaals snelwerkende koolhydraten volgens schema Ga eten nadat de glucose > 3,9 mmol/l is, spuit je insuline meteen ná de maaltijd tussendoor: Neem snelwerkende koolhydraten volgens schema Controleer bloedglucose na 15 minuten Indien glucose nog steeds < 3,9 mmol/l, neem nogmaals snelwerkende koolhydraten volgens schema Als je bloedglucose >3,9 mmol/l is, neem je dezelfde hoeveelheid langwerkende koolhydraten als de eerste portie kortwerkende algemeen: Als de bloedglucose 15 minuten na de 2e correctie < 3,9 mmol/l blijft, neem dan contact op met het team: telefoon , vraag naar 'kinderdiabetesdienst'. o De pomp stop zetten heeft alleen effect wanneer je een zeer lage basaalstand per uur hebt (< 0,2 E per uur). Maar het belangrijkste is dat je minimaal 20 gram snelwerkende koolhydraten eet. Eten van snelle koolhydraten heeft een groter effect dan de pomp stop zetten. Mocht de pomp toch stop gezet zijn, vergeet deze dan niet weer aan te zetten bij een glucose boven de 5 mmol/l om doorstijgen te voorkomen. o Bij hypoglycemisch coma - Pomp uitzetten heeft niet altijd het gewenste effect maar is niet fout om te (laten) doen. - GlucaGen intramusculair of subcutaan (laten) spuiten (< 25 kilogram ½ ampul) - Zo nodig glucose i.v.door huisarts of ambulancepersoneel - 20 gram (langzaam werkende) koolhydraten nemen bij terugkeer bewustzijn - Pomp aanzetten als glucose boven 6,0 mmol/l - Dan ook meteen eventueel basaalstand en/of bolusdosering aanpassen - Telefonisch overleg met het kinderdiabetesteam tot situatie stabiel is Pagina 4 van 5
5 Bijregelschema Aanpassing van de basale stand dient te gebeuren volgens een minimale ophoging van ong.10% van de uitgangswaarde. Hiermee komen we tot een volgend bijregelschema: Uitgangswaarde Verhoging of verlaging < 0.25 E per uur per uur E per uur 0.05 E per uur E per uur 0.10 E per uur E per uur 0.20 E per uur E per uur 0.30 E per uur > 3.6 E per uur 0.40 E per uur Verhoog of verlaag de basaalstand voor minimaal 2 uur achter elkaar. Evaluatie voorlichting Bent u van mening dat in deze folder bepaalde informatie ontbreekt, onduidelijk of onjuist is, dan horen wij dit graag. U kunt dit aangeven bij het Patiëntenvoorlichtingsbureau. Telefoonnummers en adressen Kinderdiabetesverpleegkundige T: E: kinderdiabetes@elkerliek.nl Patiëntenvoorlichting T: E: pvb@elkerliek.nl Elkerliek ziekenhuis voorlichting@elkerliek.nl Locatie Helmond Wesselmanlaan HA Helmond Locatie Deurne Dunantweg CB Deurne Locatie Gemert Julianastraat DB Gemert model ag 0813 versie 1.0 Pagina 5 van 5
Informatie. Insulinepomptherapie bij kinderen. Begeleidingstraject
Informatie Insulinepomptherapie bij kinderen Begeleidingstraject Inleiding Je hebt diabetes mellitus en je hebt een insulinepomp of wilt hiervoor een insulinepomp gaan gebruiken. Beginnen met insulinepomptherapie
Nadere informatieInformatie. Insulinepomptherapie begeleidingstraject
Informatie Insulinepomptherapie begeleidingstraject Inleiding U heeft diabetes mellitus en u heeft een insulinepomp of gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De diabetesverpleegkundige heeft u informatie
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie
Zelfregulatie bij pomptherapie ZELFREGULATIE BIJ POMPTHERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie. Zelfregulatie is het zelfstandig aanpassen van de bolusinsuline aan
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie
Zelfregulatie bij intensieve therapie ZELFREGULATIE BIJ INTENSIEVE THERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie. Zelfregulatie is het zelfstandig
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp
Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste
Nadere informatieInsulinepomptherapie Adviezen en instructies.
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte
Nadere informatieHandleiding voor de insulinepomp Voor kinderen
Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2013 pavo 0953 Inleiding Jij gaat starten met je insulinepomptherapie. Je hebt inmiddels al veel informatie en adviezen
Nadere informatieInformatie voor de insulinepompgebruiker
Informatie voor de insulinepompgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de insulinepomp blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte)
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en insulinepomp Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INSULINEPOMP ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Een insulinepomp is een apparaatje dat gebruikt
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Interne geneeskunde
Insulinepomptherapie U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks optimale zelfregulatie.
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Informatie voor de omnipodgebruiker blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose blz
Nadere informatiePraktische informatie voor insulinepompgebruikers
Praktische informatie voor insulinepompgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de insulinepompgebruikers. Hoe te handelen bij: Het verwisselen van de naald/katheter - Haal een ampul insuline
Nadere informatieZelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).
Nadere informatieInformatie. Diabetes en gebruik FreeStyle Libre
Informatie Diabetes en gebruik FreeStyle Libre Inleiding U heeft diabetes mellitus en u gaat gebruik maken van Flash Glucose Monitoring (FGM) oftewel sensortherapie met de Freestyle Libre. De informatie
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl
Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect
Nadere informatieInformatie. Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek of operatie. Richtlijnen insuline
Informatie Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek of operatie Richtlijnen insuline Inleiding U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor insuline. Binnenkort heeft u een afspraak in het ziekenhuis
Nadere informatieInsulinepomptherapie; patchpomp
Insulinepomptherapie; patchpomp U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks
Nadere informatieInformatie voor omnipodgebruikers
Informatie voor omnipodgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de omnipod-gebruiker. Met het woord pod in deze folder bedoelen we het apparaatje (insulinereservoir, canule en pomp ineen)
Nadere informatieWerkboek Diabetes en zelfregulatie
Werkboek Diabetes en zelfregulatie Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor diabetespatiënten die in overleg met hun diabetesverpleegkundige gaan werken met zelfregulatie. Het doel van zelfregulatie is het
Nadere informatieHandleiding voor gebruikers insulinepomp. Voor volwassenen
Handleiding voor gebruikers insulinepomp Voor volwassenen Inleiding U gaat starten met een insulinepomptherapie en heeft inmiddels al veel informatie en adviezen gekregen. Om alles thuis nog eens rustig
Nadere informatieDiabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE
Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE WAT IS FLEXIBELE INSULINETHERAPIE? Bij flexibele insulinetherapie spuit u vier keer per dag insuline. Een keer langwerkende insuline en drie keer snelwerkende
Nadere informatieDiabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie
Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie (met Humalog of Novorapid als maaltijdinsuline) Voordelen van Flexibele insuline therapie Er wordt een natuurlijk ritme nagestreefd van extra insuline aanbod
Nadere informatieZelfcontrole bij diabetes
Zelfcontrole bij diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De arts heeft met u gesproken over het belang om zelf uw bloedglucosewaarden te controleren en zo nodig
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijregel-schema hypoglycemie 4
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus
Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus INSULINEPOMPTHERAPIE BIJ DIABETES MELLITUS VOORBEREIDING OP DE INSULINEPOMPTHERAPIE WAT IS EEN INSULINEPOMP? Een insulinepomp is een klein apparaatje met snelwerkende
Nadere informatieInsulinepomptherapie Adviezen bij ontregeling
In deze brochure worden punten beschreven waarop u moet letten als u een insulinepomp gebruikt. De diabetesverpleegkundige heeft dit met u besproken. In deze brochure kunt u de informatie nalezen. Hoge
Nadere informatieHeb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/ verzorgers. Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet
Nadere informatieINSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:
INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 1 maal daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Wat te doen bij een hypo (
Nadere informatieAandachtspunten bij gebruik van een insulinepomp
Aandachtspunten bij gebruik van een insulinepomp U gaat overstappen van een behandeling met insuline injecties op een insulinepomp. De insulinepomp, CSII, is een hulpmiddel voor mensen met diabetes die
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijstel-schema hypoglycemie 4 Voorkomen
Nadere informatie1. Wat doe je bij een hypo of hyper? 2 2. Bloedglucosewaarde prikken 2 3. Hoe merk je dat je bloedglucosewaarde te hoog
1. In dit boekje lees je wat je moet doen als je een hypo of hyper hebt. Het is goed om dit boekje overal mee naartoe te nemen. Lees het ook zelf goed door! Heb je vragen? Stel die aan je ouders, kinderarts
Nadere informatieRichtlijnen insulinepomptherapie
Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomptherapie bij insuline-resistentie In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp. Heeft u na het lezen van de
Nadere informatiehoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus () die voor het onderzoek nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder is bestemd voor patiënten met diabetes
Nadere informatieDiabetes en zelfregulatie. Werkboek
Informatie Diabetes en zelfregulatie Werkboek Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor diabetespatiënten die in overleg met hun diabetesverpleegkundige gaan werken met zelfregulatie. Het doel van zelfregulatie
Nadere informatie5 méér doen! Maatregelen: 6 7
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/verzorgers. Als je diabetes hebt, zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet handelen
Nadere informatieHet leven van alledag met een insulinepomp
Het leven van alledag met een insulinepomp Inleiding Je hebt diabetes mellitus en gaat mogelijk over op een insulinepomp of je hebt al een insulinepomp. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie
Nadere informatievoorbereiding op behandeling voor diabetespatiënten
voorbereiding op behandeling voor diabetespatiënten Inhoud 1. Behandeling s morgens: vanaf 24.00 uur nuchter... 3 2. Behandeling s middags: nuchter of licht ontbijt... 5 3. Behandeling s morgens: nuchter
Nadere informatieDiabetespatiënt. adviezen na een hernia-operatie. leefregels bij gebruik van insulinepomp. ZorgSaam
Diabetespatiënt adviezen na een hernia-operatie leefregels bij gebruik van insulinepomp ZorgSaam 1 2 Leefregels bij het gebruik van een insulinepomp Wat u moet weten bij insulinepomptherapie. U heeft van
Nadere informatiePATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE
PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE 2 INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE Algemeen Middels deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie.
Nadere informatieAanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt
Aanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt Diabetespolikliniek Beter voor elkaar 2 Inleiding U heeft deze folder ontvangen zodat u uw diabetesmedicatie
Nadere informatieINSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G)
INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) 1. De insulinepomp Een insulinepomp is een klein, draagbaar apparaatje dat 24 uur per dag snelwerkende insuline afgeeft. Het heeft ongeveer de afmetingen van een
Nadere informatieHypo- en hyperglycaemie
Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycaemie 4.1 Inleiding Normaal schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met diabetes mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel. Bij
Nadere informatieZelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie
Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie Bij elke controle bij de diabetesverpleegkundige meebrengen DATUM: BASISSCHEMA Voor ontbijt Voor lunch Voor diner Eenheden Insuline 0 Kortwerkend (KW):
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Reizen met diabetes. Vakantietips en paklijst
PATIËNTEN INFORMATIE Reizen met diabetes Vakantietips en paklijst Vakantietips 1. Advies voor de diabetesmaterialen Neem voor de vakantieperiode ruim voldoende materiaal mee (zie paklijst). Verdeel uw
Nadere informatieZelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft
Nadere informatieWat je moet weten over je insulinepomp
Wat je moet weten over je insulinepomp gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Hoe kun je de diabetesverpleegkundige en dokter bereiken? 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Zo verwissel je de infusie-set,
Nadere informatieAandachtspunten bij gebruik van een insulinepatchpomp
Aandachtspunten bij gebruik van een insulinepatchpomp U gaat overstappen van een behandeling met insuline injecties op een insulinepatchpomp. De insulinepomp, CSII, is een hulpmiddel voor mensen met diabetes
Nadere informatieDiabetes type 1 en sport
Diabetes type 1 en sport informatie voor kinderen tussen de 12 en 18 jaar afdeling diëtetiek Het beoefenen van sport is goed voor iedereen, dus ook voor jou. Het is wel belangrijk om goed op te letten
Nadere informatieVoor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur
DIABETES DAGBOEK E I G E N A A R D I A B E T E S D A G B O E K Naam Adres Contactpersoon Telefoon E-mail O V E R L E G Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Naam huisarts
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die een insulinepomp gebruiken
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die een insulinepomp gebruiken i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze brochure geeft u algemene en veilige richtlijnen
Nadere informatieInformatie voor de omnipodgebruiker
Informatie voor de omnipodgebruiker Inhoudsopgave Algemene zaken bij gebruik van de omnipod blz 3 Hoe te handelen bij een (onverwachte) lage glucose blz 4 Hoe te handelen bij een (onverwachte) hoge glucose
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatiewww.diabetesopschool.nl
Afsprakenbrief insulinepomp Beste leerkracht en/of begeleider*, Ons kind,, heeft diabetes type 1. Het is belangrijk dat ons kind op school goed begeleid wordt. In bijgaande documenten staat de belangrijkste
Nadere informatieDiabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus
Diabetespoli Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus 1 Zelfregulatie is voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline
Nadere informatiePraktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime
Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke
Nadere informatieWat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13
Bij een hyper is er een te hoge bloedglucose, vaak boven de 10 mmol/l. U kunt dezelfde waarschuwingssignalen ondervinden als in de periode voordat de diagnose werd gesteld. De meest opvallende verschijnselen:
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Pompeducatie. bij insulinepomptherapie
PATIËNTEN INFORMATIE Pompeducatie bij insulinepomptherapie 2 PATIËNTENINFORMATIE Inhoud 1. Thuis dient u in voorraad te hebben... 5 2. Bloedglucosecontroles... 5 3. Hyperglycaemie > 13,9 mmol/l (hoge bloedglucosewaarden)...
Nadere informatieDiabetes, sport en voeding
Diabetes, sport en voeding Als u diabetes mellitus heeft, dan kan er veel verbeteren door u lichamelijk in te spannen. Hierdoor verbeteren bijvoorbeeld: uw insulinegevoeligheid en daardoor uw glucosewaarden;
Nadere informatieHypo / hyperbeleid insulinepomptherapie DiaFrys
Hypo / hyperbeleid insulinepomptherapie DiaFrys Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Informatie voor kinderen en jongeren met diabetes, die de insulinepomp gebruiken. Inhoudsopgave Pagina 1. Wat moet
Nadere informatieAls u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie
Informatie voor patiënten Als u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie insuline z Vooraf 1 U hebt diabetes mellitus (suikerziekte) en komt binnenkort naar het ziekenhuis voor
Nadere informatieRichtlijnen insulinepomp/
Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomp/ POD therapie, bij insuline-afhankelijke diabetes mellitus Inleiding In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp.
Nadere informatieHypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus
Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus Dr. G. Massa in samenwerking met de Kinder- en Jeugddiabetesteam Jessa Ziekenhuis Hasselt Hypoglycemie Definitie en voorkomen Oorzaken Symptomen
Nadere informatieSporten met diabetes
Sporten met diabetes Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie anders. In deze folder leest u een aantal basisadviezen
Nadere informatieInsulinepomptherapie. Interne geneeskunde
Insulinepomptherapie U heeft van uw internist en /of diabetesverpleegkundige het advies gekregen over te gaan op insulinepomptherapie omdat de instelling van uw diabetes niet goed is ondanks optimale zelfregulatie.
Nadere informatieIk ben voel ziek me niet lekker
Diabetesstrip Ik ben voel ziek me niet lekker Ik voel Ik me ben niet ziek lekker. Ik voel me moe, moet vaak plassen en veel drinken, zie wazig en val af. 2 Gluky heeft diabetes Naar het ziekenhuis Naar
Nadere informatieBeweging en diabetes. Informatiebrochure Beweging en Diabetes
Beweging en diabetes Informatiebrochure Beweging en Diabetes Items: Sporten en lichaam Hypo voorkomen Nog meer opletten Richtlijnen Algemeen Advies Samengevat Fysiogroep I Bewegen en zeker het beoefenen
Nadere informatieDiabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline
Interne Geneeskunde Diabetes i Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline gebruiken Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen
Nadere informatieInterne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen
Zelfregulatie voor mensen die drie keer per dag kortwerkende insuline voor de maaltijd en één keer (middel)langwerkende insuline spuiten en zo nodig bloedglucose verlagende tabletten gebruiken Zelfregulatie
Nadere informatieEerste hulp bij ketonen
Eerste hulp bij ketonen Wat zijn Ketonen Wat is Keto-Acidose? Bij een tekort aan aanwezige insuline in het lichaam kunnen de koolhydraten of suikers niet in de lichaamscellen. Gevolg is dat het lichaam
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Diabetes en sport
PATIËNTEN INFORMATIE Diabetes en sport 2 PATIËNTENINFORMATIE Waarom aan beweging doen? Het Maasstad Ziekenhuis vindt het belangrijk om u te motiveren tot beweging/sport. Een actieve leefstijl is voor iedereen
Nadere informatieVoorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten
Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten Interne Geneeskunde Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Behandeling in de ochtend: vanaf 24.00 uur nuchter 5 2. Behandeling in de middag: nuchter of licht
Nadere informatiehoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus (insuline en tabletten) die voor het onderzoek nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder is bestemd
Nadere informatieHypo / hyperbeleid insulinepentherapie DiaFrys. Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Informatie voor kinderen en jongeren met diabetes
Hypo / hyperbeleid insulinepentherapie DiaFrys Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Informatie voor kinderen en jongeren met diabetes Inhoudsopgave Pagina 1. Wat moet je doen bij een hypo of hyper?
Nadere informatie4 hoog is? Hoe merk je dat je bloedglucosewaarde te laag is? 10 Wat moet je doen als je bloedglucosewaarde te
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet handelen in geval van een hypo of hyper. In dit boekje kun je nalezen wat je moet
Nadere informatieSporten met diabetes. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Sporten met diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. Voor iedereen is de invloed hiervan op de diabetesregulatie
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen
Nadere informatieAanpassen diabetesmedicatie tijdens laxeervoorbereiding met Kleanprep of Picoprep voor colonoscopie die vóór uur plaatsvindt
Aanpassen diabetesmedicatie tijdens laxeervoorbereiding met Kleanprep of Picoprep voor colonoscopie die vóór 12.00 uur plaatsvindt Diabetespolikliniek Beter voor elkaar 2 Inleiding U heeft deze folder
Nadere informatieRichtlijnen bij insulinepomptherapie
INTERNE GENEESKUNDE Richtlijnen bij insulinepomptherapie versie: insuline-resistentie (INT-124 uitgave februari 2009) Inleiding Voor u ligt de brochure Richtlijnen bij insulinepomptherapie. Deze brochure
Nadere informatieDit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het volledige protocol.
Insuline protocol Auteur: Kaderhuisarts diabetes Daniel Tavenier Datum: September 2014 Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieRichtlijnen bij insulinepomptherapie
INTERNE GENEESKUNDE Richtlijnen bij insulinepomptherapie versie: insuline-afhankelijke diabetes mellitus (INT-123 uitgave februari 2009) Inleiding Voor u ligt de brochure Richtlijnen bij insulinepomptherapie.
Nadere informatieZelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten
Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige
Nadere informatieZelfregulatie bij Diabetes Mellitus
Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Zelfregulatie voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline voor de nacht.
Nadere informatiehoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? Richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus (insuline) die voor het onderzoek een laxeerschema volgen en nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder
Nadere informatieHoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie
Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie 4.1 Inleiding Normaal gesproken schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met Diabetes Mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel.
Nadere informatieProtocol Ontregelde Diabetes Mellitus Patiënt
Doel: Het op verantwoorde wijze telefonisch heldere afspraken maken over het bijreguleren van diabetespatiënten met een hyperglycemische of hypoglycemische ontregeling. Hyperglycemie: Een episode van een
Nadere informatieInformatie. Diabetes en nuchter zijn. Richtlijnen tabletten
Informatie Diabetes en nuchter zijn Richtlijnen tabletten Inleiding U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor tabletten. Binnenkort heeft u een afspraak in het ziekenhuis voor een onderzoek of een
Nadere informatie4 hoog is? Hoe kun je merken dat je bloedglucosewaarde te. 10 laag is? Wat moet je doen als je bloedglucosewaarde te
Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet handelen in geval van een hypo/hyper. In dit boekje kun je nalezen wat je moet
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Diabetes mellitus en zwangerschap. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis
Diabetes mellitus en zwangerschap Begeleiding in het Refaja ziekenhuis DIABETES MELLITUS EN ZWANGERSCHAP BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U heeft diabetes en bent zwanger of wilt zwanger
Nadere informatieInsulinepomp- therapie bij kinderen
Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een
Nadere informatieHoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus (INSULINE EN TABLETTEN) die voor het onderzoek EEN LAXEERSCHEMA volgen en NUCHTER moeten zijn Waarom deze folder?
Nadere informatieHoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport
Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport 6B.1 Inleiding Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid. Daarnaast zorgt het voor ontspanning en plezier. Dit geldt voor iedereen, dus ook
Nadere informatieDiabetesbeleid rondom operatieve ingrepen. Indien de patiënt nuchter moet blijven, bij diabetes met insulinegebruik.
Diabetesbeleid rondom operatieve ingrepen Indien de patiënt nuchter moet blijven, bij diabetes met insulinegebruik. Beleid als een patiënt die insuline gebruikt, nuchter moet zijn voor onderzoek of operatie.
Nadere informatieAandachtspunten bij pompgebruik.
Aandachtspunten bij pompgebruik. 1. Algemeen. Zorg er altijd voor een noodkit bij te hebben met daarin het volgende: Reservekatheter, reservespuit, reservenaald, serter, reservebatterijen en insuline voor
Nadere informatieVoorbereiding of nuchter voor een onderzoek? Hoe gaat u daarmee om als u diabetes heeft? Diabetes met insuline
Voorbereiding of nuchter voor een onderzoek? Hoe gaat u daarmee om als u diabetes heeft? Diabetes met insuline Inleiding Binnenkort hebt u een afspraak voor een onderzoek in het ziekenhuis waarvoor u nuchter
Nadere informatieLeven met een insulinepomp
Leven met een insulinepomp Interne Geneeskunde Inleiding In overleg met uw internist en diabetesverpleegkundige is besloten dat u een insulinepomp krijgt. We onderscheiden twee soorten pompen. Een patchpomp
Nadere informatie